LMANtjEM DStAök
Gezond
van lijf
en leden
Wat is er met het Land van Coitha gebeurd
Nieuwe Gazet van Aalst 2 december 1985 9
Ons deftig hoexken
uit een
zedig boekxken
Aerdigen Quinckslag
eener Huysvrouwe
Medische rubriek door
DOKTER TISTAERT
OPGELET MET
DE MODERNE GEDRAGINGEN
«De wind die maar
niet wou vallen»
OEVERIENKOMST
INOSJES ÉS JUST MOR TOEVAL* 'T MOST IENSJ WOOR ZÉN H!
Lazen we daar niet in onze gazet dat een al te aangebrand boek met
zedenschennende hoofdstukken uit onze stadsbibliotheek werd ge
weerd Het betrof hier «HET LAND VAN COITHA» dat een aaneenscha
keling is van erotische verhalen uit Zweden (vaneigenst).
Een zekere BENSLEF had het lef dit
werk in 1978 te vertalen en mag het on
der zijn hoofd leggen dat het aldus onder
de ogen geraakte van onze onschuldige
tieners
Welke uitgeverij het op de markt smeet
hebben we niet kunnen achterhalen. De
weetgragen die het nog niet hebben ge
lezen en nu knarsetandend hun handen
zitten te wringen zullen dit zelf maar
moeten uitpluizen.
Wat ons vooral kwelt kurieuze mos-
taardpotten die we zijn: is de vraag wat er
met dit boek verder is gebeurd.
Eerst en vooral willen wij hier met volle
kracht het gerucht de kop indrukken als-
dat wij het boek in kwestie als feuilleton
hier zouden publiceren nadat de wind
voor goed zal gevallen zijn.
Dit is van alle grond ontbloot en houdt
geen enkele steek want, als 't er op aan
komt kunnen wij «dergelijke» verhalen
wel zelf uit onze fantasierijke duim zui
gen
Wat heeft «hogerhand» met dit dubieuze
boek gedaan
Werd het meegegeven met de maande
lijkse papierophaling Dit zou een on-
voorzichtelijke handelswijze zijn. gelet op
de kapers die de Reinigheidsdienst
steeds vóór zijn en het interessantste pa
pieren gerief op voorhand meeschoe-
pen
'T is zeker dat een behendige Vrouwe
hier met Stil-zwygen, daer met soet te
spreken veel krakeelen kan verhoeden.
Die met het waterken in haeren mond
gong, was verwondert dat den Man zoo
tydig op hield van grouwen ende knorren.
Een ander die voor haeren Man nimmer
meer van pas 'n kost koken wist 'r een
aerdigen quinckslag op te vinden, want
was't gezoden op tafel, zoo begeerde hy
gebraeden. ende was'er gebraeden zoo
begeerde hy gezoden.
Op zekeren tyd zoo hy zeer preutelende
eer hy de spyse noch gezien hadde, en
de veel staks maekte zoo zeyde zy
Lief, 'n wilt u niet onstellen, want gy zult
van daeg gezoden en gebraeden uyt
eenen pot eten. Nota. Zy hadde den zo-
depot verzuymt ende alles laten aen-
branden.
Zoo wist zy met een abilheyd synen
mond ende synen ontydigen appetyd te
stoppen
Toch het weze gezeyd. is het stilzwygen
van een huysvrouwe nog altyd diensti
ger. daer minder uytwaeyng tot gram-
moedigheyd.
UITGESCHREIDE WEDUWE ZOEKT
SERIEUSE HEER van het ernstige type
om wekelijks gezellige avond te komen
doorbrengen, wel te verstaan, zonder de
ongeschreven wetten der welvoeglijk
heid te overschrijden. De woensdag
avond lijkt het best geschikt om bij het af
scheid nemen, meteen de vuilniszak
ken) buiten te zetten.
Per maand ook nog twee bijkomstige se
lectieve avonden voorzien, alswanneer
des sanderendaags het oud papier of de
glazen flessen worden opgehaald. Slap
pelingen gelieven zich te onthouden.
