HET ARROND/SSEMEiyr HA Prijs o ceiilicmen het nummer Tweede Jaargang, IVummer 51 Zondag 22 December 1907 B E R 1 c H T Het schoentje nijpt. Klerikale Moraal. Ik ben nochtans geen flamingant l)e B. ►go WO ulo Grand Concert suivi de Bal Weg mei de wet der vier eerloosheden. r 2«3\ Abonnementsprijs: 3 fr. vonr de stad en den buiten voorop Betaalbaar Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten voor de stad, ten kantore \an het blad, Groote Markt, 1, Aalst. Prijs der Annoncen: I ^eu]'one I Reklamei De nieuwe abonnenten voor 1908 zullen ons blad kosteloos tot Nieuwjaar ontvangen. Men schrijft in ten bureele van het blad «De Graaf van Egmont, Groote Markt, Aalst. De vrijzinnige Neringbond is ge sticht. Een dezer dagen zal het aan bevelingsboekje worden rondgedeeld aan de vrijzinnige Aalstenaars en wij hopen, dat allen het bij elke gelegen heid zullen raadplegen. We weten wel, dat niet alle vrij zinnige neringdoeners zich bij den Bond hebben kunnen of mogen aan sluiten, de leden van den Vrijzinnigen Neringbond van Aalst, zijn echter zoo min fanatiek op het terrein der brood winning, als op politiek terrein. Het bestuur van den Bond, kan van nu af verzekeren, dat zijne werking voor de tot nu toe gebroodroofde vrienden niet zonder invloed zal blij ven en dat het voor menigeen die in zijn handel of beroep te lijden had uit hoofde zijner politieke opinie, dien invloed zal doen gevoelen. We ondervinden 'ook reeds, wij, mannen van den Bond, dat ons optre den bij het democratisch publiek opgang heeft gemaakt en dat onze verdedigingskreet door velen, zoo niet door allen gehoord is geworden. Het schoentjen, dat de dompers ons, neringdoeners van Aalst, sedert jaren aanpassen, moeten zij thans op hunne beurt aantrekken, en dat het hen be gint te nijpen is onbetwistbaar, want ze zijn aan 't huilen als een juffer met eksteroogen op wier teenen een reus den voet zet. Wat kan het ons schelen Wij heb ben den strijd niet uitgelokt, maar het is nu eenmaal zoo, en we gaan onzen weg, onverstoorbaar, kalm, maar standvastig voort, één voor één de hinderpalen wegnemend, welke dien weg belemmeren en moeilijk maken. De broodroofschrijversvan Denderbode schuimbekken van woede nu ze zien, dat de Vrijzinnige Neringbond het ernstig meent en hunnen raad gaat volgen, en ze jammeren op erbarme- lijken toon IETS WAT voorzeker de welden kende Aalstenaars heel vreemd voor komen moet, is de slichting van een Neringbond met samenwerking der socialisten. We zouden leukweg kunnen ant woorden IETS WAT voorzeker de welden kende neringdoeners en bijzonderlijk de bakkers van Aalst, heel vreemd voorkomen moet is, dat ze verleden zondag moeten stemmen hebben voor den - profeet van den Zwarten bazar. Maarden uil is het nest niet waard en we zeggen eenvoudig In den vrij zinnigen Neringbond zijn we noch liberaal, noch socialist, noch christen demokraat, we zijn allen vrijzinnige neringdöeners, die hun broodgewin verdedigen tegen de klerikale brood- rooversj tegen den aanhang der gazet die schreef Jont geen duit aan tegenstrevers of smoelmakers. Denderbode spreekt van dieven, hij heeft slechts rond te kijken in zijne partij, politiekeroovers en vervalschers zijn er met de vleet, klerikale die ven zaten er aan de stadskas en andere kassen. De Vrijzinnige Neringbond, zal de schandalige streken der dompers niet navolgen, doch hij zal zorgen dat de vrijzinnigen niet uitgehongerd worden om politieke reden gelijk het tot nu toe is gebeurd. De klerikalen mogen er op rekenen, ze werpen ons karreel- steenen naar den kop, we zullen hen geene boterkoeken toegooien, maar hunnen aanval beantwoorden met