Mononkel Hwinten
De Volksgazel van het Arrondissement Aalst
2
Een onderscheid.
Geeraardster gen
Uit Sottsgem.
Erembcdegem.
School voor Vroedvrouwen
ima—————a———————hé——a—a
staat een onbepaald getal andere stelsels
straks wanneer ik 11 spreken zal van de ont
werpen van maatschappelijk' n aard die de
republikeinsche burgerij, welke gij zeo zeer
beschuldigt niettemin heeft tot stand ge
bracht, zal ik zonder moeite toonen dat het
maatschappelijk regiem van vandaag niet
meer 't maatschappelijk regiem is van over
twintig jaren, en dat het zelf ingericht is op
voltrekt verschillende grondslagen.
Ik kan dus niet aannamen dat gij ons alleen
tusschen die twee zoodt laten kiezen en dat
gij eindigen zoudt met ons te zeggen: Neemt
acht. indien gij mijn ontwerp niet aanneemt,
zal het de ondergang wezen van den men
schel ijken geest.
Mynheer Jaurès, gy moogt den ondergang
van uen menschelijken geest niet verwarren
met den ondergang van den geest van
M. Jaurès
Gy slaat, veroorloof me u dat te zeggen,
een zeer hoogen toon aan tegen de mannen
die tot nu toe voor u medewerkers zijn ge
weest. Gy geeft ons het schouwspel van die
godheden van het Hellenisme, die op zekeren
dag op de bergtoppen van Athene worstelden
tot verbetering van eene wonderlijke vol
brenging; met uwen meesterachtigen scepter
treft gij de aarde om er te doen uit voortko
men volgens uw eigen woorden 't mo
del van nieuwe maatschappij, en u tot ons
keerende zegt gij ons Doet ook zooveel
Welnu, het wordt niet gezegd dat die uit
daging niet kunne aangenomen worden. De
alchimisten zochten den steen dor wijsheid
gy hebt hem gevonden, gy houdt in handen
de tooverachlige fonnuul die moet oplossen
ik zeg niet die oplost omdat wij ze nog
niet kennen die moet oplossen de sociale
kwestie binnen de zes maanden.
Welnu, de heldere critische geest van het
modern Frankrijk, dien gij niet waardeert
omdat hij u op dit oogenblik hindert, had
tot nog toe ons die uroomeryen gespaard,
liet is evenwel natuurlijk dat op het ge
schiedkundig oogenblik, waarop het vraag
stuk in al zijnen luister gesteld wordt, de
verbeeldingen hunnen vrijen loop krijgen.
Dit is noodig voor mannen die tie toekomst
niet. in het gezicht durven zien daarom
moeten de eerediensten van weleer, die de
eeuwigdurende gelukzaligheid beloofden,
vervangen worden door de begoocheling in
profetics van het aardsch paradys der toe
komst.
De waarheid is dat men in de maatschap
pelijke inrichting twee dingen onderscheiden
moetden mensch en den leader. Het schynt
gemakkelijker den kader theoretisch te her
vormen ieder doet er met behagen aan me
de. Maar indien gij wilt inzien dat de kad-
van de sociale inrichting maar het voort
brengsel is, en zijn kan, van de menschel ijke
opvattingen die zich hebben opgevolgd, is het
zeker dat men de grootste wanorde te ge-
moet gaat indien men willekeurig de maat
schappelijke inrichting zou wijzigen, zonder
zich te vergewissen of de mensch in staat is
zich er naar te schikken. Zoo ook moet zelfs
voor degenen, die beweren de maatschappe
lijke inrichting te hermaken, alles herleid
worden tot de eerste hervorming, die van het
individu zelf.
nemen den mensch zooals hij is, nog niet
geheel ontward uit de klissen van het ver
leden. met zijne wreedheid, met zijne goed
heid, met zijn ikzucht, met zijn altruisme,
met zijn medelyden voor het verdriet dat hij
verduurt en voor het verdriet dat hij aan
anderen doet ondergaan.
