Mononkel Kwinten
Volksgazet van hel Arrondissement Aalst
2
Knoopt dat aaneen.
Jan Van Rijswijk.
Jan Van Rijswijck.
Bewijzen.
Het stemrecht dei' vrouwen.
Uit Sottegem.
Gemeenteraad van Aalst
Do echte Christus had geen dogma opge
legd. Volgons Hom loste de ganscho Wet
zich op in de liefde tot God, in de liefde tot
de Menschheid. Niets is min dogmatiek dan
zijne Predikatie. Het doopsel dat Hij van
den heiligen Sint-Jan had overgenomen en
nagevolgd was slechts een teeken van inwij
ding, de symbolische zuivering volgend op
do inlyving tot de nieuwè sekte.
Hij had nooit de prat\jken van algemeene
barmhartigheid, by de Joden in voege, afge
schaft, en zeker nooit de Besnijdenis. De
ware Christus had geen enkel Sakrament
uitgevonden noch ingevoerd. De dogmas en
de Sakramenten werden gesmeed langen tijd
na zijne dood, naarmate zijne latere aposte
len de noodzakelijkheid voelden hunne heer
schappij uit te breiden, de volkeren te beteu
gelen en nog langer te doen buigen onder het
juk der dwingelandij.
Het doopseldat algemeen was bij omtrent
a! de Oostersche godsdiensten en slechts in
toepassing verschilde, werd door Christus
aangenomen noch als Sakrament, noch als
v rplichte inwijding daar Hij er in zyn leven
nooit gebruik heeft van gemaakt, en ner
gens in zijne onderrichtingen of latere beve
len vindt men er sporen van.
Volgens de godenleer geeft het vormsel
aan degenen die het ontvangen den heiligen
Geest en den overvloed van zijne deugden
de wijsheid, het verstand, de raad,de kracht,
de wetenschap, de liefde en den angst in God.
De grieksche katholieke Kerk verleent dit
alles onmiddelijk na het doopsel van den
nieuw-geborene de latijnsche katholieke
Kerk, integendeel, verleent het Sakrament
alleen na de eerste communie, wil zeggen
bij 't openen der jaren van verstand. Wat
niet belet dat in beide gevallen de kinderen
onder verstandelijk en zedelijk oogpunt
niet de minste verandering ondergaan ze
behouden dezelfde ondeugden, dezelfde ge
breken, dezelfde onwetendheid.
Vervolgt. Birk Martens.
Velleden week schreven wydat Konin
gin Wilhelmina van Holland, door onze kl«
rikale dagbladen opgehemeld voor hare
godvruchtigheid, volgens onze katholieke
leer, gedoemd was voor eeuwig in de hel
te branden daar zy protestant is.
Nu wil een katholiek blad bewijzen dat
dit gezegde, onjuist is. Ziehier wat het daar
over schryft
Noodzakelijk is men niet gedoemd omdat
men protestant is. Enkelyk is men moeilij
ker gered dan wanneer men tot de katholieke
kerk behoort.
o Wanneer men rechtzinnig protestant
is en wanneer men een goed geweten
heeft is men gered volgens de zuivere leer
Ier katholieken,
a De katholieke godsgeleerden veroor-
deelen dus niet op voorhand, om eeuwig te
randen, noch Koningin Wilhelmina, noch
rnige andere protestant, zelfs geen persoon
ie ongeloovig is. Alle menschen van goeder
«uw, die volgens hun geweten leven, wor-
i- n aanzien als beh^orende aan de kerk van
tod en 'tis in dezen zin dat men de spreuk
moet verstaan Buiten de kerk, geen zalig-
le id.
r< De zuivere katholieke leer, zegt ons dat
men van de zaligheid van niemand moet
wanhopen.
Wij gelooven volgaarne wat het katholiek
li! »l over deze zaak schryft, zy is zekerlyk
-T dan wij bevoegd om over godsgeleerd-
h i i te redetwisten. Enkelyk eene vraag.
