DE BOSCHGEUS'
Het Leven van
Priester Daens.
Sursum Corda.
Uit Sottegem.
Uil Erembodegem.
I\Ii\OVE.
Te Tongeren denken de klerikalen den
zetel van den heer Neven te heroveren,
maar zü rekenen zonder den waard. De heer
Neven die op vier jaar tijd het stemmen tal
der liberalen van 4,500 tot 10.400 had doen
stijgen, zal er wel toe geraken ongeveer
3,000 stemmen by te winnen, noodig om
zijn mandaat te behouden. Overigens er zal
daar een volksvertegenwoordiger meer
moeten gekozen worden, hetgeen den kies-
deeler zal doen dalen. Wat den zetel van
den heer Peten te Hasselt betreft, wy zyn
zeker dat geen enkel klerikaal het ernstig
meent als hij beweert dat die geliefde
volksvertegenwoordiger niet meer zal her
kozen worden.
Te Gent en te Luik is de toestand tamelyk
duister en 't ware moeilijk ietwat gegronde
veronderstellingen te maken.
Maar zooals de zaken staan is het moge
lijk, in de provincie Henegouw alleen, twee
zetels aan de klerikalen te ontnemen en er
twee andere op hen te heroveren.
Onze vrienden van Kortrijk en Nyvel
toonen ons wat taaie wil en goed begrepene
propaganda vermogen. Volgen wij hun
voorbeeld. Dit jaar reeds, van af den aan
staanden winter ten laatste, dient er in al de
arrondissementen waar het kiezerskorps in
1912 ter stembus geroepen wordt, doch
vooral in de provincie Henegouw, eene
doeltreffende anti-klerikale propaganda ge
maakt te worden.
M. Piet er Daens schrijft of ten minste
laat verstaan in zyn Land van Aelst, van
zondag laatst dat hij destijds naar de Volks
gazet twee boekdeelen van 't Leren van
Priester Daens zou gezonden hebben en
zegt hij, de verstokte doktrinairs die ze zyn,
ze willen over dit werk niets zeggen,ze hou
den de twee boekdeelen en gebaren van
niets.
We houden er aan te verklaren dat M
Daens zich bedriegt wanneer hij staande
houdt aan ons blad of aan hare redactie
raad de twee bewuste boekdeelen te hebben
gestuurd
We hebben die boekdeelen noch ontvan
gen noch gezien en de beschuldiging dat
wij boeker* gehouden hebben en van niets
hebben gesproken is totaal onwaar.
We verwachten overigens M. Daens
het bewijs zijner gezegden, en namelijk
het bewijs dat verscheidene Aalstersche libe
rale opperhoofden vruchteloos zouden
opgespeeld hebben omdat ons blad over
't Leven van Priester Daens niets zei.
We kunnen in de polimiek niet altijd tot
akkoord zyn maar dat belet niet dat we
ons geen kwetsende onwaarheden naar
't hoofd moeten laten slingeren.
Wat nu de politieke werking zelve van
Priester Daens betreft en al 't goede dat hy
gesticht en de diensten die hy aan de Demo
krat ie bewezen heeft, we hebben dat meer
dan eens erkend en geschreven onze goede
trouw kan dienswegens niet in twijfel wor
den getrokken.
Ziehier overigens het lofartikel dat in ons
blad verscheen wanneer Priester Daens over
leed en te vroeg aan de demokratie werd ont
nomen ten gevolge der onophoudende en
onmenschelyke vervolgingen der klerikale
partij, met dewelke eerstdaags misschien, de
christene demokraten een verbond zullen
sluiten.
De Volksgazet schreef alsdan
Dood van Priester Daens.
Vrijdag namiddag verspreidde hier zich
bliksemsnel het nieuws van 't overlijden
van PRIESTER DAENS de edele man be
hield tot zijne laatste oogenblikken zyn
geestvermogen. Hij bezwijkt uitgeput en
verbrijzeld door een politieke stryd waarin
HIJ, de eerlijke man, het onderspit heeft
gedolven.
