Mononkel Swintën de Prestidigitation Magie-amusante donnée auprofit de «L'ceuvredu vètement NINOVE Uit Sottegem. Geeraardsbergen. Representation Aiiistique Aalst-Schaerbeek! daarop ontvingen wij den volgenden utslag van het onderzoek Vetstoffen 5,86 t. h. Ruweeiwitstoffen 28,06 Asschen g,2o Het microscopisch onderzoek toont dat dit lijnmeel vervalscht is metgraan- afval en kokosmeet Bedoeld meel liet dus onder alle op zichten te wenschen betrekkelijk laag ehalte ru wei wit en vet, met een te oog gehalte asch, ongetwijfeld voor een groot gedeelte uit zand of aarde bestaande. Verder was het vermengd met graanafval en kokosmeel, wat ook natuurlijk niet bijgedragen heeft om zijne waarde te verhoogen of zijne hoe danigheid te verbeteren, te meer daar men niet veel de gewoonte heeft, het beste of zuiverste te nemen om te ver- valschen. Integendeelalles wordt er goed voor geacht, wanneer het maar geschikt is om het bedrog te helpen ver bergen en öm goede winst af te werpen. Het graanafval, onder anderen, kan toch geenszins, door zijne samenstel ling, op den rang van het lijnmeel ge steld worden, alhoewel het als voeder wel in aanmerking kan komen. Dat men liever oordeele. Ken staal, onlangs eveneens in het Staatslaboratorium te Gent onderzocht, en dat niet vervalscht was, bevatte Ruweiwit 15,26 t. h. Ruwvet 3,60 Asch3,42 Het behelsde dus nauwelijks half zooveel eiwit en vet als het goed lijn meel. Geen wonder dan ook dat het zoo profijtig door de zwendelaars kan ge bruikt worden om het met lijnmeel te vermengen. P. D. C. (De Landbode). KERSTDAG. 't Was Kerstdag. Alle torenklokken zonden hunne blyde klanken over de uitgestrekte besneeuwde velden. 't Was feest in alle kerken en ook feest in de harten van alle godvruchtige lieden, voor wie in die klanken de woorden der en gelenschaar weerklonken, als bft de geboorte van het WonderkindGlorie aan God in den Hooge, en Vrede op aarde aan de men- schen van goeden wil. Naar men hun geleerd had was in die nacht het grootste wonder geschied dat ooit de aarde mocht aanschouwen Eene moeder maagd had een wicht gebaard, den Verlos ser van het vervallen menschdom. Herders en koningen kwamen knielen in het nederig stalleken van Bethlehem. En heden, achttien eeuwen later, stygen nog uit alle harten gebeden en lofzangen met de wierookwalmen ten hemel Hosanna I Hosanna 1 't Was Kerstdag. Op de besneeuwde baan die leidt van Ninove naar Pollare stapte een groep hee- ren, met frisschen. blos op 't lachend gelaat. Dik waren ze geduffeld in lange zwarte kleeren. Aan hunne zyde zwierden blinkende schaatsen Het waren Rooinsch katholieke priesters, discipels van den Christus van Bethlehem, die het kerkelyk feest ontliepen voorde we- reldsche vermaken. De zonde was groot in de oogen der kwizels. WIJ konnen die licht vergeven. rede aan alle menschen van goeden wil!- 't Was Kerstdag. De Heiland was gebpgep. ow, onrechten uit de wereld te yerdrijjyeg^ggu de slaven te ontboeien, 0111 a^le ifteusahen tot broeders te verzoenen. 