Mononkel Hwinten De Volksgazel van het Arrondissement Aalst 2 Een onderscheid. Geeraardster gen Uit Sottsgem. Erembcdegem. School voor Vroedvrouwen ima—————a———————hé——a—a staat een onbepaald getal andere stelsels straks wanneer ik 11 spreken zal van de ont werpen van maatschappelijk' n aard die de republikeinsche burgerij, welke gij zeo zeer beschuldigt niettemin heeft tot stand ge bracht, zal ik zonder moeite toonen dat het maatschappelijk regiem van vandaag niet meer 't maatschappelijk regiem is van over twintig jaren, en dat het zelf ingericht is op voltrekt verschillende grondslagen. Ik kan dus niet aannamen dat gij ons alleen tusschen die twee zoodt laten kiezen en dat gij eindigen zoudt met ons te zeggen: Neemt acht. indien gij mijn ontwerp niet aanneemt, zal het de ondergang wezen van den men schel ijken geest. Mynheer Jaurès, gy moogt den ondergang van uen menschelijken geest niet verwarren met den ondergang van den geest van M. Jaurès Gy slaat, veroorloof me u dat te zeggen, een zeer hoogen toon aan tegen de mannen die tot nu toe voor u medewerkers zijn ge weest. Gy geeft ons het schouwspel van die godheden van het Hellenisme, die op zekeren dag op de bergtoppen van Athene worstelden tot verbetering van eene wonderlijke vol brenging; met uwen meesterachtigen scepter treft gij de aarde om er te doen uit voortko men volgens uw eigen woorden 't mo del van nieuwe maatschappij, en u tot ons keerende zegt gij ons Doet ook zooveel Welnu, het wordt niet gezegd dat die uit daging niet kunne aangenomen worden. De alchimisten zochten den steen dor wijsheid gy hebt hem gevonden, gy houdt in handen de tooverachlige fonnuul die moet oplossen ik zeg niet die oplost omdat wij ze nog niet kennen die moet oplossen de sociale kwestie binnen de zes maanden. Welnu, de heldere critische geest van het modern Frankrijk, dien gij niet waardeert omdat hij u op dit oogenblik hindert, had tot nog toe ons die uroomeryen gespaard, liet is evenwel natuurlijk dat op het ge schiedkundig oogenblik, waarop het vraag stuk in al zijnen luister gesteld wordt, de verbeeldingen hunnen vrijen loop krijgen. Dit is noodig voor mannen die tie toekomst niet. in het gezicht durven zien daarom moeten de eerediensten van weleer, die de eeuwigdurende gelukzaligheid beloofden, vervangen worden door de begoocheling in profetics van het aardsch paradys der toe komst. De waarheid is dat men in de maatschap pelijke inrichting twee dingen onderscheiden moetden mensch en den leader. Het schynt gemakkelijker den kader theoretisch te her vormen ieder doet er met behagen aan me de. Maar indien gij wilt inzien dat de kad- van de sociale inrichting maar het voort brengsel is, en zijn kan, van de menschel ijke opvattingen die zich hebben opgevolgd, is het zeker dat men de grootste wanorde te ge- moet gaat indien men willekeurig de maat schappelijke inrichting zou wijzigen, zonder zich te vergewissen of de mensch in staat is zich er naar te schikken. Zoo ook moet zelfs voor degenen, die beweren de maatschappe lijke inrichting te hermaken, alles herleid worden tot de eerste hervorming, die van het individu zelf. nemen den mensch zooals hij is, nog niet geheel ontward uit de klissen van het ver leden. met zijne wreedheid, met zijne goed heid, met zijn ikzucht, met zijn altruisme, met zijn medelyden voor het verdriet dat hij verduurt en voor het verdriet dat hij aan anderen doet ondergaan. Wij nemen hem feilbaar, tegenstrijdig, tastende naar iets beters wat het ook zij en wij onderwijzen hem, wij maken hem groot en wij versterken hem in het goedewij maken hem vrij, wij verrecht .vaardigen hem en gesproten als hy is uit het. beestachtige stelsel van de macht, brengen wij hem dichter bn eene meer en meer verheven rechtvaardigheid. En iederen dag- hebben wij een weinig meer zelfopoffering; een weinig, meer edelmoedigheid,goedheid en schoonheid eene nieuwe kracht te meer voor hem zelf en voor de