V Prijs S oenfiemen hc*t nunwver 1 weode Jaargang. IVijiïuimm' Zondag f 7 Fohruari 1007 Liever op sl raat dan ter school. in <!en ban. mm a? l te~# 9 te a £-4 A' onnementspri's 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar Men abornec rt zich op alle postfcantooren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, Aalst. In een der laatste besprekingen waarmee de Kamer van Volksvertegen woordigers zich dezer dagen heeft" be- Z1ë gehouden wegens de koolmijnen- wet, zijn er belangvolle redevoeringen uitgesproken en namentlijk bij de be handeling van eene verandering voor gesteld door den heer Helleputte kle rikaal aan den tekst der wet zóoals deze door het goe ernement werd voorgesteld. ju verandering of amendement van M. Helleputte, had etrek op 't werk der kinderen en ziehi r wat h j vo >r- stelde in de vette schrijven v Fe rekenen van hetii. 'de jaar volgende op de afkondiging van d< ze wet, mogen de i rouwen, en de knapen Lnedenden ouder dom van 14 jaar evenmin, worden gebezigd voorde werkzaamheden btneden in de mijn. Dat voorstel heeft de bespreking teweeggebracht die w,j heel belangrijk winden, want 2 e bewijst ons ten volle dat de klerikalen liever de kinderen op de straat zien loopen dan ze naar de school te zenden al de lofzangen der klerikalen dat ze 't onderwijs geneden zijn, dat ze zoo goed als iemand de jeugd willen onderwijzen en eene geestesopvoeding willen verschaffen zijn praatjes, want wanneer het er op aan komt dat ze door een bewijs hunne gezegden zouden kunnen staven, zien we dat ze er zich aan onttrekken'. Ziehier eenige uittreksels dier ont stane bespreking ;ze bewijzen klaar en ontegensprekelijk dat de klerikalen liever het kind van werkman in 't wild zien opgroeien dan dat het eene goede geleerdheid zou verwerven. l>e heer Francotte, minister van nijverheid en arbeid. - Wat betreft de kin deren beneden de 14 jaar, het is hoogst wen- schelijk dat hun werk geen acht uren per dag overschrijfd het schijnt mij echter ge vaarlijk allen arbeid te verbieden aan de kinderen beneden de 14 jaar. De heer Fléchet (liberaal). Dat ze naar school gaan De heer b raneotte. Doe ze naar school gaan, zegt de heer Fléchet. (Onder- bi ekingen links.) Maar aangezien heden geen leerplicht bestaat zullen de kinderen van 12 tot 14 jaar een stiel gaan leeren in de andere nijverheidsondernemingen. De heer Caluwaert (socialist). Maakt toch eene algemeene wet De heer Verliaegen (klerikaal). De heer Minister wil vermijden dat de kin deren landloopers worden doch dat kunt, gij niet verhelpen, zoo het kind slechts den hal ven tijd mag werken. Derhalve dring ik aan opdat de kinderen beneden 14 jaar niet beneden in de mijn zouden mogen werken. Ik beken weinig overtuigd te zijn door sommige verklaringen van de nijverheids- hoofden, waaruit blijkt dat de kinderen zich voor hun toekomstig bedrijf niet goed zou den kunnen voorbereiden, indien zij niet vóór 14 jaar worden toegelaten. Op dit ge zegde wordt afdoende geantwoord door "de ondervinding in den vreemde. Vóór dien leef tijd behoeven zij gansch andere zaken dan het verkeer met de volwassenen en het zeer afmattend werk binnen in de mijn. De heer Carton ileWlart (kleri kaal). Men wil het werk van kinderen bene den de 14 jaar binnen in de mijnen verbie den. Dit verbod acht de heer minister practisch gevaarlijk, doch theoretisch, denk ik, zijn wij het eens. De heer minister meent dat de kinderen beneden 12 tot 14 jaar, die niet de school bezoeken en niet in de mijn mogen werken, bij andere nijverheidstakken in de leer zullen gaan. De heer Ilymang (liberaal). Voer dan het verplicht school >-aan in