ft» m HET ARti!NBiSoBMENT \/AH DSMG^RATISC! E RA MCJe: Bericht. Aan onze Lezers. Prijs 5 centiemen het nummer Vierde Jaargang Nummer 51 Zondag 19 December 1909 De nieuwe abonneiiten voor 1910 zullen ons blad Kosteloos tot Nieuwjaar ontvangen. Men schrijft in len hu- reele van hel blad De Graaf van Egmont Groote Markt, Aalst. Luisterrijke Vertooning Prachtig KUNSTFEEST Leest en verspreidt De Volksgazet. Willemsfonds-Aalst. Oude Garde. De Geldmiddelen van den Staat. De Strijd der Werklieden. per drukregel Prijs der Annoncen: Abonnementsprijs: 3 fr. voer de stad en den MUten voorop betaalbaar Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, Aalst. Gew«ne 15 centiemen I Rel.Ismen 75 centiemen Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst. Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank AALST 48 DECEMBER SMM1. STAD X1VOVE. Koninklijke Tooneelkring De Witte Waterbloem op Zondag 19 December 4 909, i in de Schouwburg der Maatschappij Dreefstraat, met de medewerking van Mev. Blanhenstein en Mej. Cuypers tooneelkunstenaressen te Brussel I. PROGRAMMA DE GROEVE WILL E M 8 O V D 8 Zondag) 19 December 1909, in de zaal CONCORDIA PETER HEXOIT-AVO.VD door de dames van de Peter Benoit-Kapel uit Antwerpen Te 5 uur 's avonds. PROGRAMMA Eerste deel 1. Het Liecl der Vlamingen. Dameskoor. 2. a) Gij xijt mijn reine kersouwe, b) Gebroken kart verlangt de rust, door Mej. Clem. De Jardin. 3. a) Salve regina Dames en 0 eL b) Panis Angelicas. 4. a) Mijn hart is zoo bewogen, b) Vonkelt er een straal. Mej. Soetens. c) Heeft het roosje milde geuren. 5. a) Bij 't kleppen van het Angelus. voor Klavier. b) Tweede luim Mej. Clara Bamberg, fe. Gedenkenis. Dameskoor en Orgel. Tweede deel 1. Licht. Dameskoor en harp. Alto-solo Mej. Minnie Soetens. 2. Ik droomde. Mej. Clem. De Jardin. 3. Avondbede. Mej. E. V. d. Broeck. 4. Weest gelukkig. Mej. Minnie Soetens. 5. Ave Maria. Dameskoor en Orgel. 6. a) Fantasia n° 7. Mej. Clara Bamberg. b) Lente, concertstuk id. id. 7. Ida, spinnelied. Mej. Clem. De Jardin. 8. Mijn Moederspraak. Dameskoor met harp [orgel. o Na het Peter-Benoitfeest, Dansparty. Alleen de Leden en bun huis gezin worden tot «llt feest toe gelaten. De kostelooze boekerij van het Willems fonds, gevestigd in Graaf var Egmont, Groote Markt, te Aalst, ingang langs de Leopoldstraat, is open alle zondagen van 10 1/2 uur tot 11 1/2 uur voormiddag. geprimeerde comedie in drie bedrijven van E. Roeland. PERSONEN De Wit, nijveraar, M.M. Jan Violon. Willem, zijn zoon, Leo Vanimpe. Bertha, zijne dochter, Mev. Blankenstein. Jef Kernal, een werkman, M. Ad. Steppe. Mariette. zijne dochter, Mej. Cuypers. Rik, Bertheis, vrienden M.M. I. Verschelden. Frans, van A. Michiels. Jan, Willem, O. V. Raffelghem. 2. KARLINE, operette in één bedrijf van Van Peene, muziek van Miry. Karei, rijke pachter, M.M. A. Stichelmans. Knollendries, O. V. Raffelghem. Karline; herbergierster, Mej. Cuypers. Kapitein Maurits, M.M. II. Demol. De Baljuw van 't dorp, F. Leclair. Een Dragonder, Ad. Steppé. Dragonders, Boeren en Boerinnen. PRIJZEN DER PLAATSEN Eerste 2 fr. Tweede 1 fr. Derde 0,50 fr. Deuren open om 4 ure. Gordijn om 4 1/2 u. o Er zal stipt op 't aangeduide uur begonnen worden o Kaarten van eersten rang te bekomen Zaterdag 18 December van 6 tot 7 ure 'savonds, in den Liberalen Kring. Alleen voorop genomen kaarten geven recht op voorbehouden plaatsen, door loting aan te duiden. Streng verbod te rooken in de Schouwburgzaal. kamp voor hetgeen wij goed en noodig achten voor het volk. De kamp is moeilijk en hard, beledi gingen en vervolgingen worden ons door onze bekende en onbekende vijan den mildelijk toegedeeld en als eenig loon verwachten wij enkel den triomf van onze partij en van onze ideën. Daarom is de medewerking onzer vrienden ons des te duurbaarder en we zijn