Wij nemen hem feilbaar, tegenstrijdig,
tastende naar iets beters wat het ook zij en
wij onderwijzen hem, wij maken hem groot
en wij versterken hem in het goedewij
maken hem vrij, wij verrecht .vaardigen hem
en gesproten als hy is uit het. beestachtige
stelsel van de macht, brengen wij hem
dichter bn eene meer en meer verheven
rechtvaardigheid. En iederen dag- hebben wij
een weinig meer zelfopoffering; een weinig,
meer edelmoedigheid,goedheid en schoonheid
eene nieuwe kracht te meer voor hem zelf en
voor de buitenwereld. Ons ideaal, dat is tien
mensch te verbeteren, meer in de mensche-
lijkheid dan in de gedachten, terw ijl gij u
opsluit en tie mensch met u. op het eng ge
bied van een naamloos Collectief Absolu
tisme» Wij plaatsen ons ideaal in de schoon
heid van het individualisme, in den luister
van de ontluiking van het individu in den
schoot eener maatschappij, die hem maar
leidt, om hem beter te ontwikkelen.
Zoo sprak M. Clemenceau, de Fran-
sche minister en M. Jaurès het kopstuk
der maangrijpers, heeft slechts een
bedremmeld antwoord kunnen geven,
en zelfs aan het vooruitstrevend goever-
nement zijne medewerking belooft.
Nochtans heeft hij verzekerd een
ontwerp in te dienen tot in pratijkstel-
ling van het collectivism in Frankrijk.
Welnu de tijd welke hij voor het neer
leggen van zijn ontwerp bepaald heeft
zal eerlang verschijnen en dan zal men
kunnen oordeelen in hoeverre die ont
werpen te verwezenlijken zijn of hoe
verre ze verwijderd zijn van de maan.
Indien gij het individu hervormt, indien
gij u. ik zeg niet alleenlijk maar toch hoofd
zakelijk bezighoudt met do hervorming van
de menschel ijke personaliteit, zal de mensch
zelf tien kader der inrichting vinden dien hij
noodig heeft, zonder zich te bekommeren om
uwe stolsels, zonder zich pp te houden bij
de voorspellingen, die gij hebt gedaan en die
zich zeker niet zullen kunnen verwezenlij
ken, omdat, tenzij gij zolf* eene godheid
zoudt wezen, gy den uitslag van de mensche-
lyke evolutie niet voorzien kunt.
Ik ken de vrucht niet van uw streven,
maar ik kan zeggen dat wanneer gy ons den
kader zult gegeven hebben van de nieuwe
maatschappij, gy haar nog zult moeten
voorzien van den nieuwen mensch, die
in deze maatschappij, ontworpen naar uwen
geest, zal kunnen leven ik zeg dat de
mensch zooals hy tegenwoordig is, niet ge
schikt is om in deze maatschappij te leven.
In elk geval moeten uwe opvattingen
noodlottig schipbreuk lijden ouder een oog
punt, namelijk dat de mensch, dien gy noo
dig hebt voor de verwezenlijking van uwe
toekomstige maatschappij, nog niet bestaat
zelfs indien uwe theoriën zich moesten ver
verwezenlijken en wanneer deze mensch
bestaan zal. indien hij ooit kan bestaan, zal
hij zijn verstand op zijn manier aanwenden,
zonder zich bezig te houden met den weg
dien gij beweert hem te willen wyzen. Gij
z.-gt rechtstreeks de toekomst te maken, wij
die de toekomst zullen maken; en de taak die
wy aldus volbrengen is veel grootscher dan
de uwe. Wij maken niet den juist zooals hij
voor onze samenleving wezen moet, wij
Mengelwerk van den 19 Oogst 1906.
EENE KAROTTE
door
II. De Cock-Creten.
V.
Hoe Mononkel Kwinten bij den gouver
neur vernacht en zijn logist betaald.
Mononkel en de gouverneur deden maar
niets dan toetsen en drinken de glazen
klonken maar gedurig tegeneen, en alle
oogen waterden van drank en voldoening.
Heer burgemeester, riepen zij allen, gij moet
ons toch nu een liedje zingen. Een mes
roept Mononkel. Wat gaat gij doen vroegen
zy hem een mes Dat zult gy zien.
