Mononkel Kwinten
Geeraardsher gen
Uit Sottegem
werden bevoordeeligd, de schuimers en
schoeffelaars liepen met de groote brokken
de stadskas werd voorbeeldig bewaard, niets
kon verbeterd worden en.... de burgers,
werklieden en neringdoeners en ook de land
bouwers onzer wijken hadden ondertusschen
het ^onschatbaar voordeel jaarlijks hunne
zuurgewonnen centen ten titel van opcen
tiemen en taksen bij den ontvanger afj te
doppen.
O lieerlyke' en schoone tijd, waar zijt ge
heen gevlogen Want dit alles is merkelijk
veranderd sedert de liberalen hun woord te
zeggen hebben.
't Is alsdan dat M. Moyersoen is opgetre
den, want al de talenten der klerikalen
bijeen,warenniet te veel,om aan de vermete
le eischen der liberalen, weerstand te bieden.
De liberalen vragen meer spaarzaamheid,
ze vragen meer eerlijkheid, ze eischen ge
lijkheid voor alle Aalstenaars, ze zijn van
gevoelen dat de neringdoeners het regds
lastig genoeg hebben, dat de stadslasten en
taksen reeds zwaar genoeg wegen, om te
vragen dat men in't besturen der stad, van
armbureel en godshuizen wat min kwistig
met het geld van alleman zou omspringen.
En zie, M. Moyersoen zal de liberalen ver
gruizen, hij zal hunne eischen-en opmerkin
gen den bodem inslaan en in het niet doen
verdwijnen
M. Moyersoen zal aan het volk van Aalst
bewijzen dat de liberalen dommerikken zijn,
dat de minderheid over zaken spreekt die ze
niet kent, dat al wat ze eischt onmogelijk en
onnoodig is hij heeft op zich genomen zijne
vrienden wit te wasschen en te doen zien dat
alleen een klerikaal bestuur de welvaart en
den vooruitgang van Aalst kan bewerken.
En ziedaar M. Moyersoen aan den gang
Doch hoe weinig overtuigend en hoe slecht
heeft hy tot héden zijn rol vervuld
Wie uwer, geachte lezers, herinnert zich
niet zijne handelwijze in de gaskwestie M.
Moyersoen werd als verslaggever aange
steld en hij heeft gewerkt om de zaak zoo
min'Jviahr mogelijk, zoo duister als het kon
aan den gemeenteraad voor te leggencijfers
of raste bewijzen heeft hij niet voorgebracht.
M. Moyersoen was de ziel der rechterzijde in
heel die zaak en hij is het die de vergunning
aan eene vreemde maatschappij heeft doen
stemmen, hij vooreerst en ook hij het meest
heeft zich als de verdediger, als de voorvech
ter, der klerikale Socièté Centrale aangesteld
om haar de Vergunning te doen toe staan.
De regie door de stad zelve heeft hij kracht
dadig bevochten en tot heden kunnen we
ons nog niet den onzin verbeelden van M.
Moyersoen, Zoo in eens, in volle overhaasting
aan de stadskas duizende en nog (luizende
franken te ontnemen. Doch wij hebben 't hier
nog geschreven, M. Moyersoen wa-s eerst en'
vooral KLERIKAAL, hij heeft als klerikaal-
gehandeld tegen de belangen van 'talgemeen,
in uitvoering der beslissingen van het kleri
kaal Kongres te Mechelen gehouden, waar
hij tegenwoordig was en waar hij de KLE-
RIKALISERING van alle nijverheden en dan
ook van de gaznijverheid heeft gestemd.
't Was ook M. Moyersoen die verslag gaf
over de rekening van ons vermaard armbe
stuur waar we als voorzitter aantreffen Van
de Putte, den drukker der kostelijke kiezers
lijsten. Hier weeral heeft M. Moyersoen het
partijdig en weinig spaarzaam beheer van
zijne vrienden trachten te verdedigen en
waarlijk zijne verdediging is hunne veroor
deeling geweest by de Aalstersche bevolking.