buitenwereld. Ons ideaal, dat is tien mensch te verbeteren, meer in de mensche- lijkheid dan in de gedachten, terw ijl gij u opsluit en tie mensch met u. op het eng ge bied van een naamloos Collectief Absolu tisme» Wij plaatsen ons ideaal in de schoon heid van het individualisme, in den luister van de ontluiking van het individu in den schoot eener maatschappij, die hem maar leidt, om hem beter te ontwikkelen. Zoo sprak M. Clemenceau, de Fran- sche minister en M. Jaurès het kopstuk der maangrijpers, heeft slechts een bedremmeld antwoord kunnen geven, en zelfs aan het vooruitstrevend goever- nement zijne medewerking belooft. Nochtans heeft hij verzekerd een ontwerp in te dienen tot in pratijkstel- ling van het collectivism in Frankrijk. Welnu de tijd welke hij voor het neer leggen van zijn ontwerp bepaald heeft zal eerlang verschijnen en dan zal men kunnen oordeelen in hoeverre die ont werpen te verwezenlijken zijn of hoe verre ze verwijderd zijn van de maan. Indien gij het individu hervormt, indien gij u. ik zeg niet alleenlijk maar toch hoofd zakelijk bezighoudt met do hervorming van de menschel ijke personaliteit, zal de mensch zelf tien kader der inrichting vinden dien hij noodig heeft, zonder zich te bekommeren om uwe stolsels, zonder zich pp te houden bij de voorspellingen, die gij hebt gedaan en die zich zeker niet zullen kunnen verwezenlij ken, omdat, tenzij gij zolf* eene godheid zoudt wezen, gy den uitslag van de mensche- lyke evolutie niet voorzien kunt. Ik ken de vrucht niet van uw streven, maar ik kan zeggen dat wanneer gy ons den kader zult gegeven hebben van de nieuwe maatschappij, gy haar nog zult moeten voorzien van den nieuwen mensch, die in deze maatschappij, ontworpen naar uwen geest, zal kunnen leven ik zeg dat de mensch zooals hy tegenwoordig is, niet ge schikt is om in deze maatschappij te leven. In elk geval moeten uwe opvattingen noodlottig schipbreuk lijden ouder een oog punt, namelijk dat de mensch, dien gy noo dig hebt voor de verwezenlijking van uwe toekomstige maatschappij, nog niet bestaat zelfs indien uwe theoriën zich moesten ver verwezenlijken en wanneer deze mensch bestaan zal. indien hij ooit kan bestaan, zal hij zijn verstand op zijn manier aanwenden, zonder zich bezig te houden met den weg dien gij beweert hem te willen wyzen. Gij z.-gt rechtstreeks de toekomst te maken, wij die de toekomst zullen maken; en de taak die wy aldus volbrengen is veel grootscher dan de uwe. Wij maken niet den juist zooals hij voor onze samenleving wezen moet, wij Mengelwerk van den 19 Oogst 1906. EENE KAROTTE door II. De Cock-Creten. V. Hoe Mononkel Kwinten bij den gouver neur vernacht en zijn logist betaald. Mononkel en de gouverneur deden maar niets dan toetsen en drinken de glazen klonken maar gedurig tegeneen, en alle oogen waterden van drank en voldoening. Heer burgemeester, riepen zij allen, gij moet ons toch nu een liedje zingen. Een mes roept Mononkel. Wat gaat gij doen vroegen zy hem een mes Dat zult gy zien. Zy brachten hem een mes dat hii met den hecht optie tafel legde, en met den duim tril len deed en ronken gelijk het rad van eenen scheerslijper. en zoo aan het slypen en aan h«-t zingen en aan het muilen maken, dat zij allen van lachen onder tafel vielen. W y wil len hier niets van het liedje aanhalen.... Hadde ik maar eenen hoed zuchtte Mo nonkel van tyd tot tyd tusschen het ledigen der glazen. Kom springt de guit op, wy gaan samen eenen hoed koopen muziekanten, en avant! D- richten zich in twee ryen. Mononkel Onze klerikale tegenstrevers Verwar ren immer en opzettelijk de potitiek met den godsdienst. Onze strijd is nog- thans duidelijk wij bestrijden geene christenen. Een ware christen bemint zijnen evenmensch zonder zich te bekreunen om dezes godsdienstige overtuiging hij steunt, geeft almoezen en helpt waar nood is, zonder zich af te vragen of die behoeftigen tot zijne denkwijze behooren en nooit zal hij den gegeven onderstand