rVoniieken worden.
Uit Sottegem.
Geeraardsher gen
Uit Eremfoodegeni.
Baard egem.
NINO
Eene Onrechtvaardigheid.
schreeuwden zij Er zijn nu veel
zulke verkenskoten in België, maar nu
zwijgen de tjeven dat ze zweeten de
zwijnenhoeders zijn immers langs
hunnezijde! Gij begrijpt het verschil?...
Hoc is 't gesteld met het onderwijzend
personeel van die scholen met God F...
In een volgend artikel willen wij
spreken, van eenige helden uit de fa
meuze galerieCephas.
Als ik nog een kleine bengel was,
zag ik dikwijls dé kleine meisjes uit
mijne buurt op de knoppen van elkan
ders jakje aftellen, terwijl het op zan-
gerigen toon ging
T'huis blijven, trouwen, nonneken
worden-; 't huis blijven, trouwen, non
neken word.en enz., tot dat het laatste
knoopje was afgeteld ener daardoor
beslist was welken staat elk van hen
zou kiezen. -
Vele, zeer vele jaren is dat geleden
en ik weet niet wat, er van al die ge-
buurmeisjës is geworden, doch er is
geen twijfel aan o.f er zijner onder hen
in het huwelijk getreden, er zijn er
wellicht ook t' huis gebleven en mis
schien andere, hebben belofte van vrij
willige armoede gedaan en zijn nonne
ken s geworden.
Och, ik weet hét wel, als wij vrijejmen-
schen van nonnen of vap kloosters
spreken, het is of wij een groote boos
heid begaan of we een vreeselijk
schelmstuk bedrijven.
Hoe'is 't mogelijk, tieren de klerika
len, zoo de kloosters te beknibbelen,
ziet eens Je nonnen die de zieken ver
plegen, de gasthuisnonnen
Wij hebben eerbied voor al degenen
dit zK-u opofferen voor het lijdende
menschdom, eerbied voor de nonnen
die met geduld en ijver de zieken ver
zorgen.... maar dat is de kwestie niet.
Op 1000 nonnen zijn er geen tien die
ziekenverpleegsters zijn en we spreken
in 't algemeen.
Het is de natuurlijke roeping der
vrouw moeder te worden en hare kin
deren tot brave en deftige mcnschen
op te leiden. Zij die nonneken wordt en
hare familie verloochent, verzaakt aan
hare natuurlijke roeping en hare maat
schappelijke rol en ik begrijp niet hoe
er menschen kunnen zijn die meenen
en als een geloofspunt beschouwen,
dat zóó te leven tegen de wet van God
en van de natuur, als een staat van
meerdere waarde, van meer verheven
heid moet aanzien worden.
t T'huis blijven, trouwen, nonneken
- worden Ziet eens, de dochter van den
smid is non geworden. Tien jaren is 't
geleden, dat zij is weggegaan eene som
met zich hebbende van 800 fr. als in
komgeld. Sedert heeft ze noch ouders,
noch kleine broeders of zusters terug
gezien. Zij is ergens ineen klooster,
waar ze vrijwillige armoede heeft be
loofd nevens eene brandkast die mil-
lioenen bevat.
Alle morgenden ten drie uren staat
ze op met de an J ere nonnen om te bid
den en te knielen, om de mis bij te wo
nen en andere godvruchtige werken te
doen, dan wordt er ontbeten, dan weer
gebeden, daarna op 't kussen gewerkt,
dan genoenmaald, gebeden enz. zoo
verloopt de eene dag na de andere, zon
der genegenheid, zonder moed, zonder
ideaal, maar ook zonder zorg, zonder I
kommer voorden dag van morgen.
Hare zuster is 't huis gebleven, hard
moet ze werken om moeder in 't huis
houden te helpen, maar zij bemint de
haren, ze is kloek en vroolijk en zal
zoodra de jongste zijn eerste commu-
niegedaa 1 heeft, trouwen met den zoon
van den kuiper.