De liberalen vroegen de vertegenwoordiging
der minderheid in 't armbestuur, want kon-
trool brengt altijd en overal verbetering bij
en M. Moyersoen in naam zijner partij heeft
halstarrig geweigerd dat recht aan de min
derheid toe te kennen.
De liberalen vroegen in 't voordeel van alle
neringdoeners eerlijker en betere verdeeling
der leveringen van brood en alle andere
warén in armbureel en hospiciën en die bil
lijke vraag werd door M. Moyersoen onmee-
doogend van de hand gewezen.
De liberalen smeeken de klerikalen om be
sparingen te doen en toonen hun daartoe het
middel aanM. Moyersoen wil die opmer
kingen niet in acht nemen en houdt staande
tegen alle recht en reden dat de aanbestedin
gen noch voordeel noch besparingen kunnen
bijbrengen M. Moyersoen wil zijne vrienden
blyven bevoordeeligen.
De liberalen vroegen dus alleenlijk recht
vaardigheid in alles en Moyersoen als macht
drager zyner partij of liever der hatelijke
Mengelwerk van den 20 Januari 1906.
29
EENE KAROTTE
door
II. De Cock-Ceeteii.
Als ik u zeg, sloeg Mononkel met de vuist
op de tafel, dat gij zult ophouden van tegen
krans uitte vallen, ofwel dat wij malkander
einders zullen spreken, gij hebt hier met
geene parochiaan meer te 'doen, sloeg Mo
nonkel op zijnen zwaren buik omwonden
n.etde echarpe van zijn staatsgezag, maar
niet den burgemeester, versta my wel, met
d, -n burgemeester van Rombroek, ja, pod
dorie met den burgemeester van Rombroek
die haar op zijn tandon heeft. Wij zullen
erns zien of gij nog langer ons met den neus
zult leiden.
Met den neus leiden zag hem de pas
toor medelijdend aan mijn goede man, daar
zyn kwade tongen inde wereld... Maar trok
h'j oenen lessenaar open, zijt zoo goed u eens
neer te zetten, ik zal u eens wat voorlezen.
kliek die hier in Aalst den baas speelt, wei
gert hun alles.
Waarlijk M. Moyersoen men heeft u daar
een mooien plicht opgelegd
En weeral ook bij de laatste bespreking
der stadsrekening en begrooting was het
M. Moyersoen die in afwezigheid van den
heer Schepene van financiën den woordvoer
der was om het doorslecht financieël bestuur
en de erbarmelijke stadsrekening te verdedi
gen en wit te wasschen. Die rekening zooals
alle jaren sluit met verlies jaarlijks ver
leeft de stad een deel van haar kapitaal, ze
leent geld om hare huishoudelijke en gewone
kosten te dekken, de stad gaat allengskens
naar 't bankroet en op dien voet wordt de
vermeerdering der lasten onvermijdelijk.
Dat heeft M. De Blieck wonderklaar weeral
bewezen in de laatste gemeenteraadzitting
en om enkel een cijfer aan te halen is het ge
noeg te weten dat er in 1905 eene som van
6861,79 fr. meer is uitgegeven dan er ont
vangen is om de gewone jaarlyksche kosten
te dekken, er is dus te kort.
En toch komt M. Moyersoen in den ge
meenteraad verklaren dat de geldelijke toe
stand der stad voortreffelijk is, dat het beheer
der kliek allerbest is, en hij hekelt de libera
len omdat ze protest aanteekenen tegen de
talrijke nuttelooze en onrechtvaardige uit
gaven der klerikalen, omdat ze een spaar
zamer en redelyker gebruik van allemans
centen eischen.
In alle omstandigheden dus had M. Moyer
soen enkel een doel namelijk de verdediging
der kliek, de ophemeling der mannen die
door hunne onbekwaamheid en hunne nala
tigheid de stad in schuld hebben gestoken,
zij wien gedurende jaren en jaren de hun
toevertrouwde belangen hebben verwaar
loosd en die nooit anders waren dan onder
danige knechten van eenige uitbuiters en
onbeschaamde politiekers.