inroepen om iemands poli tieke overtuiging geweld aan te doen. Veel min zal hij tot laster of broodroof zijnen toevlucht nemen om andersden kenden te schaden. Hij ziet graag zijne overtuiging eerbiedigen, maar eerbie digt ook deze van anderen, hij is ver draagzaam in alles en doet het goede om het goede. Die mensch volgt de verhevenene beginselen der algemeene zedenleer, in elks hart gegrift, cn han delt naar de stem van zijn geweten. Voor zulken voelen wij de grootste achting. Nevens deze eerlijke lieden komt een soort huichelaars, uiterlijk godsdienstig, doch die de voorschriften van Christusleer onder de voeten trap pen. In de kerk staan zij op den eersten rang, leggen in de schaal, dragen soms een flambeeuw in eene processie, komen in de diensten, wanneer deze reeds begonnen zijn of verlaten ze vóór ze geëindigd zijn, enkel om gezien te worden en de bescherming te bekomen van hen, die thans de meesters in België zijn. Geen spier overtuiging bezitten ze zulken zijn op weg om klerikaal te worden of zijn het": christen zijn ze niet. Ook genieten ze slechts de ach ting van lieden hunner soort. Een klerikaal is een vijand van vrij heid en verdraagzaamheid, zijn ecnig doel is te heerschen om aldus al de gunsten en voordeden op zich te laden. Zijnëtegenstreversbekampt hij met alle oneerlijke middelen broodrooyen is zijn geliefkoosd werk. Godsdienstig ging in 't midden, den sjerp rond den dikken buik, den rietstok in de hand waar hii de maat mede sloeg, den kluchtigen rooden kop dantelende van de eene schouder tot op de andere, en zoo de stad in. Alle man kwam op den drempel staanwat is dat 't is niets lachen zij zich van beide kanten der straat tegen zij hebben daar eenen boerenburge- meester tusschen. En de stoet trok door tot bij eenen hoedenmaker. De muziekanten ble ven aan de deur staan Mononkel ging bin nen, een hoed, als 't u belieft. De dame kwam met ronde hoeden aangevaren. Weg met die verdomde mode het moet een drytoot zijn. Er was slechts nog een half dozijn drijtooten in don winkel, maar allen te klein. Mononkel pastte ze alle zes en sprak bitsig te klein te klein te klein Wat koppen hebben de Belgen dan gij zou ze poddorie door het oog van eene naald ste ken. Heer, nam de dame behendig op eenen die hy nog gepast had, hier, deze zal u nu mis schien nu te groot zijn. Te klein te klein 1 morde Mononkel, alle maal te klein De dame haalt den spiegel, duwt Monon kel den hoed op de oogen ziet ge wel, hij is u nog te groot, pachter. Wat, pachter! Ik ben de burgemeester van Roml) roek. Ja, nog te groot, heer burgemeester van Rombroek. Ik zal hem dan maar houden en Monon kei werpt een goudstuk op den toog. De drempel van den huize was een trap hooger dan de straatMononkel die zulks in het binnengaan niet had opgemerkt, treedt schijnt hij soms christen is hij nooit, ook wordt hij niet geacht, doch steeds gevreesd. Huichelaars en klerikalen misbrui ken den godsdienst enkel hen bestrij den wij. Ter gelegenheid der kermis richt de Libe rale Jonge Wacht twee Groote Bals in op Zondag 20 Augusti en Zondag 2 September telkens om 9 uren 's avonds in de feestzaal van den Liberalen Kring. Alle liberale vrienden zijn ertoe uitgenoo- digd met hunne familie en geen twyfelof allen zullen talrijk opkomen. De Volksbibliotheek der Liberale Jonge Wacht is open alle Zondagen van 10 1/2 tot 11 1/2 uren 's morgenas inden Libera len Kring waar er boehen te verkrijgen zijn, ter lezing aan 2 centimcn per boek deel. De lichting der bussen van den schoolpen ning is deze week gedaan geweest. De op brengst ervan was voldoende. Het Bestuur der Liberale Jonge Wacht, beveelt den schoolpenning warm aan de vrienden en bij zonder aan de herbergiers waar de bussen geplaatst zijn, ze bijtijds voor den dag te ha len. 