Schrijven nr. 315.879/111
Werd het boek somtijds verkocht zoals
onlangs gebeurde met een stadscami-
onet zodat het nog iets opbrengt aan 't
stad Vraagtekens
Werd het weggeschonken aan de be
roemde bibliotheek van Affligem waar
men het, argeloos en onwetend aan 't
vertalen is in 't latijn Mysterie Of be
staat het speciale kastje nog in de stads
bibliotheek waar destijds Lady Chatterley
nog ingezeten heeft en er alleen uitmocht
door een bevoegd en belezen ambtenaar
die er alleen de sleutel van had (van 't
kastje) en alzo besliste in wiens handen
ze mocht terechtkomen 9 Wij hebben er
het raden naar
Werd het reeds aangebrand boek mis--
schien op de brandstapel geworpen, na
oneervol ontslag uit de bibliotheek met
verwijdering van officieel nummer en
stempel Een dubieuze kwestie want
onze stad beschikt met over een brand
stapel en die is zelfs met voorzien op de
begroting Hopelijk wordt er niets bekok
stoofd achter onze rug waarvan we geen
weet hebben Het beste lijkt ons een
gemeenteraadslid onder de arm te ne
men. liefst een vrouwelijk die haar licht
kan gaan opsteken daar waar de lamp
brandt. We hopen dan ook weldra de no
dige klaarte te brengen in deze zaak
(vervolg)
Vorige keer deed ik uit de doeken hoe één mijner patiënten, ge
naamd Angelik, die zich aan den Aerobiek had begeven, door eenen
verkeerden misstap lelijk ten gronde was gestuikt zodat een harer
tussenwervels op den doel was geraakt wat zich uiterde in een zeer
zeren rug.
Wat nu volgt is hare moeizame genezing.
Toen een bleke en afgevallene Angelik
eindelijk tot mij kwam ter consultatie had
zij reeds haar kruis gedragen en vele
poederkes met eenzelfde teken geslikt
tegen de knagende pijn
Dok haar kozijn Amedee die bij de pad
vinders buiten het knopen leggen ook
had leren wrijven, had haar reeds ettelij
ke malen gemasseerd vooral in haar
leen. Zij had er zich echter niet goed bij
gevonden hij daarentegen des te meer
naar zij beweerde.
Uit hare woorden, die met alles blootleg
den, kon ik met mijnen schranderen
geest aanstonds opmaken dat dit ge-
masseer bijwijlen uitgroeide tot onver
antwoorde stoeipartijen die haren getor-
menteerden rug nog meer onderstebo
ven bracht
Ik schreef subiet waterbegietingen voor
alsmede een sterke dosis vitamienen
van het C-type. dat voor alles goed is als
't nog niet te laat is. Na talrijke maanden
behandeling met regenwater begon een
lichtelijke verbetering zich stillekesaan te
veropenbaren
Aldus kon ik haar de plechtiger verzeke
ring geven dat zij niet onder 't mes zou
moeten met het risico van mismeesterd
te worden.
Ik dreef de begietingen nog op zodat An
gelik meer in de kuip zat dan elders maar
met den afgelopen warmen zomer kwam
dat nog goed uit. Nog een sjans dat hare
toegewijde dienstmeid Zenobie haar
daarbij standvastig hielp zodat Angelik
haar eigen niet moest begieten
Tussen haakskens Zenobie was de
dochter van eenen vondeling en de ge
lukkige vinder was Angeliks grootvader
geweest die daarvoor nog een premie
voor moed en zelfopoffering had gekre
gen van Leopold den Tweeden
Zenobie was een crack in het begieten
der zere plek. steeds zorgvuldig Angeliks
zingelbeentje mijdende daar dit overge
voelig was voor regenwater. Hedenten-
dage is Angelik voor 90 zo goed als 't
zijn kan ondanks het feit dat haar kozijn
Amedee het nog steeds niet laten kan
haar ten allen kante te masseren. Maar
nu kan z'er al veel beter tegen en over de
stoeipartijen heeft zij heiegans geen
klachten meer, integendeel, zij stoeit
krachtdadig mee. maar dat is te danken
aan mijn vitamienen C. In ieder geval
luidt haar devies voortaan «Voor Ange
lik. geenen Aerobik»
Volgende keer behandelen wij de ge
hoor- en oog-stoormssen veroorzaakt
door de moderne gedragingen der jeugd
-RSTAERT
Vervolg van ons feuilleton
door de gebroeders Draakmans
Hoofdstuk 9.
