R
WLS
ifATlSCH WEEKBLAD.
Se Kiezing in Mei.
Prijs 5 centiemen het nummer
Derde Jaargang, \Ttimmer 5
Zondag 9 Januari 1908
Vrij/innige \eringbond
Het werk van het
Willems-fonds.
De Congo-kwestie.
Onderlinge verplichting.
Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkan tooren voor den buiten
voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, AALST.
Prijs der Annoncen:
per drukregel.
Gewone 15 centiemen
Reklamen 75 centiemen
Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst.
Vonnissen op de derde ILcizhde, 2 frank
Aalst 18 Januari 1908.
van Aalst,
wy doen nogmaals een oproep
aan al de vrijzinnige nering-
doeners, die hy den llond niet
aangesloten zijn, om zich als
lid te laten inselirij ven.
De inleg blijft bepaald op een
frank. Indien noodig, zullen
wy in de dry maanden, een
by voegsel aan 't aanbevelings-
boekje laten verscbynen.
De algeineenc vergadering zal
plaats bebben op liAAA'OAG 27
JANUARI om 8 uren beei stipt
in 't lokaal De Graaf van Kg-
■nont.
DAGORDE
Verslag van den Schrijver.
Verscbillige belangrykc 111e-
dedeellngen.
1
Jllea jacta est het lot is geworpen,
M. P. Daens, of liever de Daensisten
van het arrondissement Aalst, hebben
beslist alleen den strijd aan te gaan
voor de wetgevende kiezing van Mei
eerstkomende.
De Daensisten verwerpen dus elke
verstandhouding, elke overeenkomst
met andere volkspartijen, overeen
komst welke van aard zou wezen zijne
herkiezing te verzekeren en kieming
van een vierde Woestist voor altijd
onmogelijk te maken in ons arrondisse
ment.
Alea jacta est de Daensisten wer
pen het lot van hunnen Volksvertegen
woordiger en het lot zelfs hunner par
tij in de weegschaalde echte demo-
kraten onzer streek evenmin als wij
begrijpen met welk doel, en nog min
zullen zij begrijpen welk voordeel de
democratie uit die houding trekken zal.
Men hoeft slechts de uitslagen na te
zien der kiezing van vóór vier jaren
om onmiddelijk de overtuiging op te
doen,datdezetel van M. P. Daens in ons
arrondissement, zooveel gevaar loopt,
als de zetel van priester Daens twee
jaren geleden in het arrondissement
Brussel.
De Daensisten hebben de laatste
4 jaren in ons arrondissement geen
VoöfUitgang gemaakt, integendeel. De
laatste gemeentekiezingen kunnen niet
tot basis van vergelijking genomen wor-
denvermits in verscheidene gemeenten
waar de strijd werd aangegaan tegen
de oude kliek, de volksmannen slechts
een betrekkelijk groot getal stemmen
hebben bekomen dank zij de samen
werking van alle tegenstrevers der
Woestisten.
Indien de Daensisten in hun besluit
volharden mag de zetel van M. P.
Daens als verloren beschouwd worden.
In twee opzichten is zulks grootelijks
te betreuren Ten eerste Het on
middelijk doel dat alle demokraten na
streven Algemeen Stemrecht met
Evenredige Vertegenwoordiging, (en
al wat daaruit voor *t volk spruiten
moet) zal in M. P. Daens een over
tuigde en hardnekkige verdediger ver
liezen.
Het aanzienlijk belang daarvan zal
aan niemand ontsnappen. De klerikale
achteruitkruipers hebben thans 10 stem
men meerderheid in de Kamers, eene
verplaatsing van 5 zetels brengt die
meerderheid tot O, 't is te zeggen de
ontbinding der Kamers, de verdwijning
van het kiesstelsel der eerloosheden,
de erkenning van het volksrecht.
Ondanks al wat de onheilprofeten
er van zeggen is zulks niet onmogelijk
de forten van Antwerpen, de schrikke
lijke vermeerdering der staatsschuld,
de Congo-olifant, enmeer andere wan
schepsels hebben een groote kreuk ge
geven in den klerikalen regeerings-
mantel.
