similes bestaat in bet Vlaamse land 5 b
s ieoi P. VAN NUFFELvaor de derdenaar india
families van psychisch gehandicapten verenigen zich:
J
WENNEN AAN
VERANDERINGEN
De psychiatrie is ongetwijfeld in
volfe groei. Er verandert veel en
het gebeurt niet altijd met vol
doende voorbereiding van de be
trokkene. Voor vele families was
het klassieke psychiatrische insti
tuut een vertrouwde omgeving
men wist dat het zo was en dat
het zo zou blijven en dat gaf een
gevoel van veiligheid. Men had
met de situatie leren leven, ook
rnet het hopeloze.
Nu verandert de verzorging zien-
derogend. Patiënten worden naar
een meer aangepaste situatie-af
deling overgeplaatst. Een veertig
jarige leert fietsen. Men hoort dat
de patiënten regelmatig naar de
stad gaan. Ze leren zichzelf ver
zorgen, schoenen poetsen, kleren
ontvlekken, zakgeld beheren.
Soms worden er minder kalmeren
de middelen gegeven en de pa
tiënt is niet meer zo braaf als
vroeger.
De familie staat dikwijls wat on
wennig tegenover deze veranderin-
C - - -men ook het beste
wi! /oor het zieke familielid. Het
vertrouwde bood veiligheid en het
nieuwe roept vragen op, ook vra
gen over de eigen rol als familie.
Aarzelend wordt de vraag gesteld
«Boschc-rmon wij onze patiënten
De diskussies over de maatschap
pelijke situatie van de psychia
trische patiënt versterken dit ge
voel van onveiligheid bij de fami
lies. ,Als men op zoek gaat naar
de oorzaken van de psychische
problemen komt men nogal vaak
tot de konkluzie dat bij een pro
bleemmens een .probleemfamilie
behoort. Families voelen zich
daardoor de zondebok, hun angst
om vragen te stellen verhindert
hen om de situatie rustig en re
alistisch onder ogen te zien. Toch
zou hier een echte kans liggen om
de familie bij de behandeling en
soms bij de genezing te betrek
ken.
In het onderkennen van de eigen
problematiek speelt Similes een
grote rol. Een rustige evaluatie
van de eigen toestand is het best
en het eerst mogelijk in een groep
van mensen die FiVti'elfde lot de
len,
Daarim is een vereniging van fa
milieleden zo belangrijk. Sommige
wetenschappers opperen de be
denking dat een bijeenkomst van
familieleden toch niet meer zo
noodzakelijk is, nu dé familieleden
via het instituut bij de behande
ling betrokken worden. De fami
lieleden worden inderdaad meer
bij de behandeling betrokken, ze
ker als het om niet kronische pa
tiënten gaat. De maatschappelijke
assistent gaat op huisbezoek en
er zijn soms gesprekken met de
psycholoog en de psychiater.
Maar ondanks de goede bedoelin
gen, voelen de familieleden zich
soms uitgevraagd. Zij kunnen wei
nig meepraten met de geleerde
taal van de behandelende specia
listen. In heel de verzorging ho
ren zij er wel bij, maar zij voelen
zich ook onmachtig en wat verlo-
Als men echter wil dat familiele
den zich blijven interesseren aan
hun patiënt, dan moet men hen
ook de mogelijkheid geven om
zjch verantwoordelijk te weten.
Inzicht in de ziekte is noodza
kelijk maar «Wat kunnen wij nu
doen is een vraag die bij fa
milieleden steeds terugkomt.
Daarom zijn de groepsgesprekken
tijdens de paviljoen- en algemene
vergaderingen zo belangrijk.
«Mijn» en «onze» patiënt wordt
«deu> patiënten. Psychiatrische
zorg wordt er een stuk gemeen-
schapszorg.
Men leert er eikaars próblemen
kennen, elkaar vertrouwen geven.
Men probeert er samen de proble
men op te lossen. Men zet er ook
een stap op weg om «familie» te
zijn voor de patiënten die geen
familie meer hebben. «Onze Harie
komt op week-end, laat Louis
maar meekomen».