Wie beweert dat er geen facteurs meer zijn van den ouden stempel is ferm
abuis en woont zeker niet in de rue Draakmans. De onze, immer over
lopend van dienstvaardigheid en nog posttarief-bewust, scheurde den
brief open, kapte zijn druppelken naar binnen en las ons voor.
«Aan de Gebroeders,
Ik, baron de Beaufort de la Ventouse en
aan mijn zij, Pjotr Petrovitch, zouden
wreed aangedaan zijn moesten uedelen,
als daar zijn de Louwie, de Fransis en
Ted, dees invitatie ter oesterbanket in de
wind slaan.
Zondag a.s. is 't zover. Gelieve eenen
properen tabbaard gereed te leggen
want 't is niet voor 's noennens.
Nog baronale en pjotterse groeten».
Ge ziet van hier, beste lezer, dat we al-
tegader een gat in de lucht sprongen de
facteur daar hij weer enig nieuws had
voor in d'ander huizen, wij, simpelweg al,
omdat we ons gefladdeid voelden We
lieten dan ook onze tabbaarden amel-
donken tot kraaknet.
Nog baronale en pjotterse groeten».
Ge ziet van hier, beste lezer, dat we al-
tegader een gat in de lucht sprongen de
facteur daar hij weer enig nieuws had
voor in d'ander huizen, wij, simpelweg al,
omdat we ons gefladdeid voelden. We
lieten dan ook onze tabbaarden amel-
donken tot kraaknet.
Een stijlvolle Pjotr, in vol butlers-ornaat,
ving het broederschap op aan de wagen-
wijd-open poort des kasteels. Op nau
welijks een schrede van de witrus, vouw
de deze d'handpalmen tot eenen toeter
en liet hierdoor salonwaarts weergal
men «Les Sieurs Fraternels Drakman-
se terwijl een galanten armzwaai ons
ter feestzale dreef
Etiquette genoeg, dat wel, maar wetende
wat wij wisten, was toch 't eerste werk
ten allen kante loeren en sjoeren, de nek
lichtekes ingetrokken
En wat te peinzen van de verwelko
mingsgeste des barons Eén enkele
schalkse knipoog per broederHet leek
alsof we guitige familie waren van rechts
wege of plezante cousins germains van
godweet welk knopsgat. Zelfs Kaboel,
het wijze windbeest, gaf rechtstaand zijn
rechter poot maar besmodderde met zijn
linker ons proper dingen. Maar allé, 't ijs
was gebroken
Pjotr's getoeter gaf nu pas volle borze
«Le Fermier Gentilhomme Sieur Bakkelit
Frangois - Monsieur l'Aubergiste des
Quatre Ventouses, Jacobin le Barbu -
Monsieur le Sacristain de Saint Blaise,
Dille le Mortié - Madame la Fermière de
la Basse-Cour. Mélanie de Wambeek
- Mademoiselle Blanchske, mascotte
des Dragons - Monsieur I'Armature Phi
lip Isbeen, né Mentonoo - Monsieur le
Garde-Champêtre. Scherlings Alois i -
Le Sieur Zigomar le Rouspeteur, avec
bicyclette. Komt d'afzeggen - Madame
Scherlock alias Marie du Lacet- Le
Docteur Windsels d'Eels ter Moeren de
Milbeek
Ongelooflijk D'een verschijning scheen
d'ander in peis en vree op te vangen,
wat op festijnen wel gangbaar is. maar
toch hoorden we onzen fysionoom en
zielepeilder, de Fransis tegen zichzel-
ven prevelen «Wedden dat den baron
met draeckemeren op zijn kot zit
Deze argwaan werd gauw weggetrompet
door de met afgevende Pjotr- «Mon
sieur le Maire Cellinus Pauwel Tricolo-
rus
Een spontaan applaus dat hierop losbrak
gaf een zwoele luchtverplaatsing, om nu
eens van genen wind te klappen Dat