Het volstrekt gemis aan politiek
programma, de onbeduidendheid, of
partijdigheid van gewaande volkswet-
ten, de krachteloosheid der wettelijke
maatregelen op arbeidsgebied, de
moedwillige klerikaliseering van alle
besturen, hebben de klerikale regee
ring hatelijk gemaakt in veler oogen.
Men werpe een oogslag op de cijfers
der wetgevende kiezingen van 1904
en het zal voor elk blijken dat zoo er
verstandhouding bestaat, (in welken
zin ook) tusschen de antiklerikale par
tijen het mogelijk is dat de oppositie
hare zetels behoudt in Oost-Vlaande-
ren en te Hasselt en een zetel wint te
Tongeren-Maeseik. te Hoei, te Char
leroi, te Zoningen, te Doornijk en te
Luik.
Daarom is de verstandhouding vol
strekt onontbeerlijk.
Voor het oogenblik letten we niet
op wat gebeurt in andere arrondisse
menten, we betrachten alleen een goe
den uitslag in ons kiesdistrikt in 't be
lang der demokratie.
Waarom het voorbarig besluit der
Daensisten onzer streek
Een der hoofdmannen der Daen
sisten van Aalst zei ons onze partij
zal alleen opkomen, want zoo we een
verbond of zelfs een eenvoudig akkoord
sluiten, zal een andere lijstvan christe-
ne demokraten worden voorgesteld
tegen ons, daar zijn we zeker van.
De reeds onbeduidende christene
volkspartij is dus zoo verdeeld, dat an
deren de besluiten der aanhangers
van Aalst zouden te schande maken,
om reden van onvoldane persoonlijke
eerzucht. De partij loopt met rasse
schreden haren totalen ondergang te
gemoet.
Ziedaar hoe de zaken staan.
Van onzen kant, moeten we onmid
delijk de vrijzinnige propaganda aan
vatten, we moeten door onverwijld
optreden trachten goed te maken wat
anderen onbezonnen weg verkerven
willen, we moeten al onze krachten
inspannen om de dompers het terrein
niet te laten veroveren dat de Daensis
ten hen zoo ordeloos inruimen willen.
Onverpoosd volbrengt het Willems-fonds
het opvoedend werk, waartoe het de beste
krachten weet aan te zetten. In de eerste
plaats dient vermeld te worden de uitgave
van het vierde deel van Vlaamsch België
sedert 1830, dat een beknopt, maar uiterst
merkwaardig overzicht geeft van den toe
stand en de ontwikkeling van de Nederland-
sche letterkunde, het Nederlandsch tooneel,
de drukpers en den boekhandel, de muziek,
de beeldende kunsten, de bouwkunst en de
nationale kunstschatten in onze gewesten.
Nog nooit is een dergelijke proef, om een
aangrijpend tafereel van de veelzijdige uitin
gen van het Vlaamsche leven op te hangen,
zoo volledig en indrukwekkend geleverd
geworden, als dit hier is geschied. Ieder
hoofdstuk, aan bevoegde mannen toever
trouwd, draagt den algemeenen stempel van
diep doordringende studie en het bijzonder
kenmerk van den zeer verschillenden trant
der schry vers. Daardoor leveren dtze weten
schappelijke verhandelingen, vol treffende
beschouwingen en verrassende openbarin
gen, eene groote aantrekkelijkheid op.
Met belangstelling zien we het vervolg
van deze zoo gewichtige onderneming te
gemoet, die een eenig iets is in de geschiede
nis van den Vlaamschen volksstam en den
Vlaamschen volksstryd.
Terwijl het Algemeen Bestuur yan het
Willems-fonds het zoo grootsch opgevat
plan uitvoert, wordt door de afdeelingen
met voorbeeldige toewijding voor volksvoor
drachten en bibliotheken gezorgd.
Te Gent hebben sedert begin November
wekelijks zittingen plaats, waar een keur
van sprekers voor een steeds talrijk en aan
dachtig publiek de aantrekkelijkste onder
werpen behandelen.
Achtereenvolgens traden daar als spre
kers op, de Heeren
Prof. P. Fredericq (De martelaars van
de XVI" eeuw).
Prof. J. Vereoullie Het Volkslied).
Dr Miele Het werk van moederlijken bij
stand te Gent), met zichten.
M. J. De Clercq, De roeiivedstrijden van
Henley, met zichten.