De dochter van den koeboer, die de
vriendin was van het nonneken is se
dert zes jaren gehuwd met den metser.
Zij heeft moeilijke dagen beleefd, want
haar echtgenoot was zes maand lang
ziek en dan bleef op haar alleen de zorg
voor het huisgezin. Maar zij heeft ge
arbeid cn gezwoegd opdat hare drie
kinderen niets te kort zouden hebben,
zij heeft slapelooze nachten doorge
bracht aan het ziekbed van haren man,
haar hart heeft gebloed als hare kinde
ken honger hadden.... Nu is alles
voorbij, de metser is weer te been en
de kinderen zien er flink uit, twee gaan
reeds ter school en zullen goed leeren
T'huis blijven, trouwen, nonneken
worden
Kinderplicht, ouderplicht en ledigheid,
van de drie is er eene die voor geene
armoede hoeft te vreezen, dat is zij die
belofte deed van vrijwillige armoede
Maar h .t is ook de eenige die hare roe
ping niet heeft vervuld.
De kloosters palmen de beste velden
in, bederven de loonen van kantwerk
sters, naaisters, enz. enz. en brengen
niets bij voor den algemeenen wel
stand.
Moeders, leert uwe dochters hunne
plicht beseffen, bereieft hen voor de
maatschappelijke rol die ze te vervul
len hebben en dat ze geen nonneken
worden
Mijn'naam is Roeland
als 'f klept, is 't brand
als 't luidt
zijn 'ttroebelsin 'tSottegemschtzeevenkarnp
Beste lezers, herinnert gij U het kloklui
den en beiaardspel van zondag verleden, om
drij uren nanoen O, onvergetelijke dag,
teedere verkleefdheid aan onze gemeente
belangen dank, duizendmaal dank. vrien
den kadodders, aan U de toekomst... en
heden de_ kas. Onze domperskliek lijdt we
derom aan spreek of zee verziekte 't is nog
al erg. meenen wij, want daar is veel ge-
broebeld in de vergadering van zondag
laatst.
De feestzaal van den cirk kon al de wel-
weters niet inhouden. Er liep in den mond,
dat eenige anarchisten van de Neerstraat
't inzicht hadden de zitting te storen. Ook
waren al de toegangen der zaal bezet door
een detachement stokslagers onder 't gebied
van den duitschenKarl.
Om drij uren zeer stipt kjonk het met
donderende stem Het Hof En, terwijl er
eene doodsche stilte heerschte, stegen onze
kopstukken aan 't bureel en namen plaats.
Bemerkt, onder andere, Mijnheer Batist, den
eeuwigdurenden en afgeranselden kandidaat,
in groot gewaad, per buize. Natuurlijk,'
Batist is buizen gewóón en ze passen hem
eerste klasse. Voor ditmaal doet M. De-
langhe den dienst van geheimschrijver.
Eh wel Scheelt er iets dan, gaan ze nu
niet voorts P
Maar zie, de vriend Van Kiel, die zich
opheft.
Af. Eduwardus Van Kiel. Mijnheeren,
het bureel ontvangt daar zooeven een staats-
telegram geteekend a lekkerkoek waarbij
onze voorzitter zich voor een kwaart uur
verontschuldigt. Aangezien, ik ook nog a
moet spreken, verzoek ik M. Dekleine het
voorzitterschap te ontvangen. (Bravo van
alle kanten, vivat onze kleinen, en hij mag
er wezen).
En daar uit 't einde van de zaal
komt statig aangegaan
met fiere borst en roode kam
Mijnheer de haan.
Koekelekoere Ivokelekaan.
Af. Dekleine (kwaad gelijk nen bliksem),
'k Hoore dat er hier zal kwestie zijn van ge
meentebudget ®n elektriek, om te weten wat
onze katholieke gemeenteheeren moeten
antwoorden aan de drij geuzen van 't stad
huis. Waarom al dat gebabbel P 'k Bestier nu
al zoo lang oottegem, wel te verstaan, van
achter de schermen,want mijn specialiteit is
d'andere in 't gootje steken, en is er iets te
betrapen, dan laat ik mij ne keer vinden.