rotsblokken. De Vrijzinnige Neringbond. kent geene dieven dan degenen, diede onaf- hankelijken jaren hebben geboycotteerc en verstooten, dan degenen, die ben- ken dat ze Gode aangenaam zijn als ze een anti-domper met vrouw en kinde ren op straat kunnen zetten. Aalstenaars Als het boekje uitkomt van den Vrij zinnigen Neringbond, ziet het na, be waart het, geeft goeden raad aan uwe vrienden en we vragen niet dal fanatiek zoudt zijn —"denkt aan de neringdoeners, d;-e zoolang door de kle rikale muider-meerderheid van Aalst werden vervolgd en van alle voordee- len verstoken. We willen niemands brood ontne men, al zouden we 't recht hebben weerwraak te nemen, we weten im mers dat de klerikale neringdoeners nog altijd klanten genoeg zullen heb ben, meer dan wij, Denderbode heeft het gezegd en inderdaad zij hebben vooruit de stad, het arm- bureel, de hospicien, de pastoors, de nonnen, de paters (clie er zijn en die er nog gaan komen,) het hospitaal en de 293 kiezers-bazen die verleden Zon dag voor M. De Naeyer hebben ge stemd. Behalve dien vooruit hebben ze nog de rijke katholieke familien, die zich hebben laten vasthaken aan de flan kaarts van de Denderbode. Er zijn katholieke neringdoeners, die de dweepers van den Denderbode verwenschen en vervloeken, katholieke neringdoeners die slechts nu zien wat het beduiden wil eene tegenkanting te ontmoeten, gelijk wij er sedert jaren verduldig hebben verdragen. Is dat onze schuld Is dat de schuld der vrijzinnige neringdoeners Ze zijn tien waar wij een zijn. Ze konden het slecht bestuur doen afzien van zijne boycotteering, ze hebben ons laten vertrappelen en verpletteren zonder een woord van protestatie, integendeel zij hebben het broodroo- versbestuur tegen ons ondersteund. Waarover klagen ze nu Zij hebben nog altijd toevluchten genoeg. De stad en de verschillende besturen zijn rijk genoeg om hen allen vette laten leven Het stond geschreven in bijna aide nummers van de Volksstem, en Den derbode zegt het in zijn nummer van 27 October 1.1. Wij herhalen het nogmaals Wij kunnen onze catliolie- ke vrienden niet genoeg- aan zetten 0111 al kunne kenooclig-tl- lietlen in onze stad aan te koo* l»en en dit by gekende vrienden en ï»y geen smoelmakers Aan onze eatholieke vrienden op den huiten verzoeken vv\j ook. dat wanneer zfj aanknopen te doen hekken in onze stad. zich tot gekende partijgangers te wenden. Medeburgers, demokraten van alle gezindheden vergeet de Vrij zinnige Neringdoeners niet. Een Vrijzinnige Neringbonder. Toevallig wierp ik een oogslag op de vierde bladzijde van een klerikaal propa- gandablaadje Licht en Liefde, bij duizenden in Vlaanderen verspreid en daar las ik Waarom als ik niets te vreezen heb in een ander leven, en voor niets of nie- mand vervaard moet zijn, waarom zal ik dan niet stelen, niet moorden als ik er eenig belang kan uit trekken Waarom zal ik mij dan niet overgeven aan de grootste losbandigheid Waarom dan nog- mijne booze hartstochten bedwingen Ziedaar de klerikale moraal in al hare schoonheid en naaktheid. De menschen die niet aan den God g-eloo- ven en niet bevreesd moeten zijn van poli tie of gendarmen, zouden ongelijk hebben niet te stelen, te moorden enz. als ze er belang bij hebben. Bravo, bravo En zij' die er wel aan gelooven, moeten niet nalaten hunne vuige driften bot te vie len weduwen te verdrukken, weezen te nestelen, want met een weinig moeite wordt alles vergeven de kwestie is niet in de handen te vallen van de gendarmen. De klerikale moraal steunt sleehts op de vrees voor de gendarmerie. Aan de harenmutsen ontsnappen de kle- nkaie bedriegers, dieven, en losbandigaards kftma K