Mononkel Swintën
de Prestidigitation Magie-amusante
donnée auprofit de «L'ceuvredu vètement
NINOVE
Uit Sottegem.
Geeraardsbergen.
Representation Aiiistique
Aalst-Schaerbeek!
daarop ontvingen wij den volgenden
utslag van het onderzoek
Vetstoffen 5,86 t. h.
Ruweeiwitstoffen 28,06
Asschen g,2o
Het microscopisch onderzoek toont
dat dit lijnmeel vervalscht is metgraan-
afval en kokosmeet
Bedoeld meel liet dus onder alle op
zichten te wenschen betrekkelijk laag
ehalte ru wei wit en vet, met een te
oog gehalte asch, ongetwijfeld voor
een groot gedeelte uit zand of aarde
bestaande. Verder was het vermengd
met graanafval en kokosmeel, wat ook
natuurlijk niet bijgedragen heeft om
zijne waarde te verhoogen of zijne hoe
danigheid te verbeteren, te meer daar
men niet veel de gewoonte heeft, het
beste of zuiverste te nemen om te ver-
valschen. Integendeelalles wordt er
goed voor geacht, wanneer het maar
geschikt is om het bedrog te helpen ver
bergen en öm goede winst af te werpen.
Het graanafval, onder anderen, kan
toch geenszins, door zijne samenstel
ling, op den rang van het lijnmeel ge
steld worden, alhoewel het als voeder
wel in aanmerking kan komen. Dat
men liever oordeele. Ken staal, onlangs
eveneens in het Staatslaboratorium te
Gent onderzocht, en dat niet vervalscht
was, bevatte
Ruweiwit 15,26 t. h.
Ruwvet 3,60
Asch3,42
Het behelsde dus nauwelijks half
zooveel eiwit en vet als het goed lijn
meel. Geen wonder dan ook dat het zoo
profijtig door de zwendelaars kan ge
bruikt worden om het met lijnmeel te
vermengen. P. D. C.
(De Landbode).
KERSTDAG.
't Was Kerstdag.
Alle torenklokken zonden hunne blyde
klanken over de uitgestrekte besneeuwde
velden.
't Was feest in alle kerken en ook feest in
de harten van alle godvruchtige lieden,
voor wie in die klanken de woorden der en
gelenschaar weerklonken, als bft de geboorte
van het WonderkindGlorie aan God in
den Hooge, en Vrede op aarde aan de men-
schen van goeden wil.
Naar men hun geleerd had was in die
nacht het grootste wonder geschied dat ooit
de aarde mocht aanschouwen Eene moeder
maagd had een wicht gebaard, den Verlos
ser van het vervallen menschdom.
Herders en koningen kwamen knielen in
het nederig stalleken van Bethlehem.
En heden, achttien eeuwen later, stygen
nog uit alle harten gebeden en lofzangen met
de wierookwalmen ten hemel
Hosanna I Hosanna 1
't Was Kerstdag.
Op de besneeuwde baan die leidt van
Ninove naar Pollare stapte een groep hee-
ren, met frisschen. blos op 't lachend gelaat.
Dik waren ze geduffeld in lange zwarte
kleeren.
Aan hunne zyde zwierden blinkende
schaatsen
Het waren Rooinsch katholieke priesters,
discipels van den Christus van Bethlehem,
die het kerkelyk feest ontliepen voorde we-
reldsche vermaken.
De zonde was groot in de oogen der
kwizels.
WIJ konnen die licht vergeven.
rede aan alle menschen van goeden
wil!-
't Was Kerstdag.
De Heiland was gebpgep. ow, onrechten
uit de wereld te yerdrijjyeg^ggu de slaven te
ontboeien, 0111 a^le ifteusahen tot broeders te
verzoenen.
'ft. Wbige boerenwoning had men met
benepen hart dien dag zien naderen 't Was
Mengelwerk van den 30 December 1006.
S6
EENE KAROTTE
door
II. De Cock-Creten.
Waarom Mononkel zoo onteer eden 't huis
kwam en zoo moedwillig te icei'k ging.