\V aarom komt Zoetekoeke by mij niet om
raad P Bijgevolg, niet te veel gepraat, of
't zit er op. Mijn plezier is kijven. Ik heb
gekeven, ik kijf, en 'k zal nog veel kijven.
Af. De Langke. Mr de voorzitter voor
een kwartier, k' moe u doen opmerken dat...
Af. De Kleine. Zet u stillekens neer, ge
heimschrijverken pennelekkersen z(jn geen
sprekers. 'T is nu al zoo dikwijls gezeid
dat gij in de discussie niets te zien hebt.
Schrijft en zwijgt dat ge zweet, of anders
zal ik ne keer spreken over de klasseering
van d'archieven die aan de gemeente negen
honderd frank gekost heeft. (Delanghe ge
voelig getroffen, bijt in zijn vingers).
Ondertusschen is Zoetekoeke garriveerd.
Hij ziet er w reed kontent uit mee zijn lachen
de wezen. M. De Kleine krijgt ne voet en
schiet er zich rap van onder.
Af. Zoetekoeke. (hevig handgeplak), 3
heeren,?de eerste artikel in discussie is
Mengelwerk van den 27 Januari 1906.
:jo
EENE KAROTTE
door
II. 5>e CoeSc-t'reten.
Kom eens hier kom eens wenkte de
eerste die den kop door de haag stak, met
deh arm op zijne schoolmakkers, kom eens
hier Op een twee, drij, zat de gansche haag
vol en begon het gesnater och arme Mo-
11 onkel is gevallen Hij is met zijn gat in
hot water gevallen, faldera Lomperik
zing dan hij is met zijn gat op den steen ge
vallen Pijn gedaan, Mohonkel P Ziet
toch eens wat een leeliik gezicht hij maakt.
--Wateen verschrikkelijke buik! betaalt
bij daar contributie voor En wat dikke
Dienen Ziet toch eens Ziet toch eens! ik
steek geheel Rombroek, kerken schooi in
ene zijner broekpijpen. En hierop aan het
lachen. Hoort hem eens kermen Keer u,
MononkelOp dit oogenblik poogde Monon-
k'd op te staan, leunde met de twee handen
op den grond, terwijl hij zijne breedgebouw
de fortificatie de lucht in stak. Toe jon
gens riepen de kapoenen, hier is prijs te
schieten op het blazoen Zes en-twintig
riep een.
Mononkeldie, ingezien zijne lijvige
zwaarte uitnemendjveel geweld deed om op
te geraken, zeer machtig in de gezwinde la
ding zonder twaalf tempos, veroorloofde
zich eene buik-ontploffing die de vensters
van de pastorij deed daveren en de meid zich
een kruis maken uit angst van donder. En
al de kwajongens in de handen aan het klap
pen en aan het roepen bravo dat is het 1111
Het bombardement van het kasteel van
Antwerpen door generaal Chassé De in
neming van SebastopolProficiat, Mo
nonkelschooien, deugnieten, galgenhout
daar gij zijtliep Mononkel woedend op hen
aan. Zij vlogen dadelijk henen als eene kud
de apen èn riepen nog in het wegloepen
proficiat, Mononkel
Ondertusschen had de garde champetter
het stuk der burgemeesterlijke sjerp tus-
schen de deur uitgetrokken en volgde hij
Mononkel, die naar zijn huis, verbitterd op
den pastoor, terugkeerde, officieel op de hie
len. Waf deert udan, broeder kwam zijne
zuster bekommerd toe: gij ziet er mij zoo
verward van zinnen uit-: "heeft de pastoor
u niet hoffelijk ontvangen Is het mid
dag-maal klaar p vroeg Mononkel.
a. De jaarwedde des Jjurgemeesters 300
b. Dftovder schepenen 200
c. Aanwezigheidsgelden der leden van
den-raad 160
Totaal 660
klopt maar, jongens, 'k ben altijd kontent
mee den hoop. 't Woord is aan Batist.