Zy brachten hem een mes dat hii met den
hecht optie tafel legde, en met den duim tril
len deed en ronken gelijk het rad van eenen
scheerslijper. en zoo aan het slypen en aan
h«-t zingen en aan het muilen maken, dat zij
allen van lachen onder tafel vielen. W y wil
len hier niets van het liedje aanhalen....
Hadde ik maar eenen hoed zuchtte Mo
nonkel van tyd tot tyd tusschen het ledigen
der glazen.
Kom springt de guit op, wy gaan samen
eenen hoed koopen muziekanten, en avant!
D- richten zich in twee ryen. Mononkel
Onze klerikale tegenstrevers Verwar
ren immer en opzettelijk de potitiek
met den godsdienst. Onze strijd is nog-
thans duidelijk wij bestrijden geene
christenen.
Een ware christen bemint zijnen
evenmensch zonder zich te bekreunen
om dezes godsdienstige overtuiging
hij steunt, geeft almoezen en helpt
waar nood is, zonder zich af te vragen
of die behoeftigen tot zijne denkwijze
behooren en nooit zal hij den gegeven
onderstand inroepen om iemands poli
tieke overtuiging geweld aan te doen.
Veel min zal hij tot laster of broodroof
zijnen toevlucht nemen om andersden
kenden te schaden. Hij ziet graag zijne
overtuiging eerbiedigen, maar eerbie
digt ook deze van anderen, hij is ver
draagzaam in alles en doet het goede
om het goede. Die mensch volgt de
verhevenene beginselen der algemeene
zedenleer, in elks hart gegrift, cn han
delt naar de stem van zijn geweten.
Voor zulken voelen wij de grootste
achting. Nevens deze eerlijke lieden
komt een soort huichelaars, uiterlijk
godsdienstig, doch die de voorschriften
van Christusleer onder de voeten trap
pen.
In de kerk staan zij op den eersten
rang, leggen in de schaal, dragen soms
een flambeeuw in eene processie,
komen in de diensten, wanneer deze
reeds begonnen zijn of verlaten ze vóór
ze geëindigd zijn, enkel om gezien te
worden en de bescherming te bekomen
van hen, die thans de meesters in België
zijn. Geen spier overtuiging bezitten ze
zulken zijn op weg om klerikaal te
worden of zijn het": christen zijn ze
niet. Ook genieten ze slechts de ach
ting van lieden hunner soort.
Een klerikaal is een vijand van vrij
heid en verdraagzaamheid, zijn ecnig
doel is te heerschen om aldus al de
gunsten en voordeden op zich te laden.
Zijnëtegenstreversbekampt hij met alle
oneerlijke middelen broodrooyen is
zijn geliefkoosd werk. Godsdienstig
ging in 't midden, den sjerp rond den dikken
buik, den rietstok in de hand waar hii de
maat mede sloeg, den kluchtigen rooden kop
dantelende van de eene schouder tot op de
andere, en zoo de stad in. Alle man kwam
op den drempel staanwat is dat 't is niets
lachen zij zich van beide kanten der straat
tegen zij hebben daar eenen boerenburge-
meester tusschen. En de stoet trok door tot
bij eenen hoedenmaker. De muziekanten ble
ven aan de deur staan Mononkel ging bin
nen, een hoed, als 't u belieft. De dame kwam
met ronde hoeden aangevaren.
Weg met die verdomde mode het moet
een drytoot zijn. Er was slechts nog een half
dozijn drijtooten in don winkel, maar allen
te klein. Mononkel pastte ze alle zes en sprak
bitsig te klein te klein te klein Wat
koppen hebben de Belgen dan gij zou ze
poddorie door het oog van eene naald ste
ken.
Heer, nam de dame behendig op eenen die
hy nog gepast had, hier, deze zal u nu mis
schien nu te groot zijn.
Te klein te klein 1 morde Mononkel, alle
maal te klein
De dame haalt den spiegel, duwt Monon
kel den hoed op de oogen ziet ge wel, hij is
u nog te groot, pachter.
