Eurska, hij is gevonden De kiezingen. Aan priester Daens. Priester Daens. Kiest aan voor die katholieke he.-ren die sedert meer dan 20 jaren het katholiek volk vertegenwoordigd hebben, die van de katho lieke Kerk aanveerd en aangenomen zijn ge weest als hare voorstaanders en verdedigers, die overal aldus aanzien en ontvangen worden door de pastoors en de priesters, mannen van gezag, verstand en talenten, die willen en kun nen uwe intresten verdedigen, mannen die ge woon zijn te strijden en die in de Kamers ge zag hebben en zich doen aanhooren, mannen die hun woord kunnen doen niet alleen bij de onwetende buitenlieden maar voor de groote wereld. Kiest niet voor de Roelanders die nooit iets gedaan hebben, die nooit iets zullen kun nen doen, bij gebrek van talenten, gezag, ge tal, die geene overtuiging hebben en alleen door nijdigheid en geldzucht gedreven zijn die eenen valschen naam dragen, die willen voor katholieken doorgaan terwijl zij de katholieke partij in den grond willen booren, die niets zijn dan volksverleiders, volksbedriegers. Wacht u van die valsehe profeten, eerlang zal men zien wat er onder hun schapenvel verdoken Hij is gevonden, de groote held, de vierde kandidaat der volksfoppers Na aan al de deuren der eerlijke heden van ons arrondissement aangeklopt te hebben, na vijf en twintig blauwe schenen te hebben ge- loopen, na hunnen toevlucht vruchteloos tot gekende liberalen te hebben genomen, hebben de volksfoppers dan toch bemerkt dat hunnen haring aanbrandt en zijn zeewaarts, (een gun stig voorteeken voor de katholieke partij,) afgetrokken om een vierde slachtoffer te zoeken Waarom heeft de groote aanvoeder die plaats niet verkregen Waarom niet de gevierde huis- houkundige, de vermaarde doktoor Geheim Nu, zij hebben hem toch gevonden. De fiere Roelanders, die altijd boffen op eigen mannen, op eigen bestuur, durven zoo vermetel stout zijn aan de gunst van onze kiezers eenen vreemdeling voor te stellen zij willen eenen kaakslag geven aan het volk van hun arron dissement. - M. Planquaert is de vierde kandidaat Maar hoor ik vragen, wie is die groote heer? Van waar komt hij Welke titels heeft hij om hier te Aalst aan eigene mannen, aan oude vrienden, den zetel in dc Volkskamer tc durven betwisten Waarom zijn de Roelanders dien onbekende gaan opzoeken Hoe kiezers, gij kent den vermaarden, den ge leerden Planquaert niet D:e heer is nijveraar, zegt Klokke Roeland; en hij past volkomen, op roelandsche wijze, de grondbeginsels toe van het kiesprogramma van 't Ninofsche scheurmakerskliekje. Omdat hij nij veraar is, moet hij wetgever worden die zal natuurlijk belang vinden in het maken van maatschappelijke wetten. Of de werklieden dat verguld pillenken gaan slik ken daarvoor stel ik mij niet borg. M. Planquaert komt dus uit het noord». 11. van Zomergcm, verre, verre van hier; 't 1-' gelegen, dat dorp, in de omstreken van Waer- schoot. En zijne titels 't Is een mislukte kandidaat voor de pro- vinciekiezingen van dit kanton. En den man, die de stemmers van Waer- schoot wandelen zonden, dien willen de Roe landers aan de vrije kiezers van 't land van Aalst opdringen Den man dien men te Waer- schoot als onbekwaam en onweerdig aanzag, om in den gouwraad de belangen zijner eige ne streken te verdedigen, dien durven de volks foppers aanbieden aan ons, die hij niet kent, die hem niet kennen en die wij hier slechts gezien hebben, om het volk op te hitsen tegen hunne overheid, den werkman tegen den werk gever, den landbouwer tegen den eigenaar Hij kon in den gouwraad niet zetelen, en hier te Aalst zou men hem naar de Kamers sturen Hij kende zijne eigene streek niet, en hij zou ons arrondissement