1BERAAL. DEMOCRATISCH
Prijs 3 centiemen hel uunnaer
Vijfde Jaargang' Nummer 15
Zondac 10 April 1010
Vaandelinhuldiging'.
WILLEMSFONDS.
Geeraardsbergen.
VÉRONIQUE
Luisterrijke Vertooningen
Pensioenbond van Aalst.
Kamer der Volksvertegen
woordigers.
Een Aprilvisch.
e*» F\ r
S i i
Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den t/uiten voorop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten
voorde stad. ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, Aalst.
drukregel
Prijs der A.noncen: °=tn '5
Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst.
Vonnissen op de derde bladzijde, i frank
AALST, 8 APRIL 1»IO.
Op Zondag 1 Mei aanstaande, hul
digt de Vooruitstrevende libérale
Jonge Wacht van Assche haar Vaan
del in.
Aangezien de vrienden van Assche,
talrijk deelnamen aan de Viering der
25* Verjaring van de stichting van
onzen liberalen Werkmanskring, heeft
het Bestuur besloten aan die inhuldi
ging deel te nemen, en, rekent er op
dat de leden van den Kring op 1 Mei
talrijk aan die inhuldiging zullen
deelnemen.
Prijs heen en terug 1 fr.
De kostelooze boekerij van het Wil
lemsfonds, afdeeling Aalst, gevestigd
Graaf Egmont Groote IVLarkt, is i
alle zondagen open van 10 1/2 tot j
111/2 ure voormiddag.
De hulpboekerij te Nieuwerkerken,
bij Madame W* Van Sande, is open
alle Zondagen van 7 tot 8 ure 's mor
gens.
Nieuwerkerken. Zondag 17
April 1910, te 4 ure namiddag.
Feest vergadering welke zal opge
luisterd worden door de Jufvrouwen
van den Liederen-avond van Aalst.
De gewaagde opvoering
van Véronique in den Stads
schouwburg vanGeeraardsbergen.
0—
De vertooning van Véronique
ten voordeele van den Schoolpen
ning ingericht door de Kunstaf-
deeling der Liberale Jonge Wacht,
heeft alle verwachting overtroffen.
Gezien den grooten bijval en op
algemeen verzoek zal eene tweede
opvoering van
plaats hebben
OP ZONDAG 10 APRIL 1910,
óm 4 1/2 uren stipt,
om te eindigen rond 8 uren.
GEMEENTE EREMBODEGEM
0—
Tooneelhring DE BLAUWE STER
te geven op
17 en 24 APRIL 401O,
[Bureel om 4 u.] [Gordijn om 41/2 u.J
in de ruime Zaal
bij den heer Theop. RUYSSINCK
met de welwillende medewerking van
het Fanfarengenootschap St-Cecilia.
Men zal opvoeren
Everardj|enj:Suzaniia
of Het Boetende Landmeisje
Hartroerend drama in drij bedrijven
door H. Van Peene.
De Viool van den Duivel,
Blijspel met zang in een bedrijf
door H. Van Peene.
PRIJZEN DER PLAATSEN Voorbehou-
dene 2 fr.Eerste Rang 1 fr. Tweede Rang
50 centiemen.
N. B. Zooals voorgaande jaren is iedere
vertooning gevolgd van een BAL den Leden
der Fanfaren-Maatschappij aangeboden.
O
Ministerie van Nijverheid
en Arbeid.
A BEIDSAMBT.
Vele ouderlingen, geboren in 1843,
1844 en 1845, en welke de toelage van
65 frank wenschen tc bekomen, heb
ben nog geene enkele storting gedaan,
ten einde de som van 18 frank, voor
zien door de wet van 10 Mei 1900 op
de ouderdomspensioenen, samen te
stellen.
De Heer Minister van Nijverheid
en Arbeid heeft zooeven eenen nieu
wen welwillendheids-maatregel ten
hunnen voordeele genomen hij heeft
de Algemeene Lijfrentkas gemachtigd,
de stortingen te aanzien als gedaan in 1
1909, welke de belanghebbenden
vóór 15 April 1910, zullen
verricht hebben om zich met deze
wetsverplichting in regel te stellen.