PRIESTER DAENS was een dier volksge-
i de mannen die de pauselijke encykliek
Re rum Novarum ernstig opnam; HIJ
sprongin de bres tot verdediging en versprei
ding van 't pauselijk woord, doch HIJ stuitte
b j' ii de vyandschap van den volkshater
Woeste en tegen de macht van Monseigneur
Stillemans, bisschop van Gent, die niet leed
dat dien discipel van God op rechtzinnige
wijze de leering van zijnen Meester ver
dedigde, omdat die leering de machtigen en
grooten geen voordeel bijbrengt.
PRIESTER DAENS werd gehoond, ver
volgd, gebroodroofd, ja zelfs uitgehongerd.
Men ontnam Hem de uitvoering van zyn
priesterlijk ambt; ineen woord niets werd
ilem gespaard de oneerlijkste, de vuilste,
d'- lafste middelen werden door de klerikalen
aangewend om den moedigen volkskampioen,
den vurigen redenaar tot zwijgen te bren
gen, om Hem onmachtig te maken.
En het doel hebben de klerikalen bereikt,
want op 't laatste bevond zich de arme
priester bijna alleen, verloochend door de
eenen. verstootendoor de anderen. Eindelijk
overviel de ziekte Hem, gevolg van zyn
onophoudend en edel strijden, en als jakhal
zen hebben de klerikalen zich op dien zie-
ofric Belgische Vaderlanders
TEN JARE 1586,
door J. J. M O K E
Vrij in de Volkstaal overgebracht.
o—
Frederik liet zyn draver zonder doel
voortrennen. Hij was gekwetst en als door
de smart bedwelmd. Maar wanneer het
.edelmoedig dier hem, na een langen omweg,
op de plaats gebracht had vanwaar hy ver-
.trokken was wanneer hy hem op den heu
vel en bij het graf zijns vaders zag het is
hier dat ik moet sterven, zegde hy by zich
zei ven en van zyn paard stijgende vaar-
wel mijne goede gezelle 1 vaarwel 1 ik zou
ondankbaar zyn, moest ik u nog langer aan
.'t gevaar blootstellen 1
Hij naderde den grafsteen, vestigde een
dro- vigen, maar nog fieren blik, op het
'opschrift. Myn vader, mompelde hy, myn
vader, wij zullen weldra vereenigd zyn.
Gij w<t. gij, daf ik aan mijne eer niet te
kort gebleven ben.
Een troep gewapende mannen schoot toe
hij erkende de heer van Ravel, en lietzorg-
ken man, op dien verzwakten geest gesme
ten om Hemde afzwering zijnerdemokra-
tischegedachten af te dwingen. Nadat ze
Hem jaren en jaren hebben vervolgden ge
marteld, (oorzaak zijner te vroege dood,)
hebben ze Hem dan ook nog zedelijk vernie
tigd en vermoord.
Ziedaar wat de klerikalen met PRIES
TER DAENS deden schande, duizendmaal
schande over die huichelaars
PRIESTER DAENS zal in het harte van
alle rechtzinnige lieden gekend en geëerd
blijven als een edelmoedige man, een eer
lijke ziel, die 't- volk beminde en wist te
lijden om dezes rechten tegen grooten en
machtigen te verdedigen.
Dat HIJ in vrede ruste.
Ziedaar wat wy liberalen van Priester
Daens dachten en nog denken en dat men
ons nu niet meer naar 't hoofd slingere
dat we nydig zijn op al wat daensist is, als
we soms eene slechte stemming beknibbelen
van den volksvertegenwoordiger M. Pieter
Daens zooals b. v. 't millloen der
kloosters waarbij ons talrijke werk
lieden en nederige zwoegers toch niets
te winnen hebben.
Een der doctrinairs met vooruit
strevende gedachten.
Sur sum Corda Hoog de harten liberale
vrienden en medestrijders I Onze denkbeel
den van vryheid en verdraagzaamheid win
nen voordurend veld, traag maar zeker en
onweerstaanbaar. Daarom moeten wy on
vermoeibaar den stryd voortzetten tegen
het klerikalism, tegen het fanatism onder
al zyne vormen.
