AALST Voor de Landbouwers van 18 Jan 1937 TWEEDE BLADZIJDE mogelijk maken van de nijverheid, die in ongunstigen toestan'i verkeert ten den den kostprijs verminderen, den gevolge van overdreven lasten. Zij zou- uitvoerhandel bevorderen, den huur prijs van het geld verminderen en de levensduurte doen afnemen. Bij elke beraadslaging over de be grooting van financiën verdedig ik de zaak der burgers, die weggevoerd wer den tijdens den oorlog. Ik hoop, dat men hun eindelijk recht zal laten we dervaren. In 1924, heeft de heer Pirenne hun belangen verdedigd tusschen den hr. Pirenne en den Duitschen Staat is een overeenkomst tot stand gekomen, waarin nl. bepaald wordt dat d<e Duit- sche regeering erkent een bedrag van 24 millioen frank schuldig te zijn, te verdeelen onder de lastgevers van den heer Pirenne dezen zouden van alle verdere eischen afzien. Die toelage werd onder de 47,957 on derteekenaars verdeeld. Doch, een hon derdduizendtal andere weggevoerden hadden geen kennis van die procedure en ontvingen niets. Ziedaar een schreeuwend onrecht. De regeering heeft tot plicht aan de burgerlijke weg gevoerden, die niet onderteekenden, een som uit te keeren gelijk aan die, die aan de anderen werd toegekend. Niet één Minister van Financien heeft de gegrondheid van mijn zienswijze ontkend. De heer Houtart heeft mij doen weten, dat dienaangaande een wetsontwerp werd opgemaakt de heer Renkin verklaarde mij, dat de regee ring verplicht was het onderzoek van het ontwerp te verdagen tot een gun stiger tijd aanbrak. Verleden jaar. antwoordde mij de heer Max-Léo Gé- rard, dat de kwestie der vergoedingen aan de weggevoerden voor het verlies van colli zijn gansche aandacht gaan de maakte. Daar men nooit de gegrondheid van die eischen en de mogelijkheid om ze in te willigen, heeft betwist, besluit ik er uit, dat die menschen eerlang vol doening zullen krijgen. Ik vestig de aandacht van den Mi nister op de belangen van de bejaarde gepensioneerden van het onderwijs. Het is treurig wanneer men ziet hoe traag de aanpassing van hun pensioen vordert. Hoelang zullen die bejaarde menschen nog hun aangepast pensioen kunnen trekken Elke week worden tientallen onder hen door de dood weggemaaid. Het is treurig te moeten bedenken dat zij het niet mochten beleven dat hun rechten werden erkend en dat hun materieel toestand werd verbeterd. Men ziet niet goed in waarom geen enkel aangepast burgerlijk pensioen tot op heden werd uitbetaald, terwijl de militaire pensioenen grootendeels zijn vereffend. Die toestand duurt sedert ongeveer negen jaar. De herziening, door het Rekenhof, van de oude pensioenen vordert traag en moeilijk. Indien het personeel on toereikend is, moet het vermeerderd worden. Ware het niet mogelijk de herziene pensioenen nu reeds uit te betalen en de pensioenen van de oudsten in jaren, eerst te onderzoeken Ik verzoek den Minister naar de mogelijkheid uit te zien om het werk te bespoedigen. Hij zal er, daar ben ik zeker van. er cp staan zoo spoedig mogelijk voldoening te schenken aan die oude lieden, die een daad van rechtvaardigheid: ver wachten. (Toejuichingen bij de libera len centiemen te verminderen en dus te brengen op 20 opcentiemen. Dit be duidt voor die kategorie belastingschul digen eene nieuwe vermindering van 157.500 fr., wat ontegensprekelijk de koopkracht van het grootste deel van die menschen moet vermeerderen, wat dus rechtstreeks ten goede moet ko men aan handel en nijverheid. Voor wat de Aalstersche nijverheid aangaat werd van hooger hand de be lasting op de beweegkracht gebracht van 12 fr. per eenheid Paarden Kracht op 12 fr. per Kilowatt en daar 1 een heid P.K. gelijk staat met 0.736 Kw. wordt hier de nijverheid bevoordeeligt met 26 t.h. Dit is de reden waarom 1937 een klei ner cijfer voorziet als 1936, terwijl an derzijds logischer wijze de heropleving van de nijverheid ons hier ook een meerdere inkomst moest bezorgen. Met de 20 opcentiemen meer te ont lasten op wedden en loonen, ontlasten wij, in verhouding met de cijfers van vorige jaren de bevolking voor een to taal van fr. 420.500.