al
ii
éc
ifATSSCH WEEKBLA
Werklieden.
Ons Mengelwerk.
i
m
5 ecnüemen het nummer
Tweede Jaargang. IVummer 26
bondag 50 Juni 1907
Een Schutsgeest
Ons Demokratisch
De Wijnboeren.
De Oude Werklieden.
De Werkstakingen.
Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaaibaar
Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten
voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, Aalst.
Prijs der Annoncen: j S?one '5 centiemen
Reklamen 75 centiemen j P drukregel,
Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst.
Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank
Anlst, 29 Junï ÏOOT.
Door tegenspoed en crisis kunt Gi
zonder werk vallen.
Eiken dag kan het noodlot u treffen
en kunt gij ziek worden
Oud en krachteloos geworden, kan
allen steun u ontberen.
Onverpoosd moet gij op eerlijke en
wettige manier streven naar lotsver
betering.
Daarom
Sluit u aan bij de liberale kringen
die het We^keloozenfonds hebben in
gerichte
Sluit u aan bij de liberale Zieken
fondsen die de beste zijn ingericht en
erkend zijn door den Staat.
Sluit u aan bij onze Pensioenbonden
waardoor gij het voordeeligst een Pen
sioentje kunt bekomen voor uwen
ouden dag.
Wordt lid van de liberale Werklie-
denvereenigingen, bij welke gij def
tige uitspanning zult vinden en krach
tiger) steun in uw rechtvaardig be
trachten naar lotsverbetering.
door-
Dokter MAUDITS 8AUBE.
Wat moet men aan het volk
te lezen geven
Zaterdag, 6 Juli aanstaande, zal
DE VOLKSGAZET een Mengelwerk
afkondigen van een onzer beste schrij
vers, den heer Dr M AU RITS SABBE,
leeraar aan het Koninklijk Atheneum
te Mechelen.
Maurits Sabbe zoon van den ge-
vierden dichter en redenaar Julius is
de Vlaamsche verteller bij uitmuntend
heid hij maakt ons bekend met Vlaam
sche menschen en Vlaamsche toestan
den hij schildert ons de Vlaamsche
natuur hij wandelt met ons door de
straten van Vlaamsche steden en leidt
ons binnen in Vlaamsche huisjes.
Daarom is zijn boek ons zóo gezellig
we kennen al zijn helden die zijn ons
niet vreemd.
Eenigen onder ons kennen zijn Mei
van Vroomheid», zijn «Minnewater»
zijn «Filosoof van 't Sashuis, We
zeggen eenigen dat is niet voldoende
er moest staan velen. Maar hier
struikelen we weer op het blok ons
Volk leest niet
Niet alleen de werkende klasse leest
niet, maar zelfs niet de burger noch
de rijke klasse. Ja welCenteboekjes,
waarin de onmogelijkste, de onge-
rijmdste verhalen opeengestapeld lig
gen waarin moorden en oplichtingen
bij de vleet voorkomen waarin dieften
en vergiftigingen op iedere bladzij
uitgelegd worden waarin de meest
romantische liefdesavonturen het hoofd
van onze jonge meisjes op hol brengen.
Niets van de ontleding van een karak
ter, van een ziel niets van natuurlijk
heid en waarheid niets van het edele
of het mooie niets van taal noch
klankgevoel.
Onze meeste menschen kennen niets
dan titels van werken (feuilleton-ro
mans of éencentboekrommannetjes),
die den meer ontwikkelde doen walgen
of hem een lach van verkropte spijt
op de lippen jagen.
Wij vinden dat het hoog tijd wordt
dat ons Volk (ik meen hier de kollek-
tieve massa) leert lezen werken van
echte kunstenaars, dat het moet dege
lijke lektuur in handen krijgen.
We hoeven ons niet alleen te be
kommeren om den stoffelijken vooruit
gang van onze medemenschen we
hebben ook te werken voor hun mo-
reelen en geestelijken toestand Wij
eischen voedsel voor het lichaam, maar
ook voedsel voor den geest en het hart.
