t/È tOOfcTS.
lichaam in België, dat nog op wettige wijze is
samengesteld. Daarnaast was de rechterlijke macht
in doorsnee eveneens onwettig samengesteld. In het
Hof van Verbreking bijv. waien raadsheercn voort
gegaan, deel te nemen aan de rechtspraak, ook
nadat zij den leeftijdsgrens hadden bereikt.
Al deze personen oefenden op den duur dit gezag
alleen uit, door de stilzwijgende fictie, dal de eens
verleende bevoegdheid, bij gebreke van de mogelijk
heid tot wettige aanvulling of vernieuwing, bleef
berusten bij de feitelijke bezitters dier macht.
Niemand had den langen duur van den oorlog
kunnen vporzien. De Duitsche overheid liet na, on
danks daaruit voortvloeiende misstanden, in te grij
pen, omdat zij zich riiet in een wespennest wilde
steken.
Het activisme stuitte dus op allerlei gezag-uit-'
oefenaars, gezag bezittenden, die hun macht niet
ontleenen konden aan de Grondwet of Wiet, niaar
aan een fictie, steunend op de feitelijk gelaten
macht en deze gezaghebbers waren noch wettig te
vervangen, noch wettig te dwingen tot naleving v an
taalwetten, wijl de Belgische taalwetten opzettelijk
geen andere sanctie bezitten, dan een administra
tieve, welke sanctie dus thans moest worden opge
legd door de ganschelijk onafhankelijk-patriottisch-
franskiljonsche gezaghebbers, die dit dan ook na
lieten.
Zoo was het gelieele activisme in 't zand geloo-
pen, wijl ook de wetgevende macht ontbrak, en
alleen door nieuwe wetgeving de algemeene wetge
ving kón worden gewijzigd.
De eenigc oplossing der moeilijkheid was, de
vestiging van een zelfstandig Vlaanderen in strijd
met de wet maar als fictie opwegend tegen de
fictie der beati possidentes. Dit is de hoofdbeteekenis
en de hoofdaanleiding van de uitroeping van den
vrijen staat Vlaanderen geweest. Het was geen avon
tuur maar had tot ondergrond om met één slag
zich te kunnen ontdoen van alle onwettige lichamen
en autoriteiten, die evenwel met de Belgische Grond
wet en wetten in de hand, wel vóór onwettig 'konden
worden uitgemaakt, maar niet op zij gezet. Dit
ging natuurlijk niet zonder verontwaardigde pro
testen van al de onaantastbare potentaten," die zich
plotseling naar huis gestuurd zagen.
Wel had men nog niet den minsten aandrang
om ook de rechterlijke macht binnen zijn bemoeiin
gen te -trekken bij gebreke van voldoende aantal
bekwame personen, maar ieder voelde en ieder be
greep, dat op den duur ook daar hervormingen
moesten tot stand komen- Daartegenover verluidde
reeds lang, dat iedere poging om de rechterlijke
macht aan te raken, door bijv. eindelijk Vlaamsch-
gezinden tot rechter te benoemen, zou worden be
antwoord met een collectief protest van alle rech
terlijke autoriteiten, de grooto staking, met als ge
volg algeheele rechteloosheid.
Dit gevaar zag men volkomen in en liet is voor
namelijk die reden geweest, waarop dc onafhanke
lijkheidsverklaring van Vlaanderen aanvankelijk af
stuitte. Men deinsde terug voor de gevolgen op het
gebied der rechtspraak. En men verwachtte tevens
dat met enkele maanden dc deplorabele toestand
van sommige colleges, die dreigden uit te sterven,
zóó zou zijn, dat men op dc knieén zou komen
smcckcn om nieuwe rechters te benoemen. Zóó erg
zag het cr al uit, wat rechterlijke organisatie be
treft, en derwijze zou liet mogelijk zijn geweest te
hervormen, zonder omver te werpen en zonder
conflict. Hoe nu intusschcn de onafhankclijkvcr-
k la ring toch is doorgezet, ondanks vooromschreven
gevaar, is mij niet bekend. .Vermoedelijk was de bedoe
ling om tot de verbetering over te kunnen gaan in
de provinciale en gemeentelijke organisaties, en de
rechterlijke macht te laten zooals zij was, waarbij
men zich tevreden zou stellen met over enkele maan
den, als ieder van dc noodzakelijkheid overtuigd
was, eindelijk over te gaan tot het benoemen naar
gelang van de openvallende plaatsen van Vlaamsche
rechters en colleges én vredesgerechten in Vlaan
deren.
Men had echter buiten den waard gerekend. Dc
rechterlijke macht, nu niet in ideeele beteekenis.
maar als kaste beschouwd, zag natuurlijk reeds lang
bet oogenblik naderen, waarop men zou moeten
erkennen het benoemingsrecht van den bezetter
faute de nieux. En men zag evenzeer natuurlijk
aankomen, dat dan de Vlaamsche vloed niet. te
keeren was. Liever dan tc wachten tot tnen zich
moest overgeven, besloot men tot een daad.
Zie daar wellicht de psychologische achtergrond,
waarom het Hof van Beroep te Brussel, op aan
stichting van in het land verblijvende ministers van
staal, senatoren en afgevaardigden, besloot tot het
in hechtenis nemen van drie leden van den Raad
van Vlaanderen, te Brussel woonachtig. 111 een zit
ling van het Hof van Beroep op 7 Februari 1918.
Of stak er nog iets anders achter? Wij zullen de
omstandigheden nader bezien. De inhechtenisneming
had plaats op 8 Fefor., 's ochtends vroeg, één was
afwezig, men trof slechts Dr. Tack en Dr. Bornis
aan. Deze daad was natuurlijk een wanhoopsdaad.
De bezettende macht kwam tusschénbeide en deed Ide
in hechtenis genomen leden van den Raad in vrij
heid stellen.
Het Hof van Beroepwerd \ei volgens geschorst ver
klaard en de dienst gedaan hebbende voorzitters der
3 Kamers werden gearresteerd en naar Duitschland
weggevoerd. Het opperste gerechtshof, het Hof van
Verbreking te Brussel liet dit niet op zich zitten
en schorste zijn werkzaamheden; de "Rechtbanken
volgden liet voorbeeld.
Dc rechtspraak in België ligt thans geheel stil.
Wat gevreesd werd is gebeurd ook, tegen de ver
wachting en de'behoedzaamheid, waarmede werd
opgetredenDe vijand pleegde harakiri, want iets
anders kon deze in hechtenisneming niet ten gevolge
hebben.
Men kan natuurlijk geheel treden in dc ideologie
van dc Belgische rechterlijke macht en beseffen, dat
zij slechts en met genoegen bun Belgischen
plicht deden. Men brenge evenwel het aureool niet
al te dik aan, inuners de heldhaftigheid: het zich
verzetten tegen den bezetter door magistraten, zinkt
in 't niét bij dc heldhaftigheid van zoo menig on
genoemd held in de loopgraven. En dan: bij deze
openlijke aanstichting door politici van naam,
kon vanzelf het Hof van Beroep niet anders ham
delen, zonder voor eeuwig geblameerd te zijn. Ook
zonder dat dit tot bewustzijn kwam, zal het hebben
gewogen.
Maar doet het nu niet eigenaardig aan, dat het
geheele optreden der activisten, toch zeker ook wol
op een of anderen grond onder een of ander artikel
vallend (de Code Penal 1) al dien tijd ongemoeid
is gelaten, dc Raad van Vlaanderen reeds een jaar
ongestoord werkte, ja 111 November reeds de ver-