Hoe komt het dan dat dagelyks alle
Mirten van pastoors en paters van uit
ieugenstoel uitroepen dat iedereen, die
niet toebehoort tot het zuiver waarachtig
g«>f, het eeuwig vuur der hel niet kan
togian zou dit soms maar praat zijn om
onnoozele menschen schrik aan te jagen
En hoe komt het dan, dat de Inkwisitie
(luizende en nog duizende brave en deftige
chen gemarteld, verbrand en vermoord
f:omdat zyjafzagen van den katholieken
godsdienst en naar het protestantismus over
gingen
Mengelwerk van den 30 September 1906.
13
EENE KAROTTE
door
11. Dc Cock-Creten.
Nici!xnd verscheen. Zijt gy poddorie, man-
ii. hertste Mononkel hadde ik mijn
kruis van eere niet aan en ware mij mijn
drylo»-: niet een weinig te klein, ik zou u
<1: i leeren, maar nu kan dat niet zijn.
ik wii »gthans hebben, wees hij op het ros,
tdit paard den prijs bekome zie toch
eens wat borst, wat pooten en welke ma-
lk doe seffens een proces-verlml
maken, riep de mededinger dat "kan niet
ijn ik moet den prijs bekomen.
'nierusschen had men een paar honderd
v s onder het volk ingelaten, die overal
lus- n de beenen door wemelden. Monon-
k- ui er wel vijf-en-twintig aan zijne lam
pen hangen. Een poetsenmaker had hem be-
n,-ii li>n stuk brood in den zak gestopt.
Wat komen die verdoemde verkens luer
deen r/- i Mononkel.--Wacht heer ridder
h Utron Jelle, om het uit te maken zal ik
het pee ril eens beproeven gy neemt het
i.walyk de eer ware anders aan u en
ij zullen zeggen dat gij niet ryden kunt.
Rijden, poddorie zei Mononkel, dat er
Zou men soms gewaar worden hoe be
lachelijk het is, tegenwoordig de menschen
nog te bedreigen met het eeuwig vuur der
hel, daardoor nu goed vindt wat men vroe
ger in "t bloed wilde versmoren.
Maar neen, het katholiek blad liegt, ofwel
de catechismus liegtwant er staat 13e les,
7* vraag Wie zijn ei' buiten de gemeen
schap der Heiligen Heidenen, Turken,
Joden, Ketters enz. luidt het antwoord.
In de 15" les luidt de 8ïle vraag en het ant
woordt als volgt Voor wie is de hel
Voordie welke buiten het waarachtig geloof
sterven.
Dus Heidenen, Joden, Turken, Protes
tanten allemaal den ketel in, zoo leert de
catechismus. En als de kribbelaars van het
katholiek blad het tegenovergestelde bewe
ren, zijn ze slechte geloovigen en moeten
ook voor eeuwig bij Lucifer en Mondje Pek
op den rooster
Met Jan Van Rijswijck verdwijnt van 's wereld too-
neel oen dor edelste figuren, oen dor beste schrijvers,
eender geleerdste mannen en voorzeker do knapste
redenaar van het Vlaamsche land.
Zondag morgend overleed Jan Van Rijswijck, Onze
Jan, gelijk hij algemeen werd genoemd te Testelt in
Limburg, inden ouderdom van bojaren.
Jan Van Rijswijck studeerde in het gesticht van
Melle, aan de Hoogeschool van Leuven en te Brussel.
De klerikale Dc Laet, van wien Vader Van Rijswijck
dc waarheid had geschreven over een feit, waarop er
prescriptie was liet dezen in het gevang werpen, het
geen den dood kostte aan don rechtzinnigen dichter en
waardoor zijn zoon Jan die te Brussel studeerde, ge
brek aan armoede leed.
Toen zijne studiën geëindigd waren werd Jan Van
Rijswijck leeraar genoemd aan het atheneum te Ant
werpen maar werd in 1884 door don fanatieken Mi
nister Jacobs afgesteld immers Jan Van Rijswijck
was Liberaal.
