29 maart 1947 De dag toen de kerk brandde
Nieuwe Gazet van Aalst - 25 maart 1983 - 9
V
m
Het gebinte van de hoofdingang is nu volledig verdwenen
In de avond is het rommelen van de balken, het schreeuwen der brandweerlieden...
lager en lager. Als die zware massa de
vouten naar beneden drukt zou de
hele middenbeuk kunnen instorten
16.50: Aan alle kanten staat het dak
nu in brand. Uit de zuiderkant (Pont
straat) slaat een pikzwarte rook. Op de
reling is duidelijk het kleine stipje van
een hopeloze pompier te zien. De
vlammen slaan meters hoog. Door de
glasramen zie je brandende stukken
hout en stenen naar beneden vallen.
Het stadsbestuur wordt nu door
diverse kranten opgebeld om meer
nieuws over de ramp te vernemen. Op
de Grote Markt tot voorbij het belfort is
de hitte voelbaar. Verder zelfs, tot aan
het postgebouw voel je duidelijk de
warmte
De trein uit Dendermonde die op het
Kerrebroek de stad binnenrijdt houdt
halt. Tientallen passagiers kijken ver
bijsterend naar het onverwachte
angstaanjagend schouwspel.
16.55: De bol, het kruis en de wind-
haan storten bovenop de klok, die
nog steeds op de vouten ligt. Die blij
ken bijzonder sterk gemetseld te zijn,
want ze houden nog steeds de
enorme druk tegen. Intussen gaan in
de kerk de reddingswerken nog
steeds verder. Daar zijn de vrijwillig
opgekomen soldaten nu ook versche
nen. De hitte is zo erg dat de water
stralen die de kantelen bereiken
onmiddellijk in damp veranderen. De
sterren beginnen nu uit de vouten te
vallen. Van beneden is het hallucinant
spel van de jagende en huilende vlam
men overal te zien.
16.57: Het is nu al duidelijk dat 4
schilderijen zwaar beschadigd zijn.
16.58: De toren stort in Duizenden
gensters worden meteen over de stad
geblazen... De ontroering in de stra
ten is algemeen. Op de markt.verteld
wenend een vrouwtje hoe zé in de
kerk gedoopt werd, haar communie
deed, trouwde, maar nooit begraven
zal worden.
Het gebinte aan de hoofdingang is nu
volledig verdwenen. Aan de Rozema
rijnstraat brandt het volop, de leien
aan de Brusselsestraat zijn weg, en
toch is er nog volk in de kerk. Vlam
mende stukken hout vallen onophou
delijk door de gaten, het wordt onmo
gelijk te ademen, de vloer is glibberig,
en overal is er vuur...
17.00: De vouten houden stand. De
brand kan nu aangevallen worden
langs wenteltrap zuid (Pontstraat),
ook met eigen ladders langs de wes
terkant (Sluierstraat).
17.05: De eerste hulp uit Brussel
komt aan. De brandweer van Sint-
Jans-Molenbeek verschijnt volledig
geëquipeerd ter plaatse. Hun plaats
wordt aangewezen langs de oostzijde
(Academie), met opstelling van hun
pompen aan de Oude Dender. De
brandweer van Aalst is intussen met
volle effectief aanwezig3 autovoer
tuigen ingericht om op te treden bij
brand, 5 motorpompen met een debiet
van 1.000 l/m op aanhangwagen, 1
autovoertuig met grote ladder en
schuifladder van 15 m.
17.10: De 2e hulp, de brandweer uit
Brussel komt aan... Ze worden opge
steld aan de noordkant (Rozemarijn
straat). Hun grote ladder bestrijkt de
oppervlakte van de gewelven langs de
kant van de dekenij. Aan de ingang
Op de speelplaats staat een lange rij leerlingen langswaar onophoudelijk doorge
geven wordt.
de collectebus blijven liggen. Daar-
rond liggen metershoge afvalbrokken,
gruis en gloeiende balken. Het beeld
van de lege kerk waar vuil water van
de pilaren en langs de zijkanten loopt
is schrijnend. Alles wat achtergeble
ven is, is besmeerd en vervuild. Deken
Reynaert staat voor de dekenij en
weent.
