E. LE COMPTE OVER RAKETTEN EN VOORUITGANG TEN KOSTE VAN... M Vervolg volgende week Nestor De Tierestraat 47-49 9300 AALST LUCIEN VAN NIEUWENBERG E 053/21 84 87 *'RA(otz%o Com p te ilS- Nieuwe Gazet van Aalst - 30 december 1983 - 7 FOURREUR - TECHNIEKER ALLERLEI BONTWERKEN Vervolg van blz. 1 Ik bereikte de basis na een dagenlange tocht. Het vertrekpunt was Paramaribo, hoofdstad van Suriname. Er wachtte ons een Twin-Otter van Surinam Airways en van het vliegveld «Zorg en Hoop» was de eerste bestemming een dorp in de jungle, Stoelmanseiland. Twee belangrijke rivie ren, de Lawa- en de Tapahony-rivier vloeien er samen. Deze stromen vormen verder de grens tussen Frans Guyana en Suriname, namelijk de Marowijne-rivier. Om enigszins in de sfeer te blijven van wat er rondom de lanceerbasis Kourou en in de enorme junglestreek er rondom gebeurd, enkele feiten. Vooraleer in de Twin-Otter te mogen opstijgen, werd elke passagier gewogen. Hij mocht niet méér dan 100 kg. wegen. Met mijn gestalte en de toen 105 kg., en zonder de bagage erbij, leek er dus voor mij weinig kans als passagier. Doch, met koffer en al, noteerde de bediende op zijn blad 100 kg.... En niet alleen ik, doch ook de hoofdonderwijzer van Stoelmanseiland mocht nog mee. Want daarom was het uiteindelijk allemaal gebeurdwas het toestel niet te licht om nog onvoorzien één man méér mee te nemen. Ik ben nog nooit geland op een graspiste waar een heleboel kinderen klaar staan, om een toestel achterna te hollen tot het stilstaat. Geen grondpersoneel, géén toren. Een man in kakikostuum komt te laat, om de passagiers te helpen uitstappen. De jon gens zijn hem al voor. Ze giechelen en springen en dansen, bijna poedelnaakt, rondom U. Ze willen uw koffer dragen, al kunnen ze hem niet optillen. Dit alle maal voor een fooi. In Stoelmanseiland wordt het licht om 22 uur gedoofd. Ik logeerde bij schoolper- soneel dat een houten woning betrok hun toegewezen door de regering. Ze waren allen vrijwilligers, afkomstig vaak uit andere landen. We praatten bij flikke rend licht van een petroleumlamp; we hoorden de rivieren kloktsen en wisten ons omgeven door een enorme wereld van moeras en jungle. Stilte... Op weg naar Frans Guyana wachtte ons de volgende ochtend het begin van een tweedaagse tocht, een wilde vaartocht, per korjaal over de Marowijnerivier. De uitgeholde boomstam, nu wel al aange dreven met een buitenboordmotor, werd door twee man bestuurd. Op kop met een soort harpoen, «de Koelaman», de loods, die de stroomversnellingen in de rivier volgt en met de hand de stuurman richtlijnen geeft bij het naderen van stroomversnellingen en ook hoe zeer ondiepe plaatsen moeten worden verme den. Een tocht in de brandende zon, hoe wel zoveel mogelijk de schaduw van de bomen aan de oever wordt opgezocht. Vaak is de stroom honderden meters breed, elders dan weer slechts een tiental meter. Het gebeurt dat je soms een half uur nodig hebt om een enorme rots in het midden van de rivier te ontwijken. Het is ook gevaarlijk de handen in het water te hangen, om wat afkoeling te krijgen de rivier is het terrein van de kleine, doch gevreesde piranha... De stroomversnellingen, soela's genoemd, hebben welklinkende namen, zoals Poeloegoedoe-, Singatete-, of Man- barival. Alle zeer gevaarlijke plaatsen. We maakten zelfs mee dat een inlander, die de Marowijne in tegenstroom opvoer, bij het nemen van een waterval, omsloeg. De man had in Frans Guyana inkopen gedaan van pannen, potten, plastieken dozen in alle vormen en kleuren, messen, lepels. De hele lading dreef uiteen. En, we zijn met zijn allen op de rotsen in de rivier geklommen, om eerst de man levend te redden en dan zoveel mogelijk van zijn lading op te vissen. De buiten boordmotor werd niet meer teruggevon den. Met touwen konden we het omge slagen korjaal grijpen en aan een afhan gende tak vastleggen. De man, een han- Tekeningen van Elienne Lecompte. delaar uit Paramaribo, weende. De boot had hij gehuurd. Het verlies van de bui tenboordmotor kwam voor zijn rekening en hij had dan nog in ons geld omgere kend, voor 65.000 fr. inkopen gedaan voor zijn winkel. Hij was er het hart van in. Onze Koelaman beweerde dat twee tot driemaal per week een boot bij het nemen van de stroomversnellingen kan telde. We waren dus nog eens gewaar schuwd voor de gevaren. Wanneer iemand zich in de korjaal wat verplaatste tijdens de tocht, of wal méér naar links of naar rechts wou gaan zitten, klonk het bevelniet bewegen We hadden ook het leven van de anderen mee in onze handen. En de korjaal moest in even wicht