Wat, pachter! Ik ben de burgemeester
van Roml) roek.
Ja, nog te groot, heer burgemeester van
Rombroek.
Ik zal hem dan maar houden en Monon
kei werpt een goudstuk op den toog.
De drempel van den huize was een trap
hooger dan de straatMononkel die zulks in
het binnengaan niet had opgemerkt, treedt
schijnt hij soms christen is hij nooit,
ook wordt hij niet geacht, doch steeds
gevreesd.
Huichelaars en klerikalen misbrui
ken den godsdienst enkel hen bestrij
den wij.
Ter gelegenheid der kermis richt de Libe
rale Jonge Wacht twee Groote Bals in op
Zondag 20 Augusti en Zondag 2 September
telkens om 9 uren 's avonds in de feestzaal
van den Liberalen Kring.
Alle liberale vrienden zijn ertoe uitgenoo-
digd met hunne familie en geen twyfelof
allen zullen talrijk opkomen.
De Volksbibliotheek der Liberale Jonge
Wacht is open alle Zondagen van 10 1/2
tot 11 1/2 uren 's morgenas inden Libera
len Kring waar er boehen te verkrijgen
zijn, ter lezing aan 2 centimcn per boek
deel.
De lichting der bussen van den schoolpen
ning is deze week gedaan geweest. De op
brengst ervan was voldoende. Het Bestuur
der Liberale Jonge Wacht, beveelt den
schoolpenning warm aan de vrienden en bij
zonder aan de herbergiers waar de bussen
geplaatst zijn, ze bijtijds voor den dag te ha
len.
't Einde jaar zullen de prijzen voor de
meest opbrengende lokalen plechtig uitge
deeld worden.'
Vrienden allen de Volksgazetuitge
spreid en bijzonder een oog in 't zeil gehou
den over de handelwijze sommiger staatsbe
ambten en zwartrokken die denken hunnen
hemel te moeten verdienen met de waar
heidsgazetten te bekampen en te kort te doen
op oneerlijke wijze.
KraGhtiger dan ooit propaganda voor ons
blad gemaakt en meest van al op den buiten
goed zaad kimt altijd 1
't Vlaggefeest der Klauwaerts.
Ondanks al hun reklaam en getrommel
was dit feest fiasco complet, byna geene
kringen waren opgekomen,geen enkel onzer
katholieke bladen durft ze opsommen zoo
klein was hun getal en geen enkel katholiek
senator of volksvertegenwoordiger was te
genwoordig op de manifestatie óf meeting.
'Dat beteelient wel dat, zooals wij dikwijls
schreven, dat de mandatarissen der katholie
ke partij den zot houden met al de vlaamsche
punten, op hun programma,tijdens den kies
strijd en dat zij niet vooruit uurven komen
op feesten of meetings, waar zij verplicht
-zouden zijn verklaringen af te leggen over
hunne houding in zake vlaamsche taalkwes
tie en wel bijzonder over hunne aanstaande
stemming der wet Cooremans waar alle drie
zullen tegenstemmen. Als redenaars moes
ten de Klauwaerts zich te vreden houden
met mannen van mindere gehalte die, moe
ten wij voortgaan op het verslag van Gee
raard» geen woordje durfden of mochten
reppen óver de taalwet Cooremans, en dat
nog wel in een oogenblik dat dit hoofdpunt
der vlaamsche grieven in alle vlaamsche
kringen te berde komt. 't Consigne was
snorken bij de potaarden leeuwkens van
Geeraardsbergen, en slaafsch zullen onze
Davidsfondsers en Klauwaerts in 'tstof blij
ven kruipen, en niets tegenstribbelen wan
neer Woeste, Bethune, De Sadeleer en kon
soorten tegen de belangen van het vlaam
sche volk zullen stemmen.
En die mannen zingen
Zij zullen hem niet temmen
Den fieren vlaamschen leeuw
Zoolang de leeuw kan klauwen
Zoolang hij tanden heeft.