'ft. Wbige boerenwoning had men met benepen hart dien dag zien naderen 't Was Mengelwerk van den 30 December 1006. S6 EENE KAROTTE door II. De Cock-Creten. Waarom Mononkel zoo onteer eden 't huis kwam en zoo moedwillig te icei'k ging. Die Brussel gezien heeft, dacht Mononkel, heeft alles gezien. De pMstoor was tegen mijne reis naar de hoofdstad van 3elgie li ij vreesde wellicht dat ik onzen l-'rans steeds als ei non braven en deftigen jongen zou te ruggevonden hebben. Een Kwinten gaat, poddorie! recht in zyne schoenen. Wij heb ben, Goddank 1 eenen konhetgeen er eens in is, gaat er niet gemakkelijk uit en staat paalvast. I)e burgemeester van Rombro« k is in de statie! fluisterden zich de ambtenaars van den «v.eren weg lachend in het oor. En zoo dra het konvooi op Maastricht vertrokken was, liepen eenige kul broeders, geslepen op een ribot, Mononkel driftig toe. Wel, heer burgemee.M.T, drukten zij hem de hand, hoe is uwe reis van Brussel wrgaan W ai zegt gij van Bi a kind Hoe maakt het mijnheer Frans, uw doorluchtige neef? Zal hy wel haast geneesheer wezen? Wfl verlangen de valdagder pachttermynen. Hier heeft men zijne handen stuk gewrocht en men is er niet toe gekomen de twee ein den van 't jaar aaneen te knoppen. Daar heeft do ryke eigenaar den armen pachter 'tst.uk land ontnomen dat hem 't be staan verschafte. "t Zou hein loeren, had do kasteel heer gezegd, zich in den kiesstrijd tegen my en den pastoor verzetten. Vrede alleen aan de menschen van goeden wil V 't Was Kerstdag. Bij Pollare, over de ijsvlakte, zweefden op schaatsen, snel als de wind, talryke jonge paren. De Liefde zong er haar liedeken rond. Tusschen die bonte menigte van alle grootte en kunne, zwaaiden, klapperend en wapperend als vlaggen in den wind, de zwarte priesterrokken, de kleederen van eeuwigen rouw, rouw voor den Christus van Golgotha De rokken waaiden hooger en hooger en toonden de schoone vormen der beenen van de jeugdigepriesters. De kwezelkens zonken in diepe gedach ten... de kwezelkens bloosden... 't Was Kerstdag. Gloria in excelsis 't Was Kerstdag en feestin het hart der menschen, en ieder bewonderde de zwierige zwaaien der jeugdige priesters, En, buiten de schuchtere kwezelkens, nam niemand het woord om te laken. HaHadden die onschuldige zwaaien na deel aan de klerikale politiek berokkend, men hadde er al spoedig een einde aan gesteld Welke lage vervolgingen had een ander geestelijke priester Daens eens te ver duren, omdat hy, niet op Kerstdag, in her bergen was getreden om tot het volk te spreken, omdat hy, (zoo noemden het de kle- rikalen,) in kroegen zyn kleed was gaan bezoedelen. Hy was er niet gegaan nochtans om we- reldsch vermaak te scheppen. Hij volgde eenvoudig 't voorbeeld van den Meester. Christus ook ging in de Taveernen de ongelukkigen opzoeken en opbeuren. Waarom dan werd priester Daens ver volgd Omdat hy, evenals wij, de politieke be langen der ikzuchtige bevoorrechte be waarderspartij dwarsboomde. Wy ook, Liberalen, wy stryden als Chris tus voor de Rechtvaardigheid, voor de ont voogding van het Volk, voor meer verbroe dering en geluk onder de menschen Hoe komt het dan, dat Christene lieden ons bekampen en vervolgen Omdat die lieden Christus'leer verleerd hebben. Omdat hun godsdienstzin plaats gemaakt heeft voor partijhaat en partijbelang. Omdat hun hart ongevoelig en hun geest ongenaakbaar geworden is voor de godde lijke woorden Vrede op aarde aan al de menschen van goeden icil Zondag namiddag laatstleden waren de omliggende van onzen gemeente schouw burg volop in rep en roer. Onze tooneelvrienden de zuigelingen van polus boden inder daad 't Sottegeoasch publiek een puik con cert aan. Eene talrijke menigte beantwoord de aan den oproep onzer maatschappij, die, reeds aloudgekend, hier en in 't naburige goeden naam en faam draagt. Wy ook wa ren er tegenwoordig, en, rechtuit gezegd, het spijt ons niet." Het programma was samengesteld uit twee tooneelstukken van den besten keus. Haat en liefde een drama vol gevoelens en