Aan de welwefers van hef O. F. ZATERDAG 24 NOVEMBER 1945 (Verschijnt om de 14 dagen) 12c JAARGANG Prijs per nummer 2 fr. Nr. 16 DE LIBERAAL Verantwoordelijke uitgever M. L. D'HAESELEER,Graaf EgmontGroote Markt AALST Telefoon 1215 VRIJHEID SOLIDARITEIT VERANTWOORDELIJKHEID AHeN^riefw-isseling en bijdragen te sturen naar Redaktie Churchilllaan, 23, Aalst. In het blad De Liberaal hebben wij het steeds gehad tegen het blad van het O. F. Bij de opstellers en de leden van den Redaktieraad van het O. F. kwam het er alleen op aan te trachten zooveel mogelijk nummers van het blad te verkoopen en om dat doel te bereiken waren en zijn alle mid delen goed. In de laatste weken waren nog slechts een VIJFTAL personen de hoofd- personnagen en de meerderheid van die personen stonden in den aktieven weerstand, BINST DAT DE VIJAND IN ONS LAND WAS. Die worden herhaaldelijk aangevallen, maar de zwarten, de collabo rateurs, die laten zij met rust. Natuurlijk, bij menschen die elke week herhalen dat zij niet aan politiek doen en dat zij zich alleen om den Weerstand be kommeren, blijft dat niet duren. Als er menschen door de modder worden ge sleurd, dan zijn er anderen die daar genoe gen in scheppen.Maar wee als die me- neeren dan ook eens iets tegen hun zin moeten lezen Het succes brengt die menschen dan ver der en zonder dat zij het zelf weten staan zij op politiek terrein. Dat is gebleken in het artikel van Nr 1 van het O. F. 2' jaar gang. Het gaat om mijne afstelling als sche pen op 16 JULI 1940, toen de Duitschers en hunne trawanten de meesters waren. Zij hebben een dokument gevonden en beslui ten dat OP 16 JULI 1940 DE STOBBE- LEIR IS AFGEZET DOOR DE BELGI SCHE OVERHEDEN. Bravo Heeren, ik dank U omdat gij mij de gelegen heid geeft uwe dwaasheden aan den kaak te stellen. Gij zult natuurlijk volgende week schrijven HIJ VALT DEN WEERSTAND AAN Maar gij ook, valt den Weerstand aan en gij lokt ant woorden en polemiek uit. Het dokument is onderteekend door de Bestendige afgevaardigde Van de Velde. De Belgische Goeverneur, M. Van den Boogaerde had zijn post moeten verlaten. Tegen de HH. Van Steenbergen en Van de Velde werd laatst nog in openbare zitting van den Provincieraad gemani festeerd en geprotesteerd omdat zij binst de bezetting zich niet zouden heb ben gedragen zooals het moest zijn. Wie maakten nog deel uit van de Be stendige Deputatie waar De Stobbeleir af gezet werd V.N.V. MARCEL DE RID DER uit Aalst en V.N.V. DE PAEPE uit St. Niklaas. WIE heeft er aan geholpen om DE STOBBELEIR TEGEN REDEN TE DOEN AFSTELLEN MEVROUW GRAVEZ en AL de V.N.Vers. En dat noemen dus die onvervalschte weerstanders, eene Belgische overheid. Waarlijk zij zijn zoo verblind en zoo op gejaagd in hunne dwaze kritiek tegen alles wat met den weerstand niets te zien heeft en tegen diegenen die hen durven te woord staan en die dat recht er toe heb ben, dat zij het verschil niet meer weten tusschen een Belgische of een Duitsche tra wan tenoverheid. Zij meenden dat dit dokument de red ding bracht aan den weerstand, een doku ment dat hen kan bezorgd worden door mannen als nen Callebaut. Waarlijk, de on vervalschte O. Fers hebben het ver ge bracht en zij spelen zeer goed in de KAART VAN DE ZWARTEN (waarover zij nog heel weinig