Eene plotselinge, al te schielijke omzwen
king van een overgroot getal stemmen kan
wellicht eene oorzaak hebben welke toege
schreven moet worden aan buitengewone
omstandigheden, waarmede de uitbreiding
onzer denkbeelden niet in verband staat, en
waarop dan ook allicht by een eerstvolgende
gelegenheid teleurstellingen volgt.
Eene geleidelijke, onafgebroken steeds
grooter wordende aanwinst van stemmen
wyst integendeel, op eene voortdurende
uitbreiding onzer denkwijze, waar op men
vasten steun kan nemen, voor verdere en
immer meer doordringende propaganda.
Wat meer is het huidige kiesstelsel is nog
immer aan den proeftijd of gelijk onze acht
bare volksvertegenwoordiger M. Ren8 het
zei in een zyner merkwaardige artikelen in
onze Volksgazet afgekondigd het kiezers
korps van het Algemeen Stemrecht is nog in
zijn leertyd en hier even als in Frankrijk
duurt het jaren lang vooraleer het een dege
lijk en democratisch gebruik weet te maken
van zyn recht. Juist door het bezit van het
kiesrecht, zal het volk er de waarde leeren
van kennen.
Wanneer we nu zien, dat ondanks het
meervoudig stelsel dat ten voordeele is
der klerikale party in de verhouding van 3
tot 2, stelsel dat natuurlijk eerlang verdwij
nen zal de liberale party in 't bezonder,
de antiklerikale partyen in 't algemeen, be
stendig vooruitgaan en het klerikalism stap
voor stap achteruit dringen mag men zeg
gen dat de laatste dagen van het klerikalism
in Belgie geteld zyn.-
Want als we de meerderheid zullen be
reikt hebben met het meervoudig stelsel en
die bereiken wy toch zal die meerderheid
gelyk we 't hierover zegden een derde groo
ter wezen met het zuiver Algemeen Stem
recht 't eenig stelsel dat rechtvaardig is en
strookt met het artikel der Constitutie welk
zegtAlle Belgen zyn gelyk voor de wet.
Sursum Corda. Hoog de harten. De
vooruitgang is niet te stuiten, door geene
machtde stroom keert niet terug naar zyn
oorsprong, voor een poos kan men hem af-
dyken, maar hy klimt, klimt immer hooger
en werpt weldra alle hinderpalen uit de weg,
om met vernieuwde en grootere kracht zijn
loop te hernemen.
Buiten het barbaarsche Rusland is Belgie
het eenige land van Europa waar de kleri
kalen nog de meerderheid zijn in Europa.
Op de politieke kaart van Europa staat
Belgie alleen nog aangeteekend met eene
zwarte vlek. Eene vlek van ongerechtigheid,
door de eerloosheid der meervoudige stem
men. Welnu die vlek zullen de mannen van
vooruitgang en democratie welhaast doen
verdwijnen.
De aanwinst der liberale party is nog
rooter geweest den 22 mei, aan het eerst
leek. Hoe ongelooflijk het ook schyne toch
is het gebeurd, dat by de optelling der stem
men te Brussel, de personen daarmede ge
last eene dwaling begingen van 3000 stem
men ten nadeele der liberalen. Alhoewel de
uitslag daardoor niet gewijzigd wordt heeft
het Liberaal verbond, de misgreep officieel
doen vaststellen, zoodat de liberalen in
Brussel 100,000 stemmen bekwamen, zy
eene aanwinst van 10.884 stemmen.
Overal won de liberale party honderden en
duizenden stemmen aan, en zy heeft thans
een vertegenwoordiger meer in de Kamer.
