SHANGHAI
HOTEL
12
VI CKI B AU M
ROMAN VAN NEGEN
MENSEN
DEEL II
DE STAD
•64
Dokter Hain spitste de oren
toen er sprake was van Kurt. «U
bedoelt Kurt Panke vroeg hij
verontrust.
«Ik ben in te veel bars geweest,
voor mij heten ze allemaal Jack,
dat maakt het leven eenvoudiger,»
zei Helen. «Het is die knappe jon
gen die zo goed tango speelt. Is
't een Duitser Ik heb 'm voor
iets exotisch versleten.»
Dokter Hain liet het licht in zijn
glas wodka spelen. Hij hoorde niet
wat Helen zei, maar dacht zijn
eigen gedachten. Het is waar,
dacht hij, ik heb Kurt veronacht
zaamd. Ik moet met hem praten.
Ook Helen hief haar glas op en
keek naar de regenboogkleuren in
het heldere vocht. Ze glimlachte
afgetrokken.
«Daarom drink ik zo graag wod
ka» zei ze onsamenhangend.
«Wat blieft U?» vroeg dokter
Hain, die niet geluisterd had.
«Niets. Een herinnering uit mijn
kinderjaren,» zei Helen en dronk
haar glas leeg.
«Ik moet afscheid nemen,» zei
dokter Hain opstaand. .Ik moet di
rect met Kurt spreken' dacht hij.
.Hij mag niet weer met opium be
ginnen.' «Ik zal direct met de pi
anist spreken, ik ken hem goed,»
zei hij tegen Helen. «Ik zal hem
verbieden, Uw man opium te ver
schaffen, of wat het ook mag zijn»
voegde hij er haastig bij. Helen
bracht hem beminnelijk tot de
deur.
«En zijn hart vroeg ze op 't
laatste mojnent. «Hadt U me wil
len zeggen, dat het gevaarlijk zou
kunnen worden Ik bedoelis het
mogelijk dat er plotseling iets ge
beurt
«Mrs Russell», zei dokter Hain
onaagenaam getroffen door de di
recte vraag, zoals elke dokter.
«Mrs. Russell, daarop kan ik U
geen antwoord geven.»
Toen ze weer alleen was, stond
Helen een ogenblik nadenkend
voor de schoorsteenmantel en
staarde de miserabele, kleine, ver
guld-houten Boeddha aan, wiens
rond gezicht onverschillig op haar
neerkeek.
«Ik denk er niet aan» zei ze
luid en liep naar het raam.
Toen dokter Hain de luxe-ka
mers der Russell's verliet, ging hij
eerst regelrecht naar de kamer van
Kurt, voorzover het vertrekje, hem
door het hotel toegewezen, de
naam van kamer verdiende.
Daar Kurt niets bezat, ook geen
geheimen, vond dokter Hain de
deur open. Er was overigens niet
eens een slot op Maar het ver-
trek was.-leeg..
«Where master go vroeg de
dokter aan de boy, die kwam aan
lopen.
«Master go topside,» was 't
antwoord, met een dunne vinger
in de lucht om de bewering kracht
bij te zetten. Dokter Hain, die het
geheim van de noodtrap niet ken
de, wandelde de lange weg naar
de lift terug, lifte naar beneden,
stapte voor de portiersloge uit
wierp een heimelijke blik op zijn
lege postvak, liep de koepelhall
door naar de tweede lift en reisde
zo eindelijk naar de bar.
Op 't portaal hoorde hij al mu
ziek, verwonderd luisterde hij toen
hij de tweede satz van Beetho
ven's C-mollsonate herkende. Op
de tenen trad hij binnen.
De bar was leeg, het was nog
te vroeg voor gasten, en leek door
deze leegte overmatig groot. De
ramen waren met zware gordijnen
bedekt en lieten geen licht uit of
in, het was of er daarbinnen een
blinde zat te spelen, in 't donker.
Daar de dokter muziek nooit stoor
de, tastte hij naar een van de ban
ken langs de muur en ging zitten
om geduldig te luisteren tot de
satz uit was. Verweg klonken auto
claxons, remmen en het onbestem
de gebruis van de stad Shanghai.
Boven in de lege bar was Beet
hoven's C-moll nonate.
