SHANGHAI
HOTEL
VI C K I BAUM
ROMAN VAN NEGEN
MENSEN
«Maar hoe - hoe is dat moge
lijk vroeg Frank. De hele kamer
lag tussen hen in, een afgrond,
waarover een zeegroen tapijt ge
spannen was. De Boeddha op de
schoorsteenmantel was alles on
verschillig.
«Het moet gebeurd zijn, toen jij
hem neergeslagen hebt. Misschien
een schedelbreuk of zoiets» fluis
terde Helen van de overzijde.
«Onzin.» zei Frank. Hij nam een
aanloop en ging met stijfgetrok-
ken schouders naar de andere ka
mer. Na een poosje kwam hij te
rug en begon zwijgend de kamer
op en neer te lopen. Helen volgde
hem onophoudelijk met haar blik
ken.
«Een mooie zwijneboel, waar
we ingeraakt zijn, zei hij tenslot
te. «Hij heeft zich doodgezopen,
of doodgerookt, of dood weet
ik veel. Ik wil er niets mee te doen
hebben.»
«Neen.» zei Helen, bijna glim
lachend over zoveel mannelijk on
verstand. «Natuurlijk niet.»
«Wat moeten we nu beginnen?»
vroeg Frank. «Kun jij me zeggen,
wat we nu moeten beginnen
DEEL II
DE STAD
73.—
«Elkaar trouw blijven,» zei He
len. Ze bekeek zichzelf 'en liep
vlug de kamer door. «Excuseer, ik
moet me verkleden,» mompelde
ze bij de deur.
Elkaar trouw blijven, dacht
Frank. Het was erger dan een
aardbeving, een dijkbreuk, een ex
plosie. De wereld verging I Zijn
hoofd was totaal leeg. Dat blauwe
gezicht op dat witte kussen.
Helen kwam terug en had een
frisse, witte japon aan. Frank zag
met een soort grimmig genoegen,
dat het dezelfde japon was. waar
in hij Helen voor "t eerst gezien
had, bij de Lunghua Pagode. Zo
onbevlekt en keurig gestreken was
ze toen te voorschijn gekomen uit
het kluwen van lepralijders en be
delaars. Even keurig en onberis
pelijk was ze nu, terwijl ze net
deed of hij haar man doodgesla
gen had. Hij keek op zijn arm
bandhorloge met een van die zin
neloze, nerveuze bewegingen, die
mensen hebben, wanneer ze wan
hopig zijn. Negen uur. Het was
tien minuten voor acht geweest
toen hij in 't hotel gekomen was.
De tijd was iets relatiefs gewor
den, zoals in dromen. Helen nam
de telefoon op.
«Ik zou dokter Hain graag spre
ken,» zei ze. Het viel Frank op
dat ze met een licht buitenlands
accent sprak, voor zijn ogen en
oren was ze een andere vrouw ge
worden
Helen wist niet, dat ze te uit
geput was, om de discipline vast
te houden, waarin ze haar leugen-
bestaan doorbracht. Haar lippen
trilden en het Russische accent
brak door. Ook had ze de controle
over haar gezichtsuitdrukking ver
loren, het had een wilde uitdruk
king van triomf, die slecht paste
bij de gelegenheid. Ook was het
merkwaardig, dat er een gestalte
van de vermoorde man was. Het
was veeleer de figuur van haar
broer Grischa, de bedelaar, die
ze voor de Pioenclub had aange
troffen.
«Dokter» zei Helen door de te
lefoon. «Kunt U direct komen
Mijn man heeft een vreselijke aan
val - ik ben bang dat hem iets
overkomt.»
Frank luisterde verwonderd. Hij
is toch al dood, dacht hij. Hij zou
graag weggegaan zijn. Ruth -
dacht hij verlangend. Maar hij
bleef als verlamd bij het raam
staan er werd geen woord meer
tussen hen gewisseld, tot de dok
ter kwam. Alleen zei Helen op 't
laatste ogenblik «Laat mij alles
doen - zeg niets - ik zal er ons
uitredden.» Toen werd er geklopt
en de oude Duitse dokter trad bin
nen, met zijn bril en zijn tas.
Dokter Hain was een beetje af
gemat, toen hij de suite der Rus-
sells betrad, want de nacht met
de zieke Chinese bankier, de weer
spannigheid van zijn patiént, de
onderhandelingen met de Chinese
collega's en bloedverwanten, het
steeds aangroeiend getal familie
leden, bedienden en concubines,
had hem zeer vermoeid. Tegelij
kertijd evenwel was hij helderder
en meer zichzelf dan hij sedert
lang gweest was, want dit was
een echt «geval» en het was niet
uitgesloten, dat het nog, tot opere
ren zou komen. Het was als de
trompetstoot, waarbij het oude
oorlogspaard de oren spitst en
mrs Russell's dringende oproep
gaf hem een prettig gevoel van be
langrijkheid en veelomvattende be
zigheden.