Af. Batist, oude representant langs't ach
terpoortje. Mijnheeren, :ik geloof dat ik
ook nog eens schepen geweest ben, van
d'openbare werken. 'T is lang geleden,
want mijn kazake is,sedert al twee maal uit-
gebosselt. Maar sehepene zijn, dat en is
nie fijn. Al die boul&vards leggen, de gouds-
kate trekken, zijt verzekerd dat ik het lastig
had. (M. Van Kiel knikt ja). Ik dring aan
opdat onze afgevaardigdemaan 't stadhuis die
artikels behouden,.. (Zeer wel)
Af. Eduwardus- Van Kiel. Mijnheeren,
de trio liberalen vraagt al-die jaarwedden
te supprimeeren, :om de gemeenteschuld te
verminderen. Onze vijanden hebben groot
gelijk. 'T is nu al genoeg' met meer dari een
half millioen schuld, en vergeet niet d;
gemeente jaarlijks betaalt uitwijzens' ge
leende gelden de somme van negentiey1 dui
zend zes en twintig franken, zonder cöntie
men, (indien men ons niets verduikt) daarin
niet begrepen de schrikkelijke-elelctriekgeld-
feest Ik zou die sommen willen zien ver
dwijnen, maar ze kunnen toch altijd dienen
voor kiespatatjes en 'lt stemme 'mee Tiste.
Af. Zoetekoeke. Het bureel ontvan
eene vraag op 'mededeeling. Het wóórd Is
aan M. Peet.
Af. Peet-. (buiten adem) 'K komme daar
meê eene vlucht uit de cirk, maar 't en is
geen doen aan, hebbe veel geld geboden, en
ze laten den kemel niet los. (Langs alle
kanten Ah, dat es spijtig),
Ne Mijnheere. -'t Kan slecht zijn, gij en
kunt. gij geep wilde beesten, fi'est épatant!
Waarom mij daar niet naartoe1 gezonden, ik,
die van 's leven champagne dronk meê ne
leeuw (langdurig gelach).
Af. de administrateur Kilowat. (Die
daar komt toegeloopen, zwart gerookt gelijk
nen duivel), Mijnheeren, een woord. (lij weet
dat ik rondom 10 januari achter eenen tien
duizend kolen zocht, en wij' meenden allen
dat hij nog niet toegekomen was. Eh wel,
't en is alzoo niet. De wagon is hier toegeko
men den 27 december, en gelost den 29 de
cember. Ziet .gij mij daarachter zoeken den
10 januari yten is nie slecht, he Hij was
al elf dagen door de schouwe gevlogen en
k'en wierd nog niet gewaar Maar 't en
steekt zoq nauwe niet, tegenwoordig krijg
ik kolen waar ik wil. Zaterdag gepasseerd
acht dagen, leende ik nog een karre bij een
van ons grootste socialisten en mee 't meeste
plezier. Onderons gezeid, dat en zijn nog
zulke aardige tiepen niet. Nog iets, verleden
week kwamen de drij lioeralen naar 'telek
triekkot 0111 de rekening na te zien. 'T is al
den tienden keer dat zij het vragen, maar
'k heb ze laten schuifelen, 'kben op zije weg
gesprongen, gelijk de hazen, en zij warén
rap de plate gepoetst, want zij vonden mij
nen eersten stoker, die geheel 't bedrijfken
doet marcheeren", en die antwoordde dat M.
de administrateur aan 't zoeken was op
nieuwe uitvindingen met degaz pauvre.
Eene industrial. Maar, a propos. Wat
moet ik doen met mijn werkvolk, als dat
elektriek licht gestadig uitgaat. Zal de ge
meente die daghuren betalen 'T is tegen
woordig alle vijf voeten verplichtende grève
bij mij en mijn volk heeft den tijd naar de
treins van ten halver acht te gaan zien wie
er naar 't werk vertrekt.