't Einde jaar zullen de prijzen voor de meest opbrengende lokalen plechtig uitge deeld worden.' Vrienden allen de Volksgazetuitge spreid en bijzonder een oog in 't zeil gehou den over de handelwijze sommiger staatsbe ambten en zwartrokken die denken hunnen hemel te moeten verdienen met de waar heidsgazetten te bekampen en te kort te doen op oneerlijke wijze. KraGhtiger dan ooit propaganda voor ons blad gemaakt en meest van al op den buiten goed zaad kimt altijd 1 't Vlaggefeest der Klauwaerts. Ondanks al hun reklaam en getrommel was dit feest fiasco complet, byna geene kringen waren opgekomen,geen enkel onzer katholieke bladen durft ze opsommen zoo klein was hun getal en geen enkel katholiek senator of volksvertegenwoordiger was te genwoordig op de manifestatie óf meeting. 'Dat beteelient wel dat, zooals wij dikwijls schreven, dat de mandatarissen der katholie ke partij den zot houden met al de vlaamsche punten, op hun programma,tijdens den kies strijd en dat zij niet vooruit uurven komen op feesten of meetings, waar zij verplicht -zouden zijn verklaringen af te leggen over hunne houding in zake vlaamsche taalkwes tie en wel bijzonder over hunne aanstaande stemming der wet Cooremans waar alle drie zullen tegenstemmen. Als redenaars moes ten de Klauwaerts zich te vreden houden met mannen van mindere gehalte die, moe ten wij voortgaan op het verslag van Gee raard» geen woordje durfden of mochten reppen óver de taalwet Cooremans, en dat nog wel in een oogenblik dat dit hoofdpunt der vlaamsche grieven in alle vlaamsche kringen te berde komt. 't Consigne was snorken bij de potaarden leeuwkens van Geeraardsbergen, en slaafsch zullen onze Davidsfondsers en Klauwaerts in 'tstof blij ven kruipen, en niets tegenstribbelen wan neer Woeste, Bethune, De Sadeleer en kon soorten tegen de belangen van het vlaam sche volk zullen stemmen. En die mannen zingen Zij zullen hem niet temmen Den fieren vlaamschen leeuw Zoolang de leeuw kan klauwen Zoolang hij tanden heeft. Spijtig voor de volksbedriegers der katho lieke bende dat het volk begint klaar te zien in hun zwansflanungantismc en dat elkeen weet dat het genoeg is van een wenk van den vlaamschhatende Woeste en der groote rijke katholieke kasteelheeren om de klauwen en de tanden van hunnen brullenden leeuw bot te maken. Pol van 't Hemelrijk. De feesten aangekondig door ons kermis- programma, zyri oegonnen met twee tooneel- vertooningen, gegeven, op Zondag 12 en Woensdag 15 dezer door de katholieke maat schappij De Volksvrienden. Deze vertoo ningen waren niet alledaags, het gold hier immers de opvoering inde vlaamsche taal. van de Mascotte het beroemd zang spel van Audran. - en valt. De driitoot vliegt hem van het hoofd voortgejaagd noorden wind. Hij den drytoot na, de muziekanten hem na, en zoo allen aan het loopen en aan het stronkelen de gansche straat is in rep en roer. Een straatjongen vlugger te been dan Mo nonkel Kwinten en zijne champagne-mak- kers, greep den hoed speelziek op, loopt eenige stappen vooruit, steekt den hoed op eenen bessemstok, doet hem draaien gelijk een tems, danst, springt huppelt voor hen op en schertsthéla f een driitoot te koop wie zet er geld op Mononkel liep den jongen na, dreigde hem met de vuisten bulderde laat mii eens bij u komen, ik breek u den nek wilt gy mijnen hoed seven, galgenras dat ge daar looptWoedend spant Mononkel al zij ne krachten in maar met gewoon op kassei te gaan, stronkelt hij tegen eenen steen, die een weinig boven de andere uitstak, en valt met zijne lijvige knoken zoo lang als hij is. De gansche straat aan het lachen en aan het vragen wat voor een vent is dat Mononkel tracht op handen en voeten weer recht te ge raken, en ziet de nieuwsgierigen aan hot zoo'n erbarmelijk en koddig gezicht dat er nog meer gelachen werd. De jongen riep nog maar gedurig héla een drijtoot te koop wie zet er geld op Een der muziekanten, onbemerkt doorgedrongen, grijpt den vleu gel met den arm, gééft hem eenige oorvegen en neemt hem den hoed af dien hij Mononkel terugbrengt Godwat soort van volk zuchtte Mononkel, terwijl hij zich de beslijk te