FRANCIS SMET Hun men
«Rechtvaardige kritiek kan hard aankomen».
ST.-JORIS
SCHOUPPE ALEX
Garage carrosserie
FELIX
Moorselbaan 78 Aalst
Immerzeeldreef 31, 9300 AALST - 053-21 66 79 lsolalle
Louis De Pelsmaeker
Wapens
Munitie
Dealer Delmac pvc en ALU-ramen - dubbel glas*
Zonnewering
Voorzetrolluiken voorzetramen
Gentsesteenweg 211 9300 AALST
Tel. 70 03 59
Garage-uitrusting
en auto-onderdelen
Autolakken DUPONT en
Carrosserie-onderdelen
Denderstraat 5 AALST
053/21 43 15 - 21 50 75
Nieuwe Gazet van Aalst 1 juli 1983 15
Op zondagavond te 20 u. zitten zowat anderhalf tot twee miljoen, overwegend
mannelijke, Vlamingen voor hun televisietoestel gekluisterd. Rond dit tijdstip
wordt immers het populaire «Sportweekend» geserveerd. Op dergelijke momen
ten kan vader zijn wenende spruiten en/of kwetterende eega missen als kies
pijn. Van zijn halfuurtje sport-bij-de-haard wil hij immers rustig genieten. Iemand
die deze afspraak zelden of nooit aan zich laat voorbijgaan is Louis De Pelsmae
ker. Dat kan ook moeilijk want in dergelijk geval zouden de meeste sportlief
hebbers op hun honger blijven zitten.
Louis De Pelsmaeker: de evenzeer
geachte prezentator van bovenver
meld programma; de man die geasso
cieerd wordt met het wielrennen maar
evengoed thuis is in de voetbal-,
basketbal- en paardesport. Een man
die oprecht van sport houdt maar
desondanks de mistoestanden durft
aan te klagen.
Hij opent onze serie «Intieme Portret
ten».
Louis De Pelsmaeker. De meeste
mensen kennen jou, maar dan alleen
van t.v.
Op 16 mei II. ben ik 44 jaar geworden.
Wat meteen een vijfentwintig jarig
jubileum in de sportjournalistiek bete
kent. Aanvankelijk werkte ik op het
Ministerie van Nationale Opvoeding
en Cultuur. Inspectie en dergelijke
zaken. Dat verraadt direct mijn haat
voor een zekere vorm van bureaucra-
tisme. In 1959 ben ik, in samenwer
king met Piet Thijs, van start gegaan
in de Ronde van Frankrijk. Niet op de
fiets wel te verstaan maar als redak-
teur van een krant. Wijlen Piet Thijs
heeft me trouwens gevormd als jour
nalist. Naast het schrijven voor een
dagblad versloeg ik ook reportages
voor radio en televisie.
In 1972 organiseerde de B.R.T. een
examen voor sportjournalisten wat ik
met succes voltooide. Vier jaar later
opteerde ik tenslotte volledig voor het
televisiewerk en liet mijn job als in
specteur bij het Ministerie gaan.
Je hebt ondervinding wat betreft
krant, radio en t.v. Welk medium pre
fereer jij
Het gemakkelijkste werk is zeker en
vast de radio. Wanneer ik langs de
telefoon de studio verwittig dat er niets
te melden valt, dan draaien ze gewoon
een plaat. Met televisie bereik je
natuurlijk een veel groter publiek. Ook
de impact van dit medium speelt een
belangrijke rol. Wanneer men op t.v.
iets verkondigt dat bepaalde vraagte
kens oproept en ditzelfde bericht
wordt in een krant geplaatst, dan gelo
ven de mensen vlugger datgene wat
op de beeldbuis gezegd is dan wat
gedrukt staat. De geloofwaardigheid
van het gesproken woord, gekoppeld
aan het visuele van de prezentator, is
groter dan het geschreven woord.
De mensen zijn sneller geneigd om te
verklaren «Het is waar want De Pels
maeker heeft het verteld op tv» in
plaats van «het is waar want ik heb het
gelezen».
Het nut van een krant dan
Het grootste probleem van radio en
t.v. is de tijdslimiet. Binnen een
bepaalde periode moet je zoveel
mogelijk informatie kwijt. Bij een dag-,
week- of maandblad speelt dat niet zo.
Hier kan men rustig een hele blad
zijde, en meer, uittrekken om iemand
zijn gal te laten spuien of één of ander
belangrijk nieuwsfeit te becommenta
riëren. Alle drie, krant, radio en t.v
hebben ze hun voor- en nadelen.