Die Brussel gezien heeft, dacht Mononkel,
heeft alles gezien. De pMstoor was tegen
mijne reis naar de hoofdstad van 3elgie li ij
vreesde wellicht dat ik onzen l-'rans steeds
als ei non braven en deftigen jongen zou te
ruggevonden hebben. Een Kwinten gaat,
poddorie! recht in zyne schoenen. Wij heb
ben, Goddank 1 eenen konhetgeen er eens
in is, gaat er niet gemakkelijk uit en staat
paalvast.
I)e burgemeester van Rombro« k is in de
statie! fluisterden zich de ambtenaars van
den «v.eren weg lachend in het oor. En zoo
dra het konvooi op Maastricht vertrokken
was, liepen eenige kul broeders, geslepen op
een ribot, Mononkel driftig toe. Wel, heer
burgemee.M.T, drukten zij hem de hand, hoe
is uwe reis van Brussel wrgaan W ai zegt
gij van Bi a kind Hoe maakt het mijnheer
Frans, uw doorluchtige neef? Zal hy wel
haast geneesheer wezen? Wfl verlangen
de valdagder pachttermynen.
Hier heeft men zijne handen stuk gewrocht
en men is er niet toe gekomen de twee ein
den van 't jaar aaneen te knoppen.
Daar heeft do ryke eigenaar den armen
pachter 'tst.uk land ontnomen dat hem 't be
staan verschafte.
"t Zou hein loeren, had do kasteel
heer gezegd, zich in den kiesstrijd tegen my
en den pastoor verzetten. Vrede alleen aan
de menschen van goeden wil
V
't Was Kerstdag.
Bij Pollare, over de ijsvlakte, zweefden op
schaatsen, snel als de wind, talryke jonge
paren.
De Liefde zong er haar liedeken rond.
Tusschen die bonte menigte van alle
grootte en kunne, zwaaiden, klapperend en
wapperend als vlaggen in den wind, de
zwarte priesterrokken, de kleederen van
eeuwigen rouw, rouw voor den Christus van
Golgotha
De rokken waaiden hooger en hooger en
toonden de schoone vormen der beenen van
de jeugdigepriesters.
De kwezelkens zonken in diepe gedach
ten... de kwezelkens bloosden...
't Was Kerstdag.
Gloria in excelsis
't Was Kerstdag en feestin het hart der
menschen, en ieder bewonderde de zwierige
zwaaien der jeugdige priesters,
En, buiten de schuchtere kwezelkens,
nam niemand het woord om te laken.
HaHadden die onschuldige zwaaien na
deel aan de klerikale politiek berokkend,
men hadde er al spoedig een einde aan
gesteld
Welke lage vervolgingen had een ander
geestelijke priester Daens eens te ver
duren, omdat hy, niet op Kerstdag, in her
bergen was getreden om tot het volk te
spreken, omdat hy, (zoo noemden het de kle-
rikalen,) in kroegen zyn kleed was gaan
bezoedelen.
Hy was er niet gegaan nochtans om we-
reldsch vermaak te scheppen.
Hij volgde eenvoudig 't voorbeeld van den
Meester. Christus ook ging in de Taveernen
de ongelukkigen opzoeken en opbeuren.
Waarom dan werd priester Daens ver
volgd
Omdat hy, evenals wij, de politieke be
langen der ikzuchtige bevoorrechte be
waarderspartij dwarsboomde.
Wy ook, Liberalen, wy stryden als Chris
tus voor de Rechtvaardigheid, voor de ont
voogding van het Volk, voor meer verbroe
dering en geluk onder de menschen
Hoe komt het dan, dat Christene lieden
ons bekampen en vervolgen
Omdat die lieden Christus'leer verleerd
hebben.
Omdat hun godsdienstzin plaats gemaakt
heeft voor partijhaat en partijbelang.
Omdat hun hart ongevoelig en hun geest
ongenaakbaar geworden is voor de godde
lijke woorden Vrede op aarde aan al
de menschen van goeden icil
Zondag namiddag laatstleden waren de
omliggende van onzen gemeente schouw burg
volop in rep en roer. Onze tooneelvrienden
de zuigelingen van polus boden inder
daad 't Sottegeoasch publiek een puik con
cert aan. Eene talrijke menigte beantwoord
de aan den oproep onzer maatschappij, die,
reeds aloudgekend, hier en in 't naburige
goeden naam en faam draagt. Wy ook wa
ren er tegenwoordig, en, rechtuit gezegd,
het spijt ons niet."