«Waar is onze patiënt?» vroeg
hij met plichtmatige monterheid
en volgde mrs Russell naar de
slaapkamer.
«Weer een of ander exces?»
vroeg hij, zijn tas neerzettend.
«Wilt U zo goed zijn, het daglicht
binnen te laten?» Toen werd het
duidelijk, dat Bertrand Russell niet
aan een «aanval» leed, zoals zijn
vrouw gezegd had, maar dat hij
dood was.
«Hartverlamming?» vroeg zijn
vrouw. Dokter Hain gaf geen ant
woord. doch onderzocht de ogen,
waarvan hij de leden optrok en de
toestand van de huid. Hij maakte
de krampachtige vingers van de
dode van de sofa los en bekeek
ze nauwkeurig.
«Excuseert U» mompelde Helen,
die het had willen uithouden, maar
die een duizeling en een aanval
van flauwte voelde naderen, toen
dit onderzoek aan de gang was.
Ze vluchtte in de andere kamer bij
Frank, die verstrooid en koel zijn
arm om haar schouder legde. Dok
ter Hain kwam na enige tijd in de
zitkamer terug, begroette vluchtig
Frank Taylor, die hij in zijn bin
nenkomen niet opgemerkt had en
ging voor de haard zitten, terwijl
hij zijn vingers dakvormig tegen
elkaar legde. «Het spijt me zeer,
mevrouw, het is een erge schrik
voor U.»
«Ik ben U heel dankbaar, dok
ter. dat U mij gewaarschuwd hebt.
Dat heeft de schrik wat vermin
derd,» zei Helen. Frank stond ach
ter haar stoel en hield zich aan de
leuning vast.
«Er zijn alleen nog een paar
formaliteiten,» zei de dokter. «Ik
zou graag van U weten, hoe alles
in zijn werk is gegaan, vóór ik de
doodsacte opstel. Neemt U me
niet kwalijk, maar dat moet gebeu
ren.»
«Ben ik daarbij nodig vroeg
Frank, in een aanval van absolute
lafheid. Wegrennen, niets meer ho
ren, niets meer zien. Naar Ruth
verlangde hij. zoals een slapeloze
naar slaap verlangt.
«Ja, je moet hier blijven, Frank,
je kunt me nu niet alleen laten,»
zei Helen, met haar nieuwe, harde
accent.
Frank boog.
«Mag ik ondertussen telefone
ren vroeg hij. Hij belde Ruth's
kamer op. «Pips», zei hij (dit was
een ander liefkozingsnaampje voor
Ruth) «Goede morgen. Pips.
slecht nieuws Weet je dat er ge
schoten wordt Heb je de ramen
niet horen dreunen Luister 's
dwerg, er bestaat kans dat we de
bruiloft moeten uitstellen. Morris
heeft getelefoneerd, hij zegt, dat
het onmogelijk is door de stad te
komen .Waar ik ben In de zaak.
Ik maak m'n testament. Blijf alsje
blieft in je kamer, dwerg, steek
zelfs je neus niet uit het raam,
anders wordt die ook nog afge
schoten en hij is toch al veel te
kort. Ik kom 'zodra ik klaar ben.
Wacht op me.»
Uitgeput door zoveel vrolijk-
heidsvertoon, legde hij de hoorn
neer en nam zijn post achter He
len's stoel weer in. Helen had in
tussen de dokter inlichtingen gege
ven, die in vele opzichten waar
heid bevatten en slechts hier en
daar ervan afweken. Frank was
ontzet over de zekerheid waarmee
ze dit deed. En hij was deze mor
gen bij haar gekomen om haar te
helpen. Hij had tranen verwacht,
hulpeloosheid. Idioot, gek, sir Ga
lahad
Helen vertelde dat Bertie sedert
twee nachten niet thuis was ge
weest en dat ze in haar bezorgd
heid Frank Taylor gevraagd had,
bij haar te komen dat Bertie toen
verschenen was in een van die toe
standen, die zij gewoon was, «aan
vallen» te noemen en die zich in
razernij, vervolgingswaanzin-idee-
en, soms in tranen, meestal in
ruwheden uitten.
