SHANGHAI
HOTEL
12
V I C K I BAUM
ROMAN VAN NEGEN
MENSEN
Velen waren dood, en dat was
maar goed. Anderen lagen daar
opengescheurd, evenals het huis,
welks muren op hen neergestort
waren. Ledematen, fragmenten,
delen van datgene, wat tien minu
ten van tevoren mensen geweest
waren, kwamen te voorschijn toen
de mannen stukken muur optilden
en wat daaronder lag, te voor
schijn haalden.
Ruth pakten een vrouwenhand,
die met een hulpzoekend gebaar
uit de verwoesting kwam steken.
Een bloedende, opengereten stuk
schouder volgde. De vrouw, van
wie de hand was, lag een eind
verder, of was in stukken ge
scheurd. Ruth hield zich flink,
want ze had bij operaties en ont
ledingen geleerd, zichzelf te be
dwingen. Ze veegde langs haar
schouder het zweet van haar voor
hoofd en zocht naar lichamen in
het puin. Blanken en Chinezen la
gen door elkaar, verenigd in één
gruwzame dood. «Alle mensen zijn
broeders zei iemand naast Ruth,
het klonk alsof een geest het ge
sproken had, het was een oude
Chinees met een onbeweeglijk ge-
DEEL II
DE STAD
•S3'
zicht. Hij tilde een blank kind op
en droeg het een huis binnen, een
hotel, met draaideuren waar geen
glas meer inzat.
Vlak bij het uiteengerukte trot
toir vond Ruth een vrouw, die on
gedeerd scheen te zijn, maar die
zich wrong in krampen, een Chine
se uit de mindere stand, in een
zwarte broek en witlinnen jak.
Toen Ruth zich over haar heen-
boog, om te helpen, begreep ze,
wat eraan schelde. De vrouw was
hoog zwanger en de schrik had de
geboorte veroorzaakt. Ze mompel
den. terwij! haar haren nat waren
de onophoudelijk Chinese woor-
van het zweet der weeën.
Ruth dacht een seconde na,
toen tilde ze met haar hele kracht
de vrouw op en droeg haar naar
een stiller zijstraatje. De vrouw
hield dadelijk op met haar gemur
mel en iets als een glimlach ont
blootte haar grote tanden. Toen
Ruth haar op de grond legde en
haar broek losmaakte en uittrok,
begon ze weer te kreunen.
Het leek Rutk een wonder, dat
tussen al dit sterven en in deze
verwoesting een kind geboren zou
worden. Ze had vaak bij geboor
ten geholpen, maar nog nooit zelf
standig een kind gehaald. De af
wezigheid van alles wat naar hy
giëne zweemde bezwaarde haar
ordelijk verpleegsterhart.
Maar tegelijk voelde ze een wili
de vreugde, dat ze hier helpen
kon. De vrouw lag op de stenen
met ontbloot onderlijf nu, ze trok
de knieën op en haar schoot welf
de zich.
Nog steeds renden mensen
voorbij, maar het gegil was minder
geworden. Niemand had tijd, bij
de barende te blijven staan, over
wie Ruth gebogen stond. Reeds
was het donkere natte kinderkop
je te zien. Ruth greep het met
beide handen en trok het uit het
moederlijf.
Het was een goudkleurig klein
jongetje. Ze gaf het een klap op
de billetjes, het begon te schreeu
wen met een opengesperd, rose
mondje. Het zat nog vast aan de
navelstreng en lag tussen de dij
benen van de moeder.
De Chinese hief het hoofd op
en trachtte naar het kind te kij
ken. Ruth begreep haar en beurde
het kleine, ineengedrukte bundei-
tje vlees hoger, zodat de moeder
het zien kon hoofd en lichaam,
armpjes, beentjes, handjes en
voetjes met mooie nageltjes.
Een kind, met een stem en een
geslacht. Ruth zat naast de vrouw
op de stenen, één ogenblik was
ze radeloos. Toen rukte ze haar
zalmkleurige onderjurk van de
schouderbandjes afde zij kraak
te en scheurde. Ze trok de onder
jurk uit, maakte er een nest van
en schoof dat onder het kleine
Chinese kindje. Ze dacht weer een
ogenblik na, greep de afgetrokken
schouderbandjes, knoopte ze aan
een en bond de navelstreng af.