Spijtig voor de volksbedriegers der katho
lieke bende dat het volk begint klaar te zien
in hun zwansflanungantismc en dat elkeen
weet dat het genoeg is van een wenk van den
vlaamschhatende Woeste en der groote rijke
katholieke kasteelheeren om de klauwen en
de tanden van hunnen brullenden leeuw bot
te maken.
Pol van 't Hemelrijk.
De feesten aangekondig door ons kermis-
programma, zyri oegonnen met twee tooneel-
vertooningen, gegeven, op Zondag 12 en
Woensdag 15 dezer door de katholieke maat
schappij De Volksvrienden. Deze vertoo
ningen waren niet alledaags, het gold hier
immers de opvoering inde vlaamsche taal.
van de Mascotte het beroemd zang
spel van Audran. -
en valt. De driitoot vliegt hem van het hoofd
voortgejaagd noorden wind. Hij den drytoot
na, de muziekanten hem na, en zoo allen aan
het loopen en aan het stronkelen de gansche
straat is in rep en roer.
Een straatjongen vlugger te been dan Mo
nonkel Kwinten en zijne champagne-mak-
kers, greep den hoed speelziek op, loopt
eenige stappen vooruit, steekt den hoed op
eenen bessemstok, doet hem draaien gelijk
een tems, danst, springt huppelt voor hen op
en schertsthéla f een driitoot te koop wie
zet er geld op Mononkel liep den jongen na,
dreigde hem met de vuisten bulderde laat
mii eens bij u komen, ik breek u den nek
wilt gy mijnen hoed seven, galgenras dat ge
daar looptWoedend spant Mononkel al zij
ne krachten in maar met gewoon op kassei
te gaan, stronkelt hij tegen eenen steen, die
een weinig boven de andere uitstak, en valt
met zijne lijvige knoken zoo lang als hij is.
De gansche straat aan het lachen en aan het
vragen wat voor een vent is dat Mononkel
tracht op handen en voeten weer recht te ge
raken, en ziet de nieuwsgierigen aan hot
zoo'n erbarmelijk en koddig gezicht dat er
nog meer gelachen werd. De jongen riep nog
maar gedurig héla een drijtoot te koop
wie zet er geld op Een der muziekanten,
onbemerkt doorgedrongen, grijpt den vleu
gel met den arm, gééft hem eenige oorvegen
en neemt hem den hoed af dien hij Mononkel
terugbrengt Godwat soort van volk
zuchtte Mononkel, terwijl hij zich de beslijk
te knieën zijner korte broek met den neus
doek afwreef, wat soort van volkis
hier dan geene politie, en handelt men zoo
met eenen vertegenwoordiger van het Hol-
landsch gouvernementkerel,dreigde hy den
Ja lezers, het katholiek en vrij vrome Gee
raardsbergen heeft de primeur gehad van tie
opvoering in de vlaamsche taal van de Mas
cotte» niettegenstaande kuiperyen en on-
derduimsche werkingen van zekere schijn
heilige, fanatieke dweepers, welke niets ver
waarloosd hebben, om den moed te ontnemen
aan deze welke de stoutheid gehad hebben,
dit lief kunstgewrocht aan te leeren en ten
tooneele te brengen,
Hunnen moed en tooie wilskracht zyrt be
loond geworden want het schoon en talrijk
publiek welke de vertooningen bijwoonde,
heeft door zijne groote opkomst en tloor zijne
herhaalde toejuichingen De wezen, dat zij op
de goede baan waren en dat het instemde
met hunne gedachten en strekkingen, 't is te
zeggen dat de kunst moet vrij blijven van
dweepery en enkel voor doel hebben den
mensch te verheffen door hem het genot van
'tschoone te geven.
Verre zijn de tijden, toen het schepencol-
legie der stad Geeraardsbergen aan Voor
eer en kunstde opvoering verbood van het
lieve blijspel 't is uit liefdeEen goed
punt voor u heeren Burgemeester. Sein'po
nen en Raadsleden, want in tegenstelling
met wat uwe Collegas der stad Brugge ge
daan hebben (in die goede en brave stad zijn
de opvoeringen van de aMascotte» verbo
den,) hebt gij gevonden dat de tooneelkunst
aan geen banden moet gekluisterd zijn, en
vrij moet kunnen ademen.