treffende tafereelen, eene welgelukte en natuurlijke schikking van geleefde feiten, werd op meesterlijke -wyze vertolkt. Het lachwekkend blyspel« Artikel 10» Rep af onder algemeene toe;juichingen. En hier behoeven wij wat dieper in de zaak te gaan, 't zij met of zonder permissie. By "t opryzen vaa 'tgordyn buiten de allen van ziek te w orden om door hem kun ner. te genezen. W at zijn wij bly, heer bur- V emeester van Rombroek, u weèr te zien Gij blijft vellicht te Lanaken vernachten Ditch niet, zei Mo ïonkel. ik ga vandaag nog door naar Rombroek. Daar kan ik den heer burgemeester geen ongelijk in geven, begon een' fijne guitde administratie eener gemeente lijdt te veel door de afwezigheid van den burgemeester. Dat zegt gy'zeer vol, antwoordt Mononkel, byzonuer als gy eenen stommerik vaii schepen en eene kiwi' van-sek retails aan liet roer hebt. Gelooft gy wel dat zij nog niet in staat zijn om eenen simpelen p.T-rdeknechtte troawen In plaats van Anton us. Henricns of Joseph us op het register te brengen, schrijven zy u daar, poddorie! Toon, Ren keen Jof... Ah, de ezels! Bet voor Elisnbetha, Truy voor Gertrudis en Fin voor Josophina.... En wat meer is, myn sekretaris in plaats van aa te schrijven, schrijft li ij ac. Als hij dat mij nog eens lapt, dan zal ik hem eens loeren dansen. Ae wie heeft ;dat van zijn leven gezien. Gij hebtgelyk. heer bungein vster van Rombroek, leidt de guit hem den café binnen, gevolgd van eenen ganschen tU/rt-m <joi i\rooge koelen. Ik zal mij tojh niet lang ophouden, liet zich Mononlo-I in den canapé neervallen, dat de angeii k ra-ikten en dat zijn machtige buik er van se!» ,kte. Garden, den man eene pint faro! De faro-pinten volgden dadelyk en dan tegen Mononkel geklonken, achter zynen rug muilen gemaakt en geroepen op de gezondheid van den lieer burgemeester van Rombroek, al dertig jaar aan het hoofd der gemeente eg eerste kop der admi nistratie! mooie en frissche decoratie van 'tschouw- tooneel die 't oog van den aanschouwer treft bemerken wij seffens dat er iets veran derd is bij onzs tooneelliefhebbers en wij be- statigen die verandering gedurende de ge- heele vertooning. Geene kromme sprongen meer, geen over dreven gebarenspel, geene overhaaste execu tie. Alles op 't gemak. Onze vrienden staan op de planken gelijk 't huishet spel is zeker en vast, uitgalmingen declamatie laten niets te wenschen, want de rollen zyn gekend op den duimiedereen doet het zijne op tyd en stond en alles loopt af op wielekens. Tooneel- meester heer Jef Poot heeft er, gelooven wij, nogal zijne c< pooten in geroerd, en hij heeft wel gedaan. Want onze mannen hebben veel geleerd en wel onthouden, hunne vooruit gang is verbazend. Wij wenschen hen, aan allen zonder uitzondering, hoofdrollen en kleine, hartelijk proficiaat en kloeken moed. Ziedaar ons gevoelen nopens dit ten volle gelukte avondfeest, en wij meenen hierin verstaan te worden door de meerderheid onzer lezers, 't Is de uitdrukking onzer ge dachten, zonder omwegen, met openhartig heid, maar ook zonder vleierij. Ware het slecht geweest, wy zegden het rechtuit, mochte Baas liefkens er ook iets van gekre gen hebben! Wy hebben de gewoonte niet onze handschoenen aan te trekken om onzen zin kortom te verklaren. En nu, vereischt de eenvoudigste beleefd heid een klein ant woord aan degenen die het verslag van 't laatste concert zoo fel beknib belden en onzen naamloozen correspondent zoo geestdriftig roskamden. Volgens eenige "welsprekende lieen, orateurs d'occasion, moest