varen. Tweemaal moesten we zelfs de korjaal verlaten en over de rotsen klauteren. Intussen namen de stuurmannen met onze korjaal gevaarlijk/ versnellingen van wel enkele meters diep. Waar de rivier opnieuw minder woelig was, kon den we opnieuw aan boord. Die eerste avond werd uitgekeken naar een bosnegerdorp, waar we de hangmat ten zouden opknopen en de nacht door brengen. Het dorp waar meestal werd aangelegd, was wegens te lage stand van het water nu niet te bereiken. Onze stuur man fronste de wenkbrauwen. Hij wist dat het moeilijk was in een ander dorp een toelating voor ons te bekomen. Op enkele plaatsen werd eerst de kopman van het dorp geraadpleegd zonder suk- ses. Het was al donker toen we de korjaal mochten verlaten en elk onze taak kregen toegewezen. Wadend door de rivier alles uitladen en langsheen een smal pad bege leid door de schijn van een zaklamp de oever opklauteren. Water haalden we uit de rivier om eten te maken. De hang matten met muskietnetten erbij, werden zo deskundig mogelijk rond de stammen van de bomen vastgeknoopt. We deden ons werk onder de blikken van een tiental dorpsbewoners. In het donker ontwaar den we een vijftal hutten. Normaal woonden er een vijftig bosnegers per dorp. Ik herinner me nog goed dat er één bij was die met een mancheta in de hand ons steeds goed in de gaten hield en als iemand zich even wou verwijderen, kreeg hij gezelschap. Hij maakte onze stuur man ook duidelijk dat hij drie talen sprak en dus zeer verstandig was. De stuurman vertaalde alles, onder de grijns van de man, die ons gadesloeg. Echter zijn talenkennis beperkte zich tot amper een drietal vreemdklinkende woorden. De gehele nacht ravotten er een tiental honden onder onze hangmatten. De die ren waren op zoek naar eten. We konden opstaan en alle koffers werden omhoog getrokken. Toen probeerden we opnieuw de slaap te vatten. Maar toen begon de man met de mancheta in zijn hut te zin gen en te roepen. Gezien de omstandigheden waren we bij de eerste klaarte vanzelfsprekend opnieuw op de been. We hadden gelegen heid een hut te zien, waarin een soort altaartje in bamboe. Er lagen overal lege bierflessen in het rond. De dorpsman zegde dat dit de plaats der genezjng was. Als je werkelijk ziek bent en je komt naar deze hut, of men brengt er U heen, nog nooit was iemand ongenezen van hier weggegaan. Zo werd ons verteld. We zagen hoe enkele mannen een korjaal maakten. Een enorme boomstam lag gekanteld en werd aan de binnenkant beetje bij beetje uitgebrand met droog gras. Met de mancheta werd de vorm bij gewerkt. Vanzelfsprekend was dit een werk voor enkele weken. In de hutten lagen ook de door dezelfde mannen vervaardigde pagaaien, hun ped dels, sierlijk beschilderd met Afrikaanse motieven. Zoals bij alle negers blijft ook hier het kontakt met het land van her komst, Afrika, levendig gehouden. Toen die ochtend, na een bad in de rivier, alle hangmatten opnieuw waren inge pakt en alle materiaal was ingeladen, werd de reis per korjaal verdergezet. Na opnieuw heel wat gevaarlijke plaatsen hielden we even halt in Bigiston grote steen, van het Engels Big Stone. Inder daad een witgekalkte dikke steen op de oever deed dezelfde dienst hier als onze naamplaat langs de weg. Hier weefden de vrouwen nog hangmatten van wilde katoen en karateristiek aardewerk werd er gebakken in een open vuur. Enkele uren verder lag in Frans Guyana het Franse stadje St. Laurent du Maroni. Er is een douanepost met douaniers, Franse kolonialen. In dit stadje is ook de befaamde gevangenis, de banjo, gekend van het boek «Papilion». De schrijver ervan werd hier gevangen gezet, vooral eer naar de Duivelseilanden te worden overgebrachteilanden gelegen tegeno ver de lanceerbasis Kourou, het einddoel van enkele niet te vergeten boeiende en zeldzame momenten, Kourou Stel U de jungle voor: zijn primitieve dorpen, slechts enkele mensen, een druk kende hitte, insekten welke het U lastig maken, en nergens het komfort van drinkwater, ook geen toiletten, geen was bakken, geen winkel met voedingswaren, geen hotels zoalswij die kennen bij ons. Er werden enkele stenen gebouwen opge trokken voor bv. de douanepost en het woonhuis voor hun gezin. Van hier tot aan de basis van Kourou liggen enkele nieuw aangelegde betonbanen. Welis waar nog op vele plaatsen onderbroken, doch de bermen zijn reeds door de bull dozers gegraven. Langs weerszijden van de banen enkel moerassige grond. Per dag rijd je hier twee a drie slangen dood. Ze kunnen zich moeilijk redden als ze op het beton oversteken. In elke autobus is antigif