-- plus 157.500.— gewonen dienst fr. 3.000.000.— is voorzien voor de straten 650.000.— voor landbouwwegen 400.000.-- voor rioolen en borduren 4.000.000.- voor onteigeningen 5.000.000.— voor rioleeringswerken en zuivering van wateren, overwelving van Hoezebeek en Ziebegembeek of samen fr. 13.050.000.— of samen 578.000.— DE BEGROOTING De heer Burgemeester opent de ver- gadering om 8.15 u. De raad is voltallig. De sekretaxis bracht verslag uit over de laatste vergadering, dat zonder op merkingen werd goedgekeurd. Daarna verleende hij het woord aan de Heer DE STOBBELEIR (Schepen van Financies). Zijn rede Mevrouwen en Mijnheeren, De begrooting 1937 werd u ter hand gesteld bij middel van de formulieren voorgeschreven en ter beschikking ge steld dcor het Provinciaal Bestuur en ik ben ervan overtuigd, dat die formu- len er veel zullen toe bij gedragen heb ben om aan de Raadsleden toe te laten een klare kijk te hebben over de be grooting zelve. Zooals voorgeschreven werd als ver trekpunt genomen de afgesloten reke ning van 1935 en de goedgekeurde be grooting voor het jaar 1936. De rekening '35 voorzag nog een som van 1.498.430,53 fr. als te innen ont vangsten, maar voorzag ook een som van 3.420.089,63 fr. als nog te betalen uitgaven. Om dit verschil in evenwicht te brengen, heb ik rekening gehouden van de meer ontvangsten dan hetgeen voor de begrooting 1936 voorzien was en voortspruitende uit de herop bloei van handel en nijverheid. Een eventueele herziening van de cijfers van 1936 is trouwens ook voor zien in de begrootingsformulieren voor 1937 door het Provinciaal Bestuur ons ter hand gesteld, en ik heb er aan toe gevoegd voor meerdere opbrengst Op mobilienbelasting fr. 160.000.— Op grondbelasting 170.855.21 Op bedrijfsbelasting 720.000.— Op cedelbelasting geheven in andere gemeenten 150.000.— grondbelasting, mobiliënbelastmg en bedrijfsbelasting, inplaats van 160 op centiemen zooals de laatste jaren. 2) Met basis 40 opcentiemen op de speciale belasting op wedden en loonen in plaats van 50 opcentiemen. 3) Dat de belasting op dienstboden, balcons en logias, poorten en hekken volledig werden afgeschaft. Deze verminderingen beloopen geza menlijk tot de som van 420.500,00 fr. en verdeelen zich als volgt Grondbelasting fr. 160.000.— Mobiliënbelasting 3.400.— Bedrijfsbelasting 132.000.— Wedden en loonen 79.000.— Dienstboden 7.100.— Balcons, logias 8.000.— Poorten en hekken 31.000.— Samen fr. 420.500.— Te samen fr. 1.200.855.21 Die herziening liet toe, rekening hou dende met het vermoedelijk boni op 1 Januari 1936 en het te kort van de laatste begrooting 1936, de nog te doe- ne uitgaven van de rekening 1935, be- loopende tot 3.420.089,63 fr. zooals hier boven gezegd, in evenwicht te brengen. Er bleef dan nog enkel over de toe lagen van het Gemeenschappelijk Fonds te storten aan de Commissie van den Openbaren Onderstand en die in 1935- niet in de rekening en in 1936 niet in de begrooting zijn voorzien niettegenstaande die rekening en die begrooting goedgekeurd werden door de overheid en die respectievelijk be liepen tot 229.333,00 fr. en 270.537,00 fr. 