het gekriti- keerd artikel veel schade te weeg brengen aan het concert van 23en December, en de katholieken gingen er zich de handen in wasschen. Wij antwoorden: de veroorzaak te schade door ons artikel is slechts een droom. De ontvangst overtreft alle verwach ting, de kosten zyn niet alleenlyk gedekt maar er schiet zoo nog iets over om onze vrienden op eèn lekker soupeetje byeen te trommelen, tot spijt van wie 't benydt. Wy gaan voortAl hetgene de tseeven te wasschen hebben is hun vuil lijnwaad, en onder hen, s'il vous plait. Ze zijn waarlijk niet moeilyk, die kaddodersGaan ze nu ons tooneel vergelijken met de soeperijen van den cirk en van de tseevenkweekerij in in de kerkhofstraat Speelt eerst voor 't pu bliek en spreekt dan, dutsen!- Mannen die vrouwenrollen doen vervullen door sopra- nostemmekens van 't mannelijk geslacht hebben het recht niet over tooneel te spre ken. Wat meer is, die kluchtspeelders zien en peinzen altyd en overal slecht en zijn bij gevolg, met handenen voeten, tegen tooneel. Waarom toch willen zekere van onze vrien den hun de eer doen te gelooven dat ze be staan Anderen hebben de farce zooverre gedreven van te zeggen dat ons artikel lafhartig was. Verwijtsels zyn geene redens en wij la ten aan zekeren lollekensheer uit de statie straat zijne stoutigheid voor rekening. Aan onze tooneelvrienden roepen wij met luider stem: Vooruit 1 met alle krachten, vooruithoudt stand, blijft vereenigd, weg met beuzelachtige persoonlijke discussie, dat iedere societaire een beetjé water in zynen wijn doet, en binnen twee maanden, versterkt door vereeniging en eendracht, voeren wy in perfectie de moeilykste stukken op. Maar wacht U van te slapen op goeden uitslag. Die meent het toppunt beklommen te hebben, gaat niet meer vooruit, hij valtGetuige, ons katholiek bestuur, sedert meer dan twin tig jaar aan 't bewind,en dat nu voor 't land staat zonder programma. Zulk bestuur is rijp tot openbare verachtinghet moet val len, het zal vallen 't is onze wensch 1 En gy, Mynheer Isidoor, deken van d'Hoog- straat, die op alle daken den val der zuige lingen kraait, troost Uwy zeggen U Vriend Isidoor, een klein beetsen douce- ment, de groote coleiren en dienen U niet. Het baat ons weinig te weten of den cirk nu jaar- lyksch vijf a tien soepséancen zal geven Maar wy verzekeren U, sauf votre respect, dat de zuigelingen zullen voortdoen, zonder uwe toelating, en beter dan ooit, niettegen- De eerste guit trok zijnen porte-monnaie uit, terwyl hij een oog op zyne makkers pinkte. Wat gaat gy doen vroegen zy al len tegelijk Wat ik doen ga stak hij reeds den duim in de geldbeurs. Neen, neen, ik betaal, sprak een. Wat riep een tweede, ik betaal. Dat zal niet waar zijn! riep een derde, ik betaal. En zoo kregen zij bijna zware rusie. Komkomzei Monon kel, 0111 het kort te maken, ik betaal hier, en steekt uwe beurzen eens dadelijk in uwe zakken terug. Hé, gargon, vul de glazen. Ja maar, Mononkel. dat kan niet zijn. Ja maar, heer burgemeester dat gaat te ver. Ja maar, mijnheer Kwinten, dat hadden wy niet gemeend. Gargon, sloeg Mononkel met zijnen stok op tafel, moet die faro nog gebrouwen worden waar blijft gij dan De gargon die de poets begreep, bracht tegelijk met den faro harde eieren op en spaanschen peper, peper van Cayenne. Mononkel schelde lustig zijne koppel eieren, doopte ze duchtig in den rooden en vurigen peperen slikte ze met eenen draai en eenen stoot de keel af, die hem dadelijk begon te branden als eene hel. Wat een verdoemde peper