M. Moyersoen heeft zich op die wijze als
solidair verklaard van die ongeluksvogels,
hij neemt ze onder zijne bescherming
Waarlijk M. Moyersoen ge vervult daar
een leelijkè rol, waarover het Aalstersche
kiezerskorps u dankbaar zal zijn.
Volksboekerij.
Ziehier het verslag door den Heer Franz
Crusener hoofdbibliothekaris in de jongste
vergadering der Liberale Jonge Wacht af
gelezen
Mijnheeren.
Het zij mij toegelaten in korte woorden U
verslag uit te brengen over de werkingen
onzer volksboekerij.
Sedert 1 Januari 1904 tot 1 Januari 1907
zijn 2645 boekdeelen. ter lezing uitgegeven
zich verdeelende als volgt
van 1 Jan. 1904 tot 1 Jan. 1905 716 boeken
van 1905 tot 1906 623
van 1906 tot 1907: 1246
dit maaktvoor 't eerste tijdstip eene gemid
delde uitgiftvan 13 boekdeelen per zondag,
voor het tweede van 12 boekdeelen per zon
dag voor het derde van 24 boekdeelen per
zondagsik acht het noodig, mijnheeren, U
heden te verklaren dat in de laatste maand
van het verloopen jaar de gemiddelde uit-
leening gestegen is tot 75 boekdeelen per
zondag en kunnen wy dit cijfer behouden
wij einde des jaars eene uitleening van
meer dan 3000 boekdeelen zullen mogen
aanstippen
De tot heden verkregen uitslag mogen wij
schitterend noemen gezien de mededinging
der andere bestaande openbare boekeryen
der stad.
Toen het hooger bestuur van het Willems
fonds ons de toelating verleende hare boeke
rij herinterichten beschikten wij over ruim
850 boekdeelen allen de oude Geeraardsberg-
sche afdeeling van het Willemsfonds toebe
hoorende. De geld en boekengiften die mil-
dadige weldoeners ten voordeele der boeke
rij aan de Liberale Jonge Wacht -schonken
laten ons toe heden ter beschikking van het
lezende publiek 1550 boekdeelen te stellen
de eigentlijke boekerij der Liberale Jonge
\V acht bestaat dus uit 702 boekdeelen.
Aan al onze weldoeners brengen wij uit
ganscher hart dankmaar bijzonder!yk aan
de nederige maar verdienstelijke volksjon
gens Jonge Wachten en andere, die in de ma
te hunner middels 'thunne bijdroegen tot den
vooruitgang van ons zoo nuttig werk van
volksonderwijs. Hun naam zien wij met het
De meid bracht twee glaasjes op en Monon
kel in zijn verwarring dronk het zijne uit
zonder te wachten dat het hem werd aange
boden. De pastoor begon te lezen
Brussel, 2 Mei 1882.
Zeer Eerw. pastoor van Rombroek.
»Ik kan niet nalaten u de schandige handel
wijze van Frans Kwinten ten opzichte van
zynen oom, burgemeester uwer parochie,
om beters wil bekend te maken. In Godes
name, houd toch dien sukkelaar van Mo
nonkel van Brussel af, of zoo geraakt hij in
slechte zaken. Gij moet wel weten, te Brus
sel is het de mode entretenues te hebben
gelijk zij dat noemen. Frans heeft ook de zij
ne, en daar hij met, ongeduld zijnen Mo
nonkel te Brussel verwachtte en geld moest
hebben om zyne schulden te betalen en om
weer met haar voort te huizen, heeft hy er
eene schandige komedie gespeeld, en Monon
kel tien duizend franken uit zijnen zak ge
klopt. Frans heeft eenige van zijne vrienden
deugnieten al, opgemaakt en zij hebben den
armen sukkelaar doen gelooven, dat die tien
duizend franks voor een huwelijk waren dat
zyn neef met een millionaire ging aangaan.