Deze personen kunnen dus nog aan
de wet voldoen en aanspraak maken
op de toelage van 65 frank voor het
jaar 1912, indien zij al de andere
voorwaarden vervullen.
Indien er dus leden zijn of
vrienden welke in dit geval ver-
keeren, hebben ze nog slechts 5
dagen tijd om zich in regel te stel
len en recht op hel pensioen van
65 franken.
Dus Opgepast.
Namens het Bestuur
De Voorzitter
J. DE BRUEKER.
Vergadering van 29 Maart 1910,
Wetsvoorstel tot wijziging van
artikel 1775 van het Burgerlijk
Wetboek betreffende het eindigen
der landpachten zonder geschrift
aangegaan.
TOELICHTING
0
Mijne Heer en.
Dit ons wetsvoorstel vult datgene aan,
't welk de heeren Mechelynck, Buysse ert
Claes indienden op 14 Juli 1909 (nr 208)
en waarbij, artikel 1756 van het Burgerlijk
Wetboek wijzigende, zy voorstellen den
termyn van opzeg, door bedoeld artikel ver-
eischt om een einde temaken aan de pacht
van landeigendommen op zes maanden te
bepalen.
De tekst van het voorstel dier achtbare
medeleden, alsmede de toelichting, welke er
de juiste strekking van doet kennen bewü-
zen dat het enkel betrekking heeft op de
huur van landeigendommen, vallende onder
toepassing van artikel 1756 van het Burger
lijk Wetboek en dat het voorstel artikel 1775
van hetzelfde Wetboek laat voortbestaan
metal zijn gevolgen.
Daaruit blijkt dat hun voorstel slechts
van toepassing is op de huis-pacht in de
plattelandsgemeenten, dat is op de huur
van woningen in de plattelandsgemeenten,
beheerscht door artilïel 1756 van hetBur-
gerlyk Wetboek, en dat niet toepasselijk is
op landpachten, dat is op de huur van
hofsteden, landen, weiden, beheerscht door
artikel 1775 van hetzelfde Wetboek.
Ons voorstel heeft ten doel, deze leemte
aan te vullen.
Art. 1775, zooals het thans luidt, bekrach
tigt het beginsel dat de pacht van laad-
goederen, ofschoon zonder geschrift aAn-
gegaan, van rechtswege eindigt by het
vt iilryken van den tjjd voor welken zy,
vo rens het vorige artikel, wordt geacht
te zyn aangegaan
Dus, met het bestaande stelsel, kan men
de landpacht doen eindigen, dat is den pach
ter van zyn hoeve en den boer van zyn land
berooven, zonder hem zelfs een dag vooraf
te moeten waarschuwen men kan het doen
zonder hem opzeg te geven om aan de
pacht een einde te maken is het voldoende
de stilzwijgende huurvernieuwing te be
letten.
Dat is een hoogst onrechtvaardig stelsel,
't welk niets kan billijken. Er dient te wor
den opgemerkt dat artikel 1775 van toepas
sing is op pachtenzonder geschrift aan
gegaan daar groote hofsteden en uitge
strekte bouw velden altijd of bijna altijd
schriftelijk in pacht worden gegeven, kan
men gerust zeggen dat het onrechtvaardig 1
beginsel, in artikel 1775 vart het Burgerlijk
Wetboek geschreven, uitsluitend treft den
kleinen pachter, den geringen boer, vooral
den veldarbeider, die hier en daar een stuk
lands huurt om één of twee koeien te kun
nen voeden.
Berooft men, onverwachts, den kleinen
boer van zijne hofstede, den geringen ak
kerman of den veldarbeider van zyn land,
dan brengt men hem ten val, ten ondergang,
want, bijna altijd, vinden die ongelukkigen
niet dadelijk de hoeve, het land of de weide
die ze noodig hebben, zoodat ze verplicht
zyn hun vee te verkoopen, alsmede alles
wat dient voor den akkerbouw in 't klein.