van Aalst kennen Wij nemen geerne aan dat hij de werklie den van zijne fabriek kent, dat hij op het strengste genomen, hunne belangen en die zijner nijverheid kunne verdedigen dat kan er nog door. Maar die verwaandheid, de belangen van onze boeren, van onze werklieden te be- hertigen dat is een pilleken dat de kiezers van 't land van Aalst nooit zullen aanveerden. Moesten de Roelanders daarvoor zoo lang zoeken, op alle deuren gaan aankloppen, zelfs bij liberalen bellen Is het misschien maar om een vierden man te hebben, 't Geeft verf om te het gelooven. Gedurende eenige dagen gaat M. Planquaert de gevierde held worden, want op alle tonen gaat Roeland hem bezingen van Zondag reeds heeft hij het aangekondigd cn zijn lofdicht ligt gereed, maar de kiezers zullen den i4deo dien lieer bij zijnen flankaert trekken en hem toeroepen Gij zijt door geenen poll aangeduid; de kie zers en hebben u niet opgezocht, u niet uit uwen winkel getrokkengij zijt een vreem deling, een onbekende en gij moogt het blijven voor het arrondissement van Aalst. Zij alleen die geschreven hebben dat elk weet dat eigen mannen hebben voor bestuurders, eene zaak is van het opperste belang, die man nen zijn het, die u als een slachtoffer zijn komen vragen. Welnu de kiezers zullen het grondbeginsel van Roeland toepassen en het blad den kaak slag geven dat het verdient van alzoo met zijne princiepen te zijn op krukken gespron gen. Wij willen hier, lijk Roeland 't zegt, M. Planquaert, eigen mannen, die ons kennen en die wij minnen, spijts de scheurmakers, en die sedert zoo lange jaren ons volle vertrouwen genriten. Weinig kicschheid moet gij hebben M. Plan quaert. Reeds van April 1893 waart gij dc gevierde man van Roeland en op het einde alleen denkt men op u. Geenen anderen heeft men kunnen vinden, blauwkens heeft men genoeg geloopen en eindelijk toch, met den nijper op den neus, komt men u eene plaats aanbieden op de lijst van scheurmakers, die Tncr van tweedracht leven en de katholieke partij in ons arron- dissemt bevechten. Kunt gij uwe makkers vergeven niet aan stonds op u te hebben gedacht, u zoolang mis kend, uwe uitstekende verdiensten niet ge waardeerd te hebben Waarom hebt ge hun niet gezegd, dathon- derde volksbonden u eene eervolle plaats op hunne lijsten hebben aangeboden Hun de streken niet opgesomd waar gij zonder strijd gekozen kon worden Ach 't is waar, men heeft nergens van u gewild en wij, wij vrije mannen van 't land van Aalst, wij zouden van u' willen, van u, een vreemdeling Nooit Roeland heeft gezegd: Blijf op uw kot! De toekomende kiezingen zijn op den dag van heden het voorwerp van" een algemeen gesprclc. Zoowel in de hut van den nederig- sten bedelaar als in het paleis van den rijksten prins wordt de uitslag van deze met den groot-, sten geestdrift afgewacht. Alle middelen en pogingen worden van beide partijen aangewend om m deze te gelukken. De kristene d-no- kraten bijzonderlijk stellen gansch hun leven ten pande om hun doel te bereikenwat moeite geven zij zich niet, welke slapelooze nachten brengen ze niet door, om het volk in te planten dat ze van God gezonden zijn 0111 dc boeren en het werkvolk gelukkig te maken dat na de kiezing de fortuinen zullen verdeeld en dat groote werken zullen aange vangen worden zij beloven alles wat in den hemel is, en nog meer wat er niet in is. Klodde Roeland schrijft dat de krislené de mokreten met de socialisten, hunne princiepen uit ééne en dezelfde bron putten Hewel, dan zijn het broeders, dat is onbetwistbaar? En welke is de slechtste van die twee broeders Dit bewijs is zeer eenvoudig De socialisten, alhoewel zeer slecht, en 'hunne princiepen gansch