't Zij 499.870,00 fr. te zamen. Hadden wij deze twee schadelijke posten niet gehad, de huidige begroo ting die verleden Vrijdag in de Ver- eenigde Sekties werd besproken en sluit met een boni van 476.010,91 fr. zou sluiten met 'n BONI van 476.010,91 plus 499.870,— of samen 975.880,91 Dan wil ik er TJ in de eerste plaats attent op maken, Mevrouwen en Mijne Heeren. dat de begrooting '37 werd op gemaakt 12 Met basis 150 opcentiemen voor Als het huidige Schepen-College in April 1935 werd samengesteld werd on getwijfeld van dit vierledig Schepen- College verwacht Een strenge kontrool over de stads- zaken Een goed doordachte bezuinigingspo- litiek De gezondmaking van de finantieele toestand van de stad. Ik ben overtuigd, dat de Raadsleden die deze begrooting bestudeerd hebben, zich hebben vergewist, voor wat de ontvangsten betreft eenerzij ds en Hoofdstuk 16 «schuld» in de uitgaven anderzijds, van rationeel beleid en normaliseeren van de toestand door het omzetten van de leening met bij zonde ren en verders de omzetting van onze leeningen van korten op langen ter mijn. Anderzijds werd, voor wat de uitga ven betreft, niet aan kleinzielige be- zuinigingspolitiek gedaan. Er werden aanzienlijke sommen voor zien voor het herstellen en onderhou den der stadsgebouwen en straten. Verders brengt de vermeerdering der loonen en wedden aanzienlijker uitga ven meê. In de rubriek Gemeenteschuld werd een som van 350.000 fr. voorzien voor de jaargelden en dooiingen die de uit voering moet toelaten van belangrijke openbare werken en verbouwen van noodzakelijke stadsgebouwen. Alvorens verder te gaan, wil ik de bijzondere aandacht van den Raad ves tigen op het feit dat de verschillende kategorien van belastingschuldigen bij deze begrooting gading vinden. De eigenaars zoo groote als klei ne genieten een vermindering van 10 opcentiemen. De handelaars, neringdoeners, mid denstanders, in één woord, AL 'de vrije beroepen worden ook met 10 opcentie men ontlast. De belasting die het zwaarste weegt, namelijk de belasting op wedden en loonen, wordt ook met 10 opcentiemen vermindert. Gezien het batig slot van 476.010,91 frank van deze begrooting, hernieuw ik mijn voorstel gedaan verleden Vrijdag in de Vereenigde Sekties, de belasting op de loontrekkenden nog met 20 op- Verder gehoor gevend en volledig ak koord zijnde met de wenschen uitge drukt in de sektievergadering van Vrij dag 1.1., ben ik akkoord te voorzien 4.000 fr. voor de tooneelmaatschappijen als vergoeding aan die maatschappijen voor gebrek aan gebruik van het Stads theater. Verders 12.250 fr. voor aan koop van een vleugelklavier dat van de Feestzaal niet mag worden verwijderd en waarvoor de maatschappijen, die feesten inrichten op de Feestzaal, en indien zij een klavier noodig hebben een huurprijs zullen betalen. Blijft nog 75.000 fr. voor meerdere doodingen voortvloeiende uit het feit dat 1.000.000 fr. meer zouden worden voorzien in de buitengewone begrooting voor onderhoud en leggen van straten en nog 600.000 fr. voor de onteigening van de gebouwen gelegen rond het Stadstheater. Van die nieuwe cijfers rekening hou dende sluit deze begrooting op den ge wonen dienst met een BATIG slot van 222.260.91 fr. Het is ontegensprekelijk dat met een dergelijke begrooting, de kastoestand in 1937 merkelijk zal verbeteren wat voor de buitenstaanders en de leveran ciers van de stad, het vertrouwen in onze stad zal versterken. Het is wenschelijk dat, willen we dien toestand nog verbeteren, een en gere verstandhouding zou bestaan on eer het personeel van onze stadsdien sten. Ongetwijfeld zou het sneller goed keuren van onze begrootingen en reke ningen door