Nu, men weet welke noodlottige gevolgen
deze gedwongen verkoop heeft. En, wan
neer zij, by toeval, eene andere hofstede of
ander land kunnen huren, dan nog is dit
niet bereid den oogst te geven waarop zy
rekenden voor hun weinige vee, zonder te
spreken van de meststoffen die hun zullen
ontbreken, daar zij die hebben gestoken in
de velden welke zij moeten verlaten.
Niets, daarenboven, rechtvaardigt het
verschil, door het Burgerlijk Wetboek ge
maakt tusschen de huispacht en de land-
Sacht, waar het betreft de wyze waarop
eze twee soorten van overeenkomst een
einde nemen.
De onrechtvaardigheid, waarop hierboven
wordt gewezen, willende doen ophouden,
doen wij dus het voorstel de landpachten te
onderwerpen aan dezelfde voorwaarden als
de huispachten ten aanzien van den opzeg
te geven om een einde te stellen aan de
huur wanneer de pacht is aangegaan zon
der geschrift, behalve dat, in stede van den
in acht te nemen termijn te bepalen volgens
de plaatselijke gebruiken, wij dezen termyn
onveranderlijk en zeker vaststellen op zes
maanden.
Voor de hofsteden, de bouwvelden en de
weilanden nemen wy dus denzelfden termyn
aan als dien, door het voorstel MechelyncK-
Buys Claes aanbevolen voor de huur van
woningen in de plattelandsgemeenten.
Ons voorstel, eindelijk, zal dit groot voor
deel opleveren, dat het de regeling der
rechten van den aftredenden pachter, waar
toe net ophouden van elke landpacht aan
leiding geeft, gemakkelijker zal maken
voor de partyen. Wanneer ze zes maanden
vooraf verwittigd zyn, zullen eigenaar en
huurder beter fn staat zyn om alles wat de
rechten van den aftredenden pachter uit
maakt vast te stellen en na te gaan, als
daar zijn de gebruikte meststoffen, het
zaaizaad dat in het land zit en de gedane
labeurwerken wat noodzakelijk tot uit
slag zal hebben de te talrijke rechtsgedin
gen, door de regeling van die vraagstukken
verwekt, te vermijden, J. RENS.
Wetsvoorstel
tot wijziging van artikel 1775 van het
Burgerink Wetboek betreffende het eindi
gen der landpachten, zonder geschrift aan
gegaan.
0—
Eenig, Artikel.
De pacht der landeigendommen, zonder
geschrift aangegaan, eindigt slechts door
den opzeg welke eene der partijen aan de
andere doet, zes maanden vóór het verstrij
ken van den tyd voor welken zij, volgens
het vorige artikel, wordt geacht te zijn aan
gegaan.
J. Rens, Paul Janson, R. Claes,
Arth. Buysse, A. Medhelynck.
Al de groote dagbladen hebben over
dit wetsvoorstel, dat in de Kamerzit
ting van 6 April zonder verzet in aan
merking werd genomen, goedkeurend
geschre en.
Sommige bladen onder andere La
Gazette, deelen de toelichting in haar
geheel mede, en merken op hoe men
bij 't onderzoek van sommige wetsbe
palingen verbaasd is over de mogelijk
heid van het bestaan van zulke ouder-
wetsche, anti-demokratische schikkin
gen bezonderlijkin zake van landelijke
wetgeving.
In de laatste jaren werd de meeste
aandacht op economisch gebied ver
leend aan de nijverheidsarbeiders
de landbouwersvraagstukken waren
in de steden, vooral inde groote steden,
schier onbekend het wetsvoorstel
van M. Rens, de liberale volksverte
genwoordiger van Aalst, komt ter ge
paster ure om aan allen te herinneren,
dat vele belangrijke kwestien, den
nederigen buitenman betreffende die
nen opgelost te worden.