Het programma was samengesteld uit
twee tooneelstukken van den besten keus.
Haat en liefde een drama vol gevoelens
en treffende tafereelen, eene welgelukte en
natuurlijke schikking van geleefde feiten,
werd op meesterlijke -wyze vertolkt. Het
lachwekkend blyspel« Artikel 10» Rep af
onder algemeene toe;juichingen. En hier
behoeven wij wat dieper in de zaak te gaan,
't zij met of zonder permissie.
By "t opryzen vaa 'tgordyn buiten de
allen van ziek te w orden om door hem kun
ner. te genezen. W at zijn wij bly, heer bur-
V emeester van Rombroek, u weèr te zien
Gij blijft vellicht te Lanaken vernachten
Ditch niet, zei Mo ïonkel. ik ga vandaag
nog door naar Rombroek. Daar kan ik den
heer burgemeester geen ongelijk in geven,
begon een' fijne guitde administratie eener
gemeente lijdt te veel door de afwezigheid
van den burgemeester. Dat zegt gy'zeer
vol, antwoordt Mononkel, byzonuer als gy
eenen stommerik vaii schepen en eene kiwi'
van-sek retails aan liet roer hebt. Gelooft gy
wel dat zij nog niet in staat zijn om eenen
simpelen p.T-rdeknechtte troawen In plaats
van Anton us. Henricns of Joseph us op het
register te brengen, schrijven zy u daar,
poddorie! Toon, Ren keen Jof... Ah, de ezels!
Bet voor Elisnbetha, Truy voor Gertrudis en
Fin voor Josophina.... En wat meer is, myn
sekretaris in plaats van aa te schrijven,
schrijft li ij ac. Als hij dat mij nog eens lapt,
dan zal ik hem eens loeren dansen. Ae wie
heeft ;dat van zijn leven gezien. Gij hebtgelyk.
heer bungein vster van Rombroek, leidt de
guit hem den café binnen, gevolgd van eenen
ganschen tU/rt-m <joi i\rooge koelen.
Ik zal mij tojh niet lang ophouden, liet
zich Mononlo-I in den canapé neervallen, dat
de angeii k ra-ikten en dat zijn machtige
buik er van se!» ,kte. Garden, den man eene
pint faro! De faro-pinten volgden dadelyk
en dan tegen Mononkel geklonken, achter
zynen rug muilen gemaakt en geroepen op
de gezondheid van den lieer burgemeester
van Rombroek, al dertig jaar aan het hoofd
der gemeente eg eerste kop der admi
nistratie!
mooie en frissche decoratie van 'tschouw-
tooneel die 't oog van den aanschouwer treft
bemerken wij seffens dat er iets veran
derd is bij onzs tooneelliefhebbers en wij be-
statigen die verandering gedurende de ge-
heele vertooning.
Geene kromme sprongen meer, geen over
dreven gebarenspel, geene overhaaste execu
tie. Alles op 't gemak. Onze vrienden staan
op de planken gelijk 't huishet spel is zeker
en vast, uitgalmingen declamatie laten niets
te wenschen, want de rollen zyn gekend op
den duimiedereen doet het zijne op tyd en
stond en alles loopt af op wielekens. Tooneel-
meester heer Jef Poot heeft er, gelooven wij,
nogal zijne c< pooten in geroerd, en hij heeft
wel gedaan. Want onze mannen hebben veel
geleerd en wel onthouden, hunne vooruit
gang is verbazend. Wij wenschen hen, aan
allen zonder uitzondering, hoofdrollen en
kleine, hartelijk proficiaat en kloeken moed.
Ziedaar ons gevoelen nopens dit ten volle
gelukte avondfeest, en wij meenen hierin
verstaan te worden door de meerderheid
onzer lezers, 't Is de uitdrukking onzer ge
dachten, zonder omwegen, met openhartig
heid, maar ook zonder vleierij. Ware het
slecht geweest, wy zegden het rechtuit,
mochte Baas liefkens er ook iets van gekre
gen hebben! Wy hebben de gewoonte niet
onze handschoenen aan te trekken om onzen
zin kortom te verklaren.
En nu, vereischt de eenvoudigste beleefd
heid een klein ant woord aan degenen die het
verslag van 't laatste concert zoo fel beknib
belden en onzen naamloozen correspondent
zoo geestdriftig roskamden.