Na de karotte getrokken te hebben riepen
zijeenen valschen commissaris der policie
die Mononkel voor den moordenaar Jud
moest aanzien en vangen. Mononkel nam
alles voor koek aan en vluchtte Brussel uit
om met gevangen te worden. Dat is de reden
grootste genoegen en fierheid pralen op de
eerelyst der weldoeners der Bibliotheek tus-
schen de gewaardeerdgte beroemdste Bel
gische schryvers en geleerdenCamiel
Lemonnier, Karei Buis, Edmond Picard en
anderen.
Onze vooruitzichten laten ons toe te hopen
dat wij binnen weinige weken de uitgebrei
de boekenlijst onzer boekerij in druk zullen
kunnen geven, hetgeen veel zal bijdragen
ons nieuwe lezers aan te winnen.
De dappere Tooneelmaatschappij La
Grammontoise onder het bestuur van ha
ren zooieverigen voorzitter R. Fischlowitz,
kondigt voor Zondag 27 Januari e. k. haar
jaarlijksch Winterfeest aan.
Men raadplege de plakbrieven en men zal
kunnen oordeelen dat de nummers van het
programma bijzonder wel uitgekozen zijn.
Vermelden wij onder andere de gezament-
tijke oefeningen met stok door kleinen en vol
wassenen, de pyramieden enz. maar voorna
melijk het norinandisch ballet welk voorze
ker eenen ongehoorden by val zal genieten
in een woord wij gaan er een schitterend
feest bijwonen welke zal plaats hebben in de
goed verwarmde zaal van het lokaal der
maatschappijIn den plezanten hof.
Lessenschestraat.
Men kan van nu af zijne kaarten voorbe
houden bij de leden van den Turnkring.
E. G.
De zeo^ezegde oiiecniglield in
't liberale kont]». 't Sottegemsch
rioolblad uit de Trapstraat brengt eene sa-
luade aan al zijne dierbare lezers en lezeres
sen en als nieuwjaarsgift maakt hy hen met
een bekend dat de liberalen overal volop in
ruzie liggen, hetgeen bygevolg, zoo 't waar
ware, een schoon voorzicht zou mogen ge-
heeten worden voorde eensgezinde groote
katholieke partij met het oog op de aanstaan
de gemeente-en kamerverkiezingen.
De frutkrabber die zulks geschreven heeft
is gewis aan zyng eerste leugen niet, en hij
denkt zeker omdat er maar al te dikwijls
haarkenpluk gespeeld wordt bij de katholie
ken, heter evenzoo toegaat bij de liberalen.
Hij ontvange nochthans mijne algehee'e ze
kerheid dat vooralsnog niet het minste on
weerwolkje over onze liberale rangen waait
en dat niets laat voorzien dat onze eensge
zindheid zal verbroken worden. Inderdaad
wij zijn alleen te degelijk overtuigd dat die
vervallen oude en versleten groote katho
lieke partij, die de verschillende diensten
van Staat provincie en gemeente ontreddert
ietwat moet verkleind worden en dat het tijd
wordt, zoo wij het volksonderwijs niet wil
len zien te niet gaan, zoo wy ons land van
vreemde inpalmingen willen vrijwaren, zoo
wij onze burgerlijke rechten willen behou
den en alle burgers gelijk stellen voor de wet
en eindelijk, zoo wij al onze vrijheden onder
de voeten niet willen zien vertrappelen, dat
's lands bestuur in vrijzinnigere handen
overga.
Mijns inziens, hebben de katholieken toch
zoodanig hoog niet op te loepen met hunne
zoogezegde eensgezindheid. Hun eensge
zindheid staat in 't rioolblad van Sottegem
wel zwart op rooskleurig gedrukt maar dat
belet toch niet dat er soms volop ruzie is in
't struitje, pardon, in't katholiek huishou
den. We móeten daarvoor uit Sottegem niet
gaan om de alledaagsche ruzie bij de katho
lieken vast te stellen.