We weten wel dat de klerikalen en
de kwakzalfdemokraten gelijk baron
de Bethune iü zijn aprilvisch op
alle tonen herhalen dat de liberalen
niets doen voor den landbouw. Doch
elke hervorming van eenig belang
voor den kleinen landman werd door
de liberalen verwezentlijkt of voorge
steld, terwijl de klerikalen uit partij
belang slechts politieke bonden stich
ten welke met de Staatspenningen
worden onderhouden.
Door het voorstel van onzen Volks
vertegenwoordiger M. Rens, zal het
den buitenlieden duidelijk worden,
dat na 25 jaren regeering de klerikale
partij nog geene ernstige poging heeft
gedaan om den nationalen landbouw
op te beuren Het zal de landlieden
doen begrijpen dat eene practische
wijziging van het landelijk wetboek,
alleen door de liberale partij kan ver-
zenlijkt worden.
DE VOLKSGAZET.
Hoewel het hiernavolgend epistel
gedagteekend is 31 Maart werd het ons
enkel besteld den 1 April in den na
middag, met de meldingen express en
aanbevolen.
't Is een flauwe aprilvisch, een ern
stig mensch onwaardig en waarvoor
een baron de Bethune alleen in staat
is, zich eene uitgaaf van 60 centiemen
te getroosten. Indien zijne politieke
secretarissen niet bekwaam zijn hem
degelijker werk te leveren dan den
hieronderstaanden zeever in pakskens,
zal de heer baron wel doen zich een
voudig te wenden tot de redakteuren
van zijn politieken boezemvriend, die
in het vak der zeeverij en aprilvis-
scherij te huis behooren.
Wat er van zij, het mishaagt ons
geenzins, onze lezers eens een staalken
mee te deelen van het vernuft der
groote mannen, die er naar hunkeren
hunne edele voeten in de schoenen te
steken van den val-nabij-zijnde groote
klerikale mannen.
Ziehier den aprilvisch
Aalst, 31 Maart 1910.
Heer Uitgever
Gebruik makende van het recht mij door
de wet toegekend, verzoek ik Ued. deze
regelen in het eerstkomende nummer van
uw weekblad op te nemen, als antwoord
op het artikel verschenen in De Volksgazet
van Zondag 27 Maart, onder den titel cc Als
het schip lek is verhuizen de ratten.
In dit artikel geeft gy te verstaan dat ik
eerlang de katholieke party zou verlaten,
omdat (volgens uwe meening) er gevaar
bestaat, dat by de aanstaande kamerkiezin-
gen de katholieke party de meerderheid
zou verliezen.
Dergelyke verdénkingen zyn gansch te
genstrijdig met myb jjverleden. met myne
dagelyksche werking en met myne diepste
en innigste overtuiging. Uit den grond des
harten aan de katholieke party verkleefd,
zal ik het altijd als eene plicht en eene eer
aanzien het katholiek vaandel te verdedi
gen.
Wat uwe voorspellingen aangaat betrek
kelijk den vermoeaelyken val der katkolieke
party, wil ik my vergenoegen te herinne
ren dat, eenige dagen geleden, een der bij
zonderste liberale dagbladen aankondigde
dat na de kamerkiezingen van Mei twee
der huidige ministers door twee andere
katholieke mannen zouden vervangen wor
den. Uwe liberale confraters stellen dus zoo
weinig vertrouwen in den uitslag der kie-
zingen dat ze zelf de mogelijkheid van een
liberaal ministerie niet durven aanschou
wen.
Wees er van overtuigd. Heer Uitgever,
de katholieke party zal uit de kiezingen van
Mei 1910 niet alleen zegepralepd maar nog
versterkt terugkeeren. (1)
Het volk zal geene vertrouwen stellen
in de liberale party, noch in de liberale po
litieke mannen die altyd onverschillig zyn
gebleven aan den vooruitgang van den na
tionalen landbouw (2) en zich weinig of niet
bekommerd hebben met het welzijn der
werkende klas (3); die, eenige dagen geleden
zich nogmaals als de vyanden hebben uitge
geven van de vrijheid van onderwys (4) en
het kind aan den familievader zouden
willen ontnemen om het aan een zoogezegd
onzydigen verderfelijk staatsonderwijs (5)
te onderwerpen die eindelijk den ouden
liberalen kreet Weg met de kloosters
(6) in een der laatste kamerzittingen nog
maals hebben doen weèrgalmen.