Wat de vertolking eigent lijk betreft, rond
uit gesproken, zij was puik, en heeft de
stoutste verwachtingen overtroffen. Eene
bijzondere melding nochthans voor Mevrouw
Van Kerckhove-Coessens van Aalst,welke de
moeilijke en afmattende rol van Bettina op
kunstige en natuurlijke manier heeft weer
gegeven, zang en spel waren zeer verdien
stelijk. De rollen van Rocco, Pepo, Fritenelli,
Laurent XVII werden goed vertolkt door de
Heeren Merckaert, Van Damme, De Boe,
Van de Maele, deze laatste was voortreffe
lijk, hij heeft getoond tooneelkennis te bezit
ten en kunstgevoel te begrijpen
De samenzang was verzorgd en goed, de
tooneelschikking prachtig en smaakvol.
En nu heeren liefhebbers van De Volks
vrienden gaat voort, moedig vooruit,
willen is kunnen hebt ge gezegddeze woor
den komt gij te verwezentlijken, maar laat
mij toe u te zeggen, het volgende spreek
woord steeds indachtig te wezen Rust
Roest
Zondag laatst vierde alhier St. Sebastiaar.sschutters
gilde haar jaarlijksch koningsfeest. Talrijk waren de
leden die 0111 het koningschap mededongen on 11a lang
strijden, had onze reeds bejaarde doch nog jonghartige
vriend Gesar De Cock het geluk zich Koning te schie
ten. Bij het overhandigen der eereteekens aan den
nieuwen koning, inzonderheid van de eertijds door
Graaf Lamoraal van Egmont aan de maatschappij Be
schonken halsketting, hield de achtbare heer voorzitter
der maatschappij, de oude koene strijder, Clement
Dooremau, eene gemoedelijke toespraak voor een tal
rijk opgekomen publiek uit alle standen.
Na den lof te hebben gemaakt van den uit en intro-
denden koning, wist hij in eene welgepaste rede zijne
toehoorders diets te maken hoe het stond met den
ermbarmlijken toestand in zake financiën en elcctriek-
dionst t>' Sottegem, de weg sedert eenige jaren alhier
door het liberalismus afgelegd op politiek gebied en de
huidige gezindheid van net volk.
Hij wist vooral een daverend handgeklap en bravo uit
te lokken wanneer hij iedereen, vooral uen jongeren,
aanwakkerde tot den snel naderenden strijd en tot ver
spreiding der liberale gedachten.
Dixit
P. S. Ei ei Mijn lieve Beiaard, je zijt. weer aan
rt raaskallen, is 't misschien 't. naderen van O. L. V.
Hemelvaart» die je brein,in de waar brengt Je zegt
dat eene dame te London verwezen werd' tot 12500 ir.
schadeloostelling wegens het zenden van schandelijke
postprentkaarton; moet je daarvoor de liberalen te lijve
gaan en beweren dat zij het hoogste woord voerden in de
protestaties, wanneer Minister Van den Peereboom
zaliger den oorlog verklaarde aan bedoelde postkaarten
en andere gedrukte en geïllustreerde vuiligheid? Maar
vriend Beiaard toch, kontje wel het wees gegroet
en de tien geboden Gods? Lees, leeren overweeg eens
goed die gebenedijdepoësie! Wees toch ook eens logiek
jongen.
Anderzijds, wat heeft me je correspondent van Wet-
teren er 't handje van om ophot liberale feest van Wct-
tcren te donderen Volgens hem zijn de geletterde, god-
delooze en voor't verplichtend onderwijs strijdende li
beralen alzoo slecht als anarchisten! Spijligis 't noch
tans te moeten vast stellen dat er meer van ie gods
dienstige en ongeletterde pilaarbijters achter ile gren
dels nestelen dan liberal schoeljes en nog spijtiger is
't dat in voorkomend geval weer alles te wijten is aan
eenige klerikale haantjes voor uit
't Is genoog dat eenige snottors van je vrienden bij
dergelijke feesten ter plaatse zijn, om eene kloppartij te
zien ontstaan en al wat deftig is te zien beschimpen,
gelijk het Zondag laatst weer gebeurde te St. Truiden.