knieën zijner korte broek met den neus doek afwreef, wat soort van volkis hier dan geene politie, en handelt men zoo met eenen vertegenwoordiger van het Hol- landsch gouvernementkerel,dreigde hy den Ja lezers, het katholiek en vrij vrome Gee raardsbergen heeft de primeur gehad van tie opvoering in de vlaamsche taal van de Mas cotte» niettegenstaande kuiperyen en on- derduimsche werkingen van zekere schijn heilige, fanatieke dweepers, welke niets ver waarloosd hebben, om den moed te ontnemen aan deze welke de stoutheid gehad hebben, dit lief kunstgewrocht aan te leeren en ten tooneele te brengen, Hunnen moed en tooie wilskracht zyrt be loond geworden want het schoon en talrijk publiek welke de vertooningen bijwoonde, heeft door zijne groote opkomst en tloor zijne herhaalde toejuichingen De wezen, dat zij op de goede baan waren en dat het instemde met hunne gedachten en strekkingen, 't is te zeggen dat de kunst moet vrij blijven van dweepery en enkel voor doel hebben den mensch te verheffen door hem het genot van 'tschoone te geven. Verre zijn de tijden, toen het schepencol- legie der stad Geeraardsbergen aan Voor eer en kunstde opvoering verbood van het lieve blijspel 't is uit liefdeEen goed punt voor u heeren Burgemeester. Sein'po nen en Raadsleden, want in tegenstelling met wat uwe Collegas der stad Brugge ge daan hebben (in die goede en brave stad zijn de opvoeringen van de aMascotte» verbo den,) hebt gij gevonden dat de tooneelkunst aan geen banden moet gekluisterd zijn, en vrij moet kunnen ademen. Wat de vertolking eigent lijk betreft, rond uit gesproken, zij was puik, en heeft de stoutste verwachtingen overtroffen. Eene bijzondere melding nochthans voor Mevrouw Van Kerckhove-Coessens van Aalst,welke de moeilijke en afmattende rol van Bettina op kunstige en natuurlijke manier heeft weer gegeven, zang en spel waren zeer verdien stelijk. De rollen van Rocco, Pepo, Fritenelli, Laurent XVII werden goed vertolkt door de Heeren Merckaert, Van Damme, De Boe, Van de Maele, deze laatste was voortreffe lijk, hij heeft getoond tooneelkennis te bezit ten en kunstgevoel te begrijpen De samenzang was verzorgd en goed, de tooneelschikking prachtig en smaakvol. En nu heeren liefhebbers van De Volks vrienden gaat voort, moedig vooruit, willen is kunnen hebt ge gezegddeze woor den komt gij te verwezentlijken, maar laat mij toe u te zeggen, het volgende spreek woord steeds indachtig te wezen Rust Roest Zondag laatst vierde alhier St. Sebastiaar.sschutters gilde haar jaarlijksch koningsfeest. Talrijk waren de leden die 0111 het koningschap mededongen on 11a lang strijden, had onze reeds bejaarde doch nog jonghartige vriend Gesar De Cock het geluk zich Koning te schie ten. Bij het overhandigen der eereteekens aan den nieuwen koning, inzonderheid van de eertijds door Graaf Lamoraal van Egmont aan de maatschappij Be schonken halsketting, hield de achtbare heer voorzitter der maatschappij, de oude koene strijder, Clement Dooremau, eene gemoedelijke toespraak voor een tal rijk opgekomen publiek uit alle standen. Na den lof te hebben gemaakt van den uit en intro- denden koning, wist hij in eene welgepaste rede zijne toehoorders diets te maken hoe het stond met den ermbarmlijken toestand in zake financiën en elcctriek- dionst t>' Sottegem, de weg sedert eenige jaren alhier door het liberalismus afgelegd op politiek gebied en de huidige gezindheid van net volk. Hij wist vooral een daverend handgeklap en bravo uit te lokken wanneer hij iedereen, vooral uen jongeren, aanwakkerde tot den snel naderenden strijd en tot ver spreiding der liberale gedachten. Dixit P. S. Ei ei Mijn lieve Beiaard, je zijt. weer aan rt raaskallen, is 't misschien 't. naderen van O. L. V. Hemelvaart» die je brein,in de waar brengt Je zegt dat eene dame te London verwezen werd' tot 12500 ir. schadeloostelling wegens het zenden van schandelijke postprentkaarton; moet je daarvoor de liberalen te