verplicht voorradig. De stuurman van de korjaal, die hier een bus ter be schikking heeft, volgde de opleiding hoe met het geneesmiddel om te gaan. Je ziet de verlaten en scheefgezakte hut ten, allen op palen gebouwd en nu rot tend door regen en zon. De boswegels zijn afgesloten en er prijkt een bordje 'Top Secret'. Langsheen de baan een hut met eindelijk drinkgerief. Allemaal Franse produkten. Het zijn inboorlingen, of inwijkelingen uit naburige landen, welke hier een han delszaakje zijn gestart en hopen voor de toekomst. Ze weten dat er met de raket basis iets belangrijks kan gebeuren. En ze willen er als de eersten bij zijn. Tussen de moerassige vennen steeds gro tere open vlakten. Hier en daar een waar nemingspost. Gebouwen met grillige antennes. Vastgeankerde ballons in de lucht, waaraan allerlei apparaten benge len voor metingen en observatie. Links wijst de stuurman een reeks gebou wen. Dat zijn de tekens aan de horizon, waar alles bezig is. Met verrekijkers is men niet veel meer duidelijk. Rechts in een hoge toren, een roodgeverfde ijzeren stelling met golfplaten errond, ziet ge een raket, de punt glimmend wit. Voor de rest mijlen in het rond geen mens, geen hut, alleen slangen, moerasgrond en de nieuwe beton, welke maar nieuw blijft, want hij wordt bijna niet bereden. Auto's van Franse makelij en met Franse nummerplaten zijn er niet veel. Hier heerst een aloffi aanwezig zijnde stilte. De ernst om een projekt te doen slagen. De inzet is te groot. Waar langs elke weg 'Top Secret' staat, denkt men onvermij delijk: daar achter die struiken gebeurt er iets. Enkele kilometers van een ingang van de basis kunnen we uitstappen. Dit is Kou rou. Dit is de Europese evenknie van Cape Canaveral. Maar de Amerikanen hebben al een zo grote vooruitgang, dat men zich hier wel in de woestijn voelt. Samen met de ruimtebasis werd er ook een hotel gebouwd, vrij futuristisch van vorm. Wat opvalt is de grote inkomhall, veel zetels, maar géén mensen. Aan de muur foto's van onze aarde. Foto's genomen van duizenden kilometer hoog. Aan de receptie is men verwonderd dat we geen Engels praten. De verdiepingen lijken op lange gangen met luchtkokers tegen het plafond. Precies alsof je in een enorm grote fabriek wandelt. Vanop het balkon enkele wuivende pal men en in de verte de Duivelseilanden- groep. Links weet je de raketten opge steld, al zie je niets. Uitgehongerd gaan we op zoek naar wat eten. Het blijkt dat er geen eetzaal is. Tenminste, deze is voorzien, maar werkt nog niet. We zijn de enige toeristen in het hotel. Andere gasten, die binnen en bui ten gaan, met op hun borst naam en foto, zijn ingenieurs, die in het space- centrum werken. Dan maar onze Koelaman geraadpleegd, want ook hij is er nog. We lopen een eindje naar buiten, steken een enorm grasplein over en betreden een gebouw in stervorm. Geen trappen bij de ingang, licht hellend pad zoals we het ook in Bra silia hebben gezien. Als je rondkijkt ziet ge ongeveer hetzelfde opzet in enkele gebouwen met een vijftal verdiepingen. Hier wonen de 'nieuwe' mensen van Kourou. Hier wonen zij, die met het ruimteprojekt zijn overgekomen, met de bedoeling hier sukses en geld te maken. Ik heb nog maar weinig vrolijke aange zichten gezien. De refter, of beter 'het restaurant-eetzaal' werkt met een soort bonnetjesysteem. Ben je niet verbonden aan de Space-groep, dan wordt het moei lijker. Het wordt ons duidelijk dat er veel perso neel aanwezig is, doch we zijn de enigen in de eetzaal. We vragen een menukaart. We vragen kip, of iets anders. We vragen avondeten. Enkel schouderophalen is het antwoord van de dame achter de kassa. Er is dus geen eten Neen Dan maar terug naar het hotel. En, in het hotel Ook niet. En ergens in een nabijgelegen stad Och, Cayenne is te ver rijden en daar is alles dan eveneens dicht. Er is nog een bar in het hotel. Enorm groot. Wel honderd tafeltjes en er brandt licht. Er zit één man voor de tapkast en een Frangaise lijkt de bazin. Eten voor een tiental mensen. Neen, onmogelijk. De keuken is dicht. En dan wat brood, of iets anders. Er is niets. Geen bier. Geen likeur. Geen whisky. Elienne I,e Compte is een befaamd kunstschilder van bij ons. Toen hij dit jaar zoals U en ik hoorde over de suksesvolle lancering van de Europese raket Ariane 17, dacht hij terug aan Kourou (Frans Guyana), waar de raketbasis ingeplant werd. Hij zette zich aan 't schrijven... Exklusief in dit blad: ZIJN rakettenverhaal. men denke er de hitte van de jungle bij...

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1983 | | pagina 9