De heer Carton de Wiart. In elk opzicht acht ik het wenschelijk den tekst van den heer Helleputte aan te nemen. Reeds in 1843 schreef Ducpétiaux in zijn werk over de mijnen, dat in de provincie Luik, de kinderen van 12 tot 14 jaar, 't vijf de deel der mijnwerkers "uitmaakten en vroeg reeds de hervorming die men thans voorstelt. Onze formuul is genoeg gerijpt en bestu deerd men hoeft er slechts een wetsvorm aan te geven. Mgr von Ivetteler bisschop van Mainz, die te midden eener mijnstreek woonde, zegde dat hij zijn zegen gaf voor elk woord ten voordeele van het werkmans kind. Wij kunnen niets beters doen dan een uitmuntenden maatregel ten voordeele der kinderen nemen De heea* llymaiis. Uit ganscher h; rte'zal ik stemmen voor het amendement van den heer Helleputte, en van deze zijde der Kamer zulbn wij het eens zijn 0111 te b; leften dat d kinderen vóór den tijd wor dt 11 uitgeput doer den arbeid in de mijnen. Warneer ik zoo spreek, handel ik logisch r. eds .verleden jaar zeid- ik dat men een hoogeren leeftijd bepalen moest voor bet toelaten van de kinderen in de werkhuizen doch deze hervorming zal slechts al hare vruchten afwerpen wanneer zij gepaard gaat met 't verplicht onderwijs. Zeer wel Zeer wel 1 links.) Kooit, bevonden wij eene zoo uitdrukkelij ke bekentenis van de noodzakelijkheid dier hervorming als in deze zitting, waarin ach tereenvolgens de heeren Hellepute en Fran- cotte de vraag opperden wat het kind zal doen gedurende den tijd dat het niet werkt Het kind zal landloopen, wordt er gezegd. Zendt het naar school waar het een man zal worden, zal opgroeien tot een werkman be kwaam om zijnen kost te winnen 1 Wij zullen dus de bekentenis van de rech terzijde boeken, en van heden af begroeten wij den dag waarop leerplicht zal gestemd worden {lie, haalde goedkeuring ZEDELES. De liberalen willen de kinderen uit de mijnen en uit de werkhuizen en ze willen ze ter school. De klerikalen willen de kinderen uit de fabriek en op de straat. Wat is de socialistische broederlijk heid schoon Na zijne dagtaak te Gent te hebben volbracht, kwam Boudewyn 16 jaren lang naar Hand aan Hand te Aalst om er de boekhouding in orde te bren gen en vertrok slechts te middernacht. Gedui ende die 16 jaren kende hij geen anderen weg dan dien van de statie naar het lokaal en vah het lokaal naar de statie en voor dat werk heeft hij nooit een cent gehad. Hoe is hij hier voor zijn werk be loond Dat zullen we misschien wel eens vertellen. De broederlijkheid van Gent wordt hier ook door sommige van die mannen gehuldigd. Dat toch heeft Boudewyn hun bij zijn laatste bezoek duidelijk gemaakt. Prijs der Annoncem j £ewone 15 centiemen Reklamen 75 centiemen Per drukregel Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank Zoouel te (sent als te Antwerpen liggen de socialisten overhoop en sprei den hunne broederlijke gevoelens op zonderlinge wijze ten toon. 1 e Gent, wilden de socialisten, die 14 vertegenwoordigers hebben in den Gemeenteraad een schepenzetel be- kleeden, ze wilden dat de hoogmoed van een hunner bazen zou bevredigd worden. Daar hun aanleg mislukte verwier pen zij tezamen met de klerikalen het budjet van on oerwijs, de toelagen voor de schoolkoloniën ten voordeele der arme kinderen en den armentaks (een taks die eene eerste proef was van be lasting op het inkomen, die alleen be taald werd door de burgerij. Twee socialistische gemeenteraads leden De Bruyn en Boudewyn stem den met de liberalen. Hevige discus- sien hadden plaats, de socialist Lam- pens riep uit in eene zitting wij wil len met daton^e eisch(eenschepen^etel) opgeofferd worde aan de gewondheid van eenige