ongegrond, trachten ten minste hun doel op eene klare en rechtstreeksche manier te bereikende deniokraten, onder den naam van kristene, even als een wolf in lammervel, slepen op de bedriegelijkste wijze de ongeleerde mcnschen mede,i en maken er een werktuig van 0111 hunne zotte verwaande droomen te doen verwczentlijken ziedaar liet verschil. En ik zeg dat degene, die dergelijke deniokraten ondersteunen, enkel uit persoonlijke wraak of afgunst handelen, tegen den eenen of anderen wclhebbenden burger of rijke, en niet uit hoofde van rechtvaardigheiden dat iemand die eer. zierken rechtzinnig bloed in het lijf heeft, die een weinig vaderlandsliefde in het hart draagt, onmogelijk die mannen in hunne dwaze han delwijze kan volgen. Dat dc zoogezegde kristene deniokraten volks foppers 'zijn, dat blijkt dagelijks uit al hunne schriften, uit al hunne meelingen, uit al hunne werken kilogrammen papier zou men kunnen beschrijven, moest men die -cake* var. hun begin breedvoerig uitleggen, doch, verge noegd wij ons met te zeggen dat het nogmaals blijkt uit de zaak de Harlez, uit het ver- schillig drukken van hetzelfde nummer, enz. enz., tc veel om te melden. Het doel van die mannen is in de Kamers te komenrepresentant worden. Die dwaas hoofden droomen zoowel in den dag als in den nacht; immers, wanneer men ze ziet, zijn ze altijd met de gedachten in de Kamers. Men vraagt soms waarom zij het recht niet hebben van representant tc worden even als anderen Daarop antwoorden wij eenvoudiglijk: Omdat de verdiensten den voorkeur moeten hebben t Dat ware toch eens jammer dat M. Woeste, een Staatsminister, M.M.DeSadelcer, Van Wam- beke, Dierickx, mannen die de belangen van het land op meesterlijke wijze verdedigd heb ben en nog zullen verdedigendie blij kei van kennis en moed gegeven hebben zouden moe ten achteruit wijken voor 'nen Pelsmaeker, 'nen Backer, 'nen paster Donche, drij kwak zalvers, drij zeeveraars, die nog nooit iets verricht hebben of kunnen verrichten, die ver laten worden van al wat deftig is, zoowel van liberalen als van katholiekendie de dor pen afloopen met een vanbuitengeleerd vertel- selken dat ze op alle kermissen en in aile kroegen waar een weinig volk bijeen is, uit kramen, cn dat enkel dient om eerlijke lieden te lasteren en ongeleerde mcnschen op te hit sen en te misleidendie op alle gemeenten van kant gewezen worden, uitgeplakt en uit- geschuil'eld, wanneer zij hunne venijnige pillen komen aanbiedenen zulke kwispels zouden dc zetels van onze representanten willen in palmen Oh, dan zouden wij diep te betreu ren zijndan was ons arrondissement laag vervallendan zouden wij blozen, alswanneer wij zouden moeten bekennen dat wij er in woners van zijndan zou het later, dat heden voorbeeldig is, in de bladen der geschiedenis gekenmerkt staan als een voorwerp van spot, verachting en onwaardigheid. Daar ziet men de drie schaamtelooze leuge naars in hunnen vollen luister aan 't werk, om ccnen balvcn gek aan te werven die zich met hun op rang wil stellen. Katholieken, li beralen, socialisten zelfs, van allen worden zij van kant gewezen, omdat hun plan te valsch, te dwaas en te kleingeestig is. Eindelijk biedt zich een verdwaald schaap aanPlancquaert, een ongelukkige buisdra- gcr die onmogelijk in den gouwraad kan geraken, zal in ons arrondissement komen representant spelen Dat ware oprecht schande, indien zulks moest gebeurenmaar wij zullen hem hier als naar gewoonte met eene kolossale goot aan zijn gnaar Zomergem sturen. Klokke Roeland schrijft dat de ganschc pro vincie zal jubelen cn feesten, wanneer ze 't geluk zal hebben Plancquaert als representant te mogen zien. Heeft men ooit zulke dwaasheden