SHANGHAI HOTEL 12 V! C K I B A U M ROMAN VAN NEGEN MENSEN «Daar ben je dan,» zei hij. «Dag madame Tissaud. Hoe vond je on ze zaak. dwerg? Misschien lijkt het op 't eerste gezicht wel niet veel bizonders, maar we zijn het laatste jaar wel heel veel opgeschoten. Overigens heb je de oude man vol komen betoverd. Ik hoop maar dat Mrs B S. niet al te jaloers wordt.» Frank sprak snel en veel en met hetzelfde krampachtige lachje, dat Ruth die morgen bevreemd had. «Scotch zonder soda» zei hij te gen de kelner. Toen het glas voor hem stond, dronk hij het in één teug leeg en bestelde een tweede. Ruth keek verwonderde toe, zon der het zelf te weten. «Dat zul je ook nog wel ondervinden» zei hij «dat men in Shanghai om deze tijd van de dag iets nodig heeft om je weer op de been te bren gen.» Hij dronk een 2e glas en ging door met zijn vlugge, niets zeggende zinnen. Direct bij zijn binnenkomen had hij Heien gezien. Of liever, hij had niets anders gezien dan haar. Ze stond met een groep Engelse da mes en heren bij de balustrade van de daktuin en luisterde naar de verklaringen van een magere. DEEL II DE STAD grijze, heer, Sir Kingsdale-Smith, die door een veldkijker de stad en het panorama van de rivier bekeek en met uitgestrekte arm verklarin gen gaf. Daarna nam hij de riem van de kijker van zijn hals en gaf Helen het instrument, die er glimlachend aan stond te schroeven en toen gehoorzaam de oorloggschepen be keek, die op de rivier lagen. Frank was instinctmatig met zijn rug naar de groep gaan zitten, die toch al door veel tafeltjes, para so's en mensen van hem geschei den was. Niettemin begonnen de randjes van zijn goedgevormde oren te branden en sprak hij voort durend door «Wat is extraterritorialiteit vroeg Ruth, «ledereen heeft hét daarover, ik vind mezelf zo dom.» «Extraterritorialiteit - zolang die nog duurt - is het gecontracteer de voorrecht van vreemde naties, zich in bepaalde gedeelten van de stad te vestigen en alleen onder worpen te zijn aan de wetten en de rechtspraak van het eigen land. Als je eerst enig inzicht zult ge kregen hebben in Chinese recht spraak en Chinese gevangenissen, zul je begrijpen dat het niet an ders mogelijk zou zijn. Maar de Chinezen doen alsof onze privile ges louter furunkels aan hun li chaam waren. Heb ik geen gelijk, madame?» zei Frank, wat al te uitvoerig. Helen's blik op zijn nek was als brandnetels «De zaak ligt wel heel anders,» zei madame. «Oorspronkelijk was de extraterritorialiteit geen voor recht, doch een vernedering voor de vreemdelingen. De Chinezen waren te trots om de barbaren in hun steden te laten wonen. De vreemdelingen moesten zich bui tenaf vestigen op afgebakende ter reinen, moerassige, akelige plaat sen en de Chinese ambtenaren wil den niets met hun rechtskwesties te maken hebben. Zo is Shanghai ontstaan. Nu hindert het hen na tuurlijk en hun klachten zijn ten hemel schreiend.» «Hoe interessant,» zei Ruth en keek naar de dame, die achter Franks stoel was blijven staan. «Ik was altijd van mening dat» zei Frank en hield op. Helen's parfum trof hem als een slag. «Dag Frank,» zei Helen. «Dag madame Tissaud.» Ze droeg een korte, witte japon en hield haar hoed in de hand. Haar haar was losgegaan, alsof ze èr met haar handen in rondge- woeld had, of door een storm ge lopen. Frank vervloekte zijn hart, dat zo luid klopte, dat Ruth het wel horen moest. «Goede dag,» zei Frank. Mada me Tissaud genoot van de situatie en nam met vreugde de taak op zich, de vrouwen aan elkaar voor te stellen. «Mrs Russell, mag ik U mademoiselle Ruth voorstellen, de verloofde van onze