verzekerd er verder te kunnen op rekenen. Overigens we kunnen welgemoed de toekomst afwachten, ondanks alle moeien en knellingen maakt de vooruit gang zijn weg en moet het klerikalism met zijn dweepzucht en vooroordeelen ten slotte toch het onderspit delven. Het jaar 1909 gaat weldra verdwij nen, het is voor ons niet onvruchtbaar geweest, we mogen met voldoening zeggen wij hebben onzen tijd niet ledig en nutteloos doorgebracht. Daarom vragen wij aan al onze vrienden, die toch iets willen doen voor het vooruitstrevend liberalism De Redactie. klerikale heerschappij Letterkundige- en Wetenschappelijh e Afdeeling. Donderdag;, 33 December a. te 8 uur, 's a vonds in de Bovenzaal van Graaf Egmont. VOORDRACHT IIET LICHT, door den Heer Carlos MOEXS, Ingenieur. ZONDAG, 26 DECEMBER 1909, in de zaal Concordia, Grooi Concert der Maatschappij Les Amis Constants (De Oude Garde) den Leden en hunne Damen aangeboden Het feest wordt gegeven mei de mede werking van Mejuffrouwen Clément 11. eerste prys met onderscheiding en meda- lie van het Staatsbestuur, M. Goldschmidt eerste prys van het Conservatorium van Brussel, Mijnheeren Emile Leger, eerste prys van het Conservatorium, Edg. Van Bever, van den Muntschouwburg, eerste prys met de grootste onderscheiding van A Conservatorium van Brussel en J. Judal. genre-zanger der Concerten van Brussel. De openingstukken van elk der twee dee- len van het Concert zullen uitgevoerd wor den door de Fanfarenmaatschappij onder leiding van M. F. Coessens. muziek-overste. Ten 9 uren 's avonds Dansfeest. Het jaar 1909 wordt oud en sukkel achtig, weldra zal het voor eeuwig vezwonden zijn in den eeuwigen kolk van 't verleden. Aan velen heeft het in persoonlijk opzicht en voor de familie voorspoed en weelde gebracht voor anderen helaas ook rampspoed en rouw. Voor de liberale partij en de demo cratie was 1909 een jaar van vooruit gang en bloei, al hadden we ons slechts te verheugen in de verdwijning der plaatsvervanging en der zielkoo perij, dit ware voldoende om ons ge- noegen te geven en het wegsnellende jaar niet met onzen vloek te overladen. DE VOLKSGAZET heeft voortdu rend den harden strijd medegestreden voor de zedelijde en stoffelijke opbeu ring van het volk, voor den triomf van meer rechtvaardigheid, meer gelijk heid voor al de burgers van 't Belgisch Vaderland, voor meer onderwijs en daardoor bezonderlijk meer welstand voor het volk. En gelijk we de afschaffing der schandige plaatsvervanging den klerikalen hebben opgedrongen al zijn ze meederheid in Kamers en Senaat, zoo zullen we ook on danks hen en tegen hen weldra an dere ongerechtigheden en anomalien doen verdwijnen en zullen we de ver wezenlijking bekomen van alle demo- kratische hervormingen leerplicht, evenredige vertegenwoordiging, her vorming van het belastingsstelsel, ou derdomspensioen, arbeidswetten enz. We danken al de liberale vrienden die ons in onze taak hebben bijgestaan, al de medewerkers, die met onzen achtbaren volksvertegenwoordiger M. RENS, het hunne hebben bijgebracht om ons te helpen en te steunen in den De bespreking van het budjet van wegen en middelen welke pas in de Kamers is afgeloopen, heeft nog maals verschillige sprekers de gelegen heid gegeven op de zonderlinge kunst grepen te wijzen waarvan het goever- nement zich bedient om het land te be driegen en de natie te doen gelooven aan een schitterenden toestand der openbare fiitancen. De ontvangsten van den Staat be vatten de rechtstreeksche belastingen, de onrechtstreeksche belastingen, de dienstgelden en de leeningen. De 25-jarige klerikale heerschappij toont ons De rechtstreeksche belastingen, hoe wel eene regelmatige jaarlijksche ver meerdering aanbiedend, ondergaan eene vermindering van evenredigheid in het totaal der ontvangsten De onrechtstreeksche belastingen in tegendeel