De liberaal-demokraten voeren dat
in hun schild. Daarom breken we met
allen slenter af.
De Vlaming moet niet alleen kunnen
berekenen het loon, dat hij kan ver
dienen, noch de winst, die hij kan
opstrijken hij moet ook de kunste
naars leeren kennen, geboren en opge
groeid in zijn omgeving.
Tot nog toe is daar niet voor ge
zorgd
De bekentenis is hard, maar de
waarheid moet gezeid worden In
onze streek wordt het minst gelezen
van alle beschaafde landen onze
kunstenaars zijn verplicht op vreem
den bodem te gaan werken, omdat
w ij allen te veel aan het stoffelijke den
ken, louter aan lichaamsgenot
We hopen dan ook dat onze poging
zal ondersteund worden door al diege
nen, welke het goed meenen met het
Vlaamsche Volk en de Vlaamsche
kunst.
Vlamingen, koopt De Volksgazet
op ZATERDAG, 6 JULI aanstaande.
Pi 'ogramnia.
Strijd om meer kapitaal
en
Strijd om meer I0011.
Alle egoïsme moet weg aan den
kant van den patroon, maar dit moet
ook zoo zijn aan den kant van den
werkman.
Dat is het echte middel tot voorspoed
van beiden, en tot welvaart van de
geheele maatschappij.
Egoïsme of zelfzucht is die geestes
richting, die op het oog heeft de vol
doening van zijn eigen zelf, van zijn
eigen ik, waardoor men alle middelen
eerlijk en oneerlijke in het werk
stelt, wanneer die middelen kunnen
bijdragen tot het bereiken van 't doel
het grootste bezit, het hoogst genieten,
om 't even in welken zin men dat ge
nieten ook opvatte.
Juist dat streven naar meer en
meer bezit, met uitsluiting van alle
andere strekking, veroordeelen wij.
Niet dat we vijand zijn van initiatief,
noch van de zucht om meer We zou
den te onrechtvaardigoordeelen, moes
ten we goedkeuren bij de een en, het
geen we afkeuren bij de anderen.
Initiatief, de zucht naar hooger en
meer moet er bestaan dat geeft bewijs
van wilskracht, dus ook van werk-
cracht, en dat is prijsbaar.
Maar die zucht naar hooger en meer
mag niet overslaan tot een beslisten
strijd tegen anderen, die ook diezelfde
zucht, datzelfde streven in hun schild
voeren
De patroon heeft voorzeker het recht
te werken en te zorgen om zijn zaken
op een solieden, stevigen voet te bren
gen hij heeft onbetwistbaar het recht
te zoeken om zijn fortuin, zijn kapitaal
te doen aangroeien.
Maar, de werkman aan zijn kant
heeft ook het recht te arbeiden voor
verbetering van zijn lot, tot bekomen
van meer loon, voor geringere verspil
ling van lichaamskrachten, tot behoud
van meer gezondheid, tot meer genie
ten.
Het schijnt dus dat door dien strijd,
dien verschillenden strijd, onvermijde
lijk een botsing moet ontstaan tusschen
patroon en werkman, tusschen werk
gever en werkvoerder want het komt
voor dat de belangen van den eenen
juist staan tegenover de belangen van
den anderen
De kapitalist moet natuurlijk zijn
fortuin, zijn eigendom zien verminde
ren bij grooter uitbetaling van loonen,
bij vermindering van werkuren.
Op het eerste zicht is dat oordeel
volkomen echt, maar bij nadere be
schouwing, en op zij gesteld alle be
krompen redeneering, komt men tot
de overtuiging dat zulk oordeel valsch
is.
Maar, dan behoeft de kapitalist, de
patroon, de fabriekant zijn uitbating,
zijn exploitatie, zijn nijverheid er zoo
danig op in te richten, dat zijn geldver
lies bij grooter uitgaven te gering
is om te vermelden, ja dat hij mis
schien meer winst zal hebben dan
vroeger.