is dat! goot hij in eenen teug het glas door den gorgel het is, poddorie! alsof een hovenier ih mijne keel aan het gritzelen ware. Het eene glas verwachtte het andere niet, en gansch het gezelschap hield duchtig slag met Mononkel, die op eens recht stond en zeiik ga vertrek ken het wordt anders te laat. De gasten maakten met de kin een teeken op hunnen aanleider, een eerste tong, en, zoo het scheen, iets van een oversten oer statie. Wees niet beducht, begon deze, ik zal u door twee douaniers tot bij Rombroek doen vergezel- staande uwe herbergdiscours, niettegen- 1 staande uwe spioenen, uwe slekken en ander pluimgedierte, die, op vertooning dagen, rondom de ingangdeuren, de binnentreders bespieden, overdragen en opteekenen. Nog twee woorden Onder de tusschenpoozen van 't concert, hebben wij, dank aan onzen achtbaren vriend Van Wambeke, eene zeer gelukte auditie van phonographe bijgewoond. Iets of wat muziek zou ons toch ook plezier ge daan hebben. Voor toekomende maal zullen wy onze vriendin harmonie by het oor trek ken en hare tusschenkomst vragen. Har monie mag en zal niet weigerendat weten wy zeker. En voor 't sluiten, lof met processie met een hoop dagen aflaten ter intentie van onzen administrateur uit de statiestraat. Het elektrisch licht is blijven branden geduren de het tooneelBravo uitgeslapene elektriek mannen, gespeelt metdegaz pauv re ge lijk nen katte met de muis maar de gaz pauvre speelt ook met de kluiten van de Sottegemsche, gy hebt hier zelfs mannen die staan houden dat onze electriciens voor niets zijn in 'tmarcheeren van onze publieke lampioentjes.Volgens hen, zou het 't effekt zyn van de schietgebeden onzer Sottegem sche socialisten di« verleden week in retraite gingen by de gentsche preekhee- ren. Cercle Libèral Dimauehe 30 Déceinbre 19O0, 3 heures de l'après-midi, Grande avalanche de surprises distribuées aux speetateurs. PRIX DES PLACES Premières, 1 fr. 50. Secondes. 1 fr. O Les Dames Patronesses de l'tEuvrc du Vètement seront reconnaissantes a toutes les personnes qui vou- dront leur donner papier argent, plomb, capsules de bouteilles, bouchons champagne, vieux timbres, vieux journaux, vieux livres, etc. etc. Een onzer getrouwe lezers zendt ons het hieronderstaande briefje, dat we met genoe gen mededeelen Aalst-Schaerbeek den 26 December 1906. Mijnheer de Uitgever, Ge zult mijne stoutigheid vergeven Van u te schrijven om een plaatskea in uw blad te vragen, maar als ingezetene van het groot gehucht Schaerbeek wil ik zoowel in mijnen naam als in naam van al mijne geburen en 'k mag zeggen van bijna al de Schaerbe- naars protest aan teekenen tegen de manier hoe de fameuze kliekmannen van 't stad huis tegenwoordig met ons handelen 'tis genoeg dat ge van Schaerbeek zijt omdat ge van geenen tel meer zoudt zyn wij zyn hier veroordeeld van wege het stadsbestuur om voor eeuwig en zes weken te wachten naar het minste voordeel, naar de minste verbetering de menschen van Schaerbeek, zeggen M. Geeraerdts, Moyersoen enCie, dat zijn toch brave en goedzakkige lieden, die lezen toch nie anders dan De Volksstem en De Denderbode van onzen hertelap Van de Putte, en alzoo zullen ze wel zien dat wij klerikalen eersten vooral voor de intres ten van 'tstad zorgen, dat wij onze vriend jes niet bevoordeeligen, dat we bezonder- lijk met de censkens van 't algemeen heel spaarzaam omspringen, dat wij de stadskas niet laten bestelen, dat wij de zoo kostelijke lasten en opcentiemen, alleenlyk doen die nen voor een eerlyk, zuinig en