ondergaan niet alleen eene jaarlijksche volstrekte vermeerdering, maar ook een vermeerdering van evenredigheid in het algemeen totaal. Men neme nu in acht dat de rechtstreeksche belastingen hoe wel verre van gansch rechtvaardig ge steld te zijn, toch de lasten zijn die het dadelijkst op de fortuin wegen, 't is te zeggen dat ze vooral betaald worden door de rijken de onrechtstreeksche belastingen, zijn degene die de verbruikingswaren treffen en gezien het grooter getal ar men en min begoeden, dan ook de ar men en nederigen het meeste treffen, dat wil zeggen dat het overgroote deel dezer belastingen door de armen be taald worden. Daaruit volgt, dat de 25-jarige heer schappij der klerikalen ons geleid heeft tot dezen schandelijken uitslag, dat de lasten der armen zijn verzwaard in ruime mate en dat de lasten der rijken evenrediglijk zijn vermin derd. De liberale politiek in zake belastin gen zal er naar streven de rechtstreek sche belastingen juister en eerlijker te verdeelen, opdat haar aandeel in het algemeen totaal evenredig zou aan groeien en anderzijds de onrecht streeksche belastingen in evenredig heid verminderen, door het ontlasten der voorwerpen van eerste noodwen digheid, b. v. het suiker. De 25-jarige toont ons nog Dat de dienstgelden, 't is te zeggen de ontvangsten voortkomende van de uitbating der spoorwegen, posterijen, telegraaf en telefoon,voortdurend voor een geringer evenredig aandeel tus- schenkomen in de algemeene sommen der geldmiddelen van het land ter wijl van den anderen kant het bedrag der leeningen op verbazende wijze aangroeit. Het is onbetwistbaar, dat het kleri kaal goevernement slechts door altijd nieuwe leeningen er in gelukt zijne begrooting in schijnbaar evenwicht te brengen, Onze lezers beelden zich wellicht in, dat de ongehoorde vermeerdering der Staatsschuld welke in 25 jaren van 1500 millioen tot 4000 is gestegen, onze klerikale regeerders bezorgd maakt Welnu ze bedriegen zich Onze klerikale minister van financien zal hun eenvoudiglijk antwoorden met de volgende blufspraakMen leent slechts aan de rijken, hetgeen wil zeggen hoe meer men ontleent hoe rijker men is. Heeft Malou zekeren keer niet ver klaard dat het steeds aangroeiend be drag der openbare schuld, het beste bewijs is van grooten voorspoed Dat alles werd gezegd en herzegd tot gisteren nog, maar gelijk t spreek woord zegt de kruik gaat zoolang te water tot ze breekt, aan alles moeten er palen zijn en zoo er iets moet bevochten en beperkt worden is het de ontleeningskoorts van het kleri kaal goevernement. Dat werd duidelijk bewezen door den achtbaren heer Masson, volksver tegenwoordiger van Bergen, in eene prachtige redevoering, op welke wij in een volgend artikel zullen terug komen. Jules RENS, Volksvertegen woordiger Dikwijls hoort men zeggen «Alweer eens een wet ten voordeele van de werklieden tegenwoordig spreekt men van niets anders dan van de belangen der arbeiders. En soms hoort men er bijvoegen Hebben ze nu nog niet genoeg Andere belangen worden verwaarloosd voorde hunne. In onzen jongen tijd, stelden de werklieden zich tevreden met een veel geringer loon, en waren deftiger dan nu en men hoorde zoo niet altijd van die werksta kingen, en er was nooit ruzie tusschen patroon en arbeider. Maar nu en zeggen dat ze leven van de goedheid en van het geld der rijke nijver aars Wel, als dezen wilden,dan verhonger den ze allemaal. En dat werkvolk heeft pretentie, en dat wil zijn woord zeggen Zoo hoort men spreken velen van de begoede klasse, en ook jammer genoeg van de minder begoede klasse, en zelfs helaas som mige werklieden, die voor een bon- jourtje of een handje, of misschien ook voor een pint of een druppel, of een sigaar of een frankske of ook wel om andere redenen lage redenen waar over we niet willen uitweiden mee nen de vleier te