Mijmeringen
Invallen
Vlaamsch Leven
Uit de oude Doos
in te zien, beter dan de franskiljons in Ha
ver*.
Om het Vlaamsche aktivisme niet onbillijk
te beoordeelen, moet men deze historische
waarheid nooit vergeten
Vlaanderen is oud, België echter is zeer
jong. L»ng vöor de Staat België werd ge
maakt gemaakt door Fransche handen
bestond Vlaanderen. Zooveel decenniën als
de Staat België heeft geleefd,zooveel eeuwen
telt Vlaanderens verleden.
Een verleden.rijk aan burgertrots en zwaar
van historie. Wichtig van het woelige bloed
van Gent 'lijk van het joelige bloed van
Antwerpen die beide door de Vlaamsche ge
schiedenis gutsen. Welig van de vroegere
trotsche welvaart der burgers van Brugge,
van Kortrijk, van Gent. van Antwerpen, van
Oudenaarde, Yperen, er. zooveel schoone
Vlaamsche steden meer.Klinken van klaroen
geschal en strijd en blinkend van menig
jubelend blazoen der zege. En vurfg, vlam-
geel vurig van vrijheidszin. Bij Kortrijk, in
den Sporenslag, is 't vrijheidsvuur voor goed
ontstoken.
Is het dan wonder dat er Vlamingen zijn
die zich nog altijd, eer zij zich Belgen hee-
ten, Kerels van Vlaanderen voelen
(welke Nederlandsche uitgever bezorgt er
toch weer eens een* goede uitgave van dien
prachtroman en van andere dergelijke histo
rische verhalen van Conscience en die. ook
in oorlogstijd, niet zoo sterk Belgisch kun
nen blijven als wij, Hollanders en Friezen en
Zeeuwen en anderen. Nederlanders zijn De
geschiedenis van Holland en Zeeland is,sinds
vierdehalve eeuw, ook die van Nederland.
Maar de geschiedenis van Vlaanderen is
eerst, sinds 1830 ook die van België.
Want oud is Vlaanderen, oud als een man
die grootsch en diep geleefd he^ft.
Maar jong is België. Naa vieren
maar een borelingskenog.
En dan Wij hebben Ne zeiven
gemaakt. Gesmeed met eigt 't zelf
verkozen lijden.
Maar België is. in 't str« /van tien
dagen, saamgclegd u}' Jeren en
Walenland door d' ,.<funst van
Franschen en Engelse /wonder, dat
de deelen niet al verdti.vetten na tachtig
jaar wringing. waarbij het Vlaamsche deel
steeds onder lag
Waarlijk, men mag dit alles niet vergeten
in het oordeel over de Vlaamsche aktivisten.
Dat ze evenveel voor België zouden voelen
als wij voor Nederland 't ware onbegrij
pelijk. En dus di» te vergen onredelijk.
Niemand heeft schande geroepen in Ne
derland over die tienduizenden Polen, die uit
de hand van Duitschland de zelfstandigheid
hebben aanvaard, welke Rusland hun meer
dan honderd jaar had ontnomen. Niemand
hier te land heeft zelfs verraad geroepen
toen, reeds lang vóór die proklamatie der
zelfstandigheid, tal van Polen in een legioen
van vrijwilligers ten strijde trokken tegen
Rusland, hun vaderland, zooals het toch
moet heeten in de denkwijzevan hen, ook van
die Nederlanders, die het Vlaamsche aktivis
me zonder meer veroordeelen.
En niemand heeft (misschien op enkele An-
glomanen na) De Wet en zijn medestanders
van verraad beschuldigd toen zij, in 't begin
van den oorlog, het Britsche juk trachtten af
te schudden.
Waarom mag een Pool en waarom mag
een Boer wat een Vlaming niet mag Waar
om voelt men hier te lande wel sympathie
voör het Poolsche aktivisme dat zelfs het
zwaard trok tegen het vaderland (altijd
in der gedachtengang van hen, die staat
en vaderland vereenzelvigen) ea schijnt
er hier weinig medegevoel te heerschen voor
de Vlamingen, hoewel geen enkel Vlaamsch
zwaard uit de scheede ging dan tegen
Duitschland
Het lijkt wel of Vlaanderen te dicht bij
ligt om het hier te kunnen begrijpen.
Men verstaat hier nog maar steeds niet,
zoodra het niet om ver afwonende Polen of
Finnen te doen gaat, dat Staat en Volk niet
altijd één zijn, gelijk bij ons.
Twee jaar geleden trachtte Duitschland
het flamingantisme te gebruiken voor zij a
plannen nu pogen de Vlaamscfhe aktivisten
het Duitsche bestuur te bezigen voor de
hunne. De rollen zijn, voor ieder die wat
van dit proces vernomen heeft, dus omge
keerd. En daarom kan het aktivisme zich nu
wel ietwat meer veroorloven dan toen zij
het dan oók geen audiënties t* Berlijn.