deze eregenodigde de rij der disgenoten
sloot was overduidelijk Hier en daar
werd een broeksriem losgegespt en
ieder begon watertandend, zijn toege
wezen zitsel op te zoeken. Ter tafel wa
ren overburen moeilijk 't ontwaren,
oesterbergen en fluitflessen «Ventouse
du Chateau» het zicht belemmerend. En
de sfeer Gezapig Als was er nergens
een vuilken aan de lucht, als was dat
zwaard van Damocles een doodgewoon
patattermes
Echt, zoetgevooisde feestredenaars zijn
raar Toch was Dr. Windsels d'Eels ter
Moeren een buitenbeentje van een witte
mus. Hij trok aldus van leer
Waarde Disgenoten
Dat een zekere Cajus Suetonius Tran-
quillus. geschiedschrijvere, zijn pijp uit
klopte ten jare 140 n.C. en alvorens dit te
doen ons een script naliet handelend
over 't wel en wee der twaalf eerste ro-
meinse keizers, dat weet stillekesaan
iedereen.
Toetoet, heer burgervader, ge moet hem
kennen, want hij was't die eigenhandig
neerschreef hoe Nero Claudius Caesar
Augustus eigentlijk de hele keizerlijke
show had gestolen Niet omdat hij de
kunst verstond eiken engel den duvel
aan te doen. wat verre van zijnen
schoonsten kant was, eerder daar hij
heel wat oolijks maar leeps tegelijk in zijn
mouw had zitten Waarlijk. De man gaf 't
een banket achter 't ander
Ook daar waren d'oesters de trekpleis
ters bij uitstek, maar toendertijd 'n sme
ten z'r niet mee. Eén oesterbeest per
kop. weliswaar met parelgarantie, méér
nog. de kleur des sieraads bepaalde of
men op rozen kon gaan zitten of op dik
ken ambras Ne roze parel, sjansjaar, uw
broodje was gebakken, alleszins tot
't volgende banket. Voor overmorgen
meestals. 'n wit specimen had minder om
't lijf. gaf toch recht op nog ne grabbel in
d'oesterkom. Een zwarte, amai. doe uw
boeken maar toe en met een roeispaan
onder d'armen moest g'u gaan uitleven
op de galleien
De lepe Nero. het lot meer dan een hand
je toestekend, kon aldus zijn lastposten
laten varen
Edoch, menig uitgeslapen romein had de
pest aan dat lottospel van 't hof en liet
zich de pokken voorschrijven, de wind
pokken vaneigen toen meest in zwang
want zelden blies er ne goeie wind.
Toch bleven de karottentrekkers steke-
zot van parelmoer en probeerden met
allerlei slinkse trukken ook de halzen
hunner ega's bepareld te krijgen
Tot daar de geschiedenisse om en rond
eenen keizer historie waarin een grote
leeringe verscholen zit. Dat in Nero's
bankettenhobby een systeem D stak
kan niemand afstrijden Toch liep alles
faliekant uit. zijne majesteit één grote
gaffel slaande zijn echte parels liet ie
varen
Ettelijke bravo's stormden op de spreker
af en zelfs Kaboel had er een pootgeklap
voor over maar bleef met zijn bedenke-
mssen braafkes onder tafel liggen -
«Woef 'k heb het beet. dacht slimme
beest, bijna al die broekspijpen hier zijn
een scenario van dien Cajus Tranquillus.
of hoe heet hij ook weer aan 't opvoeren,
gewis met eigentijdse listen en lagen
Zij zijn het die hier ten kastele de wind
zaaiden maar wie zal de storm oog
sten Worden de Draakmansen de Dup-
mansen Al d'anderen waren alleszins
tabbaardloos
Wordt vervolgd met slot