gehoord Immers, het vat geeft uit wat het in heeft I Dus zijn de vier inpalmers van onze repre- sentantenzctelsPelsmaeker, Backer, Planc quaert en paster Daens. Wie is M. Pelsmaeker M. Pelsmaeker is eenvoudiglijk een jongen die uit hoogmoed zijne levensbaan misloopt. Dc zoon van brave ouders nogthans, die met medehulp van rijken en burgers, zijne studiün heeft voltrokken in de hoogeschool van Leu ven, en er het diploma in wijsbegeerte en let teren heeft bekomen. Dit alles zag iedereen met veel genoegen aan. Maar welk is zijn dank jegens zijne weldoeners Hij bespot ze, hij bespuwt en beschimpt ze op de schandigste wijze; hij heeft ze niet meer noodig; zijne werken zijn dom en lafhertig, hij is verloren; zijn hoogmoed heeft hem verslagen, hij ligt als dood ter aarde. Zonder moeite zou hij tot zijn doel gekomen zijn, had hij vooreerst willen blijken geven van kunde en talentmaar helaas hij heeft gedacht dat de lauweren hem in het politieke leven zoo mild wierden toegezwaaid als in het studentenleven nu is hij voor ecuwig verloren. Hij zou veel beter gedaan hebben, gezien zijne geestesgestcltenis, zich toe te leggen op een ambt van telegraphist of klerk aan den IJze- renweg. De studie van advokaat was voor dien jongen eene zeer slechte baan, en het is zeer te vreezen dat, gezien zijne hoogmoedige hersens, hij nog eerst tc Gheel dan represen tant zal geraken. Backer is een boer van Denderhautcm, die veel beter zou gedaan hebben van boer te blijven dan advokaat te worden, en iedereen tot last te dienen zooals hij nu doetmaar de hoogmoed heeft hem ook in hoogere sfe ren gelokthij is ook verdrukker van boer en werkman en tracht ook, even als Pelsmae ker, uit een andermans beurze te leven en de groote Jan te maken, enfin de eene is den anderen waard. Dan hebben wij Plancquaertveel kun nen wij van hem niet zeggen, omdat wij hem niet kennenenkel besluiten wij datSoort zoekt soort. En daar wij reeds de levenswijze van de anderen kennen, hebben wij niet noo dig deze van Plancquaert op te zoeken als men den eenen kent, kent men den an deren. Met wie men verkeert, wordt men vereert. Ten vierde hebben wij pater Donsj, de groote chefWie ooit van Luther of Calvin gelezen heeft, kan zich een klein gedacht maken van het leven van M. Daenshij weet ook niet van welk hout pijlen maken, en zou bijgevolg willen 4000 franken in de Kamers gaan ver dienen. Hij is ook een volksfopper; is't geen schande? een priester, die immer liet woord der waarheid en der kristelijke liefde op de lippen zou moeten dragen, hij durft ook het ongeleerde volk op den dwaalweg brengen, en zijn heilig kleed in het midden van zwalp en braspartijen verslijten. Oh, M. Daens, wat is het schande; gij, als een apostel van Christus, die geroepen zijt om zijn heilig woord te verkondengij maakt misbruik van de zending welke uw Godde- lijken Meester u heeft toevertrouwd, gij ge bruikt zijne leering tot uwen eigen intrest; gij zijt een waggelende steunpilaar der Kerk. Waarom volgt gij 't voorbeeld niet van al uwe medebroeders Is misschien, volgens u, uw verstand te ver boven het hunne verheven 't Is misschien daarom ook dat ge moet representant zijn Daar is uwe plaats niet M. Daensuwe plaats is in een klooster van boetvaardigheid, speel daar representant. Zoodus ziet men dat die vier kandidaten- representanten, opstellers van Klokke Roeland zijneen blad dat zoo min als Vooruit of Laatste Nieuws iemands achting geniet. Dat Klokke Roeland een twistzaaiend blad is, en niet geschikt om in handen van weinig geleerde menschen te komen, dat is onbetwist baar. Men hadde beter gedaan, in plaats van het art. 47 der grondwet te herzien, het art. der