SHANGHAI HOTEL 12 V I C K I BAUM ROMAN VAN NEGEN MENSEN Plotseling stond een Chinese jongen voor hem met een soort trekpot, waaruit hij iets in een heel klein kommetje schonk. «Niet bang zijn,» zei Liu,« het smaakt naar sherry.» Bertie ergerde zich dat zijn hand zo beefde, dat hij de helft uit het kommetj£jjio_rste, voor hij het aan zijn mond kon zet ten. Liu keek tactvol opzij. De drank liep warm en prettig door Bertie's keel en hij wou nog meer hebben. «Ook Oxford vroeg Liu. «Sandhurst» antwoordde Bertie, iets beter gestemd en Liu salueer de even. Dokter Chang kwam bij hen zitten. «U moet de militaire academie in Nanking zien, Mr. Russell,» zei hij, «dat is de moeite waard. «Absoluut», zei Liu. «Daar wor den officieren uitgebroed, zoals in andere delen van het land zijde rupsen. De Japanners zijn tegen deze nieuwe Chinese industrie Hij wenkte en liet Bertie's komme tje opnieuw vullen. «Kampei!» zei hij. «Dat is 't Chinese voor «bottom-up». Bertie DEEL II DE STAD 50 dronk en hield dadelijk zijn kom weer bij. Helen voerde een verstrooid Duits gesprek met de oude dokter. «Hoe lang bent U al in Shan ghai Bevalt het U Neen Waarom niet 't Is veel moderner dan Parijs, niet waar Dokter Hain maakte zijn ant woord klaar. Hij was niet meer aan conversatie gewend en had de ver roeste stem gekregen, eigen aan vereenzaamde mensen. «Shanghai is geen stad,» zei hij. «Shanghai is een gif. Hier leven menseneters, hier regeert 't naakste kanniblis- me. Deze stad is de vuilnishoop van de wereld. Wie hier komt 't zij blanke of Chinees die heeft al een knak beet en Shanghai doet de rest.» «En zijn er geen uitzonderin gen vroeg Helen, naar Frank kijkend, die dokter Chang's vrouw meloenpitten presenteerde. Hij leek haar buitengewoon jong. Da delijk voelde hij haar blik en kwam naast haar staan. «Hebt U nieuwe patiënten ge kregen dokter?» vroeg hij. Dokter Hain glimlachte triestig «Die Chi nese collega's halen me er altijd bij als het te laat is, daarom ster ven al mijn patiënten. Het bevor dert mijn goede naam niet,» zei hij Pearl leidde Helen aan tafel en de beide kelners zetten een paar schotels in het midden. «Het was niet makkelijk, de dokter hierheen te lokken, hij is een kluizenaar,» zei ze glimla chend. Helen nam werktuigelijk de eet stokjes in de hand, de greep was haar nog vertrouwd sinds de tijd toen ze bij de Japanse studenten in Parijs was. «Ik zal in ieder geval bijtijds weg moeten,» zei dokter Hain in zijn houterig Engels, «'t Is woens dag, dan spelen we kamermuziek. Dat is zo'n dwaze gewoonte, waar ik mijn hele leven aan vastgehou den heb.» «Als 't U makkelijker is, Mr. Russell, gebruikt U dan toch ge rust mes en vork,» zei dokter Chang tegen Bertie. «Dit hier is een specialiteit waarvan U zeker al wel eens gehoord hebt, geconser veerde eieren.» Russell luisterde verbluft en zon der enig begrip. Hij was even bang voor de donker groene eieren als voor een of ander onbekend, stin kend ongedierte. «Interesseert U zich voor litera tuur vroeg Liu, wiens beminne lijkheid steeg met zijn geprikkeld heid. «Niet? Wat jammer! Ik, als schrijver, heb de Engelsen altijd hun taal benijd. Alleen de Engelse taal bezit zulk een kort en krach tig proza, zo bijvoorbeeld de zin, die tot voor kort in Hongkew-park te lezen was. Een meesterstuk van uitdrukkingskracht en duidelijk heid.» «Dogs and Chinese not allo wed.» Kampei, Mr. Russell,» zei hij, zijn kommetje leegdrinkend. «Als er fn Shanghai elke woensdag kamermuziek gespeeld wordt, dan kan de stad niet zo erg zijn als U zegt,» riep Helen luid en viug, nog voor er een stilte