M. Basse, (Taalstrijd in Oud-Eng eland).
M. Y. Van Wilder, (Langs Berg en Dal),
met zichten.
M. O. Van Hauwaert (Nieuwe figuren in
de Letterkunde)
M. A. Buysse (Sociale toestanden), mol
zichten.
De afdeeling te Rrug-ge richtte in Het
Zwarte Huis twee volksvoordrachten in,
met medewerking van Dr Van de Velde, die
sprak over Het Water, met proefnemingen,
en den heer O. Van Hauwaert, die de lotge
vallen van Ons Tooneel verhaalde.
Te Oostende hield Prof. C. De Bruvn,
schepen der stad Gent. een rede over Den
Plantengroei in de duinen.
Te Nleuwpoort behandelde de Heer
M. Castiau het onderwerp Mijne reis in de
republiek Columbia, met zichten.
Te St. Ni kol a as had eene reeks fees
tenplaats met de sprekers* de Heeren V.
Fris (Piet Pctaltjens); G. D. Minnaert (Fla
ming antismus en Frankiljonismus), A.
Reychter en A. Matthys.
Te Aalst besprak Dr Persoons, volks
vertegenwoordiger, De belangrijkheid der
Gemeenteverkiezingen.
De afdeeling Xinove richtte een mooie
tooneelvertooning in.
Te Eckloo hield het Willemsfonds, be
halve de gewone wekelijksche zittingen, een
groote volksvergadering, waarin de Heer A.
Gilles handelde over het Nijverheid-en
Adult enonderwijs
Te Meclielen herhaalde de verkleefde
Heer De Clercq, kapitein bij de burgerwacht
te Gent, de aantrekkelijke voordracht over
De vermaarde regatten van Ilenley.
Te Rupelmonde trad de heer J. Ha-
mendt op, met het onderwerp Vlaamsche
beweging.
Te Bi-ussel hield de gevierde dicter Pol
de Mont een rede over lierman Gorter.
Te Schaarbeek sprak de heer Tem
merman over Het Kind.
Ongeveer vijf en twintig voordrachten
werden aldus het Vlaamsche land door ge
houden binnen het enge tijdperk van enkele
weken. Een verheugend feit is het dat afdee
lingen, sedert jaren als in een doodslaap
verzonken, tot nieuw leven ontwaakte en
met andere wedijveren ter opbeuring van
het Vlaamsch geestelijk leven. Zoo hebben
geregeld nu te Tongeren volksvergaderin
gen met voordrachten plaats zoo worden
ook thans te Lokeren de noodige maatrege
len getroffen 0111 voordracht-avonden in te
richten en zelfs de werkzaamheden van het
Hooger Onderwijs voor hel Volk tot daar
uit te breiden. Elders, als te Ledebergen te
Ieperen, wordt de taak van het Willems
fonds door plaatselijke maatschappijen over
genomen, aie enkel in hun pogen slagen,
doordien ze de uitsluitende medewerking-
van Willemsfonders verkrijgen.
Ten slotte worde nog vermeld dat te Moer-
beke, dank zij het zoo lofwaardig initiatief
van burgemeester M. Lippens, eene nieuwe
afdeeling tot stand is gekomen. De wakkere
voorzitter, de Heer G. D. Minnaert, en de
knappe secretaris, Prof. J, Vereoullie hebben
daar, 29 Dec., met den bekenden musicoloog,
F. van Duyse, voorzitter van het Comiteit
van den Nederlandsehen zang, het doel en de
strekking van het Willems-fonds uiteenge
zet en een zeer gelukte proef gegeven van
de wijze, waarop in de Gentsche liederavon-
den de Vlaamsche zang aan het volk wordt
aangeleerd.
Het aanstippen van een derj
vigheid is de hoogste lof, die
worden aan het Willems-fonds, dat vast en
zeker, degelijk en doelmatig, met onver
zwakten moed zijn verheven doel nastreeft.
dergelijke bedrij-
lie kan gebracht
We zeiden dat de Congo in 1890
een deficiet had, dat men moest dek
ken, en dat men daarvoor aan de Bel
gische lastenbetalers een nieuwe op
offering vroeg van 25 millioen frank,
waarvan 5 millioen onmiddelijk te
storten en 2 millioen ieder jaar tot in
1901
We wezen er op, dat men aan hoo
ger hand wist, hoe moeilijk de Belgen
die pil zouden slikken, maar hoe de
koning er in slaagde door het neer
leggen van zijn testament.