Volgens eenige "welsprekende lieen,
orateurs d'occasion, moest het gekriti-
keerd artikel veel schade te weeg brengen
aan het concert van 23en December, en de
katholieken gingen er zich de handen in
wasschen. Wij antwoorden: de veroorzaak
te schade door ons artikel is slechts een
droom. De ontvangst overtreft alle verwach
ting, de kosten zyn niet alleenlyk gedekt
maar er schiet zoo nog iets over om onze
vrienden op eèn lekker soupeetje byeen te
trommelen, tot spijt van wie 't benydt.
Wy gaan voortAl hetgene de tseeven
te wasschen hebben is hun vuil lijnwaad,
en onder hen, s'il vous plait. Ze zijn waarlijk
niet moeilyk, die kaddodersGaan ze nu
ons tooneel vergelijken met de soeperijen
van den cirk en van de tseevenkweekerij in
in de kerkhofstraat Speelt eerst voor 't pu
bliek en spreekt dan, dutsen!- Mannen die
vrouwenrollen doen vervullen door sopra-
nostemmekens van 't mannelijk geslacht
hebben het recht niet over tooneel te spre
ken. Wat meer is, die kluchtspeelders zien
en peinzen altyd en overal slecht en zijn bij
gevolg, met handenen voeten, tegen tooneel.
Waarom toch willen zekere van onze vrien
den hun de eer doen te gelooven dat ze be
staan
Anderen hebben de farce zooverre gedreven
van te zeggen dat ons artikel lafhartig
was. Verwijtsels zyn geene redens en wij la
ten aan zekeren lollekensheer uit de statie
straat zijne stoutigheid voor rekening.
Aan onze tooneelvrienden roepen wij met
luider stem: Vooruit 1 met alle krachten,
vooruithoudt stand, blijft vereenigd, weg
met beuzelachtige persoonlijke discussie, dat
iedere societaire een beetjé water in zynen
wijn doet, en binnen twee maanden, versterkt
door vereeniging en eendracht, voeren wy
in perfectie de moeilykste stukken op. Maar
wacht U van te slapen op goeden uitslag.
Die meent het toppunt beklommen te hebben,
gaat niet meer vooruit, hij valtGetuige,
ons katholiek bestuur, sedert meer dan twin
tig jaar aan 't bewind,en dat nu voor 't land
staat zonder programma. Zulk bestuur is
rijp tot openbare verachtinghet moet val
len, het zal vallen 't is onze wensch 1
En gy, Mynheer Isidoor, deken van d'Hoog-
straat, die op alle daken den val der zuige
lingen kraait, troost Uwy zeggen U
Vriend Isidoor, een klein beetsen douce-
ment, de groote coleiren en dienen U niet. Het
baat ons weinig te weten of den cirk nu jaar-
lyksch vijf a tien soepséancen zal geven
Maar wy verzekeren U, sauf votre respect,
dat de zuigelingen zullen voortdoen, zonder
uwe toelating, en beter dan ooit, niettegen-
De eerste guit trok zijnen porte-monnaie
uit, terwyl hij een oog op zyne makkers
pinkte. Wat gaat gy doen vroegen zy al
len tegelijk Wat ik doen ga stak hij
reeds den duim in de geldbeurs. Neen,
neen, ik betaal, sprak een. Wat riep een
tweede, ik betaal. Dat zal niet waar zijn!
riep een derde, ik betaal. En zoo kregen zij
bijna zware rusie. Komkomzei Monon
kel, 0111 het kort te maken, ik betaal hier, en
steekt uwe beurzen eens dadelijk in uwe
zakken terug. Hé, gargon, vul de glazen.
Ja maar, Mononkel. dat kan niet zijn. Ja
maar, heer burgemeester dat gaat te ver.