Af. de AdministrateurWees gerust
'k heb het gevonden. Er zat e«ne klodde in
eene der buizen van de machien, tijdens ik
ze gekuischt had en natuurlijk daar en zat
geenen trok in. 'K heb ze dezen morgen uit
getrokken, en alles loopt weer op wielkens.
Voor de moment is het al, heeren. (Bravo).
T'is ne vetten, vriend Kilowat
Af. Zoetekoeke. De volgende bijeen
komst is gesteld binnen veertien dagen.
Niemand vraagt nog het woord. Ik verklaar
de zitting geheven. Mannen allen op post,
want 't zal er stuiven. Wij zouden mijnheer
Batist kunnen hooren over 't bestuur van
't hospitaal, of M. den administrateur met
eenige nieuwe nummers aan 't programma
V e zullen zien. (Zeer wel - langdurig
geplak).
De zitting ging langzaam uiteen, de
groote menschen bij de groote, en de snot
neuzen bijeen en
Zij dronken een glas
De dappere Tooneelmaatschappij La
Grammontoi.se onder het bestuur van ha
ren zoojeverigen voorzitter R. Fischlowitz,
kondigt voor Zondag 27 Januari e. lc. haar
ksch Winterfeest aan.
Men raadplege de plakbrieven en men zal
kunnen oorueeien dat de nummers van., het
programma bijzonder wel uitgekozen zijn.
Vermelden wij onder andere de gezament-
tijke oefeningen metstok door kleinen en vol
wassenen, depyramieden enz. maar voorna
melijk het normandisch ballet welk voorze
ker eenen on goh oorden bijval zal genieten
in een woord wij gaan er een. schitterend
feest bijwonen welke zal plaats hebben in de
goed verwarmde zaal van het lokaal der
maatschappijIn den plezanten hof
Lessenschestraat.
Men kan van nu af zijne kaarten voorbe
houden bij de leden van den' Turnkring.
'- •'.V' E- G.
zijne andere schaapjes in gevaar zou kunt
leiden.
Ion tweede, omdat een deftig meisje
parochie in het stuk medespeelde.
Dielaas! uw spreken, uwloopen, uwe
volgingen hebben niet gebaat, uwe wi
vermaningen zijn niet aanhoord gewe
want op 10 en 17 Februari 1907 zal het cb -
ma a De twee Broedersaldaar luister
opgevoerd worden in de oude herberg D
haevert, tot spijt van dezen die het beni
Ziedaar, burgers van de wijk Slevenka
te Moorsel, een voorbeeld van mannen
hun woord houden, die zich niet laten 0*
bluffen. Laat u niet meer bedriegen d -
beloften, blijft standvastig in uw besluit
gij genomen hebt en doet ook uw
dacht met de aanstaande Gemeenteki
gen.
Onze dompers zitten jne de poepers.
Ze vreezen het licht.
Beter geen nieuws'als slecht nieuws zei
Manuel, en dat is waar. Doch het nieuws uit
Erembodegem is maar slecht voorde doin-
peraen dat is eene vreugd voor ons. Oei. oei,
oeide doniperkens, allemaal pezewevers,
boonenknoopers, zemelspinners, pilaarbij
ters, muilentrekkers en schotellikkers zitten
gewéldig ïnet de poepers ze vreezén voor
eene da vering in October. Ja, ja; ze roepen
we fop voorhand triomf, maar dat is'gelijk -
dekleine jongen die 'savonds al schuifelen-'
o\er straat loopt om zich zei ven wijs te ma-
ken, dat hij niet benauwd ia, terwijl zijn
harte klopt van schrik.
Geklopt worden in oktobér, ach gottekes
toch, wa malheur voor vele dompers. 'tZal
dan zijn Adjeu mijne Wannes, de schotel
en de kas
'k Wil een enkel feit aanhalen om te be
wijzen, hoe de Erembodegemsche bokken
sidderen als ze peizen, dat binnen 9
maanden de deftige bevolking van Aalst
hun rekening zal vragen over hun wan
bestuur en hun hatelijk gedrag.