onpartijdig bestuur der stad en, als de menschen van Schaerbeek, dat zullen lezen, denken z<\ dan zullen ze overtuigd zijn dat er nooit bekwamer, beter en verstandiger mannen aan 't hoofd der stad gestaan hebben dan wij MM. Gheeraerdts, Moyersoen en Cie. Ja, Mijnheer de Uitgever, zoo redeneeren de dompers ik weet het wel goed, wantons len. En hoe maakt het dan mijn boezem vriend, de heer Frans Kwinten Gij moet weten, heer burgemeester, dat wij same aan de hoogeschool van Leuven gestudeerdn hebben. Verstand dat mijnheer Frans had, een gemak van leeren, dat is niet te begrij pen. Zeg mij toch. heer burgemeester, duwde hij Mononkel op den schouder weêr den canapé in, zeg mij toch hoe het mijnheer Frans te Brussel maakt. Nog altijd dezelfde brave, deugdzame jongen hetzelfde goed hart Hoe het mijnheer Frans te Brussel maakt? herhaalde eenparig het gezelschap. Kan niet beter, zei Mononkel. altijd dezelfde. Maar de pastoor... Maar do pastoor, hernam de guit, had zeker gezeid dat mijnheer Frans te Brussel geheel en gansch zou bederven Waarvan weet gij dat Mononkel trok twee groote oogen en riep gargon, vul de glazen! Ja, ging hy voort, aat had de pastoor gezegd. De pastoor ook I riepen zij allen en klonken zij tegen Mononkel. Als ik van u ware, sprak de guit die da delijk weg had dat Mononkel 't niet op den pastoor geladen had ik van u ware, ilc 1 iet- den pastoor stillekens schieten en ik naaide mijnen naad als burgemeester stijf door. Dat ben ik, poddorie! ook van zin, stak Mononkel zijne ledige pint op de gargon uit. De overigen deden hetzelfde. Een burge meester, hernam de guit, kan alles wat hij wilen vreesde ik niet van kwaad zaad in de gemeente te zaaien, dan zou ik u eens gemeenteraadslid Claus heeft het mij ne ze keren zondag avond, op ne moment da we alle twee geestelijk verheugd waren, tus schen pot en glas op een eeuwig zwijgen verteld,ik was opdat oogenblik zijnen bes ten vriend en zie, Sis, jongen zei hij, ik zeg u dat zulke handelwyze mij begint te ver drieten. Ik ben er maar te veel van overtuigd, zei Claus dat al wat De Volksstem schryft erremen raas is en dat al wat de geldzak Van de Putte schryft leugen is van 't eerste tot leste, maar wat wilt ge eraan doen ze keren dag heb ik, zei Claus, aan M. Moyer soen over al den zeever die in die gazetten stond eens gesproken en hij zei mij heel ver trouwelijk, dat ze dat zoo moeten doen 0111 de kiezers naar hunnen kant te houden, onder ons gezeid, zei Claus, om de onnoozel en lichtgeloovige menschen zand in d'oogen te werpen, om hen zooveel te beter in doeks- kens te draaien en hen met kiezing op te laden en ze voor de katholieken te doen stemmen. Ik weet niet, M. de uitgever, of dat Claus zich die samenspraak nog herinnert, maar mij dunkt dat hij dat allemaal moet verge ten hebben en dat hij sedert dien zelf nog al veel moet veranderd zyn, want 't is oprecht kinderaehtig geweest voor ne groote mensch zooals hij, die toch, denk ik, zijn vijf zinnen heeft van de goedkeuring te stemmen van da kadeauken van 7200 fr. die 't schepen college aan Van de Putte heeft gedaan van ook blind ga weg, zonder een weinig meer uitleg te vragen, den afstand van de gaz te stemmen aan eene vreemde inaatschapp| wanneer dat de fabricatie door de stad zelf misschien duizende en duizende franken winst aan onze zoo arme en bestolen stads kas zou verschaft hebbenda waren toch geen politieke artikelszulke kwestiën zyn toch noch blauw, noch geel, noch groen of rood en mij dunkt, met mijn verstand van