Bekendheid
Het is een onloochenbaar feit dat t. v. -
journalisten van een ruimere populari
teit genieten dan de radio- en/of kran
tejongens. Streelt die bekendheid
jou
De mensen zien ons, de t.v.-reporters,
als een deel van de familie. Wanneer
je jarenlang op het scherm komt ont
staat er een soort relatie, een speciale
band met het publiek. Neem het voor
beeld van Armand Pien. Op straat
spreekt bijna iedereen hem met zijn
voornaam aan. Soms slaat men ook
een praatje. Zie je, die afstandelijk
heid is voor een groot deel opgebro
ken alhoewel er in wezen toch twee
totaal vreemde personen tegenover
elkaar staan.
Stoort het jou als de mensen je aan
klampen
Dat stoort niet. Wat echter wel op de
zenuwen werkt is het feit dat je als
maar hetzelfde verhaal moet afdreu-
nen. Dat is ook één van de voor
naamste redenen waarom ik met mijn
gezin de laatste jaren niet meer naar
het buitenland trek.
Eert klein voorbeeld. Tijdens een ver
blijf in Portugal, echt in een godverge
ten oord en waarvan we dachten er
zeker geen landgenoten aan te tref
fen, heb ik veertien dagen lang de
Ronde van Frankrijk verteld. Elke dag
een andere rit. Als je dan juist uit de
Tour komt, dan is dat om gek te wor
den.
Want het is zeker geen paters-goed-
leven in de Ronde hoor
Kritiek moet rechtvaardig zijn
Van een journalist wordt verwacht dat
hij zich kritisch opstelt. Hoe sta jij daar
tegenover
Laat ik éérst en vooral één zaak duide
lijk bepalenik hou met van mensen
die van zichzelf zeggen dat ze kritisch
ingesteld zijn. Een goed journalist is
naar mijn mening iemand die met
degelijk bewijsmateriaal voor de dag
komt. Die de feiten onderzoekt en ze
ook hard kan maken.
De belangrijkheid van de kritiek wordt
echter bepaald door het medium De
verslaggever die op t.v komt verkla
ren dat speler X weinig of geen talent
heeft zal sneller au serieux genomen
worden dan de man die het in de krant
schrijft.
Ook heb ik een hekel aan de zoge
naamde «taalzuiveraars» die met cli
chés als «naar verluidt», «naar men
zegt» komen aandraven.. Daar kots ik
van
De reporter met gefundeerde kritiek
staat bij mij in hoog aanzien.
We nemen even een voorbeeld uit de
wielrennerij. Er rijdt een groepje voor
op en sommige renners beginnen met
elkaar te praten. Wat zegt Louis De
Pelsmaeker hiervan of speelt hij het
spel mee
Een duidelijke vraag die een duidelijk
antwoord verdient. Als het spektakel
goed gespeeld is, dan zeg ik niets.
Wat houdt dat in Ik mag niet kunnen
zien dat er een bepaalde overeen
komst bestaat tussen een aantal ren
ners. Wanneer ze dat al te duidelijk
laten blijken, stel ik de kijker op de
hoogte. Dan durf ik gerust te verklaren
dat er gemarchandeerd wordt. Omdat
het ook zo is
Het is misschien best te bewijzen met
een voorbeeld. Tijdens een niet onbe
langrijke voorjaarswedstrijd in het
afgelopen seizoen rijdt één renner aan
de leiding. In het achtervolgend
groepje zitten, naast de kopman van
de renner die voorop fietst, ook een
aantal ploegmaats die het afstop-
pingswerk verzorgen. Er is echter één
coureur, van een concurrerende
extra-sportieve firma, die het achter-
volgingswerk op de schouders neemt.
En het peletonnetje bijna tot in het wiel
van de vluchteling brengt. Dan gaat
die kopman plots met die ene renner
praten. Het vervolg is simpel als
pompwater. De achtervolging stokt,
de man die aan de leiding rijdt breidt
zijn voorsprong opnieuw uit en wint.
Welnu, op dat ogenblik heb ik gezegd
«Sportliefhebbers, daar gebeurt iets
wat niet juist is».
Het spektakel wordt dus verkeerd ge
speeld.
Het moet toch verkoopbaar blijven
tegenover het publiek. Een slecht
geacteerde opvoering klaag ik een
voudigweg aan.