We naderen, traag maar zeker het doel
de verplettering van het klerikalism en
daarom Hoog ae harten I Sursum Corda
vuldig 't vizier zijns stormhoeds voor't aan
gezicht glijden. Hij wilde zich nog verdedi
gen, maar zyn arm kon den degen niet meer
opheffen hy verbrijzelde deszelfs lemmer
op den steen van het praalgraf, kruiste de
armen op de borst en wachtte met verheven
hoofde, vastberaden houding, zonder hoop
noch vrees, het oogenblik af waarop zyn
lot moest voltrokken.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Geen wonder is het als men door
groot misnoegen gekwollen is en
als het verstand in storing verkeert.
Gargadtua, e. xxxi.
Bij zonnenondergang, k.wam de oude heer
d'Agua op zyn kasteel terug, na de vluch
telingen achtervolgd te hebben.
Hy vond in de voorplaats den ridder van
Ravel, die hem toeriep van als hij hem had
ontwaard
Welnu 1 myn gebuur 1 Ik wachtte
met ongeduld op u ik heb een krijgsman
gevangen genomen en heb hem in den noor
dentoren van uw kasteel opgesloten, met
twee myner lieden om hem te bewaken
want gy zyt onze hoofdman, en ik ken de
regeltucht 1 't is aan u hem te ondervragen.
Wy zullen daar morgen over spre
ken, heer van Ravel. Maar, laat hooren, is
het een dier geuzen Op myn woord ik
Schoolstrijd.
(Vervolg en slot).
Van een schoolstrijd willen wij niet
Overigens, wij weten heel goed dat België
bestaat uit twee goed afzonderlijke deelen
het verlicht België, ae groote steden en de groote
nijverheidsmiddens uit het Walenland, en het
verachterd België, de kleine steden en de
Vlaamsche boerendorpen.
Daaruit volgt dat het zeer moeilijk zal zijn
eene schoolwet te maken die op die Deide gees
testoestanden, zóo verschillend onder gods
dienstig en wijsgeering oogpunt, past.
Derhalve blijft het integraal behoud dor ge
meentevrijheid op onderwijsgebied en de plaat
selijke keus wat betreft b©t godsdienstig onder
richt, door de volksvertegenwoordigers der
linkerzijde verdedigd tijdens de bespreking der
schoolkwestie in de Kamers, volkomen gerecht
vaardigd, daar het de eenige middelen zijn om
de schookwestio in vredelievenden zin op te
lossen.
Wij willen aannemen dat, ondanks het ver
val sent meervoudig stemrecht, de meerderheid
van een gemeenteraad de meerderheid der fa
milievaders cener gemeente vertegenwoordigd.
Beslist die meerderheid dat de godsdienst niet
zal ingeschreven worden op hetschoolprogram-
ma, dat hare beslissing geëerbigd worde wil
zij dat de godsdienst in een of meer scholen
onderwezen worde, dat haar wil geschiede.
Op die wijze worden de rechten der meerder
heid van de huisvaders geëerbiedigd.
Wat de rechten der minderheid betreft, daar
van zou worden rekening gehouden als volgt
1. In de gemeenten, waar het godsdienstig
onderricht niet voorkomt in het sehoolpro-
framma, zouden een of meer schoollokalen ter
eschikking gesteld worden van de priesters
om er voor of na de schooluren, 't godsdienstig
onderricht te geven of te doen geven aan de
kinderer wier ouders zulks gevraagd hebben.
2. In de gemeenten waar het godsdienstig
onderricht slechts in enkele scholen zou wor
den gegeven, hebben alle huisvaders vrijen
keus.
3. En in de gemeenten waar het godsdienst
onderwijs op het programma van alle scholen
voorkomt, zouden de minderheden alle gemak
hebben om hunne kindoren van den godsdienst
te ontslaan.
In 't kort, in de groote steden zou de wet
van 1879 en in de boerengemeenten de wetten
van 1884-95 toegepast worden met dit verschil,
dat deze laatste letterlijk en in een meer vrijge-
zinden geest, meer met onze grondwet overeen
komende, zouden toegepast worden.
Buiten het godsdienstig onderricht, zou de
school een onzijdigen aard moeton hebben,
't is te zeggen dat do onderwijzers de godsdien
stige gevoelens der eenen noch de wijsgeerige
gevoelens der anderen zou mogen aanvallen.