Doch in volle rechtvaardigheid,
die ik altijd wil aan den dag leggen bij
de zoo ernstige bespreking van sociale
vraagstukken moet ik tot gedeelte
lijke verontschuldiging van den fabri
kant aanhalen, het klein aantal nijver
heidsscholen, vakscholen, waar men
een technische opvoeding voor de nij
verheid ontvangt, waar men dus de
gelijke arbeiders en njeestergasten
vormt,en daar waar ze wel bestaan,
moet ik wijzen op de zeer gebrekkige
inrichting ervan, niet van alle, dan
toch van vele.
Daaraan hebben Staat, Provincie
en Gemeente schuld.
Het ligt op den weg van die drie
korpsen om modelscholen op te rich
ten voor de nijverheid en den handel,
instituten waar men een stevige kennis
verwerft in het vak, dat men wil beoe
fenen.
l ot nog toe lijdt België gebrek aan
zoo'n gestichten. Dat is wraakroepend
Handel en nijverheid zijn hier in ons
land in vreemde handen voor het
grootste gedeelte Engelsche en Duit-
sche werklieden loopen hier met het
grootste loon weg, terwijl ze dan nog
niet allen, dat beken ik, maar grooten-
deels~.°P een echt Duitsch-Keizer-
lijke wijze Heer en Meester spelen
over ons arm, slaafsch werkvolk.
Voor helderzienden en klaardenken-
den is dat een natuurlijk gevolg van
den huidigen toestand van het nijver
heidsonderwijs in België.
Onze arbeiders zijn niet bekwaam
genoeg 't is wreed en hard om te zeg-
n maar ik kom voor de waarheid
uit en de waarheid zal ik nooit ver-
z wijgen.
Het is een FEIT, dat onze werklie
den beneden de Engelsche en de Duit-
sche staan, zoo wel in opzicht van de
uitmundheid van het werk als voor
het vlug opleveren. Maar, ik haast
mij er bij te voegen onze werkmen-
schen zelf hebben er geen schuld aan
de toestand zoo als hij thans is
is toe te schrijven aan de groote fout,
begaan door het gouvernement.
Een Vooruitstrevend Demokraat.
(Vervolg Zondag).
jaren namen aanvang. De prijzen daalden,
daalden en slechts voorde echt goede wijnen
werd er nog behoorlijk betaald, zelfs met het
doopen konden de voortbrengers er niet toe
geraken ordentlijk door de wereld te komen,
immers inden laatsten tijd betaalde men in
de wijnstreken nog slechts 9 a 10 franken
voor 100 liters gewonen wijn.
Nu zagen de wijnboeren in van waar het
kwaad vandaan kwam. En natuurlijk de
schuldige was... het republikeinsch soever-
nement.
Wat eischen de wijnboeren nu Strenge
wetten op de vervalsching, en hooge rechten
op het suiker. De beweging welke er ont
staan is, en welke tot ergerlijke daden heeft
aanleiding gegeven toont aan dat al die men
schen het eens zijn om verandering te eischen
aan den toestand. Waren ze allen zooeens-
nochtans kunnen slechts een gering
getal ouderlingen van de voordeelen
dier gestichten genieten, vermits het
getal aannemingen in die gestichten
beperkt is en op den buiten geschiedt
nog immer, op bedekte wijze, de schan-
ja de walgelijke verpachting van
oude of gebrekkelijke lieden aan de
minst biedenden.
Zeker is de toestand der werklieden
in 't algemeen verbeterd. Oude arbei
ders worden door sommige werkgevers
in dienst .gehouden, zelfs wanneer ze
hunne taak niet meer naar behooren
kunnen verrichten tusschen werkge-
i y couo- I ver en werkman was eene zekprp rrpnp.
öezinds geweest om het oneerlijk wijndoopen genheid ontstaan een o-evne'l va
niet te plegen zij en onze zieken en de ver- f i van weder
bruikersin 't algemeen hadden er best bij 1 dsche erkentelukheid dat- den 1aa+ct,
De wijn was duur en 't suiker goedkoop.