Weldra wasJan Van Rijswijck, de populairste man
van Antwerpen, jong, begaafd, vlaamscngezind, voor
uitstrevend,'minzaam met iedereen, werd hij weldra
lid van den gemeenteraad en schepen.
In 1892 na do dood van burgemoestorDeWael werd Jan
Van Rijswijck de vroeger arme student burgemeester
van de rijkste stad van Belgie. Nooit heeft Antwerpen
een beteren burgemeester gehad. Door partijgenoten
en tegenstrevers werd hij geëerd en bemind. Hij was
ook volksvertegenwoordiger.
Maar eene onverbiddelijke kwaal knakte den moe
digen strijder en verplichtte hem zich uit het politiek
leven terug te trekken, door vrienden en tegenstre
vers bewonderd... maar ziek en om zoo te zeggen arm,
want Jan Van Rijswijck, had als eerste magistraat
van Antwerpen de belangen behandigd van allen, zijn
eigen belang ten offer gebracht voir liet Algemeen.
De gemeenteraad ten teeken van dankbaarheid,
stemde met algemeene stemmen liberalen, katholie
ken en socialisteneen pensioen.... dat degroote Vla
ming zeer noodig had.
Maar de ziekte hoeft hem 11a eenige maanden neer
geveld. De gemeenteraad van Antwerpen heeft weer
met algemeene stemmen beslist, dat zijne plechtige
begrafenis plaats zal hebben op de kosten der stad.
De burgerlijke begrafenis heeft plaats gehad verle
den Donderdag onder toeloop van eene ontzaglijke me
nigte. Het lijk is ter aarde besteld op het Kiel-kerkhof
waar of het graf eene tombe zal opgericht worden.
De dood van Jan Van Rijswyck is een onherstelbaar
verlies voor Vlaanderen en voosde liberale partij.
I
Ach zoo gaan dc besten herten.
In hun volste krachtgenot
Wie verbidt er door zijn weenen
't Onverbiddelijke lot
Ah zoo gaan zij en verdwijnen
Als de ster in volle pracht,
Die zoo lange nog inoest schynen
En befloersd wordt door den nacht.
Of gelijk de patriarken
Van het eeuwenoude woud....
En wy tellen droef de zarken
Wien hun stof werd toevertrouwd.
En by 't nazien van ons rangen,
Kortlings nog zoo wreed getart,
Kolt een traan van|ortze wangen,
Eenen bloedtraan uit het hart.
II
Niet alleen bij 's werelds grooten,
Niet alleens-bij praal en pracht
Wordt die droevejtraan vergoten
Hoort men deze droeve klacht
Neen..... maar ga in de arme straten,
Waar ellende heerscht en nood,
Die zoo eenzaam en verlaten
Altyd zuchten om wat brood.
Zie de dood maar gaat in 't ronde,
Ieder schokt het hart en ziel
't Is alsof men hem verkondde
«J»
eens een tegen mij uitkome, heer baron 1 Gij
meent dan, vroeg Mononkel ernstig, dat ik
het peerd bevoeglykkan beryden Indien
u zulks soms niet beviel, zei baron Jelle, dan
zal ik het wel doen maar hoe anders over
den prys lieslist Gy hebt gelijk, zei Mo
nonkel, ik zal er maar eensopgaan. Hela 1
riep baron Jelle, de heer burgemeester van
Rombroeck, ridder van hot Leopoldus orde,
gaat dat peerd eens ondernemen, wy kunnen
anders den prys niet toewijzen.
Men bracht den bik tot voor Mononkel die
den voet driftig in tien steegbeugel zet en
zich in den zadel wipt. Men zag op den
eersten oogslag dat hij ruiter was. Die ver
doemde verkensen hij sloeg met de zweep
onder de viggens die rond hem krielden.
Ik weet poddorie niet wat dat hier rond mij
zoo hier komt krielen. Nauwelijks zat hij
te peerd of zoo begint het ongeduldig te
trippelen, met den kon te schudden en te
stampen. Ziet gy weldaar is moed in, riep
Mononkelik zal het eens laten schieten.