Ja maar, mijnheer Kwinten, dat hadden
wy niet gemeend. Gargon, sloeg Mononkel
met zijnen stok op tafel, moet die faro nog
gebrouwen worden waar blijft gij dan De
gargon die de poets begreep, bracht tegelijk
met den faro harde eieren op en spaanschen
peper, peper van Cayenne. Mononkel schelde
lustig zijne koppel eieren, doopte ze duchtig
in den rooden en vurigen peperen slikte ze
met eenen draai en eenen stoot de keel af,
die hem dadelijk begon te branden als eene
hel. Wat een verdoemde peper is dat! goot
hij in eenen teug het glas door den gorgel
het is, poddorie! alsof een hovenier ih mijne
keel aan het gritzelen ware. Het eene glas
verwachtte het andere niet, en gansch het
gezelschap hield duchtig slag met Mononkel,
die op eens recht stond en zeiik ga vertrek
ken het wordt anders te laat. De gasten
maakten met de kin een teeken op hunnen
aanleider, een eerste tong, en, zoo het scheen,
iets van een oversten oer statie. Wees niet
beducht, begon deze, ik zal u door twee
douaniers tot bij Rombroek doen vergezel-
staande uwe herbergdiscours, niettegen- 1
staande uwe spioenen, uwe slekken en ander
pluimgedierte, die, op vertooning dagen,
rondom de ingangdeuren, de binnentreders
bespieden, overdragen en opteekenen.
Nog twee woorden
Onder de tusschenpoozen van 't concert,
hebben wij, dank aan onzen achtbaren
vriend Van Wambeke, eene zeer gelukte
auditie van phonographe bijgewoond. Iets
of wat muziek zou ons toch ook plezier ge
daan hebben. Voor toekomende maal zullen
wy onze vriendin harmonie by het oor trek
ken en hare tusschenkomst vragen. Har
monie mag en zal niet weigerendat weten
wy zeker.
En voor 't sluiten, lof met processie met
een hoop dagen aflaten ter intentie van
onzen administrateur uit de statiestraat. Het
elektrisch licht is blijven branden geduren
de het tooneelBravo uitgeslapene elektriek
mannen, gespeelt metdegaz pauv re ge
lijk nen katte met de muis maar de gaz
pauvre speelt ook met de kluiten van de
Sottegemsche, gy hebt hier zelfs mannen die
staan houden dat onze electriciens voor niets
zijn in 'tmarcheeren van onze publieke
lampioentjes.Volgens hen, zou het 't effekt
zyn van de schietgebeden onzer Sottegem
sche socialisten di« verleden week in
retraite gingen by de gentsche preekhee-
ren.
Cercle Libèral
Dimauehe 30 Déceinbre 19O0,
3 heures de l'après-midi,
Grande avalanche de surprises distribuées aux
speetateurs.
PRIX DES PLACES
Premières, 1 fr. 50. Secondes. 1 fr.
O
Les Dames Patronesses de l'tEuvrc du Vètement
seront reconnaissantes a toutes les personnes qui vou-
dront leur donner papier argent, plomb, capsules de
bouteilles, bouchons champagne, vieux timbres,
vieux journaux, vieux livres, etc. etc.
Een onzer getrouwe lezers zendt ons het
hieronderstaande briefje, dat we met genoe
gen mededeelen
Aalst-Schaerbeek den 26 December 1906.
Mijnheer de Uitgever,
Ge zult mijne stoutigheid vergeven Van u
te schrijven om een plaatskea in uw blad te
vragen, maar als ingezetene van het groot
gehucht Schaerbeek wil ik zoowel in mijnen
naam als in naam van al mijne geburen
en 'k mag zeggen van bijna al de Schaerbe-
naars protest aan teekenen tegen de manier
hoe de fameuze kliekmannen van 't stad
huis tegenwoordig met ons handelen 'tis
genoeg dat ge van Schaerbeek zijt omdat ge
van geenen tel meer zoudt zyn wij zyn
hier veroordeeld van wege het stadsbestuur
om voor eeuwig en zes weken te wachten
naar het minste voordeel, naar de minste
verbetering de menschen van Schaerbeek,
zeggen M. Geeraerdts, Moyersoen enCie,
dat zijn toch brave en goedzakkige lieden,
die lezen toch nie anders dan De Volksstem
en De Denderbode van onzen hertelap Van
de Putte, en alzoo zullen ze wel zien dat
wij klerikalen eersten vooral voor de intres
ten van 'tstad zorgen, dat wij onze vriend
jes niet bevoordeeligen, dat we bezonder-
lijk met de censkens van 't algemeen heel
spaarzaam omspringen, dat wij de stadskas
niet laten bestelen, dat wij de zoo kostelijke
lasten en opcentiemen, alleenlyk doen die
nen voor een eerlyk, zuinig en onpartijdig
bestuur der stad en, als de menschen van
Schaerbeek, dat zullen lezen, denken z<\
dan zullen ze overtuigd zijn dat er nooit
bekwamer, beter en verstandiger mannen
aan 't hoofd der stad gestaan hebben dan wij
MM. Gheeraerdts, Moyersoen en Cie.