De wijnboeren van het zuiden van Frank
rijk, lieten niet na hunnen wijn tamelijk aan
te lengen met suikerwater en aldus dubbele
winsten op te stryken door die vervalsching.
Als we voor onze zieke vrouw of kinderen
eene flesch wijn kochten op raad van den
dokter en er twee fr. tot twee franken en
half en meer voor betaalden,, dan, kochten
we een deel wijn met een portie suikerwater
en dat suikerwater hadden we toch zoo goed
zelve kunnen bereiden als de wijnboeren
van het Zuiden.
Doch als het doopen maar voortging en de
;ewone wijn «00 ffauw werd als spuitwater
>egonnen de prijzen merkelijk te dalen en
die daling werd nog bespoedigd doordat slim
me gasten het middel vonden om wijn te fa-
briceeren voor welks samenstelling geen
enkelen druiventros werd gebruikt.
Nu waren de vette jaren der Fransche
wynboerkens voorbij, ze hadden zich zeiven
naar den bliksem gesuikerd en de magere
gevaren. Zoo gaat het in de wereld.
De kalmte keert terug. De Messias van het
Zuiden, Marcellin Albert, die zich aanstelt
als een poetsenmaker, preekt nu kalmte.
Maar het algemeen gevoelen is nog dat de
bewoners der wijn-departementen weigeren
moeten de belasting te betalen, vooraleer zij
voldoening hebben bekomen.
Strenge wetten op de vervalsching vragen
zij Dat is opperbest, men kan t^gen de ver-
valschers niet streng genoeg optreden, het
zIln de gevaarlijkste schelmen, daar ze niet
alleen de koopers bedriegen maar niet zelden
de gezondheid der verbruikers in gevaar
brengen.
De wijnboeren vragen rechten op het sui
ker, hooge rechten, en dat is heel wat an
ders.
Zoo de rechten op het suiker in 't voordeel
van de wijnboeren kunnen zijn, dan zijn ze
rechtstreeks in 't nadeel van de beetwortel
kweekers van Noordelijk Frankrijk, bij wel
ke zoovelen onzer lanubouwwerklieden een
ponkie verdienen met het werken in de bee-
ten, dan zijn ze rechtstreeks tegen de belan
gen der roüssa, want het suiker is een krach
tig en gezond voedsel, dat door het verhoo
gen der rechten meer buiten het bereik der
werklieden zal komen en waarvan wellicht
ook de kwaliteit zal verminderen.
Overigens als de wijnboeren van het Zui
den wegens dén misverkoop hunner produk-
ten zouden kunnen of mogen de belastingen
weigeren, dan zouden na hen de boeren van
het Noorden dezelfde reden hebben om be
taling van de cijns te weigeren uit hoofde
van de slechten aftrok der beeten
Het goede middel bestaat in het niet ver-
valschen en doopen van den wijn, inde stren
ge beteugeling der bedriegerijen betreffende
de samenstelling en de hoedanigheid der wij
nen Als er dan nog overproductie is, als dan
nog de opbrengst de moeite niet loont, dan
kan daaraan moeilijk op kunstmatige wijze
verholpen worden.
In onze streek ging de vlasteelt en de
koolzaadteelt langzamerhand bijna geheel
te niet. De Vlaamsche landbouwers hebben
geen oproer gemaakt, zij hebben het vlas
vervangen door andere meer loonende
vruchten.
In de opruiing der wijnboeren hebben de
Fransche klerikalen en de anarchisten een
ruim deel gehad de troebel-water-visschers
hebben het gemunt op het goevernement
van Clémenceau, die de noodige maatrege
len neemt om. de wette doen zegevieren en
tevens het mogelijkste doet om betreurens
waardige botsingen te vermijden.
Politieke mannen als de socialist Jaures,
randen het goevernement wel aan, maar
hebben weinig lust om de regeering op zich
te nemen, eer de opschudding bedaard zij.