kei ijk, daar zorgen de zedemeesters voor, die hunne stemmen noodig hebben. En aan den wreekenden God der eeuwig heid die voor de klerikalen slechts de opper- geiidarm is van het ander leven, kan men even gemakkelijk ontsnappen, met een beetje geld. 0, dié schoone moraal Een arme dompelaar, van kindsbeen af gekluisterd aan slecht gezelschap, niets ge nietende van het schoone en edele der menschhonl, maar die poogt door eio-en kracht iets te worden, die uit innigen aan drang-streeft naar het goede: die onder die taak bezwijkt en ellendig sterft, alleen en verlaten langsheen de straat. Naar de hel, moet hij, naar de eeuwige verdoemenis. Een rijke die geheel zijn leven niets heeft gedaan dan gestolen, geslempt, menschen in het ongeluk gestort, wiens leven eene aaneenschakeling was van losbandigheden en schurkerijen, wordt door den dood ge- ti often. Maar aan zijn sterf lied stonden rijk uitgedoste priesters, achter zijn lijk droeg men gouden kruisen en glinsterende vanen, de erfgenamen betaalden eene aanzienlijke som en nu troont die schurk in het ander leven op eene der schitterendste plaatsen. Ja de klerikale moraal, is-iets schoons en prachtigs. ."'T B moraal die wij hen zien in prak tijk brengen te Aalstaan de gendarmen ontsnappen zoowel in het ander als in dit even, ziedaar de grondslag hunner zede eer De zedeleer die we overal zien volgen door alle slag van dompers en zelfs onder pastoors. Moet het ons dan verwonderen dat er in ons arrondissement zooveel wordt gestolen dat we hier zooveel hooren van baldadi- gaan 1 swu 1 pschaardssmeerpoetsers, dieven en brandstichters, De klerikalen schuwen het kwaad niet uit alkeer van het kwaad, maar alleen uit vrees. De vrees is hunne eeriige drijfveer. Wij zeggen, doe het goede omdat het goed is en alleen daarom. Wie eerlijk is uit vrees, Matig uit ziekelijkheid, Eerbaar uit onmacht, is noch eerljjk, noch matig, noch zedelijk. Alleen hij die zich uit overtuiging aan het goede hecht is waarlijk deugdzaam. De anderen zijn veinsaards. 15 centiemen rv. -1 e L,men 75 centiemen I*r drukregel-, Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst Vonnissen op de derde Hadzijd*, 2 frank J'j J0?®': heef in kwestie is wel van ge dacht, denk ik, dat men het volk moet onderwijzen, zijnen geest ontwikkelen, het veredelen en dit is juist het doel van het WiItems-fonds. Maar hoe zou men dit doel bereiken, in onze vlaamsche gewesten, dan door de taal van het volk, 't is te zeggen door het vlaamschWant wie moet er het volk onderwijzen en op de hoogte stellen zijner rechten en plichten, zijn het niet de hoogere klassen P Het. zijn degrooten, de geleerden, uie naar de kleinen, naar de ongeletterden moeten afdalen om dezen te verheffen. En hoe wilt gij nu dat de geleerden, de hoogere standen, het volk onderwijzen als ze verplicht zijn eene taal te spreken die hun ne toehoorders niet verstaan Is het niet jammer dat mannen zooals Feron, Lorand enz., die wij hier gehoord hebben, hunne redevoering- aldus moeten beginnen: .Je regret te, Messieurs, de ne pas comiaitre votre belle langue en dan genoodzaakt zijn zeer schoone en leerzame dingen te zeg gen voor eene proppensvolle zaal, die maar door een handsvol menschen begrepen worden y Ilewel I dat is 't geen het Willems-fonds en de llamingariten willen voorkomen, daarom is het dat zij werken tot de versprei ding onzer taal, niet alleen in de lagere klassen maar ook in de hoogere, niet alleen lijk voor het vermaak om franschgezinden te embeteeren, maar om te werken tot ont- slaving onzer vlaamsche medeburgers En nu, vriend, die nog geen flamingant waart nu zult gij het misschien