Iedereen weet hier maar al te goed dat ze
elkander streelen lijk kat en muis en dat als
ze gedurende weken en maanden malkaar
aanzien hebben als razende honden en
malkaar hebben toegesnauwd als ltwa-
vrouwen, alle tjeefkens, hoe groot of hoe
zwaar ze ook zouden wezen, eens naar den
cirk moeten ontboden worden, wdar mijn
heer de deken de stijfhoofdigen tot betere
gevoelens weet te brengen en alléman tegen
heug en meug 't akkoord steltdoch 't duurt
nooit lang alvorens de kat weer op de koord
begint te dansen. En gelyk het te Sottegem
gesteld is, zoo ook gaat het bij de katholieken
overalzelfs tot in de kamers slingeren ze
soms malkaar van die behalve lieftallige
zinsneden naar 't hoofd tot dusverre dat de
wereldlijke paus Woeste, de alomgehate
doch door de geestelijkheid opgedrongen
volksvertegenwoordiger van ons door en
door vlaamsch arrondissement Aalst, ervan
groen is geworden. Ortnoodig, heeren
tjeven, het dus langer te verstoppen, want
er zijn toch altijd lange tongen genoeg die
alles uitbabbelen. En zeggen dat zulke man
nen durven beweeren dat er volop oneenig-
heid heerscht in 't liberaal kampMaar pod-
dorie toch, iemand van 't vak zou van de
ruzie alleen die in den Sottegemschen katho
lieken kring zich voordeed, een blijspel in
eindelooze bedrijven kunnen maken dat wel
licht overal bijval zou verwerven.
Onze Belgische kadodders weten overi
gens maar al te wel dat hun rijk ten einde
loopt;'tis daarom ook dat ze 'talgemeen
stemrecht, alleman een enkele stem niet
durven invoeren, dat ze gedurig de kiezers-
waarom gij hem zoo onverwachts te Rom
broek hebt teruggekregen.
Aanveerd, 'êerwaarde heer pastoor, die
uitdrukking mijner hoogachting met welke
ik de eer heb te zijn en te blijven.
Uw ootmoedige dienaar,
J. Kniphauzer. wijnkoopman. t
J. Kniphauzer was getrouwd met een
meisje uit Rombroek. Onder het lezen van
dien brief, kreeg Mononkel alle kleuren van
den witten marmer tot purper toe. Hij deed
maar niets dan op zynen stoel herhutselen,
en had zich onbedacht wel negen of tien bor
reltjes ingeschonken en uitgelapt. Wat zegt
gij nu sloot der pastoor den brief in zijnen
lessenaar terug is dat klaar wie van ons
beiden heeft nu gelijk Hetgeen ik gezien
heb, begon Mononkel, zult gij mij, poddorie,
niet afstrijden. En Frans is een deftige en
geschikte jongen.
Gij moet het 't beste weten, heer bur
gemeester, of die brief de waarheid schrijft.
Dat weet ik ook Maar wie heeft daar
boonen mede P niemand, niemand, poddorie
en de Kwinten zijn altijd gewoon geweest
hunne zaken zelve te doen.' Gij moet weten
dat de Kwinten al dertig jaar de gemeente
Rombroek" bestieren
Daar heeft niemand iets tegen.
Dat hoop ik poddorie ook 1 en gij zult u
wel leeren fijn houden
lijsten' vervalschen, kiezers uitkoopen en
met broodroof bedreigen om hun bestuur
dat aan een zijden draadje hangt, ietwat te
verlengen, doch de vrijzinnige liberale par
ty gaat met reuzenschreden vooruit*- de
laatste verkiezingen bewijzen het genoeg
en eerlang zal zij de katholieke boot omkan
telen en voor immer verzwelgen.