lijve gaan en beweren dat zij het hoogste woord voerden in de protestaties, wanneer Minister Van den Peereboom zaliger den oorlog verklaarde aan bedoelde postkaarten en andere gedrukte en geïllustreerde vuiligheid? Maar vriend Beiaard toch, kontje wel het wees gegroet en de tien geboden Gods? Lees, leeren overweeg eens goed die gebenedijdepoësie! Wees toch ook eens logiek jongen. Anderzijds, wat heeft me je correspondent van Wet- teren er 't handje van om ophot liberale feest van Wct- tcren te donderen Volgens hem zijn de geletterde, god- delooze en voor't verplichtend onderwijs strijdende li beralen alzoo slecht als anarchisten! Spijligis 't noch tans te moeten vast stellen dat er meer van ie gods dienstige en ongeletterde pilaarbijters achter ile gren dels nestelen dan liberal schoeljes en nog spijtiger is 't dat in voorkomend geval weer alles te wijten is aan eenige klerikale haantjes voor uit 't Is genoog dat eenige snottors van je vrienden bij dergelijke feesten ter plaatse zijn, om eene kloppartij te zien ontstaan en al wat deftig is te zien beschimpen, gelijk het Zondag laatst weer gebeurde te St. Truiden. Gelukkiglijk is alles ter oore gekomen^de di-ftige wet te raar kens zullen wel onthouden wie t spel verbrod deld heeft en bij gelegenheid toonon dat zij toch 7.00 on schadelijk niet zijn als een kwakzalver docter beweert. Wat je correspondent van Strijpen betreft, die heeft voorzeker veel van't hoofd geëten, anders zou hij zoo over zich zelf den lof niet zwaaien en zich minder uil toonen als hij waarlijk is. Schijnt echter dat de bestuur der der veeverzekerings St. Andriesgilde aldaar van zij ne parochianen een welverdienden en prachtigen luster heeft gekregen ter gelegenheid van eene decoratie die hem werd verleend. Iedereen in die gelukkige gemeente zal weeral behal ve vrij geweest zijn van te geven of nietWare t voor menheer® de pastere niet, er ware geen luster gegeven I Nochtans hebben de mensehen van Strijpen achter menheere do pastere niet moeten wachten om hunne za ken klaar te krijgen maar gevraagd of niet. die lui Stellen zich aan 't hoofd van alles in eene gemeente. Hunne tusschen komst is toch behalve vrij van alle ho sten en 0111 hunne scliaapkens te verlichten hebben ze bij klaren dage don fakkel der liberale gazetten niet noodig, ze beschikken daarvoor over de vurige tongen van den H. Géést, die zijn tenminste doeltreffender en minder gevaarlijk voor ongeleerde menschen uit te bui ten! Sedert lang bestaat er op een gehucht van onze gemeente eene maatschappij van Eten en Drinken. Onze dompers, die zeker zijn met de eerst komende Gemeentekiezing met klank van 't Gemeentehuis afgekegeld- te worden, heb ben zich door alle loensche middelen in die Maatschappij weten in te dringen en alsdan get racht ze'doen te veranderen in eene poli tieke maai schappij. Om tot dit doel te gera ken, begon zeker heerschap bons voor bier uit te deelen zeggende.dat ze van Mijnheer den Notaris kwamen. Dat spelletje duurde, tot op zekeren dag, er ruzie onder de leden uitbrak. Zekere hoovaardige snul, die eerst en vooral zou moeten beginnen met goed zijnen naam te leeren schrijven en niet zou mogen ver geten dat hij het ambt dat hij nu bekleedt tc danken heeft aan de lasterende taal die hij eertijds voerde tegen onze groote Dom- pershoofden, kreeg ruzie met ue vrouw van Ft lokaal. Deze in toorn richt zich tot den politieken slaafZwijg of ik breng hier alles uit en ge weet dat ik veel kan vertel len. Met deze woorden was het spel aan den gang. Eenige leden vroegen nu de kas eens te mogen nazien en waar het geld der boeten naartoe was. Tot aller verbazing vondt men armzalig 1,80 frank,'tis te zeggen 90 centen in de kas. Daarop gaven vele leden hun ontslag, nu is de Maatschappij weder heringericht, bui ten alle partijgeest en het hooveerdig dom- persslaafken heeft 't gat van den timmer man gekregen. Wel betome 'them. Deze zaak wordt in onze gemeente, fel