Weg met de kloosters Deze woor
den maken eigenlijk een der hoofdpunten
uit van het liberaal programma en moes
ten uwe vrienden aan het bewind komen,
ze zouden hunne onmacht op sociaal gebied
verduiken door vervolgingen tegen priesters
en kloosters en inbreuk maken op de kost
baarste onzer vrijheden de vryneid van
onderwys.
Geen beter bew ijs tot staving van dit alles
dan het voorbeeld gegeven door uwe fran-
sche vriendea.
Sedert tien jaar heeft het F ransch Staats
bestuur de plechtige belofte gedaan het
vraagstuk der werkmanspensioenen op te
lossen. Ten einde hunne belofte te kunnen
verwezenlijken, hebben zy de hand gelegd
op de kloostergoederen, wier waarde opeen
miljard franken geschat werd. En wat be-
slatigt men: de wet op de ouderdomspen
sioenen, is niet gestemd; de kloosterlingen
en zusters zyn uit het land gebannen de
kloosters verkocht en het miljard der op
brengst is in damp vervlogen En wat. zien
wij daarenboven nog Het Ffansch Staats
bestuur is verplicht geweest, een der kloos-
tervereffenaars die meer dan vijf millioen
had ontvreemd, aan te houden en de ande
ren te doen vervangen (7)
Dit zal de liberale propagandisten niet be
letten, wanneer ze zich op den buiten be
geven, volgens den heimelyken wensch in
het laatste liberaal kongres uitgedrukt, te
verklaren, dat ze de vyanden niet zyn van
Godsdienst en van kloosters.
Doch de Belgische kiezers zullen zich het
spreekwoord herinneren Als de vos de
passie preekt, boeren bewaakt uwe ganzen.
Aanvaard, Heer Uitgever, de uitdrukking
mijner gevoelens van achting.
(get.) Lodewijk de Béthune.
(1) Met de medehulp van vernuften
als de onderteekenaar van dezen april
visch kan het niet anders, of de kleri
kale partij zal versterkt worden gelijk
bij de vorige kiezingen, en met zulke
versterkingen ligt ze weldra in de
patatten.
(2) Wie trekt er profijt uit de Boe
renbonden, konijnenbonden, geiten
bonden enz. het zijn toch de liberale
kopstukken niet die er profijt bij heb
ben. Wij verwijzen M den baron
naar ons artikel Boerenbonden
De klerikalen hebben geene enkele
ernstige wet ten voordeele van den
landbouw gestemd,
(3) De klerikalen hebben den werk
man verlaagd tot het derde van een
deftig man door het meervoudig stem
recht ze noemen de aalmoes van
9 centen daags het werkmanspensioen.
(4) De klerikale partij verfoeit den
leerplicht en M. de Bethune stemt
daar mee in. Waarom zijt ge zoo eer
lijk niet M. den baron van te zeggen
dat de liberale hoofdmannen in de
Kamers verklaard hebben dat ze te
gen de subsidiën niet zijn der vrije
scholen, wanneer de onderwijzers de
zer scholen de noodige waarborgen
van bekwaamheid opleveren.
(5) M. Lodewijk de Bethune, noemt
het staatsonderwijs van het klerikaal
goevernement verderfelijk, wat moet
dan het partij-onderwijs zijn in de kle
rikale scnolen, waar Staat en gemeente
voor betalen zonder er iets in te zien te
hebben
(6) Neen, neen, Mijnheer de baron,
wij roepen leven de kloosters. Hoe
meer kloosters hoe meer geluk en hoe
meer welstand, gelijk in Spanje.
Als we te Aalst nog eenige kloosters
krijgen gelijk dat van St-Job# zal er