Ja, Mijnheer de Uitgever, zoo redeneeren
de dompers ik weet het wel goed, wantons
len. En hoe maakt het dan mijn boezem
vriend, de heer Frans Kwinten Gij moet
weten, heer burgemeester, dat wij same
aan de hoogeschool van Leuven gestudeerdn
hebben. Verstand dat mijnheer Frans had,
een gemak van leeren, dat is niet te begrij
pen. Zeg mij toch. heer burgemeester,
duwde hij Mononkel op den schouder weêr
den canapé in, zeg mij toch hoe het mijnheer
Frans te Brussel maakt. Nog altijd dezelfde
brave, deugdzame jongen hetzelfde goed
hart
Hoe het mijnheer Frans te Brussel
maakt? herhaalde eenparig het gezelschap.
Kan niet beter, zei Mononkel. altijd
dezelfde. Maar de pastoor...
Maar do pastoor, hernam de guit, had
zeker gezeid dat mijnheer Frans te Brussel
geheel en gansch zou bederven
Waarvan weet gij dat Mononkel
trok twee groote oogen en riep gargon,
vul de glazen! Ja, ging hy voort, aat had
de pastoor gezegd.
De pastoor ook I riepen zij allen en
klonken zij tegen Mononkel.
Als ik van u ware, sprak de guit die da
delijk weg had dat Mononkel 't niet op den
pastoor geladen had ik van u ware, ilc 1 iet-
den pastoor stillekens schieten en ik naaide
mijnen naad als burgemeester stijf door.
Dat ben ik, poddorie! ook van zin, stak
Mononkel zijne ledige pint op de gargon uit.
De overigen deden hetzelfde. Een burge
meester, hernam de guit, kan alles wat hij
wilen vreesde ik niet van kwaad zaad in
de gemeente te zaaien, dan zou ik u eens
gemeenteraadslid Claus heeft het mij ne ze
keren zondag avond, op ne moment da we
alle twee geestelijk verheugd waren, tus
schen pot en glas op een eeuwig zwijgen
verteld,ik was opdat oogenblik zijnen bes
ten vriend en zie, Sis, jongen zei hij, ik zeg
u dat zulke handelwyze mij begint te ver
drieten.
Ik ben er maar te veel van overtuigd,
zei Claus dat al wat De Volksstem schryft
erremen raas is en dat al wat de geldzak
Van de Putte schryft leugen is van 't eerste
tot leste, maar wat wilt ge eraan doen ze
keren dag heb ik, zei Claus, aan M. Moyer
soen over al den zeever die in die gazetten
stond eens gesproken en hij zei mij heel ver
trouwelijk, dat ze dat zoo moeten doen 0111
de kiezers naar hunnen kant te houden,
onder ons gezeid, zei Claus, om de onnoozel
en lichtgeloovige menschen zand in d'oogen
te werpen, om hen zooveel te beter in doeks-
kens te draaien en hen met kiezing op te
laden en ze voor de katholieken te doen
stemmen.
Ik weet niet, M. de uitgever, of dat Claus
zich die samenspraak nog herinnert, maar
mij dunkt dat hij dat allemaal moet verge
ten hebben en dat hij sedert dien zelf nog al
veel moet veranderd zyn, want 't is oprecht
kinderaehtig geweest voor ne groote mensch
zooals hij, die toch, denk ik, zijn vijf zinnen
heeft van de goedkeuring te stemmen van
da kadeauken van 7200 fr. die 't schepen
college aan Van de Putte heeft gedaan van
ook blind ga weg, zonder een weinig meer
uitleg te vragen, den afstand van de gaz te
stemmen aan eene vreemde inaatschapp|
wanneer dat de fabricatie door de stad zelf
misschien duizende en duizende franken
winst aan onze zoo arme en bestolen stads
kas zou verschaft hebbenda waren toch
geen politieke artikelszulke kwestiën zyn
toch noch blauw, noch geel, noch groen of
rood en mij dunkt, met mijn verstand van
Schaerbeek, en veel menschen zyn van myn
gedacht, dat de liberalen alleen in die ver-
schillige zaken de intresten van de stad heb
ben verdedigd, dat zij aan ons contributie
biljet hebben gedacht.