spreken) en van hen die den weerstand willen aan stukken trekken. En dit alles op den rug van De Stob beleir, Voorzitter van het O. F. van Mei 1941 tot 10 November 1944. En moest De Stobbeleir weg 1 Om zeker te zijn van hun spel zegt het O. F. dat de weerbare mannen zich moesten terug trekken van 16 tot 35 jaar. Ik zeg neen, want de Dinsdag namiddag, 14 MEI 1940, verklaarde Mi nister Spaak aan de Radio, dat alle weer bare mannen TOT 45 JAAR ZICH AAN DEN VIJAND MOESTEN ONTTREK KEN. Er zijn er weggegaan tot 50 en 55 jaar, en nog veel ouderen, omdat zij te dik of te dun, te groot of te klein waren, omdat zij de Duitschers verwachten en zich de gruwelen van 1914 herhinnerden. Hewel De Stobbeleir was slechts 40 jaar den 15 Augustus en viel in die voorwaar den zelfs zonder rekening te houden van wat ik U verder zal zeggen. En die ouder dom van 16 tot 45 jaar is nogmaals beves tigd geweest in Openbare Zitting van den Gemeenteraad door M. Rimbaut op 12 Ju ni 1940 (ik was er nog niet want ik kwam slechts den 19 Juni terug) en niemand heeft het betwist alhoewel het van belang was voor sommige stadsaangelegenheden. Zelfs de V. N. Vers hebben het niet betwist, maar zij... Weerstanders, zij betwisten hef" wel omdat het hier TEGEN EEN WEER- STANDER GAAT. Waren er reden voor De Stobbeleir om in die omstandigheden weg te gaan Wie in de stad had gedurende 15 jaar eene kampagne gevoerd tegen de fronters en V.N.Vers zooals ik zelf Wie heeft ten allen tijde de V.N.Vers met hunne fascisti sche politiek bij de Duitschers vergeleken en hen voor Duitschers uitgescholden en op affichen en groote geschilderde plak katen met hakenkruisen op den arm voorgesteld In elk geval niemand van U. Wie in die laatste Koncentratiekam- pagne, haalde heel de annexatiepolitiek aan van Duitschland en wie heeft er op gewezen dat de politiek van het V. N. V. er op ge steld was het werk van de Duitschers bij eenen gebeurlijken inval in België te steunen. In Elk geval... Niemand van U. Al die affichen, die manifesten liggen nog ter inzage in ons lokaal. Die pretentie heb ik en dat pluimpje steek ik op mijnen hoed zooveel te meer dat er op dit oogenblik sommige partijge- nooten waren die vonden dat ik ook zoo geweldig niet mocht gaan. Ik heb doorge dreven en de treurige laatste VIJF jaren hebben mij volledig in het gelijk gesteld. Ik wist dus wat ik gedaan had en dat wisten ook de V, N. Vers. Zij kenden mijnen schrijftrant. En dat zal ik verder bewijzen. Ik HAD ALLE REDEN OM ER VANDOOR TE TREKKEN. Na de Terugreis. Op 10 Juli 1940 ga ik voor de eerste maal terug naar den gemeenteraad. Gewel dige diskussie met Callebaut die vechtens- gereed staat (hij is natuurlijk sterk want wat er ook kan voorvallen, de V. N. Vers en de Duitschers zijn er), Bastiaens die het hooge woord voert en Danckaert die eene rede van de Nationale Feestdagen in het belachelijke trekt. Hij kwam nooit naar de Nationale plechtigheden en NU DE DUITSCHERS ER WAREN, hij Danc kaert, de hardnekkige verdediger van de Koncentratie moest eens aan zijne V. N. V. vrienden doen zien hoe hij kon spotten met België. Het officieel verslag vermeld dat de HH. Schelfhout, Rimbaut, Laureys. Blanc- kaert, Amant, Bomon, Mevr. Steenhout, Kam. Guns en De Stobbeleir, de zaal