God weet uit welke oerdiepten
deze kleine Amerikaanse de we
tenschap ontving, wat haar te
doen stond. Ze ging over het li
chaam der moeder liggen en beet
de navelstreng door. Een paar
droppels bloed kwamen te voor
schijn en stolden spoedig. Nu
voelde Ruth haar hart bonzen, zo
als het nog nooit gebonsd had.
Weer veegde ze zich met haar
schouder het zweet af, in een pri
mitief gebaar.
Nu begon de vrouw te spreken.
«'t Is goed, 't is allemaal goed»
zei Ruth geruststellend en streek
haar het natte zwarte haar uit het
gezicht.
Ze wikkelde het kind zorgvuldig
in de kunstzijden onderjurk en leg
de het de vrouw in de armen. Na
een paar minuten begon het ge
zicht van de vrouw weer te ver
trekken in een nieuwe pijn en Ruth
nam haar vlug het kind af. Toen
hiep ze haar met de nageboorte.
Dit alles gebeurde midden op
het asfalt, maar het was niet an
ders dan de geboorten in de diepe
oerwouden zijn. Ruth'had Frank in
dit kwartier zó volledig vergeten,
alsof hij nooit bestaan had.
Het kindje begon met gesloten
ogen naar haar borst te zoeken,
pasgeboren, hongerig klein diertje.
Ruth en de moeder moesten
erom lachen. Ruth had al moeite
zich los te maken van het warme,
levende wezen. Toen kleedde ze
de moeder weer aan.
De vrouw, die langzaam-aan
weer op krachten kwam, deed een
uitroep en wees op Ruth's japon.
En nu zag ze pas, dat die vol
bloed zat. Ze schudde haar hoofd
en lachte tegen de Chinese.
Een fluitje klonk en er verscheen
een witte ambulancewagen op de
hoek der straat. Doktoren en zie
kendragers sprongen eraf. Ruth
liep er vlug heen met het kind in
haar arm.
«Ik heb hier een kraamvrouw,
die juist bevallen is,» meldde ze.
De dokter duwde haar eenvoudig
opzij, «'k Heb geen plaats,» mom
pelde hij en liep met zijn helpers
verder. Ruth keerde terug naar
haar patiente, vervuld van een
vreugde, zoals ze nog nooit in zich
gevoeld had, iets, waarvan ze niet
wist dat ze het in zich had. Ze
trachtte de Chinese te bewegen,
op te staan, ze wilde haar uit de
straat weg hebben.
Maar de vrouw sloot de ogen
en schudde het hoofd, ze scheen
zeer moe te zijn en heel tevreden
en te willen blijven waar ze was.
Ruth had een paar vreselijke
herinneringen aan tetanus en Sem-
melweis-bacillen. maar die ver
dwenen weer. Ze knielde op de
straat, schoof haar dijen als steun
onder het hoofd van de vrouw en
hield het kind dicht tegen zich
aangedrukt. Het had handjes, die
bewogen. Dit was beter dan een
millioen zieke poesen en vleugel
lamme spreeuwen en dode eend
jes, dat was zeker.
Zo vond Pearl de groep, toen
ze in de vergulde taxi door de
zijstraat reed. om de kostbare
concubine in de kelderruimte van
de bank in veiligheid te brengen.
Ze was al- lang besloten, zich
zelf niet in veiligheid te brengen,
doch direct door te rijden naar
Chapei, om in de kliniek een ver-
bandplaats te openen.
«Wat hebben we daar zei ze,
terwijl ze de wagen liet stoppen.
«Blijf zitten.» gebood ze Liu, die
met haar wou uitstappen. Meilan
legde de handen voor de ogen,
toen ze de met bloed bevlekte
Ruth zag en de vrouw, die in een
bloederige plas lag. dood of sla
pend. Ruth keek op .toen Pearl
Chang zich over haar heenboog
en zei«Verstaat U Engels Kunt
U deze vrouw en haar kind in Uw
auto meenemen. Ze is juist beval
len.»
«Maar natuurlijk.» antwoordde
Pearl en begon de Chinese weer
uit te kleden. «Ik ben dokteres.»
zei ze, toen ze Ruth's verbaasde
blik zag.