Dit testament is gedagteekend 2 Au
gustus 1889.
Daarin zegt Leopold II dat hij aan
ons Vaderland de voordeelen wit ver
zekeren van het groote werk, dat Hij,
met de welwillende en toegedane
hulp van veel Belgen, sedert jaren in
het Afrikaansche Vasteland op 't ge
touw gezet heeft en thans met onver
droten ijver voortzet en daarom ver
klaart, na zijn overlijden, aan België
na te laten en af te staan al zijn soe
vereine rechten over den Onafhanke-
lijken Congostaat, zooals ze erkend
werden door de verklaringen, overeen
komsten en traktaten sedei t 1884 met
de vreemde mogendheden geteekend.
Déclarons par les présentes, lé-
guer et transmettre après notre mort,
a la Belgique, tous nos droits souve-
rains sur l'Etat indépendant du Congo,
tels qu'ils ont été reconnus par les
déclarations, conventions et traités
intervenus depuis 1884 avec les puis
sances étrangères.
Toen was de heer Beernaert ka-
binetshoofd en dien zelfden dag,
schreef de koning den volgenden brief
aan zijn eersten minister
De rijkdom van een soeverein be
staat in de algemeene welvaart deze
alleen kan, volgens hem, een schat
uitmaken, dien hij gedurig moet trach
ten te doen aangroeien. Tot aan den
dag van mijn dood, zal ik voortgaan
ons Afrikaansch werk te besturen en te
ondersteunen met de gedachte voor het
nationaal belang, die me tot hier toe
geleid heeft maar indien het, zonder
dezen dag al te wachten, aan het land
beviel nauwer banden met mijn Con-
gobezittingen aan te gaan, dan zou ik
niet aarzelen deze te zijner beschikking
te stellen.
«La richesse d'un souverain con-
siste dans la prospérité publique elle
seule peut constituer, a ses yeux, un
trésor qu'il doit tendre constamment
a accroitre.
Jusqu 'au jour de ma mort, je conti-
nuerai dans la pensee d 'intérêt national
qui m 'a guide jusqu 'ici, a diriger et d
soutenir notre oeuvre Africaine mais
si, sans attendre ce terme, il convenait
au pays de contracter des liens plus
étroits avec mes possessions du Congo,
je n'hésiterais pas d les mettre a sa dis
position.
Dat is dus klaar en duidelijk de
koning stelt dus géén voorwaarden of
maakt geen voorbehoudingen.
Hij toont zich geheel belangloos en
vol geestdrift en de gevraagde 25 mil
lioen werden hem gegeven.
De Belgische Staat nochtans, ver
tegenwoordigd door den heer Beer
naert, eischt de volgende waarborgen
1Van dat oogenblik af zal de Con
gostaat gehouden zijn tot het geven
van alle inlichtingen aan den Belgi
schen Staat, die deze wenscht te ken
nen over zijn economischen, finan-
tiëelen toestand.
2. De Congostaat verplicht zich
voortaan geen nieuwe leening meer
aan te gaan zonder de toestemming
van het Belgisch Goevernement
3. Indien Belgie in 1901 den Congo
niet overneemt, zoo zal de Onafhanke
lijke Staat aan België de geleende 25
millioen frank teruggeven en een in
trest van 3 1 2 betalen
4. In geval van overname van den
Congo door België, zoo weigert de
koning-soeverein alle vergoeding uit
hoofde van persoonlijke opofferingen,
die hij zich getroost heeft, en een be-
zondere wet zal het regiem regelen,
waaronder de Congo zal geplaatst
worden.
In 1905 verneemt men dat de Con
gastaat rp)g altijd niet financieel recht
geraakt is. Meer nog, niettegenstaande
de uitdrukkelijke belofte van 1890
geen nieuwe leening aan te gaan zon
der de toestemming van het Belgisch
Goevernement, had de Congosoeve-
rein reeds in 1892, aan den Antwerp-
schen financier, den heer de Brown de
Tiége, eeii som van 5 millioen frank
ontleend aan 6%.