Het was haar met Frank Tay
lor's hulp gelukt, haar man op de
sofa te leggen en wat te kalme
ren. Toen echter was hij begonnen
te steunen, had naar adem ge
snakt, zich opgericht, zich aan
haar vastgeklamptalles bij el
kaar had hij het beeld van een in
doodstrijd verkerende vertoond.
Ze was ontzet naar de telefoon ge
vlogen en had de dokter opgebeld.
Toen ze bij hem terug kwam had
hij stil gelegen, maar ze had geen
idee gehad dat dit het eind was.
Ze was radeloos, wist niet wat te
doen, kende de formaliteiten niet,
wist niets, niets...
Dokter Hain luisterde nauwkeu
rig en knikte nu en dan bevesti
gend. Toen Helen klaar was zei hij
bedachtzaam «Dat alles verklaart
mij niet, wat er werkelijk gebeurd
is. Er klopt iets niet. Er zal lijk
schouwing verricht moeten wor
den, mrs Russel, het spijt me,
maar de doodsoorzaak moet vast
gesteld worden
«Is 't dan geen beroerte?»
vroeg Helen. «Wat kan zo'n plot
selinge dood voor andere oorzaak
hebben?»
Dokter Hain bekeek zijn hand
palmen eh zei «Beroerte is alleen
de populaire naam voor een pro
ces, dat vele oorzaken kan heb
ben. Verdrinken bijvoorbeeld, stik
ken, bepaalde vergiftigingen. Ik
kan niet verbergen, dat Uw man
niet de indruk maakt van iemand,
die rustig gestorven is. Hij moet
ook al veel langer dood zijn dan
U zeide, minstens twintig minuten.
Ik moet dokter Bradley opbellen
«Wie is dokter Bradley?» vroeg
Helen zwak.
«Dokter Bradley zal de schou
wing verrichten, hij is op dat ge
bied bevoegd,» zei dokter Hain.
«Ik raad U aan intussen het Brit
se consulaat ervan op de hoogte
te brengen, er zullen allerlei for-
malieteiten nodig zijn. Het spijt
me. mrs Russell, maar er moet
zekerheid verkregen worden over
wat er met Uw man gebeurd is,
voor hij stierf.»
«Dat zal ik U zeggen, dokter.
Hij heeft geboemeld met een land
genoot van U. die jonge pianist
uit de bar Opium, denk ik. Het
zou onaangenaam zijn als die jon
gen in een opiumschandaal gewik
keld werd. nietwaar zei Helen
tastend. Aan de uitdrukking van
dokter Hain's gezicht merkte ze,
dat ze doel getroffen had. Ze over
woog nauwkeurig, voor ze verder
sprak.
«Het spijt me, wanneer ik on
nauwkeurig ben geweest omtrent
het moment van Bertie's dood Ik
was zó geschrokken, toen ik hem
in die krampen vond,» voegde ze
erbij. «Men verliest in zulke ogen
blikken het besef van de tijd, vindt
U ook niet. dokter. Misschien was
hij al gestorven, toen ik het nog
niet eens wist.»
Dokter Hain schudde nadenkend
het hoofd. Er is iets niet in de
haak, dacht hij. Hij had geen dui
delijke aanwijzing, alleen een vaag
gevoel, hoogst onwetenschappelijk.
Na de slapeloze nacht waren zijn
zenuwen gespannen en die ontvin
gen iets als een waarschuwing, uit
gaande van de krampachtig ver-
starde houding van het afkoelende
lichaam in het nevenvertrek.
«Ik moet in ieder geval dokter
Bradley opbellen - en het consu
laat,» zei hij koppig. «Dat is voor
schrift.»
«Hoort U eens, dokter,» zei He
len snel, «mijn man is dood en het
maakt hem niet levend, wanneer er
ontdekt wordt, met welk soort van
exces hij zich vermoord heeft.
Sterven is toch tenslotte een per
soonlijke kwestie. nietwaar
Waarom stof laten opwaaien,
waarom meer mensen erbij halen
Het helpt de arme Bertie niets
meer - en het schaadt anderen
misschien. Zijn hart was zwak en
hij heeft het vergiftigd, dat weten
we.» Ze trachtte te glimlachen,
toen ze iets langzamer voortging
«Het is misschien kinderachtig van
me, maar die - die lijkschouwing
maakt het zo akelig voor me. Ik
wil niet dat mijn arme Bertie open
gesneden wordt, dat maakt zijn
dood zo huiveringwekkend I Och
toe, dokter, helpt U me om dat te
vermijden.»
Vervolgt
Nadruk verboden