Wat ons Sot tegem betreft, hier staan
de zaken der katholieken evenmin goed
hun electrisch licht begint hier volop aan te
branden. Maar is te verwonderen Ze smee-
ren hunne gaz pauvre niet genoeg in Bo
vendien zijn hier alle vrijzinnige en zelfs
meerdere katholieken het eens om de alge-
heele onbekwaamheid van ons katholiek
gemeentebestuur te laken. Burgemeester
Eugeen zei 'tOudenaerde dat de electrische
verlichting de rijkdom der gemeente was en
ik zeg dat het de ruine is van geheel Sotte
gem, want we gaan hier langs om meerden
dieperik in. Stellig is 't dan ook dat, zoo alle
vrijzinnigen hun best willen doen en de
katholieken over Sint-pieters penningen
noch an dere kwezels-klausdingen beschik
ken om de kiezers naar-hunnen kant over te
halen, onze onbevoegde stadhuisbazen met
de aanstaande verkiezingen de pipe de hors
zullen zijn. 't Zou waarlijk tijd worden dat
die augias-stal eens gereinigd wierd
Bertje van Schoonhoven.
Moorsul.
Deze achtbare gemeente .vermaard
door het uitvoeren harer geschiedkun
dige tooneelstukken, zal ook weldra
beroemd worden door menige gebeur
tenissen die aldaar geschieden en de
gemeente in opschudding brengen.
Vroeger hoorde men van niets an
ders spreken dan van het Armbestuur
van Moorsel. Iedereen herinnert zich
nog wel, hoe schoon en hoe rechtveer-
dig men daar met het goed der armen
gehandeld heeft.
Nauwelijks heeft dit feit plaats ge
had, of eene andere zaak moest nog
meer den naam onzer gemeente
schandvlekken De bestorming van
een wagen geladen met zemelen de
helden dezer daad, gaven daar wonde
ren van dapperheid, en toonden behen
dig te zijn in hun vak, want met eene
onverstaanbare snelheid gingen zij te
werk, zoodat zij op min dan tien minu
ten den wagen hadden leeg geplun
derd, wel te verstaan, na eerst en voor
al den voerman gezegend te hebben
met de relikwie der lantaarn. Ah, men
moet eerst de Goddelijke plechtigheden
der floere broeken bijwonen, om zoo
te werk te gaan. Uwe gebeden zijn
verhooid geweest jongens, want gij zijt
er beter ingeslaagd als den deftigen
pompier met zijnen ijzeren pot.
Waarlijk, het is een voortreffelijk ge
dacht eerst naar de kerk te gaan wan
neer memde een of d'ander poets w il
begaan waarom toch hadden de bè-?
stuurders van den Armen daar ook niet
aan gedacht Moeten nu eenige straat
schenders hun nog het lesje voor
spellen
Ze zijn fijn en slim te werk gegaan
om aan de politie te ontsnappen maar
is er wel eene Politie te Moorsel Ja
bij Pol op het bollespel.
En toch is er eene geknipt geweest
niet te Moorsel maar te Aalst. Die
boerin var.aar. den Molen, waarvan den
naam aan den Denderbode onbekend
is gebleven is daar te Aalst aangehou
den, omdat ze eerlijk twintig tot dertig
ten honderd margarine in hare boter
deed. Dat is wat schrikkelijk daarvoor
gepakt worden niet waar menschen.
Zij die al zes jaren de boterkoopers zoo
treffelijk diende, wordt nu zoo valsche-
lijk in het net gelokt en gevangen. Ja
dat is waarlijk laf.
Ik heb medelijden met u, arm boe
rinnetje, en wil u eenen goeden raad
geven, waarvoor gij mij later zult be
danken. Ga, bij den President van het
Armbestuur, of bij de andere kopstuk
ken, en deze zullen u voorzeker kun
nen inlichten waar hunne vrienden
wonen misschien kunt ge ook aan
hunne bel gaan trekken. Nood zoekt
troost, beste margarinpvrouw, en ware
het dat ge bij niemapd dien stroost
kondet vinden dan toch nog blijft u de
zoete hoop over dat gij maar voor
waardelijk zult gestraft worden, en den
bond de voorwaardelijke gestrafte
Hoe dat, heer Burgemeester zag hem
de pastoor verwonderd aan.