Kurt hield de laatste toon met
het pedaal vast tot hij weggestor
ven was, toen hoorde dokter Hain
tot zijn verwondering iemand ap
plaudisseren. Direct daarop knipte
Kurt de pianolamp aan, die een
helder licht over de toetsen en de
naaste omgeving wierp. Nu pas
zag hij dat er een meisje naast
Kurt op de pianobank zat Nog
voor hij verlegen kon worden, om
dat hij hen gestoord had zei Kurt
«Dat is Ruth, dokter, een van die
arme Chinese weeskinderen, die
door 't namaken van Venetiaanse
kant hun bestaantje verdienen.»
Ruth lachte maar wat en zei ver
legen «Hij z.egt de gekste din
gen. nietwaar
«Professor Hain is specialist in
't overplanten van klieren;» ging
Kurt voort. «Het is hem kort gele
den gelukt uit een baviaan een
luitenant van de Engelse garde te
maken. Klieren, niets dan klieren!»
«Houdt U van muziek?» vroeg
dokter Hain, omdat hij niets be
ters wist.
«Ik ben gek yan muziek,» ant
woordde Ruth enthousiast. «Ik zou
hier de hele avond kunnen zitten
luisteren.
«Ze denkt dat Stravinsky een
soort pudding is en gelooft dat
Beethoven, dirigent van de Metro
politan Opera in New York is» zei
Kurt in 't Duits. Ruth keek oplet
tend naar zijn mond, alsof ze op
die manier de vreemde taal zou
kunnen verstaan. «Miss Anderson
bewijst me te veel eer,» voegde
Kurt er plotseling vormelijk in 't
Engels bij. «Zij is die jonge dame
die zaterdag met Frank Taylor
gaat trouwen, en op wie we ons
allemaal verheugd hebben.» Daar
op boog dokter Hain meermalen
en drukte Ruth's hand.
«Ik zou op de daktuin op Frank
wachten,» zei ze. «Maar er is
geen daktuin. Toen hoorde ik Kurt
pianospelen en ben hier binnenge
slopen. Het zal al wel laat zijn.»
De dokter liep naar de deur die
van de bar naar het dak leidde.
«Geen daktuin vroeg hij ver
bluft toen hij het grote lege opper
vlak zag, waarvan tafels, parasols
en bloemversieringen weggehaald
waren
«Angst voor vliegeraanvallen,»
zei Kurt achter zijn piano. «Voorlo
pig geen daktuin.»
«Dan is de bar ook geen veilig
verblijf,» zei dokter Hain en trad
snel achteruit, zoals men voor een
bliksemstraal achteruit gaat.
«O, de bar I Dat is heel iets
anders, niet waar Ruth zei Kurt
glimlachend tegen het meisje
«Ik ben niet bang,» zei Ruth.
«Neen, wij zijn niet bang», her
haald Kurt. «We kruipen onder de
vleugel als het begint, die is bom
vrij.» Hij spreidde de vingers uit
en begon de laatste satz van de
sonate te spelen. Ruth luisterde
met open mond.
Dokter Hain nam zijn plaats
tegen de muur weer in en gaf zich
aan de muziek over.
«Daar is Frank» zei Ruth, lang
voor Frank er werkelijk was. Toen
Kurt Planke haar zag veranderen
in een stralend, transparant wezen
terwijl ze Frank een hand gaf, trok
zijn gezicht samen, alsof hij op
een peperkorrel gebeten had. Hij
stak de handen in de zakken en
ging naar de bar terug.
«'t Spijt met dat 't zo laat is
geworden, dwerg», zei Frank, «'t
Wordt nu ernst met de vrijwillige
garde. Ze hebben ons éen beetje
geïnstrueerd, dat heeft zo lang ge
duurd. Dit is Morris,» zei hij, op
de jongeman wijzend, die met hem
meegekomen was.
«Morris zal onze tweede getui
ge zijn. 'n Aardige jongen. Je
zou 't niet geloven, als je 'm zo
ziet.»
Morris zowel als Frank zagen
er moe uit en hun witte pakken
waren slordig. Morri's haar was te
rood en zijn ogen waren te blauw,
er kleefde een sigaret aan zijn on
derlip, die daar bleef, terwijl hij
lachte, dronk of sprak.
Ruth shcudde zijn grote hand.
«Frank heeft me veel van U
verteld,» zei ze. Morris trok een
gezicht.
«Tijd, dat die jongen aan de
ketting gelegd wordt,» zei hij.
.Waarom zeggen alle mensen 't
zelfde tegen me?, dacht Ruth
even.
«Moi*ris is een permuskiet. Hij
kent het Oosten als zijn zak. Hij
zegt dat we over een paar dagen
wat zullen beleven,» zei Frank.