Maar het ros begint zijne kuren zoodra het
de sporen in hot oog krijgt, en zet zich op
zijne achterste pooten recht de lucht in.
Mononkel hield zich duchtighij zal mij
poddorie geene kunsten leeren, duwt hij
zich den drijtoot in het hoofd. De beest hier
op aan het loopen Mononkel vaart er met
de zweep lustig over, en huppelt op en neèr
onder den ongelyken en stompen draf van
Rossinante.
Alleman klapte in de handen en riep de
kerel kan toch rijden Maar in den voilen
draf houdt het ros stokkend en plotselings
stil. Mononkel schoot bijna uit den zadel
verdoemden traiter daar gy looptriep
Dat zijn eigen vader viel.
Ach! die droefenis der armen,
Die nooit valsch was noch bedroog,
Zoete smeekbeè tof erbarmen,
Klimt zoo rein naar God omhoog.
111
Zwarte slaven van het duister,
Vloekt den doode in zijne rust,
Omdat hij uw klem en kluister
Neergeknield niet heeft gekust,
Ja, want zelfs het lijk der braven
Eischt uw sombre dwinglandy
Op elk kerkhof krassen raven,
En gij slaven, past daarbij,
Maar vernield zijn uwe wetten
En voorbij gaat uw gezag,
Raven moet men niet verpletten
't Beste wapen is de dag.
Laat alom de dag dan blinken.
Hij verlichte ons vaste schreên
En die ooit zijn moed laat zinken
Doet niet lijk de vaadren deèn.
Verleden donderdag werd te Brussel begraven M.
Marchandise, gewezen bestuurder der Staats Middel
bare Jongensschool te Aalst. De naam van M. Mar
chandise werd te Aalst steeds in eere gehouden en zal
het blijven, want hij heeft veel gewrocht tot vooruit
gang van liet onderwijs.
Wij bieden de achtbare familie de uitdrukking aan
onzer deelneming in haren rouw.
Wij roepen de aandacht der vrienden van
het Onderwijs op den schitterende uitslag be
komen irt den Algemeene Wedstrijd tusschen
de Middelbare Scholen des Lands, bekomen
door de leerlingen der Staatsmiddelbare Jon
gensschool van Aalst.
Die uitslag hebben we medegedeeld in ons
vorig nummer; hij strekt tot eer van leeraars
en bewijst dat onzeOfficieele Scholen de beste
Onderwijsgestichten zijn.
Denderbode is dus met zijn meester,
Woeste, aanhanger van het stemrecht der
vrouwen. Om welke reden eigenlijk, dat
zegt hij ons niet, maar hy laat het genoeg
zaam raden hij weet immers goed, dat zoo
Woeste het stemrecht wil voor de vrouwen
zulks alleenlijk kan zijn om dat die noodlot
tige man, niets anders begeert dan hetgene
waaruit de klerikale party voordeel kan
trekken.
Het stemrecht der vrouwen is zefs geene
nieuwigheid in ons land en als Denderbode
dat argument mist zullen we er hem aan
herinneren dat er een tijd was in welken
Aalst een dertigtal stemrechthebben de vrou
wen telde.
Maar wellicht zullen de klerikale meesters
dat te bekrompen vinden en zullen zij het
stemrecht eischen voor alle vrouwen even
als voor alle mannen. Zij die het zuiver alge
meen stemrecht met woede hebben bestreden,
zullen zich nu als de kampioenen aanstellen
van het recht der vrouwen en hun stemrecht
een natuurlijk recht heeten.