worden, al ware het maar om genoegen te doen aan uwen vriend De Willems-fondser Vrijzinnige Wijkclub 't Zonneken. Zondag 22 December aanstaande, Algemeene vergadering voor al de leden der wijkclub, om 6 uren 's avonds, bij den heer Jaak De Braekeleer, Zoutstraat- poort. Nieuwe leden worden aanvaard. Het Bestuur. Ondersteuningsfonds tegen «le Werkeloosheid. Bestuurzitting op Zondag 22 December 1907 ten 10 uren stipt voormiddag, in den Graaf van Egmont. en toch liet ik my inschrijven in het 11 illenis-fonds, zegde my eenige dagen ge leden, een jeugdige overtuigde liberaal. Die jonge heer heeft een zeer goed liberaal en vlaamsch werk verricht en ik wensch er hem hartelijk geluk over, hopende dat zyn voorbeeld zal gevolgd worden maar is hij wel zeker geen flamingant te zyn Ik geloof het nietEen vlaamschspre- kend liberaal, die het goed meent, met het volk. is onvermijdelijk vlaamschgezind hij is natuurlijk niet overdreven in zijne vlaam sche denkwijze tot het punt, bijvoorbeeld geen woordje fransch te willen spreken met personen die geen vlaamsch kennen of die hem in het fransch aanspreken, dit is fanatism en dit vindt men in al de partijen dit is ook geen flaming anti sm De redelijke vlaamschgezinden zijn geene vijanden der fransche taalzij zijn gewoon lijk het fransch beter machtig dan al die franskiljons die fransch brabbelen, met een boeren accent dat men er zou van loopen gaan Multatuli, toen hij nog in dienst was van het Nederlandsch Staatsbestuur, in de Hol- landsche bezittingen van Oost-Indie, ont moette er in 1848 generaal Cleerens, die hem van zijne tochten, tegen een oproerio-en stam verhaalde. 0 Ga koent oe gien begriep moaken van de zoenderlienge bewegiengen van uien Lie po Negoro. Telkens als we mien- den hum te vangen, of althans euver den rivier te driengen. Neen, generaal dat kon hij niet. 0 W at P Koen-i niet euver den rivier goan. Neen, dat mocht-i niet. Een der voor- ouders van den Diepo Negoro, zekere Soel- tan Agoeng, aldus luidt de legende, bevond zich eens met een groot gevoD op reis in centraal Java. De stoet naderde eene rivier die, volgens de vastgestelde richting van den tocht, behoorde over°-e- trokken te worden. Agoeng vroe°- den naam van dien stroom. Het was de ^Boao- wonto. Soeltan Agoeng vond den naam onbe- hoorlnk, (gezien de beteekenis van dat woord in zijne taal) en nie in staat door n prins bevaren te worden. Hij deed n eed, zich daarvan te onthouden en strekte dien uit tot zijne nakomelingen... «Generaal Cleerens, raapte zyne nota's byeen, zag zijne teekeningen na en riep Gedeumi, joenge, ga heb gelaak den Diepo Negoro ies nooit euver den Bogowonto getrokken. (Multatuli, lndeeën, 4e bundel, n° 1022). Diepo Negoro, de Javaansche prins, heeft op zedelijk gebied, vele navolgers in alle landen der wereld, onder alle belijdenissen doch nergens zulke hardnekkige als in onze gouw. Hun Bogowonto, de grens, die zij met een afschuwelijken naam bestempelen, en die zij volgens den eed door hunne voorgangers gedaan, nooit mogen overschrijden, is het modernism, de stroom, die ons inedesleept naar immer verder en verder onderzoek, die ons immer een wijder veld van nieuwe ontdekkingen, bevindingen en wonderen laat aanschouwen, die ons beseffen doet, dat op het onbegrensde landschap der ideeën, onze betrachting naar meer en beter weten onbeperkt moet wezen. De fanatieken hebben zich steeds met af schuw gewend van al hetgeen aan de overzijde van de Bogowonto gebeurde. Al wat nieuw is stuit'hen tegen de borst," ze kunnen en mogen er niet over, en waar zij hem naderen moeten, worden zij vrijwil lig ziende blind en hoorende doof. jLmVaat£te" ^jd. scheen