moeten spelen van meneer, en alleen hun mond openen om, met een valsch gezicht, meneer op te hemelen, en meneer in dezes eigen bijzijn de mouw te strij ken, dat elk rechtgeaard mensch er van walgt, en terwijl hun werk- broeders verraden, en den demokrati schen strijd helpen verbrokkelen en tegenwerken Gelukkig dat veel arbeiders het hart hoog houden en karakter genoeg heb ben om onafhankelijk te spreken en te handelen. Ha Vroeger stelden de arbeiders zich tevreden met een geringer loon Maar, weten die zoo wel redenee- rende menscbjes dan niet, dat de las ten van het leven met een enorm percent toegenomen zijn En dat, bij hooger lasten, hooger loonen moeten gegeven worden En begrijpen ze dan niet dat de welstand van den werkman den algemeenen welstand uitmaakt Maar, dat alles aan kant gelaten weten die menschjes dan niet dat de arbeiders een beter lot eischen, een menschenleven willen- hebben, en op dat menschenleven RECHT hebben, omdat ze menschen ijn Is het te veel gevraagd vanwege de werklieden, be hoorlijk betaald te worden voor den zwaren, soms doodenden arbeid, dien ze verrichten? Is het te veel gevraagd van die arme sukkelaars, die niets genieten van het heerlijke leven, toch ook een weinig aanspraak te mogen maken op meer licht en meer lucht, op beter voedsel, op meer rust, op echt familieleven, op hooger genot? Is het te veel gevraagd aan den nijve raar, van zijn winsten een deel af te staan aan de arbeiders, die hem deze onmetelijke winsten helpen bezorgen Ha, de werklieden leven van de goedheid en het geld der rijke nijve raars Prachtige zin, die me schok kend zou doen lachen, was de kwestie die we behandelen, niet diep bedroe vend Zijn het soms de nijveraars niet, die zich rijk maken door de goedheid en op het zweet van die arme slaven. Moesten we onderzoeken hoe en op welke manier veel bran kasten gevuld werden en worden met goud en bank noten, het zou voorzeker niet ten voor deele van de bezitters dier fortuinen uitloopen. Ze leven van de goed heid en 't geld dier rijke mannen En die rijke mannen hebben het in hun macht de fabrieken te sluiten en het volk uit te hongeren Allemachtig gepraat Er zal een oogenblik komen dat de arbeiders zelf hun fabriek zul len sluiten en machtig genoeg zullen wezen om ook voort te brengen Dat is hun onbetwistbaar recht en de voor beelden zijn er al Neen, de werklieden houden zich met meer tevreden met een gering loon, en eischen vermindering van •werkuren, omdat ze geen slaven meer willen zijn,geen machines, die werken van 's morgens tot 's avonds, om 's anderendaags opnieuw te beginnen, zonder het echte leven te kennen. Men is kwaad, omdat de arbeiders zich durven roeren, omdat ze hun. rechtmatige eischen stellen Men is. kwaad, omdat Men zoo gerust, gemak kelijk, zetel-zittend, niet meer zal kunnen leven Men is kwaad, omdat de werklieden toch zooveel last en moeite bijbrengen in dat anders zoo genotvol leven Men is kwaad, omdat een arme sukkelaar verbetering van zij n lot vraagt Men is kwaad, omdat een werkman zijn eerlijk woord durft spre ken, omdat men tegengesproken wordt. Ha !d£t nooit Braaf zijn en gehoor zaam En zwijgen, en doen wat men zegt. Men is Heer en Meester en moet Heer en Meester blijven. Twee klas sen Meesters en Lijfeigenen. Bitter om te hooren Gij, werkman, zwijg en verdraag alles, want vergeet nief dat men u en uw familie onderhoudt, u voedt en steeds gevoed heeft, en gij dusveeldank verschuldigd zijt aan uw Meester i;. Droeve toestand Maar, wat men ook doe om dien toestand te behoudeiï, niets zal helpen De weg is getrokken de arbeidende klasse eischt haarplaats, haar onafhankelijkheid, haar recht Óp genietend leven ze zal dat alles weten te veroveren, en wel vroeger dan men het denkt. ®r-*- 0—

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1909 | | pagina 1