't Hindert ons niethoe de onderwijzer gelooft,
denkt als bijzonder mensch, als burger, als kie
zer, als huisvader, als geleerde, als opvoedkun
dige. Iets maar heeft ons groot wordend volk,
dat eiken dag meer ontwikkeling en vrijheid
noodig heeft, te wenschen de onderwijzer
houdc zijne school rein, ongeschonden, rein
van alle dweeperij, die besmetting is. Een dwe
pend onderwijzer is erger dan een moorde
naar, dan een verkrachter. Deze vernietigen
een wezen, gene vernietigt den geest, ver
kracht de hersens.
De school rein houden, mooi, verkwikkend,
onzin eruit als ziekte en dood werendaarin
staan, niet als dwingeland, doch als leider
niet als straffer, doch als kweekerniet als
vergiftiger, doch als geneesheer niet als kwak
zalver met loon voor 't goed en vuur voor
't kwaad, doch als bewuste stichter van geloof
in en betrouwen op de menschelijke waardig
heid, het geluk van voorspoed en vooruitgang,
het leven naar de voorschriften eener alge-
meene zedelijkheid.
Het kind ga dan na de schooluren naar den
wensch zijner ouders. Een enkele zaak moet de
onderwijzer aan 't hart liggen alle ouders
met de hand op het geweten te kunnen zeggen,
dat hun kind oneindig beter en reiner, oueindig
waardiger mensch de school verlaat, dan het
er binnen kwam.
De striid van den onderwijzer is niet tegen
eene mededingende school, gelyk 't klooster' en
't kollegie van Sottegem die stryd voeren tegen de
gemeenteschool, maar enkel tegen de onwetend
heid, tegen de ondeugd.
Het openbaar onderwijs in bovenstaande
voorwaarden ingericht zijnde, en mochten de
klerikalen dan nog daartegen een nieuwen
veldtocht voeren, zoo werd hun wel eens het
bewijs geleverd dat er in België een geweten
wakker is, dat de vroegere door hen begane
eerloosheden onmogelijk maakt.
Wii weten wel dat ae klerikalen een ideaal
hebben, namelijk DE STAAT BUITEN DE
SCHOOL en dat zij er stapswijze naartoe
gaan. Doch wij antiklerikalen hebben ook ons
ideaal, en wel Be icereldlijkheid en algeheele
onzijdigheid der school. Be pastoor in de
de kerk, de ondericyzer in school.
Daarom moeten wij de zaken niet brusquee-
ren, want den geest van een volk verandert niet
in een oogenblik. Laat ons dus ook stapwijze
vooruitgaan met en voor den vooruitgang.
o—
Het doet ons genoegen te mogen vaststellen
dat, ingevolgo de klacht waarvan wij ons over
een tweetalmaanden de tolk maakten, ons ge
meentebestuur eindelijk onze vraag tot verbe
tering van de zijpaden der Neerstraat ingewil
ligd neeft. Inderdaad, sedert eenige dagen
werden de meest in slechten staat verkeerende
gedeelten der ziipaden van bedoelde straat met
kiezel bestrooid, zoodat wij in 't toekomende,
in de modder niet meer zullen moeten plassen.
Wij vernemen ook dat de Groenstraat met
sintels werd overgoten, zoodat ook, aldaar, de
slijkpoelen zullen verdwenen zijnnochtans
wordt ons verzekerd dat, bij de verbetering
weet er niets van. Het is degene die de lans
met mij wilde kruisen en die de vlucht ge
nomen heeft, in plaats van den strijd aan te
gaan. Maar ik heb geen wrok tegen hem
'tis heel eenvoudig dat een boerenkinkel
verschrikt geweest is van een ouden krygs-
man zooals ik.