ver lieten. In zitting van 12 Juli 1940, dus twee da gen nadien, vraagt De Stobbeleir betere ravitailleering voor het Hospitaal en met reden. (Daar zouden de EE. Zusters U nog best kunnen over inlichten en zeggen wat De Stobbeleir voor hen op dat oogen blik gedaan heeft). Opnieuw vliegt Calle baut recht tegen De Stobbeleir bij zoover dat de achter hem zittende raadsleden moe ten tusschenkomen. Ruzie tot op den koer en aan de poort van het Stadhuis hoorden geloofswaardige getuigen Callebaut nog roepen IK ZAL HEM DOEN VAST ZETTEN. Op 2/8/40 nieuwe zitting met afkondi ging van mijne afstelling als schepen. Kijk eens hoe rap DAT DIE BELGISCHE OVERHEID (van het O. F.) is opgetre den. Van 16 Juli tot op 2/8. En dus was het besluit reeds enkele dagen aangekomen. Die Belgische overheden genre Marcel De Ridder moeten er fel op aangedrongen hebben want dergelijke zaken gaan ge woonlijk niet zoo snel. Maar het was NIEUWE ORDE. Op 3 Oktober de zit ting waar ik door den Duitschen komman- dant werd buiten gezet maar niet buiten ging vooraleer Lindner eerst mijn naam noemde. En daarmee had ik op het Stadhuis waar ik sedert 1926 zetelde, gedaan. Toen ik bij Kriegsverwaltungsrath Joyte moest gaan, die in het huis Gravez sliep, la gen al de manifesten van de Liberale Partij op de kommandatuur en mijne foto er boven op. Dat heb ik aan Bocqué ge zegd toen hij mij liet ontbieden na dat ik het bezoek had ontvangen van zijn broeder Isidoor Bocqué en Antiek, als stichters van de Zwarte Brigade. (Ik was de eerste die hunne bedreiging ontving naar Duitschland te worden gestuurd, November 1940). Ook in de gevangenis te Gent lagen de verschil lende sluikbladen bij Kriegsreferath Schmidt en vertaler Opdebeeck, sluikbladen waarin waren aangeteekend met rood potlood, de artikels door mij geschreven. Het Begin van den Weerstand. Hij begon in mijn huis met het binnen- nemen van mijn neef Henri Van Beneden, die bij de plakjeswacht genomen werd in 1941. Hij was het die met Marcel Kieckens en Willy Mortier en enkele anderen hier te Aalst de eerste sabotage begonnen. Hij was bij de eerste verspreiders van sluik bladen en bij de PLOEG VAN HET ATHENEUM In 1942 wordt hij gesnapt met enkele vrienden IN DE KLAS IN HET ATHE NEUM en hij heeft het geluk zijn makker die nevens hem zit, alhoewel de Duitscher in de klas stond, te zeggen zijn nonkel te verwittigen dat er thuis iets in zijnen zak zit. De feldgendarm gaat weg met hem en de andere jongen komt bij ons geloopen.De re volver zat in zijn overjas bij mij thuis in de kast.De Duitschers vinden niets maar Van Beneden krijgt toch VIER maanden Merx- plas voor de sluikbladen. En binst dien tijd sta ik met beide voe ten in den Weerstand. Wat ik nog niet zegde dat was dat ik zelf. aan LEDEN VAN DE WITTE BRIGADE, van het geld dat IK leende. GELD GAF OM WAPENS TE KOOPEN. Enkele weken nadien werd de jongen, zijn naam is Willy Mortier, aangehouden, naar Gent overge bracht en ondanks alles HEEFT HIJ OOK GEZWEGEN EN MIJ NIET VERRADEN. Ik blijf er hem eeuwig dank baar voor. Mortier kreeg 9 maanden ge vang. En toen ik terug kwam uit de gevan genis hernam ik mijnen dienst en bezorgde ik paspoorten aan de vliegers die hier in het omliggende verbleven of die vielen in de omstreken (Aygem). Daarin werd ik geholpen door den stadsbediende Augustin Verhulst. En dit alles buiten mijne taak als verantwoordelijke van het ONAFHAN KELIJKHEIDSFRONT. Na mijn gevangenschap, was het groote afdrukmachien kapot. Alhoewel ik met de stad niets meer te zien had. werd het met toestemming van den Bestuurder John Van den Bossche, naar het Zwembad gebracht. Uit voorzichtigheid, om te verschalken, werd het nadien bij mij thuis gebracht en IN MIJN HUIS werd de herstelling ge daan door DE WITTE Clément. De nacht daarop werd het naar het huis van John Van den Bossche gedaan, zonder Minerva en zonder slappen band. en de dag nadien, 's middags te 1 uur, door M. de Valck, van de Filterie, van achter op de fiets, weggehaald. Lees goed dat dit alles gebeurde na dat ik uit het gevang kwam en... als de Duitschers hier nog waren. Waar staan de grootschreeuwers, de lawaaimakers, de kritikeurs en de broek....schrijvers En gij zijt zoo laag gevallen de naam van ARTHUR DE LOOZE te gebruiken. Ik bracht De Looze in het Onafhanke lijkheidsfront. NIEMAND ANDERS en ik heb mij nooit en ik moet het niet doen op zijne heldendaden beroemd. MAAR IK GA ER FIER OP DAT IK DERGELIJKE mannen aan mijn zij de had daar waar de meesten onder U onbekenden waren. Er is NIEMAND, MAAR NIEMAND onder U, gij O. Fers uit het Burgershuis, die ooit met De Looze hebben gewerkt binst de bezetting. De echte, de onvervalschte, dat zijn die genen die het Onafhankelijkheidsfront heb ben gesticht en waarvan er 8 in deze volg orde (Bert Van Hoorick, Gaston De Roo- ver, Beni Nichels, Gustaaf De Stobbeleir, Jan De Schrijver. Hubert Brantegem, Ar thur De Looze. Jan Bomon) op de ^(om dat wij moesten aanvullen) in de gevan genis te recht kwamen of in het kon- centratiekamp. En geen enkele van hen heeft de organisatie of de geldschieters of ondersteunders verraden. Die O. Fers staan thans in de Belgische Weerstandsfe deratie (geene fascistische federatie zooals gij reeds tot 3 maal toe opzettelijk verkeerd hebt voorgesteld) onder den naam van Groep Rita omdat zij,Rita binst de oorlog de bezielster was van het Onafhankelijk heidsfront en den dienst van Solidariteit. Dat zijn die malkontenten die. naar uw schrijven met dieven en geldverduisteraars zooals Rita meeloopen. Ziedaar MIJN antwoord aan die twee vragen in uw Nr 2, 2C jaargang gesteld. Aangehouden wegens de VIEZEN SMOKKEL omdat gij niet durft schrij ven wat gij zoudt willen schrijven devie- zensmokkel. En ik ben dus die persoon aan wie gij moet trachten, met open vi zier, niet van achter hoek of kant, en niet met wapens maar van man tot man, eens nen schop voor zijn achterwerk te geven. Ik wou van geen fascistische diktatuur maar ik wil ook niet van kommunistische diktatuur en kommunistische methoden. Daarbij het lawaai van sommige Kom- munisten die meenen dat zij, door het feit dat zij zich moesten wegsteken omdat zij kommunist waren, de grootste helden en de grootste Weerstanders zijn, mag reeds lang ophouden. Er zijn er ongetwijfeld veel die hunne plichten hebben volbracht en ge weldig gevaarlijk en vuil werk hebben ver richt. Daar heb ik reeds meer dan eens in het openbaar hulde aan gebracht.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Liberaal | 1945 | | pagina 1