«'t Is helemaal in orde, placenta
en alles,» berichtte Ruth. «Ik ben
toevallig verpleegster. Wanneer U
de vrouw naar 't hospitaal zou
kunnen brengen - alles wat ze no
dig heeft is een tetanüs-injectie.»
«Ik zal alle maatregelen nemen»
zei Pearl. «Wacht eens» voegde
ze erbij. «U bent verpleegster
Bent U - bent U niet de verloofde
van mr. Taylor
«Kent U Frank vroeg Ruth,
die pas op dit moment weer aan
hem dacht. «Ja, waren vrienden»,
zei Pearl eenvoudig. «Kom, help
ons eens die vrouw naar de auto
dragen,» riep ze tegen Liu. Ze had
Frank niet meer gezien, sedert het
plotselinge en beledigende weglo
pen van het feestmaal, dat ze ter
ere van de Russells gegeven had
den. Liu tilde de vrouw op, die
slaperig fluisterde, Pearl legde
haar in de taxi en Ruth volgde met
het kind. De chauffeur lachte.
«Wij nemen haar mee nanr^de
bank» zei Pearl, Meilan opzij du
wen, om plaats te maken voor de
kraamvrouw.
«Wat spreekt U goed Engels.»
zei Ruth, inplaats van te antwoor
den.
«Ik ben Amerikaanse,» ant
woordde Pearl. Hoe kan 't be
staan, dacht Ruth verwonderd. Ze
legde het kindje behoedzaam op
het klein klapbankje, dat Liu neer
geslagen had.
«Vaarwel, kleine man» zei ze
teder. Hij was haar kind en het
was niet makkelijk, van hem te
scheiden. «Ik moet naar 't Shan
ghai-hotel terug,» zei ze haastig.
«Misschien zoekt Frank me. Hij
zal bezorgd zijn.» Dit was haar op
dit ogenblik ingevallen. Pearl hield
het portier nog open.
«Het hotel is niet biezonder vei-'
lig,» zei ze. «Het zou beter zijn,
dat U met ons meeging. We kun
nen mr Taylor toch vanuit de bank
opbellen. Kom, stapt U in.»
«Neen,» zei Ruth. «Ik dank U,
neen, heus niet. Ik wou Frank op
zoeken. Het heeft me veel aenoe-f
gen gedaan U te leren kennen,»
voegde ze er beleefd bfj.' want -
langzamerhand nam de conventie
weer bezit van haar.
«Stapt U toch maar in,» zei
Pearl, «dan brengen we U tenmin-
ste naar 't hotel. U hebt zwaar ge
werkt, dat ziet men.
«Ik zie eruit als een zwijn,» ant-
woordde Ruth, instappend en vlug
het kindje nog eens opnemend. De
auto reed door zijstraten want de
chauffeur was bang. Ze zaten
dicht opeen gepakt, het rook be
nauwd en Meilan boog schuchter
voorover om de pasgeborene te
zien.
«Een man» zei ie, glimlachend
tegen Pearl en Liu. De Chinese
moeder opende de ogen toen de
auto zich in beweging zette. Ze
nam het kind van Ruth weg met
een gebaar van inbezitneming.
Liu, die zich zo klein mogelijk
maakte, lachte om zichzelf. De
vier vrouwen, verschillend als ze
waren, vreemden, zelfs vijanden,
vormden een complete eenheid.
Hij, de man, zat ineen gedrukt in
een hoekje en begreep niets van
deze kwestiegeboorte. Zusters
van één bloed, dacht hij, toegeef
lijk glimlachend.
«We zien elkaar poedig» zei
Pearf, toen de auto het Shanghai-
hotel weer bereikte, dat hij nog
niet lang geleden verlaten had
De Chinees zei iets. «Ze
wenst U honderd ons en tien
duizend jaren leven.» zei Liu met
een kleine buiging. Rnth begon te
lachen.
«Te veel van 't goede,» zei ze
en stapte uit. De portier bracht de
draaideur voor haar n beweging.
Toen Ruth de deur van haar ka
mer opendeed, stond Frank voor J
het tafeltje met het huwelijksca
deau en staarde haar aan als een
geest.
Vervolgt
Nadruk verboden