We zullen er Denderbode ook nog op
merkzaam op maken, dat in Belgie de vrouw
volgens de wet eer huwbaar is dan de man,
dat ze dus volgens de wet natuurlyk eer ont
wikkeld is dan de man, dat ze dus ook vol
gens de wet eer het natuurlyk recht van
stemmen zou mogen uitoefenen. Is dat niet
logisch
Waarom zouden de klerikalen dan niet
zeggen,de vrouw is eer huwbaar, zy heeft
vroeger dan de man plichten te vervullen,
dus is 't maar billijk dat zoo de ouderdom tot
het bekomen van het stemrecht voor de
mannen b. v. bepaald wordt op 25 jaar, hij
voor de vrouwen bepaald zal worden op 21
dit verschil van ouderdom is immers zoogoed
te verrechtveerdigen als het wettelyk ver
schil van huwbaarheid, waarvan hiervoren
sprake.
We zouden dan ook, altijd even natuur
lijk als 'tvoorgaande, twee kiesdagen hebben
eerst den kiesdag der vrouwen, die ten ge
volge van het ouderdomsverschil veel talrij
ker zouden zijn, en dan den kiesdag der
mannen, die het waarschijnlijk onnoodig
Mononkel en begon grammoedig te zweepen
en met desporen te steken, dat het bloed uit
de flanken liep, de beest schoot weer aan,
maar stak onder het loopen den kop onver
wacht tusschen de twee voorste pooten in.
Mononkel schoot bijna over kop en ooren
af. Ik zal u leeren, rukte hy den toom giftig
terug gij hebt nooit eenen hollandschen
burgemeester op uwen strank gehaden dan
het spoor weèr gegeven en aan het ryden
dat de haren floten en dat hemde drytoot
van het hoofd henenvloog.
Hij kan toch rijden riepen zn allen het
is een liefhebber, een eerste liefhebber 1
maar zietziet daar valt het peerd. Inder
daad de moedwillige heest aie Mononkel
niet kon overwinnen, liet zich vallen. En
gelukkig dat hij er bijtijds af was, zoo brak
hij hals en beenen. De muziekanten begon
nen te spelen, en het volk in de handen te
slaan en baron Jelle sprak toe heer burge
meester, gij zijt de eerste ruiter van Europa.
Mijn drytootvroeg Mononkel grammoe
dig. Hij was eenigzins ontevreden. Wat
geeft gij mij ook zoo iets onder zonder mij iets
te zeggen heer baron dat is niet fraai gedaan
Heer burgemeester van Rombroek, hoe
kan ik dat peerd toch kennen ik heb het
nooit ergens gezien dan op onze tenstoonstel-
ling. Maar de viggens schaarden zich rond
Mononkel. Eenigé zelfs trokken hem met de
lappen van zijne jas. Wat is dat draait hy
zich om en haa It eene korst brood uit den
zak. Wie heeft dat gedaan En hiermede
neemt hij eenige jonge verkens met densteert
vast, slingert ze henen, stampte zo met den
voet, zwaait met zijnen stok rond het hoofd,
en begint rond zich te slaan dat ze allen loo-
zullen oordeelen nog deel te nemen aan de
stemming, als ze door de wet, juist gelijk nu,
niet verplicht worden tot de uitoefening van
dat natuurlijk recht.
Terloops doen we Denderbode opmerken
dat hij dan in 't belang der vrouweu ook zal
moeten aandringen, op het toepassen der
Zondagwet op de kieswerkzaamheden.
't Wordt tijd dat die Zondagsche arbeid
worde afgeschaft, dan zullen niet alleen, de
franschmans beroofd zijn van hun stemrecht,
maar nog vele andere werklieden, die niet
dompers gezind zijn en aan hun werk zullen
moeten blijven.
Dat ware weeral zeer» voordeelig voor de
klerikale party.
De klerikalen zyn dus de voorvechters
geworden van het feminism in Belgie. Ge
zult zien, dat ze het beeld van Louise Michel
nog in eene nis zullen plaatsen en er kaarsjes
zullen voor branden om door hare voorspraak
bij den Heer spoedig het stemrecht voor de
vrouwen te bekomen.
Ze zouden nochtans niet slecht doen hunne
goede trouw te bewijzen, door recht te
eischen voor de vrouw, daar waar volgens
hun zeggenalle menschen gelijk zijn, name
lijk in de kerk.