zou kunnen intreden. «Ja, we zijn een merkwaardig quartet,» zei de dokter. «Drie Duitse Joden en een Nazi - muziek schijnt belangrijker te zijn dan po litiek.» «Dat is bijna Chinees,» zei dok ter Chang beminnelijk. «In Confu cius' analecta staat al, dat welis waar zede en fatsoen het karakter vormen, maar alleen muziek de laatste volmaking schenken kan.» «De mens neemt deel Aan 't kort bestaan van al 't geschapene, En slechts zijn lied verwijlt Met honderdvoudig' echo door de tijd. Maar gij, cicade Maakt slechts voor L) alleen muziek...», De voorgerechten bleven op ta fel staan en een schotel garnalen met een scherpe saus werd erbij gezet. Pearl nam met haar eigen staafjes de lekkerste eruit en legde ze op Helen's kleine, diepe bordje. «U gaat met de stokjes om of U een oude Shanghaische bent,» zei Frank enthousiast tegen Helen. Ze glimlachte hem toe en 'dwong zich tot eten. «Maar dat is ver rukkelijk,» zei ze toen verwonderd. De mooie, sneeuwwit gepoeder de filmactrice, die totnogtoe nog geen mond had opengedaan, zei onverwachts in 't Frans «Onze koks weten het maal te bereiden voor jeugd en ouderdom verschil lend, en verschillend voor hem, die de slaap zoekt en voor hem, die de nacht in bed wil doorbrengen met zijn geliefde.» Liu lachte luid en voegde er in 't Frans bij «Van deze kippenve- louté kunnen de geachte gasten rustig eten, er zit geen erotisch tovermiddel in.» De nieuwe schotel was gevuld met een lichte, schuimige massa, die met porseleine lepels opge schept werd. «Waarom blijft U in Shanghai, wanneer U de stad zo haat, dok ter vroeg Helen aan dokter Hain. Deze keek haar aan met ogen als van een zieke hond en antwoordde, na de woorden ge wikt en gewogen te hebben «Het is de enige stad die arme vluchtelingen binnenlaat. Hier ko men die Joodse emigranten, die het in Londen, Parijs en New-York tevergeefs geprobeerd hebben. Ve len waren in Spanje of Palestina, totdat ze moesten vluchten, voor bommen en Arabieren.» «Gelooft U de dokter maar niet, als hij op Shanghai scheldt,» zei Pearl. «Hij offert zich voor onze koelies op en is de enige Europe aan, die onze taal probeert te le ren. Hoeveel tekens kent U al dokter Hain «Nog geen zeshonderd,» zei hij teneergeslagen. «Dat betekent, dat ik ongeveer de beschaving van een portier heb, Mrs Russell. Maar ik zal het nog wel leren Goddank hebben Duitse hersens de geschikt heid, leerstof op te nemen. Ik heb me voorgenomen, Chinees te ken nen, als mijn vrouw hier komt.» «We zullen grote feesten te vie ren hebben,» zei Liu. «Mister Tai,. Lo's aanstaande wordt de volgen de week verwacht en dokter Hain's vrouw zal ook spoedig hier zijn. Pearl, je zult moéten beginnen, ei eren rood te kleuren.» Dokter Hain keek voor zich op het witte tafellaken. De hemel weet wat hij daar zag. Nu verscheen het kunstwerk, door de restaurateur zelf binnenge bracht. Het was een grote kip, die volmaakt haar vorm behouden had, hoewel het kleinste beentje eruit verwijderd was. Het geheim van deze bereiding wisten maar enkele oude koks, die vroeger aan 't kei zerlijk hof in Peking gediend had den. De kip was gevuld met lotos- pitten en Dokter Chang sneed haar behoedzaam voor en reikte zijn gasten op stokjes de beste stuk ken aan. Zoals de beleefdheid ver langde, liet hij de kok komen, een vette, slappe, oude man, die bij de deur een heel diepe buiging maakte. Hij zag er gevaarlijk uit. Chang dankte hem voor zijn kun^t: hij boog weer en verwijderde zich. Nu begonnen allen tegelijk te praten Liu improviseerde een Chi nees gedicht, want de rijstwijn had hem een fijne, scheppende roes