vriend Zater dag is 't trouwen, de huwelijksreis wordt per house-boat gemaaktIk kan er niets aan doen, ik vind trouwen iets enigs Wilt U niet bij ons komen zitten, mrs Russell «Een ogenblikje maar» zei He ien. ..ik moet naar mijn gezelschap "Ug ,S" «'"asdolo-Smilh ,u oon tyran, hij wil ons naar de een of andere vreselijke cocktail-party slepen. Die Engelse kolonie hier heeft iets kanibaals, vindt U ook niet En daarbij ging Helen naast Ruth zitten en bekeek haar vehe ment beminnelijk. «Ik ben zo blij, kennis met U te maken,» zei ze. «Frank heeft ons veel over U ver teld.» «Mrs Russell en monsieur Frank zijn grote vrienden,» viel madame in. Frank bracht met een hand, die hij slechts met grote moeite belet te te beven, zijn lege glas naar de mond. Ruth zag het niet, maar He len zag het wel. «Frank was zo beleefd een paar maal als gids voor mijn man te dienen,» zei ze tegen Ruth, «'t Is waar. Bertie is gecharmeerd van Frank, merkwaardig, want anders kan hij geen Amerikanen zien.» «Mr Russell is de broer van Lord Inglewood», zei madame ver- «nog een whisky. Wat mag ik U aanbieden?» vroeg hij aan Helen. «Een badkuip vol ijs» zei ze heftig. Ruth lachte beleefd. «Wat hebt U een verrukkelijk par fum, mrs. Russell,» zei ze onbe holpen. «Vindt U vroeg Helen onver schillig. «Het wordt in Parijs voor me gemaakt. Daar is een chemi cus, die het persoonlijke parfum uitgevonden heeft. Hij noemt het parfum met monogram. Eerst kijkt hij U aan, dan komt hij verschei dene keren bij U babbelen, tot hij Uw persoonlijkheid begrijpt en dan mixt hij een parfum. Snobistisch niet?» «Wat er niet allemaal bestaat!» zei Ruth. Helen keek Frank aan, hoewel ze met Ruth sprak. «Als U 't lekker vindt, wil ik U er graag wat van geven. Ik geloof overigens, dat wij zeer verschil lend zijn. Maar contrasten hebben ook hun bekoring, niet waar Frank?» «Mannen begrijpen niets van zulke subtiele dingen,» zei Mada me Tissaud betekenisvol. Frank beefde bij de gedachte dat Helen's parfum zich tussen hem en Ruth zou plaatsen, als een onzichtbaar spook. Als antwoord op zijn gedachten- gang zei Helen «Hoe komt het dat er niets treu- "rigers is, dan een parfum of een oude grammofoonplaat, die ie mand aan de een of andere situa tie of aan een mens herinnert Ruth vroeg beleefd «Woont U altijd in Shanghai, of bent U hier gelogeerd, mrs Russell?» «Wij zijn passanten», zei Helen. «vagebonden en zigeuners.» Ruth had met verbazing en be wondering geluisterd. Ik zou m'n pink willen geven, als ik zulke in teressante dingen zeggen kon, dacht ze bescheiden. «We zullen een stille bruiloft hebben,» zei ze. «Mrs Scott heeft haar tuin beschikbaar gesteld, voor t trouwen, 't dejeuner en alles, er komen alleen een paar vrienden. Als U zaterdag nog hier bent - en U vindt het niet vervelend - wilt U ons dan ook het genoegen doen?» «Dank U. Het is héél vriendelijk van U,» antwoordde Helen, met een ironie, die haar zelf pijn deed. Frank haalde zijn zakdoek te voor naast een oceaan, als een bloem bed naast een oerwoud. «Daar is Mr Murata» zei Ruth. In de goedheid van haar hart en uit een instinct dat ze niet kon on derdrukken, hoewel ze - te laat - bedacht dat Frank de Japanner niet mocht, wuifde ze naar de klei ne witte figuur. Murata stond bij de deur die van het trappenhuis naar de^ dak tuin leidde en keek radeloos door zijn dikke brilleglazen. «Alles bezet», zei een voorbij flitsende kelner. Murata glimlachte zijn beste Japanse glimlachje. Juist op dit ogenblik wuifde Ruth en hij ging dankbaar naar haar toe. Een andere kelner rende voorbij en spatte wat aardbeien-ijs