Zeker de vrouw mag er offeren, hoe meer
hoe liever, in sommige kerken mag ze 't
stoelgeld ontvangen, er den vloer opvagen,
ze mag er lang bidden, vervelende seizoe
nen hoorenze mag er hoe meer hoe liever
hare zonden biechten en die van haren man
erbij en van hare geburen ook.... maar haar
wordt het natuurlijk recht geweigerd op 't
oxaal te zingen, (iets dat ze zeker beter zou
den doen dan de latijnknaüwers van heden,
die gewoonlijk huilebalken op erbarmelijke
wijze) ze mag den outaar niet dienen, geen
mis doen, niet biechten niet preêken.
Alloklerikale verdedigers der vrouwen
rechten vooruitEn eerlang zal de «vrouw
niet alleen door uw toedoen optreden in de
politiek maar ook in den ge wijden boetiek.
En als de vrouwen zullen kiezen voor Woes te,
en zingen, preeken en biecht hooren in de
kerk zullen de mannen nog zoo godvruchtig
worden 'als nu. Amen.
De Helden van 1879,
Het congres dat zondag laatst te Mechelen werd ge
houden door den Belgischen Volksbond zal denkelijk
in veler geheugen blijven. Inderdaad, de brave kruis
vaarders die er doel aan namen waren ter nauwer nood
te Mechelen aangekomen of ze begonnen reeds ruiten
stuk te slaan en met do knuppels te spelen.
Wat zachte lammetjes, toch he, die katholieken
Te Mechelen, verwachtte men te dier gelegenheid
verscheidene duizenden betoogers, en 't is zeker van
woede omdat er zooveel xoeiniy duizenden betoogers
in don stoet waren, dat niemand die vredelievende
menschen ietwat scheel mocht aanstaren zonder van
de brokkelingen te krijgen. Gelukkiglijk werd nogal
spoedig een einde gebracht aan die kloppartijtjes! Moest
men niet immers meer dan twee duizend onderwijzers
en onderwijzeressen herdenken die in 1879 hun ontslag
indienden en den nood in eer boven den welstand
schande verkozen 1
Die nood in eer boven den welstand in schande
vind ik nogal kras, Beiaard. Inderdaad' waarin werd
de eer der overJoopcrs dan wel gekrenkt en was het wel
eene schande dc door de liberalen ingevoerde school
wet van 1879 na te leven Voorzag dan die wet niet
het christelijk onderricht in de scholen Ja wel, doch
niet in zoo ruime mate als ten huidigen dage, en dat
beviel paapmans niet De Staatsscholen waren toen
veeleer dan nu toegankelijk voorkinderen aller gezind
heden en't is sleshts door 't toedoen uwer meesters,
de geestelijken, die hunne alles behalve redelijke paro
chianen ophitsten tegen de onderwijzers, dat er zooveel
overloopers zijn geweest 't was veeleer uit zelfbehoud
dan uit christelijken plicht dan zij de officieele scholen
verlieten en met licht gemoed verzaakten aan het
brood voor hun ouden dag. Gelukkiglijk voor hen,
Beiaard, dat ze nu door uwe meesters zoo goed inge
volgd worden 1 Ze werden reeds gepensionneerd, nu
worden ze op den hoop toe door u gehuldigd en door
den paus gedecoreerd doch, dat ze erniet te fier over
wezen, want 's pauzen decoratie zal voor hen het levens
lange brandmerk hunner laaghertigheid wezen.
Voor iemand die ietwat tusschen de regels lezen kan
Beiaard, is 't duidelijk genoeg dat ge in uw hoofdarti
kel van Zondag laatst uwe lezers ook tracht diets te
maken dat de katholieken hunne vrije scholen steeds,
onderhouden met hunne eigene centen. Hola, Beiaard
jongen, hierin liegt, je nog erger dan nen tandentrekker
je weet immers zoo goed|als wie ook dat uwe vrije scho
len omtrent zooveel, zelfs meerals men er desteertjes
bijrekend staatstóelagen genieten dan de officieele
pen gingen. Ik zal ze hier eens leeren met
eenen burgemeester den zot drijven
En zonder zich met nog iets te bekommeren,
zynen reiszak in het hotel bijgehaald en recht
op de statie aan, het konvooi op naar Brussel.