Hij spreekt voorzichtigjes over het nationa-
liseeren der wijnbergen, maar doet geen
voorstel, zoomin als hij tot nu toe voor den
dag is gekomen met zijne voorstellen tot
collectivistische inrichting van den staat
voorstellen die hij 9 maanden geleden be
loofde te doen na een tijdsverloop van 6
maanden.
De economische beweging der wijnboeren
is zeer belangwekkend en verdient onze
aandacht.
Een der belangrijkste vraagpunten,
welke de toekomstige regeeringen zul
len op te lossen hebben, is dit van den
toestand der oude werklieden. De
mensch is geen slaaf meer hij heeft
recht op een deftig bestaan en iedereen
bekent dat er maatregelen dienen ge
nomen te worden om de laatste levens
dagen van den afgesloofden zwoeger
eenigzins te verzachten. Toevluchts
oorden voor oude mannen en vrouwen
zijn in alle steden tot stand gekomen
zijdsche erkentelijkheid, dat den laatste
vooral ten goede komt.
De wijziging in de nijverheid door
de stichting van naamlooze maatschap
pijen, waar de samentrekking van
ontzaglijke kapitalen de verdwijning
van den afzonderlijken nijveraar, die
voor eigen rekening werkt, ten gevolge
heeft de immer stijgende mededin
ging de zucht tot meer en meer geld
winnen heeft die gevoelens, waarvan
wij hooger gewaagden, vernietigd.
Inde naamlooze maatschappijen kent
de aandeelhouder de schepper zijner
rijkdommen niet daar aanziet men
den werkman niet als een medewerker,
maar als een levend machien, dat men
het recht heeft gevoelloos aan de deur
te zetten, wanneer zijne krachten on
voldoende zijn om de gevergde som
rijkdom voort te brengen.
Een versleten machien verkoopt men
voor oud ijzer en het brengt nog iets in
kas een afgetobde werker zweept
men de straat op en legt men ten laste
den openbare of private liefdadigheid,
die ontoereikend is om de ellende té
lenigen.
Die toestand moet ophouden. De
arbeider moet na gansch zijn leven
hard gewrocht te hebben, zijnen ouden
dag kommerloos kunnen slijten.
De Staat, Provincie en Gemeenten
schenken pensioenen aan hunne be
dienden en arbeiders en wettigen die
uitgaven omdat hunne onderhoorigen
medegeholpen hebben tot het beredde
ren van zaken van algemeen belang.
De werklieden, gebruikt in de nijver
heid, werken insgelijks mede tot den
algemeenen bloei en rijkdom des lands,
maar terzelvertijd werken zij ten voor-
deele van hunnen patroon. Deze is wel
door de wet verplicht wil hij zich
niet aan ondergang blootstellen
zijne werklieden tegen ongevallen te
verzekeren en waarom zou de wet hem
dan niet kunnen verplichten tusschen
te komen in het toekennen van een
behoorlijk pensioen aan zijn werklie
den.
In naamlooze maatschappijen zijn
niet zelden vreemde kapitalen betrok
ken de winsten gaan dikwijls naar
de vreemde patroons en toch meest
naar onbekende aandeelhouders.
Waarom zou men van die winsten
geen gering deeltje afnemen om de
toekomst der arme voortbrengers van
den overvloed in eeniger mate te ver
zekeren
Dat men van den arbeider insgelijks
eene geringe bijdrage eische, goed
doch werkgever en Staat moeten even
zeer hun deel leveren.
Dit zal volgens ons bescheiden oor
deel het stelsel der toekomst wezen.
Het syndikaat óf vereeniging is bij uit
muntendheid het wapen der arbeiders
maar zij moeten er zich met voorzichtig
heid en behendigheid van bedienen. Idet is
niet genoeg in werkstaking te gaan, men
moet eerst overleggen de overhaastige
beslissingen vermijden en de slechte raad
gevingen verwerpenwant indien de sta
king de bazen treft, zij treft dikwijls nog
wreeder de arbeiders.