Sedert verscheidene jaren houden de Chris-
en-f demokrater) hier eiken winter een of
raeetingen en dat was weer het geval
den :26december laatst. De herbergier bij
wien Jé meeting e
- S moest plaats hebben is ge
kend, als Daensist, hij bewoont het huis van
een liberaal en werkt bij een kopstuk der
kalotten. v
De liberale eigenaar laat natuurlijk ,-'de.
herbergier valkomen vrij, maar de baas'bij
wien die herbergier werkt denkt er anders
over. Hij wendde zich nochtans niet tot zijn
werkman, maar trok zekeren dag gevolgd
van het hondje waarvan we overtijd spra
ken (en die vroeger ook eens de tanden liet
zien tegen de dompers) bij de herbergierster
om haar aan te sporen, schijnt het. cle spre
kers te verbieden het woord te voeren.
Mjj zou het niets geven, zei hij, maar ge
moet verstaan vele mannen van ons partij
vallen mij daarover lastig. Hij rekende dus
op haar. 't Gevolg was dat de strooi brief kens
niet uitgezonden werden en er dus bijna
geen volk was. Daar moesten spreken MA1.
I Daens en Gustaaf Van Mulders van Ter
joden (dezedeed zich verontschuldigen.
De aanwezigen hebben niet weinig de hate-
lnke handelwijze der dompers geschand
vlekt. Werkende menschen alzoo te dwin
gen is oprecht schandalig we begrijpen de
v rees voor broofroof van dien herbergier en
zijne vrouw maar de schande is voor de
mannen die tot zulke dwangmiddelen hun
nen toevlucht moeten nemen,
Het volk zal oordeelen over het verschil
tusschen de handelwijze van den liberaal
en die van den domper. Dit bewijst ook dat
de vrees voor de aanstaande kiezing groot
is- onder den klerikalen troep.
Heruitzal het volk roepen, heruitmet
zulke mannen, en de kliek zal de trappen
van t gemeentenhuis worden afgedonderd.
en zij p...sten ne plas
en zij lieten de zaak gelijk ze was.
Het is met een waar
komen te vernemen dat
dat wij
e Tooneelspelers
genoegen
d<
De
Prachtige Vertooning.
Koninklijke Maatschappij: De Witte Water
.bloem, zal in hare schouwburg, Dreefstraat,
Zondag 27 Januari 1907, opvoeren
De Lichttoren,
drama in drie bedrijven door. H. Peeters, en
De Violier,
blijspel met zang in een bedrijf door H.
Van Peene. met de medewerking van Mej.
Jana Berodes, tooneelkunstenares te Brus
sel.
Ja wel, de soep zal reeds verkoeld zijn.
Haal mij twea flesschen bourgogne op. De
flesschen werden opgehaald. Mononkel at,
volgens gewoonte, smakelijk zijnen grooten
ransel vol, wat Threes ook vroeg of her
vroeg over de samenspraak der pastorij, Mo
nonkel at maar door en gaf geen antwoord.
Maar toen hij de tweede flesch half in de
traag had, slaat hij in eens zoo duchtig met
de vuist op tafel dat alles er op klonk en
danste, en dat Threes in eenen adem kwam
bijgeloopen wat is er gaande
Wat er gaande is P Luister gij gaat dade
lijk uwen stoel uit de kerk terughalen en
als gij den pastoor nog ooit iets van het ver
ken durft geven, als ware het, poddorie
den steert, dan breek ik u hals en beenen.
De smid werd eveneens geroepen en kon zich
niet houden van lachen hij wist al hoe Mo
nonkel in het uitgaan der pastorij gevaren
was. Wat is er van uwe beliefte vroeg hij
met een jesuiten-gezicht.
Het is morgen zondag, sprak Mononkel.
Ja wel, heer burgemeester. En uw zoon
speelt het orgel. Gelijk uwe gestrengheid
bekend is, heer burgemeester. lk wil heb
ben dat uw zoon het orgel niet meer spele.