In de toekomst van België, zooals men in
Duitsche regeeringskringen zich die voor-
hee* vermoedelijk gedacht heeft, was het
belang van Duitschland, ook objektief be
zien, véél grooter dan dat van Vlaanderen.
In de toekomst van België zooals de loop
van den oorlog die thans mogelijk maakt en
zooals de Vlamingen die verlangen, over-
heerscht het Vlaamsche belang verre het
Duitsche. Want dit laatste steekt er slechts
in zooverre in, als het voor Duitschlands
veiligheid wat waard is dat er op zijn Zuid
westflank geen bufferstaat ligt die gansch
onder Franschen invloed staat. Elke kans op
rechtstreeksch belang is verkeken.
Het is thans de ure van Vlaanderen,
Vlaanderens Schicksalsstünde.»
Mochten allen, en vooral zij die, van
weerszijden, thans de geschiedenis kunnen
maken, de teteekenis van die ure wèl ver
staan.
Dat schrijft een buitenlander. En hier zien
wij zoovele Vlamingen die hun plicht ver
geten, en zonder roeren Vlaanderen laten
verbasteren en vernederen.
De heer Elout weze hartelijk gedankt om
de warme genegenheid die hij onze zaak
toedraagt. De enkele franskiljons die per
toeval een paar zinnen van zijn opstel lezen,
zullen hem wel verdoemen als boche
maar dat deert niet. Sedert die menschen de
Vlaamsche Hoogeschool en de Bestuurlijke
scheiding te verteren kregen, is hun maag in
wanorde En iederee/i weet hoe lichamelijke
ongesteldheid den geest beïnvloedt. Ergo
kunnen we, hetgeen ze vertellen,uiet ernstig
opnemen.
Ook, daargelaten dat de heeren frans
kiljons wel dringender bezighedeH hebben
dan een Vlaamsch blad lezen, richten wij
ons niet tot hen, want we hebben verleerd te
spreken tut dooveH die niet hooren willen.
Degenen die niét twijfelen aan ons goed
recht en alleen achter blijven omdat ze niet
weten of ons optreden te geoaster tijd ge
schiedt, die zouden we gaarne aanzetten tot
den strijd die roepen we toe
Het uur is gekomen Nu of nooit zal het
onde Vlaanderland heerlijk herrijzen
Uit *«n rede, vóór den oorlof ge
houden deor Bonar Law, tegen
woordig Engelsch minister
Ik hoor gedurig zeggen dat wij een of
andere dag met Duitschland in oorlog
komen.Indien 't oorlog moest worden. -
wat de Hemel belette- zoo zal dat niet
te wijten zijn aan eene natuurwet, maar
aan gebrek aan wijsheid bij de men-
schen.
We hopen dat de lezer au heel zeker
niet meer twijfelt, oj Engeland kwam in
oorlog terwille van België
Mijmrend, stille neergegleden
In de groene, gouden wei,
Denk ik aan het lief verleden,
Als ik vreugdig was en blij
Denk ik aan mijn vroeger dagen.
Als ik kende leed noch smart l
Nu moet ik, helaas, gaan klagen,
En het pijnigt zoo mijn hart
Maar, in 't lijden mijner wonne
Worstel ik door 's /evens knoop,
Want met Godes lieve zonne
Komt in mijn een straal van hoop
'T KINT.
Europa doet een honger kuur om de be
schaving. Naarmate het lichaam wegsmelt,
vergrojt de geest.
Het militarisme is een booze kwaal.
Wie ze bestrijden wil wordt er mede be
smet.
Oorlog is hel ergste niet. Het ergste
is de dwaasheid, die hem mogelijk maakt.
Het beste wordt een volk geholpen, dat
zijn eigen helpt.
(DE TOORTS - 9JUINI.)
leest
prachtig geïllustreerd. Is het schoonste
en besté[Vlaamsch tijdschrift Verschijnt
wekelijks op 16 blz. en kost 20 centiem.
Dr Frans V an Cauwelaert, volksvertegen
woordiger
Wie zijn recht niet durft opeischen mis
kent zijn recht en wettigt door zijn zwak
heid den overmoed van den aanvaller.
Hooger Leven 1911, n' 25.)
Vive la séparation administrative
(Leve de bestuurlijke scheiding.)
Dit riep de Waalsche senator Dupont, ii
volle Kamer.
Zoo de Vlamingen de Walen tot het
uiterste drijven, zai het gevaarlijk worden
voor de Belgische eendracht en de bestuur
lijke scheiding zal volgen.
(J. Delaite, Voorzitter van de Ligue
Wallonne,»opeen voordracht te Parijs, 1911
Het is dus zonneklaar dat er,
vóór den oorlog, nooit van Bestuur
lijke Scheiding werd gesproken,
en wij, duivelsche flaminganten
het zijn, die de zaak opriepen om
Belgió vaneen te scheuren