honderden kinderen. Boudewijn en De Bruyn werden als verraders behandeld, uitgescholden en ten slotte uit de partij gebannen op eene echt zonderlinge wijze. Boudewyn was meer dan 20 jaren werkzaam in Vooruiteen dergenen die het oprecht meenden (en oprecht heid verdient hulde tot welke partij iemand ook behoore) en die bij 't aan thoofd staan van Vooruit geene schat ten had vergaard. Nog een vijftal jaren en hij zou recht hebben op pensioen. Hij is echter buiten gezet, verliest ai zijne rechten en, nu hij oud wordt, is hij verplicht met gazetten te leuren om het karig brood voor vrouw en kind te verdienen. C«root-l\To<1orlan<b Sedert weinige dagen zijn we heel wat vooruitgegaan De aanstelling eener cora- itijssie, in haairmidden gekende personnalj- teiten van beide landen bevallende, mag aanzien wordèn als een eerste stap ter vei* w i.jzen lij king van 't verbond. Naar alle waarschijnlijkheid zulleif 'de belangen der Vlamingen, ten opzichte hunner taal, hiel worden onder de voeten getreden, en de goede inzichten waarmede vele leden zijn bezield, laten verhopen dat we bij onze Noorder stambroeders de noodige steun zui len vinden om de algeheele taaigelijkheid in België als eerste voorwaarde te doen aanne men. Dan zal eindelijk de eendracht van den Nederdietschen stam worden hersteld, niet op het terrein van valsche of kunstmatige verbindingen ingegeven door de macht of de fantazie van diplomatische berekeningen, maar op de breede, kloeke vesten van ons volksgevoel, van onze nationale belangen en geschiedkundige overleveringen. Dan zal de gedachtenstroom welke gedurende vjjftig' jaren Holland en België in een zelfde verlan gen, onafgebroken en onweerstaanbaar mee voert, het doel bereikt hebben dat zóo vurig wordt verlangd. En indien we in het verleden terugblikken, staan we verstomd, als van verwondering geslagen, hoe twee landen, met eene be vol king van schier gelijken oorsprong, slechts nu werkelijk tot een bepaald bijna algemeen gewenscht verbond zijn uitgeloopen. Welke hardnekkige worstelingen, welke droeve beproevingen alvorens deze laattij dige, maar noodige verzoening! Maar niets is bitsiger en bloeddorstiger dan broederlijke vijandschap, alhoewel echter in alles het wijs beleid en de gezonde rede het laatste woord hebben. De Noorder-provinciën der Nederlanden hebben in de Middeleeuwen een duistere rol: verstrooid en algeheel opgeslorpt, zou men zeggen, door zijn heldhaftige strijd tegen de Nóordzée, verovert de bevolking, met taaien moed en bewonderenswaardig gedul I, de aarde welke het later moet verheerlijken. Meer bevoordeeligd door de natuur, gesteund door vrije instellingen en uitgestrekte rijk dommen van den ondergrond komen de Zuiderprovinciën vroegtijdig tot eene schit terende welvaart. Vroeg of laat moesten deze bestanddeelen zich verbindenhet noodlot echter wilde, voor Noord zoowel als voor Zuid, dat die verbinding plaats greep onder een vreemd vorstenhuis, onbekwaam zich onze taal, onze gewoonten en onze gedachten te vereenzelvigen. De loomheid der opvol gers van Filips de Goede liep uit op het fana- tism van Filips II, koning van Spanje de gevreesde scheiding werd voltrokken, de stamgordel brak door en de vereenigde Noord-provinciën alleen veroverden en be hielden hunne onafhankelijkheid. Was zulks wel de fout onzer voorvaderen De opstand begon in het zuiden en had er krachtige aanhangers gevonden heerlijke slachtoffers; gansche steden rukken op en sterven voor hare verdedigingmaar, ter wijl onze provinciën rijk en open zich als eene weerlóoze'prooi aanboden, vonden Hol land en Zeeland in den Oceaan, welke ze hadden beteugeld, een