Frans die reeds van voor eenige dagen
de aankomst van Mononkel te Brussel ver
wachtte, had zich zoo al op zijne hoede ge
houden, de tafel vol boeken gelegd alsof hy
duchtig studeerde, en zelfs een kerkboek
met ljeeldjes in tusschen de andere ge
legd, en water uit de lampet in een pas ge
kocht wijwatervatje gegoten. Laat hein nu
maar komen schertste Frans, ik ben in orde
en'zelfs in staat om mirakels te doen, doch
Mononkel kwam op gestelden dag niet aan, en
Frans die meende dat er weer iets tusschen
was gekomen, begon zich te verdrieten en
zeibah Idat kluizenaars leven ben ik moede.
In den nanoen, verzocht hij twee zijner
makkers en twee kaprieskens, huiven-mo-
distjes van haren stiel, waarhij gewoon was
een praatje gaan mede te maken.1 Ik heb nog
vijftig franken, juichte hij, die gaan wij
vandaag eens lustig ophelpen net leven
bestaat uit twee weegschalen eene soort
van menschen brengen altijd bij op de scha
len en anderen nemen altijd af ik geef wel
den bliksem van altijd bij te brengen, ik
neem af het leven is gelijk aan eene piano,
waar gy miserre's en polka's op speeltik
ben voor den polka.
Men roept dat men voor de toekomst moet
zorgen. Prul lik lach met de toekomst, ik
hou de toekomst niet, de toekomst moet mij
houden. Later als de jonge jaren naar den
bliksem zyn, dan zullen wij eens zien. Maar
nu het leven waar genomen En hiermè
scholen, 'k Zou b. v. wel eens willen weten hoeveel
subsidie hier te Sottegem toegekend is èn aan de offi-
■le school, èn aan dc vrije scholen, doch alles mee
tellen zulle Beiaard
Je zegt ook Beiaard dat de jaarwedde uwer op papier
zoo eet betaalde vrije onderwijzers min of meer gelijk
staat met de bezoldiging der officieele onderwijzers
Dat 's waar, maar aan wie de schuld Zijn 'tde katho
lieke af brekers van't officieel onderwijs niet die het
traktement «ter officieele onderwijzers merkelijk ver
minderd hebben omdat zij vonden dat do opvoeders on
zer kinderen, 's lands toekomst, toch te veel betaald
werden naar de diensten die ze bewezen
De officieele onderwijzers weten het maar al te wel dat
hun toestand weldra gelijk zal staan met den gemeen-
sten der werklieden. Doch zoover zullen het uwe mees
ters niet krijgen want, Beiaard, 't liberale licht be
gint te schijnen in de duisternis en zulk licht is doel
treffender dan al uwe electrische keersjes van nen cent
te Sottegem.
Men hoorde wel is waar, te Mechelen, op 't congres
der overloopers, een Kanunnik Muyldermans die ver
klaarde dat de schoolwet van 1895, alhoewel door.de
katholieken gestemd, niet meer deugt daar zij toelaat
dat er nog onzijdige scholen bestaan, da tde onzijdigheid
in de school wordt aangepredikt door de vrijmetselaars-
logde, dat de onzijdigheid tot atheisme voert en de oor
zaak zal zijn van den ondergang van ons land en dat de
wet van 1895 moet worden herzien. Een onderwijzer -
van Luik die zich bekloeg 5 1/2 uren op G onzijdig on
derricht te moeten geven omdat er in zijne klas 11 leer
lingen zijn die door hunne ouders ontslagen zijn van de
godsdienstlessen en eindelijk een stuk onderwijzer van
Pc-rwelz die het nogal euvel opnam.