Schaerbeek, en veel menschen zyn van myn gedacht, dat de liberalen alleen in die ver- schillige zaken de intresten van de stad heb ben verdedigd, dat zij aan ons contributie biljet hebben gedacht. Maar om op Schaerbeek terug te komen, Mr. de Uitgever, ik zei u dat er voor ons Schaerbekenaars niets in de pap is te brok ken niemand van onzen kant zal dat ont kennen ge weet dat er overlaatst 5 nieuwe champetters zyn genoemd; hewel op ons gehucht luidden er twee kapabel jongens zich voor die plaatsen vooruitgezetdenkt ge dat er een van die jongens genoemd is Ge zyt er wel mêe die 5 plaatskens zijn naar Myl- beek getrokken en de jongens van Schaer beek schoten er over. En de straten en de wegen van Schaer beek waarlijk dat is schandebyna geen enkele schiet er over want allen zyn in slechten staatik begin te gelooven dat ze op 't stadhuis gezworen hebben de inwoners van Schaerbeek, in hun eigen slyk te laten stikken. En zoo, Mr. de Uitgevever is het met alles, overal staat Schaerbeek aan 't staartje ik herhaal het, 't is genoeg da ge op ons ge hucht woont, omdat ge door ons fameus en wereldberoemd kliekbestuur als een echte verstooteling zoudt behandeld worden. Daartegen opkomen dat kan Claus niet, al ware hy honderd maal gemeenteraadslid die man is ne knikker, hy durft niet spreken en wat meer is, hy mag niet spreken, hy ligt onder den hiel van de groote chefs, hy moet dansen zooals zy schuifelendaarvan zyn wij hier op Schaerbeek allen overtuigd wij zijn ook overtuigd dat de groote cheffen voor Schaerbeek nooit iets deugdelijk en op recht voordeelig zullen doen want er is geen zout in 't baksken de stadsontvanger Van den Bossche is er meê weg, de zoo ge zegde groote werken of liever groote kemels door de kliek tot stand gebracht hebben de centen opgeslorpt't muziek der Jonge Garde met zijne jaarlijksche toelage ran 2590 fr. de boezemvriend Van de Putte met zijne kostelijke kiezerslijsten, zonder nen boelen hoop andere schotellikkers te rekenen, rijven jaarlijks de door de boeren en neringdoeners zuurgewonnen belastingen en opcentiemen binnen van de bokken is er niets goeds meer te verwachten dan woor den, en M. de Uitgever, woorden en zyn geen 'li r iiniiBi iimiM—— vertellen wat de menschen zoo al zeggen. Van mij vroeg Mononkel. Van u en van den pastoor, heer burge meester maar ik mag dat niet doen, daar steekt consciëntie in. Toetoe ik moet dat weten, hield Mononkel aan. Kom kom stookte de guit het vuur nog heviger, kom, laat ons liever eens drin ken En al weèr eens geheven. Als ik dat, poddorie! geerne zou weten, stiet Mononkel zijne pint verder de tafel op, en zag hij den kapoen scherp in de oogen. Alphonse! riep eene stem uit den hoop, zeg tiet den heere burgemeester maar, wat wilt gij daar beenen in vinden Wel begon de deugniet op geslepen toon, zij zeggen dat de Burgemeester van Rombroek een der bekwaamste administra teurs van den lande is. En wat nog? vroeg Mononkel. Dat hij al lang zou gedekoreerd zijn, in dien hij zich door den pastoor niet liet met den neus leiden. Zeggen zy datschudde Mononkel be schaamd met het hoofd. De guit hernam dat moet gy niet gelooven, zei ik tegen den persoon die my dat verteldegeen een Kwinten laat zich met den neus leiden. Neen. poddoriespringt Mononkel recht, slaat hij zich met de vuist op den boe zem, neen. poddorie, geen een Kwinten Het doet mij spijt dat ik zulks gezegd heb, hernam de scheinheilige. Wordt voortgezet

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1906 | | pagina 2