de hoogere besturen veel gemak, maar ook heel veel gelegenheid om met meer juistheid en stiptheid te werken meê brengen. Maar voor wat de stadsdiensten zelf betreffen, indien we de stad willen besturen zooals het be hoort, moeten sommige diensten wor den heringericht, moet het werk in de bureelen beter worden verdeeld, moe ten de mandaten regelmatig worden opgemaakt en de sommen overeen stemmen met die voorzien in de be groeting, mogen de voorziene kredieten niet meer overschreden worden, moet er een hoofd zijn die met takt de lei- ring in handen houdt van de verschil lende diensten hier in ons stadhuis ge vestigd. Het Schepen-College zal zijne ver antwoordelijkheid nemen om maatre gelen te treffen om daaraan gevolg te geven. Schenken wij thans, gedurende enke le oogenblikken onze aandacht aan de Buitengewone Begrcoting die dit jaar aanzienlijke sommen voorziet. Tot heden heeft de stad Aalst nog niets genoten van de honderden mil joenen franken die werden uitgestoken door de Staatsdiensten om werken en verbouwingen te laten uitvoeren, met het oog op de werkloosheidsbestrijding. Een programma van -uitvoering van openbare werken werd opgemaakt en het stadsbestuur wil trachten voor 1937 en volgende jaren zooveel mogelijk van die toelagen te kunnen gemeten. En zoo komt het, dat in de verschillende hoofdstukken van onze Buitengewone Begrooting groote semmen zijn voorge dragen, om op alle gebied aan het Ste delijk Patrimonium, aan ons Stadsbeeld en aan ons Stadsleven, een heel ander uitzicht te geven. De opsomming der verschillende wer ken vindt gij in de uitgaven van onze buitengewone begrooting. In de ontvangsten zijn vermeld in de verschillende hoofdstukken de subsidies welke wij van den O.R.E.C. of de ver schillende betrokken Ministeries hopen te ontvangen en dit voor een gezament- lijk bedrag van 9.040.500 fr. Verders onder Hoofdstuk 7 «Leeningen» is in geschreven de som van 13.801.000 fr., zijnde het totaal bedrag van de tus- schenkomst van de stad voor de uit voering van verschillende werken. Zoo als reeds gezegd zijn de doodingen voorzien in de gewone begrooting. Het geschatte bedrag der uit te voe ren werken beloopt tot een totaal van 21.241.500 fr. Terloops meen ik er te mogen op wij zen, dat buiten de sommen voorzien in den gewonen dienst, er in den buiten- De Buitengewone Begrooting liet een batig slot van 944.316,26 fr. De ver schillende voorziene toelagen en lee ningen beloopen in hun geheel tot 23.426.650 of een totaal van 24.370.966.26 frank tegenover de uitgaven van de buitengewone begrooting, rekening houdende van de 62.139,76 fr. die nog te vereffenen bleven van vorige dienst jaren tot een bedrag van 23.978.086,67 of een batig slot van 392.879,59 fr. Het Bestuur van de stad Aalst, met eene begrcoting op zich zelf genomen voor 1937, voor den gewonen dienst tot een bedrag in inkomsten en uitgaven van circa 20.000.000 fr., dient be schouwd en uitgevoerd als het beheer van eene groote handelszaak en waar van wij op dit oogenblik de beheerders zijn. Ik meen, dat wij den weg zijn inge slagen dat onze bevolking van de zwa re lasten waaronder zij gedurende ja ren gebukt ging, trapsgewijze van ver mindering zal kunnen genieten. Ik breng hulde aan de leden van het Schepen-College, 'die met de meeste welwillendheid hebben meegewerkt aan elke politiek van opbouw en gezond making. Ik ben de Overtuiging toegedaan, dat de toestand welke ik de eer had voor te dragen, uwe goedkeuring zal weg dragen en tegelijkertijd uw vertrou wen en dat van de gansche Aalstersche bevolking. De heer Deprez (soc.). Deze vreest, dat De Stobbeleir, de