Hij vroeg immers niet minder dan dat de vrije onder
wijzers in alles en voor alles gelijk gesteld worden met
de officieele onderwijzers. Maar dat 's allemaal praat
tegen den vaak, want om die eeuwige klagers te vreden
te stellen ware 't eenige raiddel van alle officieele scho
len te sluiten, de onderwijzers op straat te werpen en
de overloopers van 1879 in dezes plaats te zetten.
Doch naar den tijd der inkwisitie zullen we niet meer
terugkeeren, Beiaard zulke dingen zijn nog mogelijk
in het verachterd en door de paters geruineerde Spanje
maar hier, in België, waar de demokratische wind in
de liberale rangen begint te waaien, zal en mout het
licht der wetenschap, de vrijheid, weldra op de onwo-
teodheid zegepralen.
DIXIT.
We roepen de de aandacht van al onze le
zers op de belangrijke kwestie de verlichting
welke thans in den gemeenteraad van Aalst
wordt besproken. Ómdat Regie en vergun
ning ook in andere gemeenten en steden te
berde kunnen komen.
ZITTINGEN
van i8, 2i en 24 September 1906.
Op het orde van den dag staat de Gaskwestie
De heer Moyersoeh geeft lezing van het
verslag door de bijzondere Commissie opge
maakt het besluit tot de vergunning aan
la Sociêtè centrale pour 1'exploitation
intercommunale de Vindustrie du gaz et
de l èlectricitê wier voorstel deze voor
name voorwaarden behelst
De stad staat het monopolium van de gas
af voor een tijdstip van 35 Jaar van af
8 Mei 1912.
De Stad heeft het recht buisleidingen te
doen plaatsen overal waar zy het nuttig acht
mits zij op den weg dezer buisleidingen ten
minste één lantaarn doe plaatsen op alle
60 meters afstand.
De Maatschappij verzekert kosteloos eene
Openbare Verlichting van 550 lantaarnen
met Bec Auer. Voor de overige lantaarnen
zal de Stad aan de Maatschappy 36 fr. per
jaar opbrengen.
De verkoopprijs van de Gas is 0,15 fr.
de kub. m. voor de verlichting en 0,12 fr.
voor de verwarming en beweegkracht,
De Stad heeft een aandeel in de winsten
als volgt
4 op de bruto-ontvangst van den ver
koop der Gas wanneer deze 100,000 fr. over
treffen
5 wanneer die ontvangst 200.000 fr.
overtreft
6 wanneer die ontvangst 300-000 fr.
overtreft
7 wanneer die ontvangst 400.000 fr.
overtreft
De lieer De Blieck in eene wel be
studeerde, wel gestaafde redevoering weer
legt de verschillige punten van het verslag.
Hij onderzoekt de voordeelen en de nadeelen
der 2 stelsels tusschen de welke men moet
verkiezen]: Regie of Concessie. Zijne rede-
wierp hij zijne boeken van de tafel in de
sopha terug, haalde wijn te voorschijn, en
verzocht zijne kaprieskens te zingen ter
wijl hij de piano luiden deed. En zoo gezon
gen, gespeeld en gedronken en gejuicht dat
zij zeggen wat zijn wij toch gelukkig
Ja gelukkig zei Frans maar morgen heb
ik geen duit meer. wat ga ik aanvangen
Bah morgen laat dat steken Prul Gy
hebt het zoo even nog gezegd.
Kwam mijn stommerik van Mononkel nu
maar af. Hij zal wel komen, snaterde een
kaprieske, en ze hief een liedje van Beran-
ger aan
Oubliez une dette
Chez vous entre un huissier
Bien grossier,
Qui vend table et couchette
Et trouve encore de quoi
Pour le roi
A tout jeu le sort nous triche
Mais enfin est-on gris
Biribi I
On s'en fiche.
Op dit zelfde oogenblik komt er eene zwa
re voet den trap opgestampt en roept eene
heldere stem Frans Frans is het nier dat
gij woont Frans
God Mononkel is daar en Frans wordt
zoo wit als een muur wat nu aangevan
gen
(Wordt voortgezet.)