onovermeesterbare bondgenoot. De Unie van Brussel mislukte, deze van 11 recht overleefde en werd de roemrijke bakermat der bataafsche vrijheid. Toen begon tusschen het onafhankelijke Noorden en het onderworpene Zuiden, tns schen twee volkeren zoovele eeuwen ver een igd en zóo noodig' het eene aan het andere, die onvermijdelijke tegenwerking, voortge dreven door baatzucht, godsdienstwoede en allerlei dwaze opvattingen, welke gedu rende drie eeuwen, onophoudend, de moor dende kiemen zaaide van haat, wrok en te genstand. Elke aanraking werd eene wonde, e ke poging tot overeenkomst eene nieuwe oorzaak van twisten boosaardigheid. In dien toestand vond het Congres van Wee-nen. Hollanden België. Met eene ver waande onwetendheid welke zoovele van zijne besluiten kenschetst, voltrok het, zon der meer, de vereeniging, de zuivere en een voudige versmelting van beide landen. Voor zeker was het politiek gedacht, met betrek king op de Europeesche toestanden van t allergrootste belang, maar het kon niet dadelijk de onontbeerlijke bestanddeelen vin den tob zijne rechtmatige verwezenlijkum En nochtans, zóo diep was rmt-instinkt vaïi gemeenschappo!ijken rassenaard, zóo leven dig net gevoel van wederzijdsche eendracht dat niettegenstaande de eeuwenoude verdee- lingeiï, m weerwil van de hardnekkigste worstelingen, de gedachte van eene nieuwe scheiding uitèrst langzaam ontstond en zich bij geen enkele geest spontaan voordeed. Om (leze te voltooien waren er ontzettende kren- fingen en buitengewone omstandigheden noodig. Zeker was Willem I geen onbekwame vorst; hij bezat, in hoogere graad, menige hoedanigheid van een doorslepen staatsman, en, zoo zijné taak, welke hij met voorliefde en oprecht gevoel had opgenomen, schip breuk leed, was 't wel eigenlijk omdat het t ongres van Weenen hem het voorbeeld om geven had in 't verwaarloozen der eenvou digste geschiedeniswetten, omdat de wind van reactie, onder dezes invloed over Europa losgebroken, de meest-natuurlijke toestan den vervalschte, de meest heldere geesten trachtte.te verduisteren. De omwenteling van 1830 was dus de vrucht eener politieke fout waar zich eerst later de pijnlijke gevolgen hebben doen van o-PVoe- België en Holland konden nog in hunne eigen holte draaien en een zelfde stelsel uit maken ze konden echter niet meer worden aaneengedrukt en versmolten om een zelfde volk te vormen. De scheiding werd voltrok ken, met zonder de oude wonden te herope nen. niet zonder er nieuwe te slagen en 't was slechts aan dien prijs dat het mogelijk was tot de wegen van rede, waarheid en op zond verstand terug te komen. Lang hadden beide volkeren er in gemoede de bewustheid van maar de tijd heeft deoogen opnieuw in de heldere klaarte van het ware licht gebracht en terzelvertijd de wonden van vroeger ge heeld. En nu staan w'eropnieuw voor! en. met rouw in 't harte over al dat, pijnlijke ran ver leden eeuwen, vragen we ons af.... wat zal er nogmaals van gewórden Zullen we bij machte zijn het kwaad te herstellen welke we nooit hadden moeten bedrijven P W el nu, ja, en 't zal omdat we willen t Zal omdat we voelen, als beide deelen van een kloppend hart, dat afgezonderd we tot sterven gedoemd zijn 't zal omdat we voelen, uit al de kracht van ons diepste we zen, dat vereenigd we iets kunnen zijn en hierom slechts hoeven iets te willen worden Groot is dan ook de verantwoordelijkheid van hen die in genoemde commissie de be langen van beide landen zullen in handen nemen. Wat ons betreft we durven verhopen dat de vertegenwoordigers van het Vlaam- sche volk hunne zending als heilig zullen weten te aanschouwen. Dirk Martens misbruik