het dat ze ind lijk den Bogowonto zouden overtrek- &n7 t pr ,,0ch niet aan('°en kan zoo ui 11 naam hem door onwetenden gegeven zoo ruw klinkt en die er in wezenlijkheid piet im'bflnn u°n7n1.is- VI ln frankrijk, in all in Duitschjand, stelden zich priesters op den weg van het modernism, ze deden un best om -baanbrekers te zijn der massa m, n t fpo -VToro ™lgt, ze wilden het aloude toetsen aan het moderne, het val- sche verwerpen, de waarheid zoeken, het Idee van het Groote niet kluisteren aan de bekrompen opvattingen der Oudheid. uygeefsche poging, die priesters zijn ml? vlX 1 gevolg geworpen, allen uie verlangend naar den overkant der knel lende grenzen blikten, werden op vernede- gebroken. geWeldige w«ze teruggedreven, Niet dat de massa het daarom beter heeft, met dat de volkeren zei ven daarom ver- 'ulr M redelijk beter worden, maar de Diepo Negoro's, al deinzen ze aanhoudend tenm voor de wetenschap en de modernen u<Hikbeelden, hebben toch het genoegen t$ zien, dat hunne dwaze, soms valsche mee ningen, eene kudde samen houden, die lust heelt in slavernij, dwars is van liet denken en vijanden ziet in allen, die-tot de kudde niet belmoren. Doch we zeiden het reeds, nergens zijn de anatieken, zoo fanatiek als in onze gouw, dat komt misschien daarbij, dat er velen zyn, die inwendig wel den spot drijven met de vrees voor den Bogowonto, maar slechts aan den anderen oever blijven uit schijnhei ligheid, en maar veinzen, omdat het vein zen hen voordeelig is. Iliei doen de fanatieken alles, ze deinzen zelts voor de misdaad niet terug, om den stroom die het oude scheldt van liet moderne leven en streven, als een onoverkomelijk iets ai te schilderen en steunen daarop om ai wat modern, al wat demokratisch is te eineeren, E verguizen en waar het kan zyn te vervolgen en te broodrooven. Club Guillaume Teil Aloat offert aux Membrès invités le Dimanclie 5£3 Décembre 1907 au local CONCORDIA a 5 heures précises du soir, avec le bien- veillant concours de Mademoiselle De II inneduthéatre do laMonnaie a Bruxelles Mademoiselle Jeanne Janssens, Pianiste' Premier prix du Conservatoire Roval dé Bruxelles Monsieur Fernand Latoar Ténor de l'Opéra Lyrique d'Anvers Mon sieur Arthur De Vroen, Chanteur de genre Monsieur Van Arenbergh, flutiste, 1« prix du Conservatoire Roj'ale de Bruxelles, et du Cercle bymphonique Door Eendracht Groot sous la direction de Monsieur F. Coessens Het valt buiten kijf dat onze huidige samenleving op een rotte basis berust. Geen enkel wel beredeneerd mensch zal ontkennen dat ons nationaal ge bouw ware in duigen gestort, had men het niet geschraagd door middel van eenige opgedrongen demokratische hervormingen Het weinige dat we bekomen heb ben kan de maatschappelijke ziekte slechts tijdelijk tegenwerken, doch ze niet heelen. Het is dus hoogst noodig radikale verbeteringen in te voeren en inde eerste plaats dringt zich op het vervan gen der bestaande kieswet door het zuiver algemeen stemrecht. Er zijn van die misbruiken die met ze te lang te dulden, inde zeden drin gen en daardoor den schijn aannemen van iets wettigs, iets onmisbaars. Men kan dergelijke misbruiken niet genoeg beknibbelen, men hehoeft er al het hatelijke te doen van uitkomen. Onder het stelsel der vier eerloos heden is elke raadpleging van het kiezerskorp een hoon aan de rechtvaar digheid, 't is een kaakslag toegebracht aan de volkssoeyereinitei! terwijl elke uitslag de trouwe weerspiegeling, dient te wezen van den wil van 't volk. Beweert en herhaalt men niet me nigmaal in het paleis der Natie tf i 0—

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1907 | | pagina 1