bezorgd, de roes van Li Tai To. zoals hij het noemde. Met een onbelangrijke schotel champignons met toebehoren was men gauw klaar en het tweede hoofdgerecht verscheen de man- darijnvis. Ten tweede male op deze avond, opende de filmactrice haar mond en zei in de plotselinge stilte «Is het wel raadzaam, dat die beide heren hun bruid en hun vrouw over laten komen, op een tijdstip, dat Shanghai beschoten zal worden «Het is niet zeker, dat we hier oorlog krijgen,» zei Liu snel, want politieke gesprekken waren niet bevorderlijk voor de feesstemming aan een diner. Maar Yutsing Chang was al te veel verhit om dergelijke overwegingen te laten gelden. «We zullen oorlog krijgen en h* zal een lange en een grote zijn zei hij met een gloeiend gezicht «China heeft zich op deze oorlog voorbereid en zal doorzetten. Chi na is een reus, die duizend jaar geslapen heeft en zich nnu uitrekt en bereid is, erop te slaan. Te lang heeft ons land de schande van vreemde heerschappij verdragen Vreemde oorlogsschepen op onze rivieren, vreemde rechtspraak, vreemde spoorwegen vreemdelin gen die invoerrechten heffen en al les wat waardevol is in ons land in hun handen Kouden. Niet lang meer, niet lang meer, dat zeg ik Kampei Bertie Russell had met groeien de verbazing naar zijn gastheer geluisterd. Hij voelde, dat er nu iets gebeuren moest. Hij moest-nu opstaan en die Chinees neerslaan, of iets dergelijks. Maar half opge staan, merkte hij dat alles begon te draaien en hij ging vlug weer zitten. Frank Taylor hief zijn kommetje op en riep lachend «Kampei, dok ter Chang U bent geestig, als U wijn gedronken hebt Hoe stelt U zich dat voor met Chinese rech ters en Chinese douanebeambten, die over de vreemdelingen te zeg gen zullen hebben Ik weet zelf best, dat de Chinese justitie alleen uit omkoperij bestaat en dat alleen vreemde douanebeambten het land ervoor beschermen, dat er alles en nog wat binnengesmokkeld wordt. Voer gerust oorlog tegen die Ja panse bende, maar laat ons vreem delingen met rust. Zonder ons zou het in dit land helemaal niet gaan en dat weet U ook Pearl keek verschrikt van Frank Taylor naar haar man. Eén gevaar lijk ogenblik leek het, alsof er ruzie zou, komen om deze zwaarbeladen tafel. Maar reeds had Yutsing zichzelf weer in bedwang, hij be gon te glimlachten, een glimlach die tastbaar over zijn gezicht ge trokken werd, als een goedzittend masker. Dokter Hain had erbij gezeten, alsof hij van deze driftige uiteen zetting niets begrepen had. Hij hief het hoofd op en zei «Zult U ook vechten, als het zover komt, mister Liu «Ik? Neen, beslist niet,» zei de dichter. «Van goed ijzer maakt men geen spijkers,» citeerde hij in 't Chinees. «Wanneer de oorlog in Shanghai komt, dan zal ik mij ;n een der vele kloosterhermitages terugtrekken en daar in harmonie mét de duizend dingen van het Heelal leven. Het zou onzinnig zijn, de weinigen, die nog calligrafie kunnen schrijven en een gedicht maken in klassieke stijl, dood te laten schieten.» De schone Linying keek hem be wonderend aan. Plotseling stond Bertie Russell wankelend op en steunde met bei de handen op de tafel. «Laf> zei hij, «lafaard. Chinese lafaard, vui le Chinese lafaard.» Hij keek allen beurt om beurt aan en ging toen weer zitten, alsof hij een bevredi gende toespraak had gehouden. Liu antwoordde onverschillig in de stilte «Die helden overschat ting heeft van de wereld het slag veld gemaakt, dat ze nu is. Idioten hebben moed. Lafheid is de groot ste deugd van de wijsgeer Vervolgt Nad'uk »erboöen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1973 | | pagina 12