Is de sportjournalistiek mee geëvo
lueerd met de commercialisering van
diezelfde sport
Ik ga het omgekeerd stellen. De ethiek
van de sportjournalistiek is volgens
mij mee geëvolueerd met het wielren
nen. Ten tijde van Karei Van Wijnen-
daele kon je nog én als journalist én
als sportdirecteur van de nationale
ploeg opteren. De verslaggever was
een soort vaderfiguur voor de cou
reurs. Bij hem kon men zowel zijn nuk
ken als zijn noden kwijt. Dergelijke
situatie is nu totaal ondenkbaar. De
familiale sfeer die er vroeger tussen
alle betrokkenen van een wielerpele-
ton heerste, is volledig verdwenen. De
commerciële inslag speelt daar een
niet onbelangrijke rol in.
Wanneer het woord commercievalt
associëren veel mensen dat met
omkoperij
Dat laatste is een verkrachting van de
sport. Als iemand de kwaliteiten in
zich heeft om een potentieel winnaar
te zijn en hij offert deze winstkans op
ten voordele van het geld dan noem ik
dat gewoonweg laf. Let op, er dient
wel een onderscheid gemaakt te wor
den. Het beste voorbeeld treffen we
hiervan in de voetballerij. Ploeg X
geeft ploeg Y een aanmoedigingspre
mie om ploeg Z te verslaan. Dit is in
mijn ogen geen vals spel. Ploeg Y
moet tenslotte nog altijd bewijzen dat
ze beter is dan Z.
Sportlieden van wie jij weet dat ze
frauduleus tewerk gaan pak je onge
nadig aan
Inderdaad. En in sommige gevallen is
het zelfs noodzakelijk omdat de per
soonlijke eer in een kwaad daglicht
gesteld wordt. Dergelijke situatie heeft
zich trouwens eens voorgedaan. (Bij
het aanhalen van dit voorbeeld sprak
Louis De Pelsmaeker de wens uit om
geen namen te citeren. De redaktie
hield zich aan deze afspraak). Een
gekend wielerkampioen was betrapt
op doping. Deze niet-reglementaire
versterkingsmiddelen waren hem ter
beschikking gesteld door een dokter,
afkomstig uit deze regio. De goede
naam van deze geneesheer werd ter
sprake gebracht en in een ultieme
poging om zich te zuiveren van alle
blaam, deed hij een beroep op mij. In
een interview gaf ik hem de gelegen
heid om de ware toedracht van de fei
ten te vertellen. Hij dankte me voor dit
gesprekje. Achteraf vernam ik dan dat
deze man overal ging rondbazuinen
dat hij Louis De Pelsmaeker ferm
beetgenomen had. Ik trok dit verhaal
na bij verschillende personen en het
strookte met de waarheid.
Welnu, wat was mijn reaktie. Tijdens
de eerstvolgende uitzending van
«Sportweekend» liet ik de kijkers
enkele fragmenten van ons onder
houd opnieuw beluisteren. Toen ver
klaarde ik dat deze «waarheid» slechts
een aangepast truïsme was. Dat deze
man verklaringen had afgelegd die
enkel in zijn kraam pasten.
Die heb ik inderdaad hard aangepakt
omdat ik het op dat moment diende te
doen. En het resultaat was dat hij uit
deze streek als het ware moest weg
vluchten.
Zakelijk
Sommige renners verwijten jou een té
negatieve benadering van het wielren
nen.
Ik zou het anders stellen. Geen nega
tieve maar een zakelijke benadering.
Kijk, Fred De Bruyne en Rik De Saede-
leer komen werkelijk uit het wieier- en
voetbalmilieu. Ze zijn allebei al dolen
thousiast als ze een fiets of een bal
zien. Ik sta er meer afstandelijk tege
nover. Dat wil niet zeggen dat Fred en
Rik met oogkleppen oplopen en de
heersende wantoestanden willen ver
doezelen. Integendeel, het zijn twee
fantastische vaklui maar de visie op
het gebeuren was en is bij hen vanuit
een ander oogpunt.
Ik hou echt té veel van sport om alleen
maar de negatieve kanten te belich
ten.
Louis De Pelsmaeker is een druk
bezet man. Vaak weg van huis, het
missen van een brok familiaal leven.
Hoe voel je dat aan
Je stelt me nu een vraag die jij even
goed kan beantwoorden. Mijn enige
ontspanning is mijn gezin. Eens tot
rust komen bij de echtgenote en de
kinderen kan voor mij het opperste
geluk betekenen.
Och ja, terwijl we hier in het gepaste
decor zitten zou ik het nog vergeten
koken, dat is mijn vaste hobby. En
goed ook
Renaat GITS
Nieuwe en okkassiewagens carrosseriewerken
MAZDA - AALST