Heeft hy het uitzicht van een woest
mensQh
Ik heb hem niet gezien. Hij scheen er
belang in te stellen zyne trekken verborgen
te houden en gelyk het zou kunnen gebeu
ren dat het de leenman van den eenen of
anderen kasteelheer zy, heb ik verboden
hem op dit punt te dwarsboomen want gij
fevoelt wel dat ik niet zou willen hebben
at er gezegd worde dat ik op het punt ge
weest ben mijne lans tegen eenen onzer
boeren te breken. Weet gy dat er dry my
ner leenmannen aan den oproep niet beant
woord hebben, en die vermetele heeft zoo
heel het uitzicht van men Seppetsche de
Lange of myn Karl de Root.
Het gerucht eens rijtuigs met vier paar
den bespannen, dat op dit oogenblik voor de
poort stand hield, stelde een einde aan dit
gesprek. Verduiveld I zegde de ridder van
Ravel, na door het venster geloerd te heb
ben, 't is onze bisschop, meester Petrus de
Cortegy moogt hem alleen ontvangen,
myn goede gebuur want ik maak niet
geern buigingen voor die gemijterde hoof-
van bedoelde straat, niet genoeg gezorgd werd
voor voldoenden watorafloop, zoodat alles laat
veronderstellen dat, bij regen, het water mid
den de straat zal blijven staan Zoo 't waar is,
vragen wij dat het Schepencollege in die leemte
voorziet. Wij betalen immers lasten genoeg
om hier, ter stede, goede wegenissen te hébben
Nog een sater 1
Na Deerlijk, Harelbeke, Dixmude, Lokeren
en zoovele andere Vlaamsche dorpen, komt de
femeente Sottegem ook getroffen te worden
oor een aanslag op de zoden die bij alle ouders
groote onrust baart.
Maandag laatst, rond 1 uur 's namiddags,
werd bij Karei Gillis, gazetverkooper en tevens
logementhouder alhier, op dezes 5 jarig meisje
een aanslag op de zeden gepleegd door den /3
jarigen weduwenaar L. G., sedert weinige da-
fen om zijne groote stoutheid uit het stedelijk
ospitaal weggejaagd en op logement bij ge
noemden Gillis.
Onder belofte het 's anderendaags eenige
snoeperijen te zullen koopen, had G. het on
schuldige meisje naar zijne kamer gelokt, al
waar een ander logeergast hem weinige oogen
blikken daarna bezig vond zijn walgelijken
aanslag te plegen. Zonder dit gelukkig toeval,
stond het meisje wellicht ook reeds onder de
dooden aangeboektdoch voor 't oogenblik is
alle gevaar geweken,
G., die niet het minste berouw gevoelde over
zijne walgelijke daad, werd weinigo oogen
blikken daarna aangehouden en in de stedelijke
gevangenis opgesloten, vanwaar hij Dinsdag
morgend naar Audenaerde werd overgebracht.
Denzelfden dag, in den voormiddag, had die
oude vuilaard zijne weinig hoffelijke manie
ren reeds uitgehaald bij den heer Joseph Coes-
sens, herbergier en horlogiemaker aan de kerk,
waar hij met veel stoutheid wilde te werk
gaan doch, gezien de weinig inschikkelijkheid
der bazin, die hem bedreigde haar man te zul
len roepen, weldra het hazenpad moest
kiezen.
Naar het schijnt, was het reeds de tweede
maal (de eerste maal 's Zondags) dat G. het
meisje verleidde, en naar de verklaring welke
het slachtoffer gaf aan het parket van Aude
naerde, dat Maandag en Dinsdag alhier een
onderzoek over deze erge zedenzaak deed, mo
gen wij besluiten, dat de vuige kinderverpros-
ser lessen van zedenbederf aan het kleine
meisje opdiende.
Hopen wij dat het gerecht den ouden vuilaard
eene welverdiende straf toedione, opdat hij voor
immer in de onmogelijkheid gesteld worde
zijne vuige praktijken op onze onschuldige kin
deren uit te voeren. Zulke zedenbedervers hoe
ven voorgoed uit de samenleving geweerd wij
kunnen aat volkje het bost missen.