begrooting welke sluit met een batig saldo, voor eigen partij zal uitbuiten en acht het goed er even aan te herinneren aan de toe stand van vroeger, waar het toenmaals College verplicht geweest is de verhoo ging der opcentiemen te stemmen. Daar er een boni is, doet hij na mens zijn groep volgende voorstellen 1) 50.000 fr. meer voor wintersteun en melkuitdeeling aan behoeftige kin deren 2) Loonsverhooging aan de politie en betaalde overuren 3) Meer toelagen voor openbare wer ken 4) Toepassen der syndicale barema voor de stadswerklieden 5) De ondernemers van openbare werken zouden -aan hun werklieden geen minderwaardige loonen mogen betalen. Mw Gravez (V.N.). Verklaart, dat er voor openbare werken de som van 21.000.000 fr. voorzien is voor het ver nieuwen van straten in alle wijken, voor het verbouwen van stadsgebou wen waaronder Handelsrechtbank, Stadhuis, Slachthuis, enz. Voor het vervangen van de barakken door goedkoope woningen 600.000 fr. Verder zal er aangevangen worden met het nieuwe Atheneum, Stads schouwburg en Zwemkom. Mr Bocqué (V.N.). Verklaart zich akkoord om de belasting te verminde ren en zegt, dat het de vroegere ver hooging is die nu de vermindering toe laat. Hij zegt aan De Stobbeleir, dat de vermindering op zijn verantwoordelijk heid is, voor wat betreft de toekomst. Mr Bastiaans (Kath.). steunt het voorstel van Deprez, maar zegt, dat zulks in de Sekties had moeten bespro ken worden en niet in de openbare vegadering. Mr Danckaert (K.). Zegt, voorwat betreft de wintersteun, hij aan ver schillende steden inlichtingen heeft gevraagd. Voor een medisch toezicht in de scholen, had hij een schrijven gericht naar den Raad, maar deze heeft hem niet gevolgd. (Mr De Stobbeleir protesteert.) Mr De Stobbeleir (Lib.). Mr Danc kaert moest hiervoor de berekeningen gemaakt hebben, om die desnoods in de begrooting te kunnen inschrijven. Aan Deprez herinnert hij eraan, dat destijds de socialistische bladen hulde brachten aan de liberalen, omdat ze alhoewel toen in de oppositie al de noodige kredieten en leeningen stem den. Met wat de Soc. voorstellen betreft, kan hij zich niet akkoord verklaren, omdat het gemakkelijk is wanneer er een boni is, met nieuwe uitgaven voor de pinne te komen. Hij verklaarde ver der dat hij dan ook met voorstellen kon opkomen en het overschot wegma ken. Alleen kan hij het betalen der overuren der politie aannemen. Mr Moyersoen (Kath). verklaart, dat het overschot te klein is om goed te besturen en om reeds met uitgaven op te komen. Daarmee is de algemeene bespreking ten einde en er zullen enkel eenige ar tikels afzonderlijk besproken worden. Mr Callebaut (Kath.) Vraagt waarom er in de begrooting maar 150.000 fr. voor de vakschool is inge schreven, in plaats van 160.000 zooals was overeengekomen. Mr De Stobbeleir (Lib). verklaart, dat er absoluut geen akkoord was. De Schepenen Moyersoen en Danckaert, hebben zich in de sekties akkoord ver klaart met een toelage van 150.000 fr. Mr Moyersoen (Kath.) bekent, dat hij zich akkoord heeft verklaard met 150.000 fr. maar denkt dat er in de toekomst naar middelen zullen moeten uitgezien worden om de toelage te ver- hoogen, want, het vakonderwijs wordt voordeeliger als het middelbaar onder wijs. Mr De Neve (V.N.) vraagt voor de mutualiteiten inplaats van een toelage van 55.000 fr., 110.000 fr. Mr De Stobbeleir (Lib.) verklaart, dat met een meerdere toelage aan de mutualiteiten dit geen verlichting zal zijn aan den openbaren onderstand. Mr Lauwereys (Soc.) steunt voor wat betreft de sociale voorzorg, het voorstel van Deprez. Mr Cornelis (Lib.) zegt, dat de melkuitdeeling