vrije drukpers te veranderen, dan zouden wij van die twistzieke bladen ontslagen zijn, en zou weder de liefde, de eendracht en weder zij dsche eerbied in het land heerschcn. E«n werkman. Een vriend schrijft voor ons het volgend arti kel. Alhoewel met opzet opgesteld in eene een voudige taal is het rijk aan gedachten en aan bewijsvoeringen. Volgens het gejammer en het getier van onze tegenstrevers zijn onze gezegdens geene wederleggingen van den armzaligen rimram dien zij aan 't volk wijsmaken als evangelie om het des te gemakkelijker te kunnen mis leiden. Volgens hen doen wij niets anders dan de personen aanranden, maar zij vengeten er bij te voegen waar het geschreven staat dat wij geen recht, ja den plicht niet hebben van te onderzoeken wie wel die mannen zijn die ons komen vragen van voor hen te stemmen, die van 't volk een brevet afbedelen van be kwaamheid en van wcerdighwd. Zouden dan de kiezers niet weten mogen aan wie zij, door hunne stemmen, de belan gen van liet Land en voornamelijk van ons arrondissement toevertrouwen Wij zouden niet mogen zeggen wie zij zijn Een priester staat aan het hoofd van de lijst onzer vijanden, en wij zouden aan dien priester niet mogen zeggen wij weten stel lig dat gij van uwe geestelijke overheid geene zending ontvangen hebt om volksvertegenwoor diger te wordenWij zouden niet mogen zeggengij zijt een scheurmaker, gij zijt een twistzoeker onder de katholieken Wij zouden niet mogen zeggen gij onteert en bevuilt uw kleed door de middelen die gij gebruikt Wij zouden niet mogen zeggen gij bestrijdt de katholieken met, in herber gen en danszalen, de stemmen te gaan afbe delen van allen die, als gekende cn openbare liberalen en socialisten, een groot gevaar zijn voor Godsdienst en samenleving Wij zouden niet racer mogen zeggen: «gij, priester, zijt een der meest bevoegde gene raals van een kamp dat vijandig is met onze geestelijkheid. Meent M. Daens scheut vrij te zijn, hij die alle mogelijke middelen gebruikt en de on eerlijkste 't eerst om zijne tegenstrevers te bekampen Het volk begint klaar te zien in al de lis ten en uitzinnige beloften die hij het doet. Neen, neen, Mijnheer, de kiezers willen nim mer bedrogen worden door al uw gezwets en fopperij. Het volk hoort geerne de waarheid zeggen uit den mond van den priester, maar ook heeft het een volmaakten afkeer van hem indien het hoort en ziet dat hij het op den verkeerden weg zou willen brengen. Het volk is te verstandig om niet te gevoelen dat gij een gevaarlijk spel wilt spelen en dat er ach ter uwe zoogezegde kristene volkspartij iets anders schuilt dan ware volksliefdehet begint te verstaan dat gij er enkelijk op uit zijt u een positieken te maken in de wereld, beter dan dat dat gij vroeger hadt in uw klooster, of 111 de nederige bediening van onderpastoor ot leeraar van onze bisschoppelijke gestichten. Rechtzinniger zoudt gij zijn indien gij dierft rechtuit zeggen wat gij vooraf wilt. Ja, waren er geene 4000 franken vast aan de plaats van volksvertegenwoordiger, uwe gewaande volks liefde zou weldra naar de weerlicht vliegen. Gij zijt reeds 55 jaar, het is te zeggen oud genoeg om door uw voorgaande te kunnen be wijzen dat gij waarlijk het volk bemint. Maar, waar zijn uwe werken, die moeten en kunnen doen zien dat gij het volk bemind hebt Als kloosterling hebt gij den moed niet ge had het volk te onderwijzen in zijne plichten. Gij zijt te lui geweest om zelfs de kinderen van liet volk op^te leiden en er nuttige me deburgers van te maken. Uw voorgaande zegt genoeg wie gij geweest zijt, wat gij achterna loopt en wat de kiezers voor het toekomende verwachten mogen van uwe zotte en schuin- sche