Maar om op Schaerbeek terug te komen,
Mr. de Uitgever, ik zei u dat er voor ons
Schaerbekenaars niets in de pap is te brok
ken niemand van onzen kant zal dat ont
kennen ge weet dat er overlaatst 5 nieuwe
champetters zyn genoemd; hewel op ons
gehucht luidden er twee kapabel jongens zich
voor die plaatsen vooruitgezetdenkt ge dat
er een van die jongens genoemd is Ge zyt
er wel mêe die 5 plaatskens zijn naar Myl-
beek getrokken en de jongens van Schaer
beek schoten er over.
En de straten en de wegen van Schaer
beek waarlijk dat is schandebyna geen
enkele schiet er over want allen zyn in
slechten staatik begin te gelooven dat ze
op 't stadhuis gezworen hebben de inwoners
van Schaerbeek, in hun eigen slyk te laten
stikken.
En zoo, Mr. de Uitgevever is het met alles,
overal staat Schaerbeek aan 't staartje
ik herhaal het, 't is genoeg da ge op ons ge
hucht woont, omdat ge door ons fameus en
wereldberoemd kliekbestuur als een echte
verstooteling zoudt behandeld worden.
Daartegen opkomen dat kan Claus niet,
al ware hy honderd maal gemeenteraadslid
die man is ne knikker, hy durft niet spreken
en wat meer is, hy mag niet spreken, hy ligt
onder den hiel van de groote chefs, hy moet
dansen zooals zy schuifelendaarvan zyn
wij hier op Schaerbeek allen overtuigd
wij zijn ook overtuigd dat de groote cheffen
voor Schaerbeek nooit iets deugdelijk en op
recht voordeelig zullen doen want er is
geen zout in 't baksken de stadsontvanger
Van den Bossche is er meê weg, de zoo ge
zegde groote werken of liever groote kemels
door de kliek tot stand gebracht hebben de
centen opgeslorpt't muziek der Jonge
Garde met zijne jaarlijksche toelage ran
2590 fr. de boezemvriend Van de Putte
met zijne kostelijke kiezerslijsten, zonder
nen boelen hoop andere schotellikkers te
rekenen, rijven jaarlijks de door de boeren
en neringdoeners zuurgewonnen belastingen
en opcentiemen binnen van de bokken is er
niets goeds meer te verwachten dan woor
den, en M. de Uitgever, woorden en zyn geen
'li r iiniiBi iimiM——
vertellen wat de menschen zoo al zeggen.
Van mij vroeg Mononkel.
Van u en van den pastoor, heer burge
meester maar ik mag dat niet doen, daar
steekt consciëntie in.
Toetoe ik moet dat weten, hield
Mononkel aan.
Kom kom stookte de guit het vuur
nog heviger, kom, laat ons liever eens drin
ken En al weèr eens geheven.
Als ik dat, poddorie! geerne zou weten,
stiet Mononkel zijne pint verder de tafel op,
en zag hij den kapoen scherp in de oogen.
Alphonse! riep eene stem uit den hoop,
zeg tiet den heere burgemeester maar, wat
wilt gij daar beenen in vinden
Wel begon de deugniet op geslepen
toon, zij zeggen dat de Burgemeester van
Rombroek een der bekwaamste administra
teurs van den lande is.
En wat nog? vroeg Mononkel.
Dat hij al lang zou gedekoreerd zijn, in
dien hij zich door den pastoor niet liet met
den neus leiden.
Zeggen zy datschudde Mononkel be
schaamd met het hoofd.
De guit hernam dat moet gy niet
gelooven, zei ik tegen den persoon die my
dat verteldegeen een Kwinten laat zich
met den neus leiden.
Neen. poddoriespringt Mononkel
recht, slaat hij zich met de vuist op den boe
zem, neen. poddorie, geen een Kwinten
Het doet mij spijt dat ik zulks gezegd
heb, hernam de scheinheilige.
Wordt voortgezet