17.15: Aankomst van de Mobiele
Groep uit Brussel. De Mobiele Groep
is een speciaal korps dat opgericht
werd om grote rampen te bestrijden.
Met hun 8 wagens (waaronder een
volledige medische ploeg) vormen ze
een indrukwekkend beeld. Ze rijden
met snerpend geloei tot aan de Coller
gepoort. Hun aankomst wekt een
zekere verwondering, want het zou
nooit duidelijk worden wie hun hulp
gevraagd heeft. Bij de telefooncen
trale beweert men 'op bevel van
hogerhand' gehandeld te hebben.
Majoor Paniels, de bevelhebbende
gezagvoerder, blijkt al dadelijk een
zelfverzekerde, iets arrogante man te
zijn, die de plaatselijke en andere
pompierkorpsen over het hoofd ziet en
dadelijk aan het werk wil. Wanneer
Philip De Paepe zegt dat zijn hulp niet
nodig is, wordt dat het begin van een
reeks incidenten. «Ik ben gequestio-
neerd, en ik zal werken», roept
Paniels. Hij gaat dus dadeKjk de bur
gemeester opzoeken, wijst hem op de
ernst van de toestand en in het bijzon
der op het gevaar voor de nabije hui
zen.
17.16: De brand is officieel een uur
oud. De brandweer van Gent ver
schijnt op de Grote Markt.
17.17: De grote ladder van de Brus
selse brandweer treedt in actie. Het
vuur wordt nu voor de eerste keer
langs 4 zijden aangevallen. Heel de
stad kijkt naar het hallucinante beeld
van de enorme ladder waarop hele
maal bovenaan de schim van een
pompier te zien is. Het water stroomt
nu door de straten rond de kerk
langs de Onderwijsstraat en de Oude
Vismarkt loopt het in beekjes onder de
het optreden van de Mobiele Groep zal
maken.
17.19 De herhaalde windstoten heb
ben uit de vuurpoel weer duizenden
gensters opgeroffeld. Op diverse
plaatsen aan de daken van de krans-
kapellen wordt brand opgemerkt. Op
een 4-tal plaatsen in partikulieren hui
zen wordt bovendien een begin van
vloerbrand gemeld. De speciaal inge
stelde inspectiedienst grijpt onmiddel
lijk in. De burgemeester laat De Paepe
melden dat de Mobiele Groep toch
gaat blijven. Ze zullen de beveiliging
van de huizen en het grote orgel op
zich nemen. De Paepe antwoordt dat
het orgei niet in gevaar is en dat wat
de huizen betreft alle voorzorgs
maatregelen getroffen zijn, en hij
daarvoor de verantwoordelijkheid wil
dragen.
17.20: Commandant Pedro De Hert,
die door ziekte belet is om de werke
lijke leiding op zich te nemen, deelt
aan de burgemeester mee, dat ook hij
de mening van kapitein De Paepe
omtrent het niet aanvaarden van de
Mobiele Groephulp deelt.
«3
Veel redders zijn wild en ondoordacht
te werk gegaan. Het houtsnijwerk is
niet zelden kordaat afgebroken, ver
scheidene doeken vertonen ruwe
inkervingen.
van de kerk klauteren de pompiers nu
over brokken en balken die alles tot
een ruïne herschapen hebben Het
plakkaat met de priester van week,
E.H. Vercruysse, is omgekeerd over
De Mobiele Groep treedt in actie.
brandweerauto's door naar de oude
brug. Vier rijkswachters bewaken ter
hoogte van de Academie de vier grote
slangen die naar de Oude Dender
kronkelen. De bewoners van het oud
hospitaal, met opvallend veel kinde
ren, staan voor de gesloten poort,
zonder jas, zonder mantel want het is
er warm...
17.18: Een begin van brand wordt
gesignaleerd boven het dak van de St.-
Jacobskapel. De pompiers bespuiten
de kranskapellen en trachten zo te
beletten dat de brand naar het schip
overslaat. Majoor Paniels heeft van de
burgemeester, die blijkbaar met de
hele zaak verveeld zit, gedaan gekre
gen dat hij zijn bijdrage kan leveren.