besproken en vele menschen vragen zich af, of soms het seld der boeten niet gediend heeft om de oons te betalen, Mijnheer de Notaris zou dan maar als masker gediend hebben. Ook vele inwoners van Erembodegem heb ben voorgoed den buik vol van Maatschap pijen waar dompersgoedje zich komt innes telen, om alzoo onze vrijzinnige jeugd in hunne handen te krijgen en er echte dom perssla ven van te maken. Een vrijzinnige inwoner van Erembodegem. jongen met de vuist na, hadde ik u hier on der de handen, ik brak uden hals. Heer bur gemeester, sprak de gouverneur, maak u geen kwaad bloed wij gaan u naar myne woning brengen. Naar uwe woning heer gouverneur Ja de avond begint reeds te vallen gy blijft by mij vernachten, en dan zullen wij nog eens tusschen vier oogen over 's lands zaken bescheiden handelen. Extra zei Mononkelmaar gelooft gij wel dat ik, poddorie! begin honger te krij gen. Ik zal voor alles zorgen, zei de gouver neur laat ons heentrekken. De muziekanten zetten zich weer in twee ryen, heffen nogmaals het Holiandsch nationaal lied aan, en brengen zoo Mononkel Kwinten in eender voornaamste hotels der stad, als woning van den gouverneur opge geven. Zie, heer burgemeester, sprak de gou verneur, toen zij hem op eene bovenkamer hadden geleid, mijne knechten zullen u hier verzorgen gij moet slechts vragen wat gij verlangtlater in den avond zal ik u komen terugvinden nu hebt gy spy's en rust noo dig. Nauwelijks bevond hij zich in de kamer al leen, of zoo ging hij op het bed aan en tastte 't zal wel gaan 'tis nog al malsch en donzig Ah een spiegel, hij gaat naar de schouw en toen hij zijn bestoft gelaat in 'toog kreeg, sprak hijGod wat zie ik er wonder uit Hierop grijpt hij het lampet vast, begint zich snorkend te wasschen, trekt het venster open en giet het water de straat op. Eene dame die Achterwaarsters, te Doornijk. De eerste reeks aannemingsexamen aan de school voor Vroedvrouwen en Achterwaarsters tc Doornijk is geëin digd zoowel meisjes van Brugge. Gent, Moescron, Arlon als van de omstreken van Doornijk hebben zich voorgesteld, aangetrokken door de groote voordeelen welke die school hun aanbiedt. Deze school wordt warm aanbevolen aan de ouders die voor hunne dochters eene deftige en winstgevende brood winning zoeken. Na een gemakkelijk exaam over wat men aanleert in de stadsscholen wor den de meisjes in de school opgenomen en wordt hun voor eene kleine geldsom, dank aan geldelijke toelagen en studie beurzen, het theorische en practische onderricht gegeven om goede Vroed vrouwen of Achterwaarsters te wor den zij ontvangen ook een Diploma en worden alsdan door de school in de beste familiën van Belgie en Noord- Frankrijk geplaatst aan 100 en 125 fr. per maand. Voor alle inlichtingen gelieve men zich te wenden aan Mejuffer Martin, Hoofd-Vroedvrouw van het Lighuis, Boulevard Lalaingte Doornijk. toevallig onder het venster doortrok, kreeg de gansche galp op den kop. Een der knech ten komt daaelijK boven geloopen wat doet gy dan Wat ik doe P vroeg Mononkel. Uw water aan het venster uitgieten Bah breng mij een half dozijn harde eieren, met peper en zout. boter, brood en Hollandsche kaas. Eene^damedie juist van de gemakkelijkste niet was, kwam den knecht naar boven na- geloopen leelijk stomme boer, wie leert u nier het water aan het venster uitgieten Waart gij van onder het venster gebleven, dan zou ik u niet begoten hebben,"en maar spoedig hier van de kamer af, schandaal dat ge daar staat, die zoo het huis van den heer gouverneur binnen loopt Gij zult mij mijnen hoed betalen Ta ta ta zei Mononkel Kwinten, maak u maar spoedig uit de voeten. Ga den gouver neur eens roepen, zegt hy tot den knecht. Den gouverneur vroeg deze met ver wondering. Ja, ja, den gouverneur, of zet my dat schandaal aan de deur. De dame meenende dat zy met eenen zin- neloozen te doen had, bedaarde zich en trok henen. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1906 | | pagina 2