De bar was niet helemaal leeg
meer, maar ook niet vol. De wei
nigen. die gekomen waren, maak
ten meer leven dan anders, alsof
ze iets moesten overstemmen dat
als een fijn geruis in de lucht
zweefde. Dokter Hain wachtte.
Kurt had hem vergeten. «Nog
een gin,» zei hij luid. Eugène de
ober, fluisterde hem in 't oor dat
het tijd was om zich te verkleden.
«We moeten stemming maken,»
eiste hij fluisterend en Kurt begon
te lachen.
«Stemming is mooi I» zei hij.
«'t Is hier een stemming als in een
massagraf 'n Beetje kalk erover
en klaar.» Hij sloeg zij gin om
en schoof dadelijk zijn glas weer
bij.
«Je moet niet zoveel drinken,
Kurt,» zei Ruth bezorgd.
«Waarom niet Waarom ik juist
niet, schone jonkvrouw?» vroeg hij
geprikkeld Plotseling werd hij ern
stig zette zijn glas neer en keek
Ruth aan.
«'t Is jammer van me,» zei hij
zachter. «Geef toe, Ruth, dat het
jammer van me isHij strekte
parodiërend zijn arm uit: «Heil!»
riep hij «Heil Als ik geen Joden
en geen intellectuelen had leren
kennen, dan was nu alles met mij
in orde. Dan was ik thuisgebleven
en chauffeur geworden, net als
m'n vader, of bankwerker als m'n
oom ik zou een bruin hemd dra
gen en heil schreeuwen en tevre
den zijn. Ik ben Ariër, begrijp je
Ruth, een reine Ariër. Voor ons
Ariërs is 't niet goed, intellectu
eel te zijn, dat houden we niet uit.
De Oostzee, daar heb ik vaak
heimwee naar...» Hij ontmoette
Ruth's bezorgde blik. «Och wat»
zei hij onverschillig, «voor jou is
dat allemaal Stravinsky. Goeie
avond, heren.»
Dokter Haïn's grauw gezicht
was bleek geworden. «Waarom
kom je niet bij onze kamermuziek,
jongen vroeg hij, alsof dat ge
holpen zou hebben. «We spelen
elke woensdagavond» Kurt luister
de niet eens en zag hem helemaal
niet. De dokter stond daar nog
een ogenblik onbeholpen, aarze
lend en zielig op zijn oude schoe
nen, toen keerde hij zich om en
sloop langzaam de bar uit. Bij de
deur stuitte hij op mr. Russell, die
opgepoetst en goedgekleed bin
nenkwam.
«Hoe voelt u zich nu, mr. Rus
sell vroeg de dokter. Russell
keek hem verwonderd aan en her
kende hem niet. «Dank U, dank
U, best en U vroeg hij en ging
verder. «Pernod», zei hij, zich
naast Kurt aan de bar zettend.
«Potter vertelt me, dat de bar om
sloten wordt.» zei hij, Kurt sla
perig en toch dringend aankijkend.
Kurt trok de schouders op.
«Kennen de heren elkaar? Miss
Anderson, dit is de honorable mr
Russell,» stelde hij voor.
«Hoe gaat het, Frank vroeg
Bertie.
«Dank je, hoe is 't met jou
antwoordde Frank.
«Telefoon voor mr Taylor,» zei
Eugène, naderbij komend. «Voor
mij vroeg Frank verwonderd.
Eugène wachtte naast hem. «Wie
is 't vroeg Frank. Eugène trok
de schouders op. «Zeker B.G.» zei
Frank. «Wij trouwen en hij heeft
toneelkoorts. Excuseer» zei hij te
gen Ruth. Hij dronk zijn glas leeg
en ging.
Morris was intussen dronken ge
worden. op een stille, hardnekkige
manier. «Veel geluk», herhaalde
hij bij ieder nieuw glas tegen
Ruth. «Tijd dat de jongen aan de
ketting wordt gelegd. Nou, veel
geluk.»
«Muziek,» zei Eugène tegen
Kurt. Kurt, deed alsof hij niet ge
hoord had. «Muziek», zei Eugène
scherper.
«Waarom toch vroeg Bertie
Russell. «D'r is immers geen kip
in die bar. Veel verstandiger dat
jullie sluiten. Vervelende gelegen
heid. En nog gevaarlijk ook.» Hij
hield Kurt's arm vast, toen hij op
stond. Kurt schudde hem af, zodat
de barstoel achter hem omviel.
Nadruk werbodan