Doorheen de eigen zorg voelt men
de zorg van de andere. En omdat
men familie is van één patiënt
wordt men familie van het Insti
tuut.
«WIJ ZIJN
MEDEGERAAKTEN»
Deze uitspraak typeert de situ
atie van de families. Misschien is
de oorzaak van sommige afwijkin
gen ooit in het familiale milieu te
situeren, maar de familie is altijd
medegeraakt, is in zekere mate
psychisch ziek.
Er zijn problemen .die eigen zijn
aan de families van psychiatrische
patiënten. Het is de zorg van ou
ders voor hun mongooltje voor als
ze er niet meer zullen zijn. Waar
zal hij zijn vakanties en zijn week
ends kunnen doorbrengen Het
zijn de altijd weerkerende kosten
voor het bezoek aan het instituut.
Het is de zorg van een vrouw
voor werk voor haar man, wanneer
deze van een ontwenhingskuur zal
terugkomen. Het is de achterdocht
van een aanstaande schoonfamilie
wanneer deze merkt dat er een
spastisch kind in de familie is.
De familie op zoveel manieren
mee-geraakt. En in de grote dis-
kussie rond integratie worïï
problemen van de familie we)
over het hoofd gezien. De
voelt zich soms niet opgew
tegen de voortdurende aant
heid van een zo kwetsbaar;
De vraag over «terug naa
ja of neen» wordt dan angjj
vermeden. Want men kent
moeilijkheden met de gebu
de meelijdende blikken van
arme toch».
Daarom is de integratie tói
tiënten en familie allereerst
noodzakelijk. Dat kan voort
de ontspanning waar men.;(
de vrije teugel laat. De
leert er vertrouwen krijgen i
mogelijkheden van de patiënt
zieken kan zwemmen zelf een
blad dragen en* hij neuriet^'
mee. Maar mén 'teert vooral
nen aan mekaar. Men Jeéfl
wennen aan de gedachte: da
mens nooit ofnooit Vo'metij
Het is leren leven mat
komenheid, ook als 'cfezeaj
schoot in de eigen familie.
0
kontakt nemen
ratie van Viaa
hetzij
1
iM 2
Reymeersstraat 13 - 93101|
Vijf maanden vakantie in België
zijn ver'/logen-als een drobm. Een-
entwintig jaar na de eerste afreis
naar India (toen ging het nog met
een Liberty ship) staat de derde
afreis (nu met een DC 10 van de
Lufthansa) voor de deur.
Het contact met familieleden en
Vrlciden heeft deugd gedaan. Jam-
rr. .r dat het niet mogelijk was ze
aiiemaal persoonlijk te ontmoeten.
Sommige gesprekken" bleven er
gens "op een onpersoonlijk, forma
listisch vlak tussen koekjes en
wijnglazen steken, maar over het
algemeen was er begrip en diepe
sympathie. Cor ad cor. Na zoveel
jaren toch nóg - het doet een
mens stil worden. En dankbaar
-Ik ben mijn valies beginnen maken.
Het is een heel probleem. Wat zou
een mens allemaal niet kunnen
'meenemen. Ik sta er wat bij te
dromen.
Het treft me plots dat de zin van
het missioneren in veel kringen ge
contesteerd wordt.
Een vriend politicus vroeg me wat
het eigenlijk uithaalde, als men zo
als privaatpersoon met zeer be
perkte mogelijkheden in de derde
wereld ging werken. Hij voegde
eraan toe, dat het de internationa
le structuren der ekonomie zijn,
die dienen he'rvormd te worden en
dat zo iets alleen kan bereikt wor
den langs acties op het «makro-
plan», nl. door het beïnvloeden
van de «decision-making top men»
in politiek en industrie.
Een andere vriend, specialist in
religieuze sociologie, deelde zijn
voorbehoud mee wat betreft het
«bekeringswerk in de enge zin van
het woord. Hij drukte de vrees uit
dat dit eigenlijk als kulturele a-
gressie kan beschouwd worden,
een misbruik maken van de
matchtspositie van het Westen te
genover de mensen in India.