een algemeene regie! moet zijn en niet aan zwakke kinderen alleen, ten einde geen stempel te zet ten op di$ kinderen. Vraagt verder het voorstel De Neve te onderzoeken. Na nog een weinig dickutie wordt de begrooting in haar geheel ter stemming gelegd en eenparig goedgekeurd. Bij gebrek aan plaats, zal het verslag over de andere punten der dagorde toe komende week verschijnen. Men beweert, dat de liberalen voor onze landbouwers niets doen. Wij geven hier, ten titel van staaltje, de rede uit gesproken in de Kamers, door de libe rale Volksvertegenwoordiger, VAN GLABBEKE. De Heer Voorzitter. Het woord is aart den Heer Van Glabbeke. De Heer VAN GLABBEKE (op het spreekgestoelte). Mijnheeren, mid den al i; e levenskrachten der natie, ver dient de landbouwer eene allereerste plaats. Ik bedoel natuurlijk eene aller eerste plaats om van de gunsten der regeering te genieten. Nochtans, in wer kelijkheid gaat het anders de land bouwer staat op de eerste plaats om uitgebuit te worden en van zijn duur- gewonnen spaarcentjes beroofd te wor den. In andere woorden de spreuk «De boer zal 't al betalen», blijft nog steeds in de mode. Niemand zal betwisten, dat de toe stand op den buiten, verre van schit terend is. De laatste daling van den frank heeft daartoe veel bijgedragen, door het stijgen der inkoopprijzen van 20 tot 25 ten honderd, wanneer de ver koopprijzen in evenredigheid deze stij ging niet volgden. Tijdens de laatste jaren werd, door den Staat, eene soort politiek der min ste krachtinspanning gevolgd. In plaats van aan het landbouwvraagstuk eene nationale oplossing te geven, werden politieke redmiddelen gebruikt. Onze landbouwers wist men te paaien met protectionistische maatregelen, contin- genteeringen, zekere toelagen en hiel en daar wat premiën waarvan meesten deels de groote landbouwers genoten hebben. Onze landbouwer moet op de hoogte worden van den vooruitgang welken op den vreemde verwezenlijkt wordt, en dit kan slechts geschieden door een de gelijk landbouwonderwijs. 't Is dus met overtuiging, dat ik kre dieten voor het landbouwonderwijs zal stemmen. Nochtans moet ik bekennen, dat het officieel landbouwonderwijs on- vc.i.oende ingericht is en ik wensch in het bijzonder de opmerkzaamheid van den achtbaren Minister van Landbouw te vestigen op het feit, dat er, in stre ken welke, zooals het Veurne-Ambacht, het Diksmuidsche, de kantons Nieuw- poort en Gistel, uitsluitelijk van land bouw en veeteelt leven, er geen enkele landbouwschool bestaat. Die toestand moet veranderen. Onze landbouwbevol king heeft landbouwonderwijs noodig. Zij is niet genoeg op de hoogte der mo derne methoden van uitbating. Mijne streek is een der belangrijkste des lands onder landbouwopzicht. De stad Dixmu- de, als landbouwcentrum bekend, ware ontegensprekelijk lie gepaste plaats voor het inrichten eener landbouw school. Dit zou in onze streek de groen ten teelt grootendeels bevorderen. D.t ware overigens zeer gegrond, daar wij langsheen de kust, tijdens de Zomer maanden, in onze badsteden, een over groot verbruik van groenten hebben. Zelfden toestand geldt insgelijks voor wat betreft het fruit en de bloemen. Het staat vast, dat in ons land, de landbouw slecht is georganiseerd en dat de contingenten, waarmee men nu den landbouw tracht te beschermen nood lottig zijn én voor den landbouwer én voor den verbruiker. Uit de statistieken blijkt het immers, dat bedoelde contin genten jaarlijks voor meer dan twee en half miljard op den Belgischen verbrui ker wegen. (Zie vervolg 3de bladzijde.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Liberaal | 1937 | | pagina 2