Gelukkiglijk is alles ter oore gekomen^de di-ftige wet
te raar kens zullen wel onthouden wie t spel verbrod
deld heeft en bij gelegenheid toonon dat zij toch 7.00 on
schadelijk niet zijn als een kwakzalver docter beweert.
Wat je correspondent van Strijpen betreft, die heeft
voorzeker veel van't hoofd geëten, anders zou hij zoo
over zich zelf den lof niet zwaaien en zich minder uil
toonen als hij waarlijk is. Schijnt echter dat de bestuur
der der veeverzekerings St. Andriesgilde aldaar van zij
ne parochianen een welverdienden en prachtigen luster
heeft gekregen ter gelegenheid van eene decoratie die
hem werd verleend.
Iedereen in die gelukkige gemeente zal weeral behal
ve vrij geweest zijn van te geven of nietWare t voor
menheer® de pastere niet, er ware geen luster gegeven I
Nochtans hebben de mensehen van Strijpen achter
menheere do pastere niet moeten wachten om hunne za
ken klaar te krijgen maar gevraagd of niet. die lui
Stellen zich aan 't hoofd van alles in eene gemeente.
Hunne tusschen komst is toch behalve vrij van alle ho
sten en 0111 hunne scliaapkens te verlichten hebben ze
bij klaren dage don fakkel der liberale gazetten niet
noodig, ze beschikken daarvoor over de vurige tongen
van den H. Géést, die zijn tenminste doeltreffender en
minder gevaarlijk voor ongeleerde menschen uit te bui
ten!
Sedert lang bestaat er op een gehucht van
onze gemeente eene maatschappij van Eten
en Drinken.
Onze dompers, die zeker zijn met de eerst
komende Gemeentekiezing met klank van
't Gemeentehuis afgekegeld- te worden, heb
ben zich door alle loensche middelen in die
Maatschappij weten in te dringen en alsdan
get racht ze'doen te veranderen in eene poli
tieke maai schappij. Om tot dit doel te gera
ken, begon zeker heerschap bons voor bier
uit te deelen zeggende.dat ze van Mijnheer
den Notaris kwamen. Dat spelletje duurde,
tot op zekeren dag, er ruzie onder de leden
uitbrak.
Zekere hoovaardige snul, die eerst en vooral
zou moeten beginnen met goed zijnen naam
te leeren schrijven en niet zou mogen ver
geten dat hij het ambt dat hij nu bekleedt
tc danken heeft aan de lasterende taal die
hij eertijds voerde tegen onze groote Dom-
pershoofden, kreeg ruzie met ue vrouw van
Ft lokaal. Deze in toorn richt zich tot den
politieken slaafZwijg of ik breng hier
alles uit en ge weet dat ik veel kan vertel
len. Met deze woorden was het spel aan den
gang. Eenige leden vroegen nu de kas eens
te mogen nazien en waar het geld der boeten
naartoe was.
Tot aller verbazing vondt men armzalig
1,80 frank,'tis te zeggen 90 centen in de kas.
Daarop gaven vele leden hun ontslag, nu
is de Maatschappij weder heringericht, bui
ten alle partijgeest en het hooveerdig dom-
persslaafken heeft 't gat van den timmer
man gekregen. Wel betome 'them.
Deze zaak wordt in onze gemeente, fel
besproken en vele menschen vragen zich af,
of soms het seld der boeten niet gediend
heeft om de oons te betalen, Mijnheer de
Notaris zou dan maar als masker gediend
hebben.
Ook vele inwoners van Erembodegem heb
ben voorgoed den buik vol van Maatschap
pijen waar dompersgoedje zich komt innes
telen, om alzoo onze vrijzinnige jeugd in
hunne handen te krijgen en er echte dom
perssla ven van te maken.