Een Vlaamse dame die ik te Lour-
des ontmoette, drukte zich sterk
kritisch uit over het gebrek aan
marxistisch, revolutionair engage
ment van de missionarissen. Ze
beweerde dat de missionarissen
aan de christelijke naastenliefde
een sentimentalistisch, bourgeois
compromissenkarakter gaven en ei
genlijk meeheulen met de in de
ontwikkelingslanden bestaande so
ciale onrechtvaardigheden.
Een strijdend lid van een mfssi»
bond kloeg steen uit de grond,
dat de moderne ontwikkelingspro
jecten de echte missioneringsop-
dracht van de werk, nl. het tot
discipelen maken door onderricht
en doop, op de achtergrond dreig
den te schuiven.
De vade.r van een van mijn vrien
den tastte wel in zijn zak maar
noemde mij in volkse, kleurige taal
een imbeciel, omdat ik erop uit
trok-naar India, terwijl er ook hier
zoveel miserie was en de Kerk ook
hier veel van haar pluimen gelaten
had.
Een oud-medestudent, ingenieur,
stelde zich kritisch op tegenover
het hele pogen der missionarissen
om aan de mensen «welvaart» bij
te brengen. Volgens hem zou dat
falikant uitlopen voor de derde
wereld, omdat op die manier ook
daar alle sereniteit, tevredenheid
en rust zouden verloren geraken
in de dolle spiraal van een op
steeds grotere produktie terende
consumptiemaatschappij.
Een kordate, baardige jongeheer,
zoon van een kameraad, had me
delijden met de ouderwetse ziel
tjessjagerij van de missionarissen
Competentie, op een wetenschap
pelijke manier aangepakte ontwik
kelingshulp alleen was van enige
waarde om redding te brengen aan
de derde wereld, zei hij.
Terwijl ik mijn valies aan het ma
ken ben,, zie ik al hun gezichten
terug, als in 'de flashback van een
film. «Breng maar alvast enkele
briquets en zeepslukken mee»,
schreef een vriend missionaris. De
oliecrisis heeft lucifertjes en zeep
doen verdwijnen van de open
markt. En de elektriciteit ginder
is ver van regelmatig, zodat nogal
eens op olielampen en. petromax-
gaslampen een beroep dient ge
daan. Naast de pakjes met soep
voor een vriend-missionaris, de
«refills» voor Bic-pennen voor een
andere, de vitamines en genees
middelen voor een derde, neem ik
dus ook een voorraad aanstekers
en zeepstukken mee. Gek eigen
lijk die ongelijke verdeling der
goederen op onze wereld. En dat
zo iets kan blijven voortbestaan
,in ons verlicht atoomtijdperk, de
eeuw der ruimtevaart I
In mijn valies neem Ik ook een
plan mee, voorgelegd te Aken bij
«MisereorAktion gegen Hunger
und Krankheit in der Welt». Het
heet «Projekt nr 321-3/86 Scien
ce and Commerce Block at St.
Ignatius' High School,flff]
Ranrhin Om j)g in d u s tri tSft-J-
f .opvaneo®,
-l.o BtrAcb nrflnt
Ranchi». Om
lutie tehel||^
mensen van de streek ercp§
te bereiden wil ik nl. op
school te Gumla, laborator
Scheikunde en Fysica oprit
Het uitzicht van de streek
laatste jaren radicaal ij
De overal oprijzende!
complexen bepalen nu
komst van een land, dat
neel bekend stond als
streek». De primitief
bewoners zijn op zulke plofo
mekeer natuurlijk niet voor
De primitiefsten van hen
nog als voedselverzamelendil
gende nomaden in de bossul
dreigen nu onder de voet
te worden door de goudzff
van de twintigste eeuw - de';
kelingen die van overal eidtfj
migreren naar het nieuwe
do van Chotangapoer. De
bevolking moet dus voori|
worden daarom dat project!
definitieve vergunning vacf.
«Misereor» is echter nog niet
kregen.
Slot in volgendp'