der werkstakingen strekt tot schade van degenen die dat misbruik plegen, juist gelijk alle andere misbrui ken. Wei 'k stakingen. De beste dingen worden slecht door m's':'ru^ dat men er van maakt. Misbruik van voedsel, misbruik van drank, misbruik van macht, misbruik van vrijheid enz. Zoo ook met de werkstakingen het Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat voedsel, drank, macht, vrijheid enz. moeten afgeschaft worden omdat er personen zijn die er misbruik van ma ken, immers de afschaffing ware de ondergang van allen, waar het mis bruik slechts dezen in 't verderf stort die moedwillig hun eigen best niet wil len weten. De liberalen hebben aan de arbeiders het recht derwerkstaking toegekend, en er |<an l?een kwestie zijn hen dat 1 echt a! te nemen of zelfs tc betwisten maar we mogen hen wel waarschuwen er geen misbruik van te maken ten einde het ding niet te bederven en het nadeelig te maken voor het wel- zijn van hen zeiven. mijn oudste zestien jaren gewor den was liet ik hem toe 's zondags eene cigaar te rooken, maar hij rookte er twee, kreeg een gezicht als koekebak en was twee uren lang onpasselijk genoeg om de wereld te verlaten, l e veel eten, te veel drinken, te veel rooken, te veel werken en teveel werk staken zijn schadelijke, afkeurenswaar dige dingen, die de misbruikersnaar den dieperik helpentot voordeel an eenige inrichters. Want uit elk mis bruik zijn er toch enkelen die er voor deel en baat bij vinden en dat is ook t geval met de werkstakingen. Er zijn mannen, die tot de werksta king aanhitsen, omdat zij er baat bij hebben, omdat ze er het middel in vin den hun ponksken te vermeerderen het werkvolk aan hunnen leiband té kujgen en hunnen hoogmoed te vol doen. Helaas Mundis vult decipi. de we reld wil bedrogen zijn, zegt het spreek woord en er zijn menschen die kort zichtig en meer nog onwetend genoeg zijn om zich door de baatzuchtige uit baters der werkstakingen bij den neus te laten leiden en die zich ontberingen en ellende getroosten, niet zelden hun huisgezin in armoede dompelen voor t pleizier en 't profijt der uitbaters. l-i zijn werkstakingen die eene ze kere populariteit hebben, door het doel dat men er door nastreeft, of door de 1 eden welke er aanleiding toe gegeven hebben, en dan kunnen de werksta kers op milde ondersteuningen reke nen. Dat hebben we reeds gezien als het gold een recht teroveren, dat' den werkman tot waardigen burger moest verheffen dat hebben nog gezien in gevallen waarin het gegronde eischen gold. Maar dat de werklieden geen mis bruik maken van hun recht tot sta king het is een wapen dat ze alras bot zouden krijgen door het nutteloos te gebruiken. De statistieken toonen aan dat acht op tien werkstakingen uitvallen ten nadeele van de werklieden, en dat alleen zou voldoende moeten we zen om hen te bewijzen, hoe dwaas het is onmiddelijk gehoor te geven aan de drogredenen en aanhitsingen van politiekers, waarvan de eerzucht werd teleur gesteld en wier doel het is zich te wreken op den rug van argelooze slachtoffers. Het mislukken van de meeste werk stakingen komt hieruit voor, dat ze be volen worden door leiders, die van het vak zelve niets kennen, dat ze uit breken veelal tegen den wil der groote meerderheid der belanghebbenden, die niet geraadpleegd werden en die sléchts den arbeid verlaten omdat ze niet anders kunnen, of omdat ze toegeven voor de bedreigingen van eenige "heet hoofden. Daarom zeggen wij Werklieden, gij hebt het volle recht in werkstaking te gaan, maar doet het niet roekeloos. '"j 11 'N8B35 Ï^SA* ^sl|: f I

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1907 | | pagina 1