Wanneer hij in de daarop volgende
ogenblikken Philip De Paepe met
'meneer' aanspreekt, antwoordt deze
dat hij de graad van kapitein heeft en
bovendien in de uitoefening van zijn
functie is. Paniels replikeert daarop
dat hij over het voorval een schrijven
aan de minister zal richten. De Paepe
bijt terug dat hij dat moet weten, en
dat ook hij een speciaal verslag over
De brandweerlieden van St.-Jans-
Molenbeek, zijn de Aalsterse pom
piers op het dak gaan vervoegen.
Samen met de Brusselse staan ze
o.l.v. Lt. Hanse.
In de omgeving van de kerk is het vuil
en gevaarlijk geworden. In de Pont
straat, tot op het Burgemeestersplein
staat de bevolking sprakeloos over de
hele lengte en breedte van de straat.
Ze worden tegengehouden door een
cordon van burgers, die spontaan de
straat afgesloten hebben om nieuws
gierigen op afstand te houden. Nie
mand mag verder dan de poort van het
college of Coiffeur Van Heek. Ook hier
in de lege zone patrouilleert de rijks
wacht. In de straten is het koud en
tochtig. De mannen hebben de kraag
van hun lage overjassen opgeslagen.
Boven in de lucht schuiven de wolken
maar de verlossende regen valt niet.
Een nieuwe versie over het ontstaan
van de brand doet zijn ronde: de
brand zou begonnen zijn door kort
sluiting boven het orgel. De leidingen
zijn er zo slecht, dat de kerkfabriek al
dikwijls de diensten in Brussel verwit
tigd heeft. Die diensten hebben nooit
gereageerd.
17.22: Een pompier vraagt aan J.
Butaye om mee naar boven te gaan
en daar foto's te maken. Langs de
hoofdingang klauteren ze de wentel
trap van de linkerzijbeuk op. Daarbo
ven heerst een apocalyptisch beel.d
De pompiers met hun korte jasjes en
blote handen struikelen er over een
heksewerk van balken en stronken.
Langs de reling en over de vouten
trachten ze de grootste haarden te
overmeesteren. Door de hitte en de
rook is het vrijwel onmogelijk te zien.
Af en toe zie je het vage vertekende
silhouet van de St.-Jozefkerk en de
vage dansende geschroeide horizon.
Ook de verslaggever van 'Het Volk'
klautert ondanks het officieel verbod
de toren op. Boven op het dak wordt
hij om beurten bijna geroosterd en
kletsnat bespoten. Het valt hem op dat
de pompiers met een onmenselijke
verbetenheid, maar ook zeer ernstig
hun werk doen. Wanneer hij aan een
der blussers vraagt waar de klokken;
zijn, kan deze alleen met een vaag
gebaar wijzen naar de plaats waar ze
eens gehangen hebben. Overal likken
traag opkruipende vlammen...
17.30: De brandweer van Dender
monde o.l.v. bevelhebber Callens
komt ter plaatse. Deze ziet onmiddel
lijk in dat haar hulp overbodig is. Ze
zullen aan de werken niet deelnemen.
17.35 De grote ladder (45 m) treedt
in werking aan de oostzijde. Er wordt
nu uitsluitend water gegeven met lan
sen van 70 mm. Het dak is volledig uit
gebrand. Hier en daar steken de over
gebleven balken als weggegooide luci
fers schots en scheef door elkaar. Aan
de Pontstraat begint de gevel af te
brokkelen...
De Mobiele Groep treedt ook in actie.
Een gedeelte van hun wagens heeft
zich van de Pontstraat naar de hoofd
ingang verplaatst. Daarbij hebben ze
2 half-koppelstukken, en een paar
slangen van de Brusselse brandweer
stuk gereden. Dat nieuwe feit zal de al
opgezweepte gemoederen zeker niet
tot rust brengen. Ze beperken zich tot
het besproeien van de zijgevel aan de
westkant (Sluierstraat) op 10-12 m-
Aan de ingang van de kerk klauteren de pompiers nu over brokken en balken.