De wet welke zij in Belgie gaan inbren
gen, zal ook in Holland wel doordringen.
Welke wet
Dat gij aan den burgemeester verplicht
zult zijn de budgetten uwer kerkfabrieken
te onderwerpen.
Ho ho! begon de pastoor te lachen.
Ik ben tot nu toe te goed te beest ge
weest, ja, poddorieweel te beest! maar wacht
maar laat die wet eens doorkomen, dan zal
ik u eens leeren huishouden in uwe kerk
noch geen klokzeel noch geene muizenval,
noch geenen nagel, zult gij dan kunnen koo
pen zonder ons.... Dan zijn wij pastoor!
sprong hij op en greep hij naar hoed en riet-
stok om uit loopen... Ziet gij hier deze sjarp
rond den buik van Karei Kwinten sloeg
hij met de linke hand op den machtigen
trombal van zijn lijvig lichaamdie zult gij
in 't toekomende wel leeren eerbiedigen en
geenen Kwinten met den neus leiden, neus,
poddorie geenen Kwinten. En hiermede
Mononkel de deur uit tot groote verbazing
van den pastoor die niet begreep wat den
man overkwam.
De sjarp op den ruk met eenen strik vast
gebonden was losgegaan, zoodat Mononkel
in het heenloopen ze wel drij ellen als, eenen
steert over het neerhof der pastorij na-
zullen zich gelukkig achtenu als het
negen en veertigste lid te mogen tellen.
Goeden moed dus en klaagt niet van
pijn in den buik, anders ga ik kalver
wortelen op den rijger voor u zoeken.
Bekommert ujvoor niets, en tot weer
ziens te Dendermonde. Bernard.
Aalst-Schaerbeek, den 16 Januari 1907.
Mijnheer de Uitgever,
'k Heb in 't verslag van de leste gemeen
teraadzitting gelezen da Jeen Claas er open
gegaan is om aan 't stadsbestuur te vragen
wanneer da ze aan de verbetering van den
paddenhoek eens zullen denken en 'k hem
ook gelezen dat M. de schepenen Meert hem
beloofd heeft van er ne keer naar uit te
zien daarmee hebben Jeen en de Schaerbe-
kenaa.rs weeral wat bokkenzalf aan hunnen
buik en alzoo komen we ook tot aan de kie
zing want rechtuit gesproken als ge 't ver
slag van de gemeenteraad goed leest dan
moet ge toch bekennen dat de domperskliek
de stad in leelyken toestand heeft gebracht
en met al die schuld en de krot die hun be
stuur heeft teweeggebracht, kunt ge toch
wel denken dat ze geen geld zullen vinden
om de wegenis van Schaerbeek een weinig
te verbeteren. Wa kunnen de boeren van
Schaerbeek hen schelen.
En nochtans, M. de uitgever, de gang op
ons gehucht is er toch zoo slecht en een klein
beetje verbetering zou toch zoo goed van
pas komen op beekveld moet iedereen pas-
seeren, al wie van Schaerbeek komt of die
er naar toe gaat moet langs daar gaan en
't klein kasseiken ligt bij 't minste nat weèr,
geheel en gansch verdronken 'k ben ne
keer krieus of M. Meert da kasseiken nie
een weinig en zou doen verbeteren. Zie, M.