Indien gij dat volstrekt verlangt, maar...
Niets te maren hier als gij hem zijne
'handen nog laat op het klavier zetten, dan
zullen wij malkander anders spreken. Uw
zwager is koster wat trekt hij daarvan
van Baardegem, die vroeger zoo bekend
waren in ons Land van Aalst door hunne
menige schoone stukken die zij aldaar uit-
oerden, tot het gedacht gekomen zijn een
nieuw dramaDe twee Broeders op te
voeren, welke men verzekert aandoenlijk te
zijn. Nochtans het heeft niet zonder moeite
gegaan, niet waar jongens, om zoogezegde
doel te bereiken, want nauwelijks was uw
drama alom bekend gemaakt, of een per
soon, aan wien, iederen mensch, in geeste
lijk opzicht, eerbied verschuldigd is, kwam
zich tegen uwe opvoering hardnekkig ver
zetten.
Waarom P en 0111 welkereden, zou ieder
een ons vragen, slechts om twee reden.
len eersten, omdat er een zeker Liberaal
aan hun hoofd staat die volgens den herder,
Honderd-en-achtien franken, vier-en-twin-
tig vat koren en dan den honderdsten schoof
en de ei ren van Passchen.
Hij moet uit de sacristij blijven ik zal hem
dat op de huur zijner landen laten afvallen.
Mononkel, Mononkel, kwam Threes er
tusschen, zoo moogt gij toch niet te werk
gaan wat heeft de pastoor u dan gedaan
Wat hij ons gedaan heeftwat hij ons ge
daan heeft begon Mononkel en wreef de
serviette heen en weer over zijne trillende
dikke lippen, wat hij ons poddorie gedaan
heeftwacht een beetje! ons met den neils
leiden, dat zal hem dit maal niet g'elukken
Waarom wou hij ons van Brussel houden
aarom koestert hij al die kwade vermoe
dens op onzen Frans Waarom ontvangt hij
al die kwade vermoedens op onzen Frans
Waarom ontvangt hij brieven van deugnie
ten die ons bekladden P Om ons lomp en stom
er onder te houden. Threes om ons met den
neus te leiden maar hij kent de Kwinten
nog niet. Schepen, wendt hij zich tot den
smid, om drij ure vergadering van den ge
meenteraad ik belast u met het bijeenroe-
róepen van al de ledèn, versta mij wel, van
al de leden. Hierop schuift hij zijnen zetel te
gen den muur van het eetvertrek, legt het
hoofd achterover, trekt eene blauwe slaap
muts over de oogen en begint een midda^-
uiltje snorkend te vangen. Onder het slapen
deed hij maar niets dan dreigen met de vuist
Binnen weinige dagen gaat nogmaals i
g&nscli het land de menschen loterij pla is
giijpen. Jaarlijks protesteert, schrijft <n
spreekt men er tegen de koning zelf,' he. ft
meer dan eens zijne meening nopens de Je
geraanwerving uitgedruktde bevoegds),
officieren keuren ze af en nochtans blijft
alles zooals voorheen.
'ioch-neen De lotii is, "vinoie,
denzelfden dag bepaa I p
Welke vooruitgang niet .mr .-
Nu zullen de dro
vechtpartijen tusschen inwoners an X
die van Z, de tooneelen tusschen zoon n
■oaders op denzelfden dag plaats grjjpen
•Zullgn ze daarom min walgelijk, min ha
verscheurend zijn Is daarom de loting
méér rechtvaardig
De klerikalen weten in hart en ziel d
ons wervingsstelsel slecht is in zijne bas
dat het iets hatelijks, iets afstootends ii
zich bevat zij zijn overtuigd, dat on
volksjongens, tot de wapens geroepen, i
wendig meernogdan luidruchtig op loting
dag, het lot vervloeken dat hun aan t,hun
geliefden en hunnen -arbeid ontrukt, ma
toch zullen ze niets doen om daar verand
ring, verbetering en verzachting aan
brengen
Ontmoet men een Belgisch soldaat, men
zeker dat het een werkmanskind, een volk
jongen is ontmoet men in Frankrijk,
Duischland een soldaat dan kan men zi<
'zpowel voorden zoon vaneenen baron, de
voor dien van eenen armen zwoeger bevi
den. Waar zal natuurlijker wijze de achtir.