beloften. Neen, neen, Mijnheer, al wie u kent, en u va 11 nabij kent, oordeelt u en zal u nog be ter oordeelcn in het vervolg. Gij wilt de les geven aan al de priesters die u vroeger telden in hunne rangen gij wilt het gedrag afkeuren, gij en uwe aanhangers, van verstandige wetgevers cn staatsmannen zooals M. Woestegij wilt de. les geven aan uwen bisschop die den dag van heden nog zoo goed is voor u; gij schaamt u niet de woorden van den Paus zeiven verkeerd uitte leggen, gij die in uwen hoogmoed en ver waandheid en gansch tegenstrijdig met den raad van den Paus, het volk opmaakt tegen den rijke en zóó het de gevaarlijke en op roerige beweging der socialisten aanleert. Wat zijt gij dus te beklagen 111 uwe dwaze onder neming, wat zijt gij verblind van niet te zien en te gevoelen dat gij door uwe uitzinnige po gingen de vriend zijt geworden van Ansecle en zijne aanhangers, de socialisten. Ja, wij berinnen van meer tot meer te gelooven dat wij ons geenszins bedrogen hebben wanneer wij vroeger gezegd hebben dat uwe hersenpan gescheurd en geslagen was en dat het waar blijft hetgeen een priester, een echte volks vriend ons van u geschreven heeft. Gij schuilt u onder de soutane of kleed van priester Pottier, maar welke vergelijkenis is er te maken tusschen u en professor Pottier? Gij wilt dat niet weten, Mijnheer, maar die u kennen cn priester Pottier kennen weten ge noeg dat gij zooveel aan hem gelijkt als 11e puit aan 'nen os. Maar let op; gij hebt de labels of gedichten van Lafontaine gelezen de puit in zijne verwaandheid wilde zich bij het zien van den os, zoo dik maken als den os hij blaasde zich op tot zoo verre dat hij open- berste. Eh wel, zegt de fransche dichter, zoo zijn er in de wereld velen die niet wijzer zijn dan de puit. E11 ik geloof dat gij onder die velen wel zijt. K. Neipper. Wij ontvangen den volgenden brief van priester Daens. Paster Daens heeft nog zijn goesting niethij wil absoluut dat wij eens zijn kleed opheffen en met hem te werk gaan gelijk men handelt met de kleine kinderen. Hewel, toekomeden Donderdag zal De Ka tholieke Klepel zijn gotjen eens verwarmen. Wij weigeren stellig de laatste regelen van den brief over te nemen, en, eer wij antwoor den, willen wij weten wat dc Klodde van Ni- nove en de kommeer van Aalst er zullen va» gezegd hebben. Aalst, 3 October 1894. Heer Uitgever van De Stad Ninove Ik zal kort zijn en klaar en de rede alleen laten spreken. Dat uwe lezers oordeelcn. M. Anneessens, Speel op het orgel in uwe kerk van Ninove, om God te loven gelijk gij schrijften bemoei u niet met Priesters te oordeelen of te veroordeelen. Dat is uwe zending niet noch uw recht. Ik heb maar eenen wettigen Rechter in de Katholieke Kerk, den Bisschop van Genten die eenige wettige Rechter heeft mij niet af gekeurd noch veroordeeld. Gij zegt dat ik door mijnen Bisschop niet aangemoedigd wordt in mijnen strijd voor de Christene Volkspartij. 1-Ieb ik dat woord aangemoedigd wel ooit uitgesproken, M. Anneessens Ik heb gezegd en ik herhaal voor de twin tigste maal dat onze Bisschop de Christene Volkspartij nooit heeft afgekeurd noch ver oordeeld. Hebt gij het nu verstaan Onze hoogste overheid blijft onzijdig in den politieken twist waarvan wij de oorzaak niet zijn. Had de Bewarende Partij te Aalst ge handeld gelijk te Gent, te St. Nikolaas, te Verviers en zelfs te Luik, Aalst zou het be treurend schouwspel van twist onder de ka tholieken aan 't land niet opleveren. Maar elkeen weet het, den dag nadat ons programma was uitgegeven, werden wij uitge scholden voor Volksfoppers, schelmen, deug nieten

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Stad Ninove | 1894 | | pagina 2