op zijn witte pak, zonder excuus te ma ken." Murata zag er meelijwekkend klein en verlegen uit, zoals hij daar met zijn korte sabelbenen naar het tafeltje toekwam. En hoewel het Ruth speet dat ze hem gewenkt had, was ze nu eenmaal met een onuitroeibare neiging voor ails wat zwak, ziek en hulpeloos was. op de wereld gekomen. «Dat is mis ter Murata,» zei ze, toen hij bij de tafel gekomen was. «Hallo mis ter Murata.» «Hallo miss Anderson, hallo mis ter Taylor.» zei Murata. «Ik hoop dat ik niet stoor,» zei hij, een stoel bijtrekkend. Niemand had hem gevraagd te gaan zitten. Ruth keek smekend naar Frank en ver ward naar mrs Russell. Ze had te laat bedacht, dat Engelsen nu een maal een ontzettende rassentrots hebben. «Mister Murata keek hen allen een voor een aan. Hij glimlachte met veel witte tanden en zijn ogen waren onzichtbaar achter de dik- geslepen brilleglazen, «Hallo Jelena», zei hij. Helen Russell bekeek hem koud en uitvorsend. Hij legde een zwar- te actentas voor zich op tafel. «Hoe kent U mij vroeg ze aan de Japanner. «Uit Parijs», zei mister Murata. Heriner je je Yoshio niet, Jelena?» «Het is heel moeilijk voor Euro peanen, Japanse gezichten te on derscheiden, »zei Helen, het klonk beledigend. «Waarschijnlijk even moeilijk als omgekeerd. Ik geloof dat U zich vergist. Mr Murata «Er zijn gezichten, die men nooit vergeet, Jelena,» zei Murata dee moedig. «Ik ben Yoshio. We heb- klarend, Ruth maakte een buiginkje moeder, dat is altijd een hele naar Helen, het maakte grote in- re™ome.» zei Helen. «Maar hij schijn, wreef eerst zijn handen af samen Rimbaud gelezen Le dormeur du val. Herinner je je nog Mijn God - Parijs - Rimbaud: «Les parfums ne font pas frisson- ner sa narine il dort dans le so- 'ei'. ,a main sur sa poitrine tran- quille Dat kun je niet vergeten zijn, Jelena, al is misschien ook en veegde toen over zijn voor hoofd. «Waar is mr Russell?» vroeg madame afleidend. «Hij schrijft een brief aan zijn op haar, dat Frank zulke "10et ,oc,> 9auw verschijnen. Op mijn onbeduidende persoon uil ie ime kennissen hari het moment Ha» ri» iJ voorname kennissen had. «Hoe was de overtocht? Helen. prettig,» ant- «Dank U, heel woordde Ruth. «Hoe vindt U Shanghai?» con verseerde Helen voort. "Ik heb nog niet veel gezien» zei Ruth. "Wat jammer» zei Helen schor. Nu keek ze Frank recht in zijn ge zicht, waarbij haar pupillen zo groot werden, dat haar ogen ge heel verdonkerden "Zaterdag dus» zei ze. Het klonk alsof ze met hem alleen was. Daar Frank niet antwoordde, trad een pauze in. «Kelner» riep Frank het moment dat de bar opengaat krijgt hij een telepatische schok.» «Hij boemelt graag met die klei ne pianist, nietwaar?» vroeg ma dame Helen keek haar met opge trokken wenkbrauwen aan, alsof ze vragen wilde weet je dat nu óók al Frank zocht onder de ta fel naar Ruth's hand, om zich een steun te geven, maar vond haar niet. Hij tastte naar haar omdat hij medelijden met haar had omdat ze zo klein en argeloos was en er bij zat als een kind dat graag mee zou willen spelen, maar de spelregels niet kent. Ruth naast Helen, dat was als een glas water herinnering weg.» Hij vouwde de handen over zijn zwarte tas. Allen keken hem ver wonderd aan. In de plotselinge stilte klonk opeens weer muziek van het salonkwartet, dat de grote wals uit de «Lustige Witwe» speel de en van de straat beneden, acht- tien verdiepingen verwijderd, maar schril en luid. was het geschreeuw te horen, waarmee de Chinese kin deren de Engelse avondbladen aan prezen. Nadiuk verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1974 | | pagina 12