Dit was een eerste en grove beleedi-
ging tegenover het Belgische volk en
een schandelijk overtreden van de ge-
ëischte en toegestane waarborgen.
Voor die 5 millioen had Leopold aan
den heer de Brown 16 millioen hecta
ren Congogrond in pand gegeven,
grond dus van den Congo, dien dezelf
den Leopold nochtans, door zijn testa
ment van 1889, aan België geschonken
had We laten ieder vaderlander over
zoo'n handelwijze oordeelen
Welk begrip van vaderlandsliefde
bij die mannen
Moest zoo iets gebeuren in ons mid
den, de persoon, die zoo'n eedbreuk
zou begaan, die aan zijn plechtige be
lofte niet zou getrouw blijven, zou
voorzeker gebrandmerkt zijn voor
eeuwig en nooit een plaats meer mogen
innemen bij eerlijke en deftige perso
nen
Maar hier was die persoon een koning,
en omdat Leopold koning is, kruipen de
hovelingen en intrestmannen op hun
knieën voor hem, aanbidden hem, noe
men hem een groot] koning, een wel
doener der menschheid, terwijl het
goud rammelt in hun zakken
Fen vooruitstrevend Demohraat
Ondersteuningsfonds tegen de
Werkeloosheid.
Bestuurzitting op Zondag 19 Januari 1908,
ten 10 uren stipt voormiddag, in den
Graaf van Egmont.
2 -
Neen er moet meer ernst bijwant deze
kwestien hoeven grondiger en dieper ver
handeld te wordenHet heil en de redding
van 't Menschdom zijn niet in het verle
den. En vermits de tegenwoordige tijd on
uitstaanbaar is geworden, moeten al onze
blikken gericht zijn op de toekomst.
Wat het heden onuitstaanbaar heeft doen
worden zijn de inwendige verscheuring en
vernietiging welke elk beschaafd wezen
in zich voelt het is de strijdigheid tusschen
onze gedachten en onze daden, tusschen
onze gevoelens en hunne dagelijksche be
krompen uitdrukkingde eeuwige oneeriig-
heid t usschen den vorm en de werkelijkheid
't Is de noodzakelijkheid twee levens te lei
den, het eene in- en het andere uitwendig,
die onophoudend tegen elkaar voortwoeke
ren en den mensch uitputten, omdat zulks
boven zijne zedelijke krachten is. Omdat we
aan de inwendige stem, die de reden vraagt
over al wat we pl.igen, geen voldoend ant
woord kunnen geven, worden we ongedul
dig en ongelukkig, te meer daar we deze
stem tot het zwijgen niet kunnen brengen.
De strijd tusschen onze overtuiging en onze
schijnheiligheid welke ons voortdurend be
roert, maakt ons de rusten de vrede onmo
gelijk. Aldus is de toestand. Hij sluit natuur
lijk alle geluk buiten, omdat het geluk voor
al afhangt van onze inwendige vriendschap,
't is te zeggen van onze zielerust, gereinigd
van uilen pijnlijken tweestrijd.
Onze geest moet dus ontdaan worden van
angst en wrevel. Wat aan den Mensch in
den eersten zin onontbeerlijk is. is wel de
mogelijkheid te kunnen en te mogen leven
in overeenstemming van zijne gedachten en
zijne wijze van opvatting. Hierom dus moe
ten de oude vormen weg ze moeten plaats
maken voor nieuwe, in éénklank met onze
rede het schepsel moet genezen worden
van zijne inwendige verscheuring, het moet
echt, waar en eerlijk worden. Voorzeker,
zal de mensch nooit het ideale geluk berei
ken dat men ons van lieverlede tracht voor
den geest te spiegelen, de rust zonder eenig
pogen, eene diep-innige tevredenheid zon-
der eenigen wensch dit volkomen geluk ia
onvereenigbaar met ons organisch leven, uil
de kracht onzer menschelijke natuur zelv»
gaan we voort in eene onophoudende ontwik
keling.
En juist deze ontwikkeling veronderstell
een pogen tot iets wat nog onbereikt is ge-
///in
m—BeaMTOB-TM—nn—niwPTTifxmMB—xtatrm