van den landverdediger hooger staan, wam
zal deze met meer beleefdheid, met me<
welwillendheid behandeld worden
De Belgische klerikalen trachten onze
soldaten te paaien met hen, na het eindigen
van hunnen diensttijd, een staatsambt 1
beloven. Van bekwaamheid tot het vervu'
len van die ambten gewagen ze niet en zoo
komt het dat veel oudsoldaten in hunn
verwachting te leurgesteld blijven.
Men heeft wel te beweren dat iedereei
arm en rijk, moet deel nemen aan de loting
dat elk het recht heeft een plaatsvervangt
te zoeken en dat het artikel der Grondwet
Alle Belgen zijn gelijk voor de wet hie.
waarheid isdoch de Grondwet heeft no
het middel niet aangeduid om... rijk te wor
den.
Waarom verzetten de klerikalen zich zo
halsstarig tegen het invoeren van den per
soonlijken dienst
Om eenige jongelingen van schatrijk
familiën den last te sparen geweer en rai
sel op te nemen van schoenen poetsen e
de wacht op te trekken, daarvan zullen w
niet spreken, omdat ze dit karweitje genial
kei ijk door anderen zouden kunnen later,
doen en wij zullen hen niet verdenken da
het is omdat zij het beneden hunne waardij
heid zouden vinden nevens eenen arme
drommel in de rangen te staan.
Voor eenigen, zegden wij. En inderdaad
in het laatst verschenen stadsverslag treffe
wy aan dat in 190-1 in onze stad 288 milith
nen hebben deel genomen aan de loting e
dat het ministerie van oorlog in 4 plaatsvei
vangers heeft voorzien, dus dertien per du
zend (13 per 1000).
Zoolang het voorrecht der plaatsvervan
ging bestaat maakt elk, die kan, er gebrui
van. Met fierheid nochtans mogen wij aan
stippen, dat de liberale partij de gelykhei
voor het lot als hoofd punt in haar progran
ma heeft geschreven, aldus toonende d
rechtvaardigheid boven de voorrechten t
plaatsen.
Werklieden en burgers Wilt gij di
eene kleine minderheid niet langer de or
en gedurig mompelen en bulderen. D
eenigste verstaanbare woorden waren: Po<
dorie poddorie
Drij uren sloeg het op den kerktorer
Rees was Mononkel bezig door de gemeente
zaal heen en w«er aan 't wandelen op d
tweede verdieping van het sohoollokaa:
Nooit op hun uur Waar blijven zij dan E
den weer eens aan het venster uitgekeke
en op den vloer gestampt. De stommerik
ken De schepen kwam het eerste binner
Is dat eene manier van doen drij ure 1
lang voorbij. Waar zijnde overige leden
Ik heb nog een peerd beslagen dat moe;
te velde gaande anderen volgden mij op d
hielen.
Het was waarlijk iets merkwaardigs di
zen gemeenteraad rond de tafel te zien zi:
ten. Mononkel bekleedde het hoofd der taft
waar hij, teroorzake van zijnen buik, een
half uur van afzat, zijne aangenaaide sjer
rond de lenden, den drijtoot in den nek e
eene pijp inden mond. De smid zat aan he
andere einde, zijn voorvel ruischend op boe
zem en knieën, een blauwe muts op
hoofd die pijlrecht met haren witten k„.,
pel omhoog stak. Het gelaat van den smi
was bijna zoo zwart als dat van eene
schouwvager, en deed de witte oogappel zo
verschrikkelijk uitschijnen.
Wordt voortgezet
he
kiez
-