DÈ TOORTS.
tal na, of. «achten op menschen, die nog dienaren zijn van de vervallen
verklaarde Belgische Regeering.
Wij zijn er' van o\ ertuigd, dat ons weldra 'het be
richt zal hereiken, dat niemand voortaan in Vlaan
Wat er ook van zij, liet incident toont duidelijk deren een publiek ambt zal mogen beklceden, tenzij
tan, hpc ongerijmd het is in den Staat Vlaanderen, hij ccr.-u den" eed van getrouwheid aan den Staat
le rechtspraak en het gezag in handen te laten van Vlaanderen heeft afgelegd.
Een beetje
De oorlog i; met al zijn nadeelen, een buitenge
wone leerschool geweest voor de beoefenaars clcr
geneeskunde. Besmettelijke ziekten, hersentferwon-
dingen, allerlei is op zoo_ ernstige en uitgebreide
schaal onderzocht 'kunnen worden, dat voor de toe
komst groot nut lean worden getrokken.
De juridische wetenschap daarentegen heeft een
schok gekregen door de stelselmatige afbreking van
het oude volkenrecht. De leer van het' staalsnoud-
rccht heeft talrijke practische voorbeelden gekregen;
doch haast overal heeft het recht moeien wijken
voor' feitelijke toestanden.
Weinig'bekend zijn.de toestanden door den oorlog
in het binnenlandsch recht tcwecggebracht. Men staal
overal voor puzzles, voortvloeiend uit het feit. dat
een land bezet is door den vijand, of dal een land
zich losscheurt uil een ouden staatsbaml. Soms door
mechanische deeling, zooals uit één kikker-ei door
mechanische prikkel twee kikkers ontstaan..
Naar aanleiding van de uitroeping van de zelf
standigheid van Vlaanderen, is een juridisch praatje
niet ondienstig om op sommige zaken een juister
licht te werpen. Men kent de phase van de ont
wikkeling van bet activisme van een bedeesde uiting
van enkelen tot hervormingspartij en eindelijk on.il-
liankclijkheidsparlij. Ter herinnering een korte leiug-
blik
I. Misbruik door Vlaamsch vijandige ambtenaren
van bet feil, dat de bezeiter zich niét bekommerde
om de handhaving van taalwetten, daar deze weiten
slechts administratieve sanctie kenden
II. Klachten van Vlamingen bij den bezetier.
handhaving dooi hem dc-r wetgeving;
III. De bezetter moest de invoering regelen van
de Schoolwet van 1914. De taalclausulc is dubbel
zinnig. Uitlegging der wet in Vlaamschgezinden zin.
IV. Sabotage der wet door de ambtenaren met de
uitvoering belast
V Instelling van een uit Vlamingen bestaande
Afdeeling aan liet betrokken departement
VI Heropening dc-r Gcntsche Hoogescliool met
Vlaamsch als voertaal
VII. Splitsing van hel Ministciic van .Kunsten
en Wetenschappen in een Vlaamschc en Waalsche
Afdeeling:
VII1^ Bestuurlijke scheiding iij' alle departe-
Dezc maatregelen gingén gepaard mei verzet en
staking, gevolgd door ontslag der baloorigc I'ransch-
gezinde ambtenaren, maar konden worden be
schouwd als rechtmatige bestuursbemoeiïngen van
den bezetter. De ingestelde -Raad van Vlaanderen
noch zijn Bestuut. werden op eentgerlei wijze straf
rechterlijk bemoeilijkt. Intusschc-n, hoe veel hier
mede ook principieel en practisch bereikt was wie.
de vooruitgang in principieel denken-bij Hoste, Van'
Cauwelaert en Huijsmans heeft gevolgd, begrijpt.
Juristerij.
dat het door het activisme bereikte is overgegaan
in de cischcn der 'Passieven daarmede was op
verre na liet openbare leven in Vlaanderen nog
niet gezuiverd van franschkiljonschc misbruiken.
België kent zeer groote autonomie der gemeenten en
provincies. De colleges Zelf en de daarvan afhanke
lijke administraties waren grootcndeels geheel ver-
franscht, zelfs in het zoogenaamd oervlaamsche Ant
werpen. Bovendien was de Rechterlijke Macht een
der meest hechte Franskiljonsche bolwerken uit
traditie en door de recruteering barer léden uit de
verfranschte 'kringen en den beslaanden lcliekgecst,
waardoor, wie binnen wilde treden in de gelederen,
moest zorgen fransphgezind te zijn.
liet activisme stuitte bij alle pogingen oni liet
Vlaamsch beginsel ook daar te doen doordringen, op
tallooze potentaten, potentaatjes, colleges en colle-
getjes, die halsstarrig als FransChkiljonsche patrio-
tards, alle Vlaamsche eischen negeerden. Verbetering
was onmogelijk, immers de verfranschte administra
ties der lagere autonome lichamen verbeteren, ging
niet. wijl die afhingen van de vertegenwoordigende
colleges en deze liet benoemingsrecht in handen
hadden. De colleges zelve omzetten ging theore
tisch niet, «ijl geen verkiezingen konden worden
uitgeschreven en practisch zou het niet geven, wijl
het meerstemmig kiesrecht de verfranschte burgerij
nog grooter macht gaf dan deze elders reeds bezit
en 'zij de verkiezingsorganisaties in handen hadden.
Bij de rechterlijke macht was geen verbetering
mogelijk daar de bezetter van den aanvang af
zich onthouden had van de uitoefening van het be
noemingsrecht, daar hij het vermijden wilde rechts-
onzckei livid te schelpen, met 't oog op eventueelc
aunvt cluing van het gewijsde op grond van de on
wettigheid der benoemde rechters.,
AI deze colleges en waardigheidsbekleders waan
den zich oj) den duur onaantastbaar, gezien de
lijdelijke houding van den bezetter, zoolang zij hem
niet te 11a kwamen en beschouwden zich aldus als
de eenige van den bezetter onafhankelijke macht,
die geroepen was jegens zichzelf, het volk cn de
wereld, om de Belgische Idee die natuurlijk
slechts de Fransch-Belgische Idee kon zijn te
beschermen tegen den Bezetter en het verfoeide
Activisme, zijn knecht. Deze waan was des te meer
gegrond, wijl ongemerkt en onaangevochten, de
macht aan lien was blijven toegekend, ook nadat
zij van lieverlee eigenlijk door onwettig samenge
stelde colleges werd 'uitgeoefend en door onbevoeg
den. Wat «as het geval? Bij de rechterlijke macht
evenals bij de colleges waren leden gevlucht, over
leden of hadden den leeftijdsgrens bereikt, waarop
zij moesten aftreden. Nog erger, de in de vertegen
woordigende colleges zetelende personen, zagen den
termijn verstrijken waarvoor zij verkozen waren. Er
is dus eigenlijk geen enkel vertegenwoordigend