Een vrijzinnige inwoner van
Erembodegem.
jongen met de vuist na, hadde ik u hier on
der de handen, ik brak uden hals. Heer bur
gemeester, sprak de gouverneur, maak u
geen kwaad bloed wij gaan u naar myne
woning brengen.
Naar uwe woning heer gouverneur
Ja de avond begint reeds te vallen gy
blijft by mij vernachten, en dan zullen wij
nog eens tusschen vier oogen over 's lands
zaken bescheiden handelen.
Extra zei Mononkelmaar gelooft gij
wel dat ik, poddorie! begin honger te krij
gen.
Ik zal voor alles zorgen, zei de gouver
neur laat ons heentrekken.
De muziekanten zetten zich weer in twee
ryen, heffen nogmaals het Holiandsch
nationaal lied aan, en brengen zoo Mononkel
Kwinten in eender voornaamste hotels der
stad, als woning van den gouverneur opge
geven.
Zie, heer burgemeester, sprak de gou
verneur, toen zij hem op eene bovenkamer
hadden geleid, mijne knechten zullen u hier
verzorgen gij moet slechts vragen wat gij
verlangtlater in den avond zal ik u komen
terugvinden nu hebt gy spy's en rust noo
dig.
Nauwelijks bevond hij zich in de kamer al
leen, of zoo ging hij op het bed aan en tastte
't zal wel gaan 'tis nog al malsch en donzig
Ah een spiegel, hij gaat naar de schouw en
toen hij zijn bestoft gelaat in 'toog kreeg,
sprak hijGod wat zie ik er wonder uit
Hierop grijpt hij het lampet vast, begint zich
snorkend te wasschen, trekt het venster open
en giet het water de straat op. Eene dame die
Achterwaarsters, te Doornijk.
De eerste reeks aannemingsexamen
aan de school voor Vroedvrouwen en
Achterwaarsters tc Doornijk is geëin
digd zoowel meisjes van Brugge.
Gent, Moescron, Arlon als van de
omstreken van Doornijk hebben zich
voorgesteld, aangetrokken door de
groote voordeelen welke die school hun
aanbiedt.
Deze school wordt warm aanbevolen
aan de ouders die voor hunne dochters
eene deftige en winstgevende brood
winning zoeken.
Na een gemakkelijk exaam over wat
men aanleert in de stadsscholen wor
den de meisjes in de school opgenomen
en wordt hun voor eene kleine geldsom,
dank aan geldelijke toelagen en studie
beurzen, het theorische en practische
onderricht gegeven om goede Vroed
vrouwen of Achterwaarsters te wor
den zij ontvangen ook een Diploma
en worden alsdan door de school in de
beste familiën van Belgie en Noord-
Frankrijk geplaatst aan 100 en 125 fr.
per maand.
Voor alle inlichtingen gelieve men
zich te wenden aan Mejuffer Martin,
Hoofd-Vroedvrouw van het Lighuis,
Boulevard Lalaingte Doornijk.
toevallig onder het venster doortrok, kreeg
de gansche galp op den kop. Een der knech
ten komt daaelijK boven geloopen wat doet
gy dan
Wat ik doe P vroeg Mononkel.
Uw water aan het venster uitgieten
Bah breng mij een half dozijn harde
eieren, met peper en zout. boter, brood en
Hollandsche kaas.
Eene^damedie juist van de gemakkelijkste
niet was, kwam den knecht naar boven na-
geloopen leelijk stomme boer, wie leert u
nier het water aan het venster uitgieten
Waart gij van onder het venster gebleven,
dan zou ik u niet begoten hebben,"en maar
spoedig hier van de kamer af, schandaal dat
ge daar staat, die zoo het huis van den heer
gouverneur binnen loopt
Gij zult mij mijnen hoed betalen
Ta ta ta zei Mononkel Kwinten, maak u
maar spoedig uit de voeten. Ga den gouver
neur eens roepen, zegt hy tot den knecht.
Den gouverneur vroeg deze met ver
wondering.
Ja, ja, den gouverneur, of zet my dat
schandaal aan de deur.
De dame meenende dat zy met eenen zin-
neloozen te doen had, bedaarde zich en trok
henen.
(Wordt voortgezet.)