de uitgever, ne goeie weg op beekveld is er
absoluut noodig en is van veel meer belang
voor geheel Schaerbeek, dan de kassei die
men zou leggen aan de Paddenhoek, den
hoek om aan Mie Vulders; 'k en wil in
't geheel niet het nut van deze laatste kassei
betwisten maar we weten toch dat ze er nie
en zal komen omdat er geen zaad in 't baks-
ken is, maar 't beekveld ziet ge da zou abso
luut moeten verbeterenen voor dat leste
ook is er volgens het schijnt heel weinig
hoop 't is mij zelf bevestigd dees week door
mijnen heer waar da'k mijn land van huur,
hij was van 't zelfde gedacht't is partan
ne goeie katheliek, maar toch geenen over
dreven domper, en Sis, jongen zei hij; 'k ge
loof dat 't katheliek bestuur op 't schip van
zeven jaren zit, en ook- 't verwondert mij
niet, zei hij, want sedert de liberalen er zit
ten, we moeten het bekennen, is het toch
klaar bewezen dat M.M. Gheeraerdts,
Bethuneen hunne vrienden niet zeer spaar
zaam bestuurd hebben er zijn veel katho
lieken, zei hij, klein b.urgers, nerirfgdoeners
en menschen die met 't, een of 't ander stiel
ken hun brooken moeten winnen, die aardig
beginnen te spreken en geloof mij 't en is te
voordeele van 't katholiek bestuur nietdat
zei mijnen lieer, en 'k zei in mijn eigen dat
hij er op was. De dompers meenen, met de
menschen te laten drinken, da ze 't daarmêe
weeral zullen halen 'k lees in de brieven
die men u uit Mylbeek zendtda ze daar voor
goed aan 't lampetten zijn 'k geloof dat het
hier bij ons op Schaerbeek ook ga beginnen,
want Zondag hebben wij een klein buize-
ment gehad van den boerenbond in den
Nieuwen Schaapstal. Drij pinten voor
7 eens en half zou het bier hier duurder
zijn dan op Mylbeek ge hebt daar 3 pinten
voor 5eenswe zullen afslag moeten vragen.
Er waren ook pijpen en tabakzakken af te
teerlingen, maar dat is bugt. want al dege
ne die niet smoorden wonnen een pijp en zij
die smoren wonnen geen. Ik drink liever en
myn kameraden ook, want wy waren daar
voor wel met 50 man opgekomen. Er waren
ook twee groote deftige katholieke heeren
de menschen zeiden dat het de twee heeren
Moyersoens waren, twee advokaten, dat den
eenen is voor in de Kamers te zitten en den
anderen in 't landhuis dienen gelen langen
zou ne keer langs den padden hoek en beek
veld moeten komen met zijn lange beenen om
ne keer deer 't slijk te pladderen.
Aan al mijn kameraden die mijnen brief
zullen lezen zeg ikjongens, de kathelieken
zijn daar meê hun secties, we weten wel dat
de kiezing nadert en dat da nie anders is als
om ons stem af te doen, maar laat ze maar
komen en drinkt zooveel ge kunt 't is toch
sleepte. De meid te rap om de deur toe t
doen vatte dezelve onvoorzien tusschen den
drempel en de deur, zoodat Mononkel achter
over viel met de beenen in de lucht dat zyn
drijtoot henen trulde als een rad van eenen
kruiwagen. O hoon het Burgemeesterlyke
gezag thans overvallen 1
De garde champetter moest bij komen om
de sjerp over te kappen met zijnen sabel en
zoo Mononkel gemakkelijker laten op te ko
men. De school was juist uit. Een vijf-en-
twintig stroppen van jongens kwamen bar
revoets, het haar dooreen, de klompen in
de hand, de straat opgewoeld, gefloten, ge
schreeuwd en op hunne klompen getrom
meld. Van schrik voorden pastoor die ze in
den Catechismus nog al eens duchtig met
de ooren trekt, hielden zij zich doorgaans in
de nabijheid der pastorij eerbiedig stil. Het
geen zij echter nooit konden laten was van,
den kop door den kampernoelenhaag te ste
ken, die aan eenen zijkant het neerhof van
de straat afsneed, en van den hond eens
moedwillig te kreten: Maar zoodra Lis, de
meid van den pastoor, de deur open trok en
riep; deugenieten, wilt gij Piton eens ge
rust laten, of ik zal het aan den pastoor
zeggen, dan staken zij op als hazewinden
Wordt voortgezet
O