-o
Liberale Jonge Wacht.
Morgen, Maandag G Juni, om 8 ure 's avonds,
Algeineene Verplichtende Vergadering in het
lokaal van den Liberale Kring.
Aangezien het de laatste vergadering is die
wij hebben voor het inhuldigingsfeest van 19
Juni aanstaande, mag niemand afwezig zijn.
Dus allen op postom 8 ure stipt.
Op Donderdag 26 Mei om 4 uren namid
dag was het dat onze gemeenteraad was
bijeengeroepen om zekere punten van be
lang te bespreken, waarvan een der bijzon
derste, de benoeming van den Gemeente
ontvanger was. Al de kandidaten (en ze
waren ten getalle van drij) waren bokken,
onnoodig te zeggen dat onze dompers met
leede oogen dien dag te gemoet zagen, en
dan ook zoolang mogelijk gewacht hadden
om er mee voor de pinne te komen. Van de
drij kandidaten hadden er twee bezonderlyk
ferm gewerkt om de plaats te bekomen, het
zyn de heeren Alph. Verhegge en Robert
Mollaert. De eerste is hoofdonderwijzer
onzer gemeenteschool, trekt een mooi som
metje voor zanger in de kerk en is agent
van de brandverzekering La Belgique,
wat hem ook eene schoone som opbrengt,
den anderen is een jongeling zonder vaste
Sositie of eigentlyke broodwinning, van
eftige ouders, en tevens de zoon van een
oud katholieke Schepene onzer gemeente.
Alhoewel domper, waren vele liberaley
overtuigd dat Mollaert de plaats zou beko
men hebben, en ook in de dompersrangen
(wel te verstaan in de mindere klassen die
hoegenaamd niets in de pap te brokken heb
ben) had Mollaert vele vrienden. Zoodus
was het algemeen gedacht dat Mollaert ging
gekozen zyn, te meer dat ook onze dom
persraadsleden hun woord aan hem hadden
gegeven en vast beloofd hadden voor hem
te stemmen. Er was dan ook tamelyk veel
volk ter zitting gekomen om den uitslag
der stemming te vernemen.
Zie op eens verschijnen de gemeenteraads
leden, want het was in geheime zitting te
doen, het volk vraagt angstig aan een libe
raal gemeenteraadslid aan wie de plaats
was gegeven en het antwoord klonk aan
Verhegge.
Verwenschingen, allerlei benamingen
werden er naar het hoofd onzer dompers ge
slingerd, die alweer op verzoek der geeste
lijken en zekeren kazakkeerder de plaats
aan eenen der kliek hadden gegeven. Na de
stemming was het waarlyk schoon eens al
die muilentrekkers te zien defileeren, want
terwijl onze fameuze domperskliek in eene
herberg een glas was gaan drinken, was
zekere persoon den gekozene gaan roepen
die weiara het huis verliet, en aan zyne
weldoeners, de dompers (waaronder oude
vijanden) de hand kwam drukken en hen
den. Tot wederziens 1 Maar van pas, indien
hy u den gevangene vraagt, levert hem
maar. Het is beter dat die ondervragingen
door die heeren inkwisiteurs gedaan wor
den dat men er elders niets van wete en
ik zal aan de boosaardige zinspelingen, be
trekkelijk dien boer, niet blootgesteld zijn.
De ridder vertrok na zyn gedacht geuit te
hebben en een oogenblik daarimtraa de bis
schop binnen. Het was een dier mannen
wier aangezicht terzelver tijd het geweld en
de stijfhoofdigheid des karakters uitdrukte
en wier minste beweging de gevoelloosheid
en de kleinheid van geest verried de twee
kanonniken die hem vergezelden hadden een
aangenamere uiterlijke. De oude heer ont
ving hem middelmatig goed want de over-
drevene verwaandheid van dien geestelijke
had hem in 't algemeen verachtelijk ge
maakt.
Heer d'Agua, vroeg de prelaat, zoodra
zij in de zaal getreden waren, is niet een
enkele dier baanstroopers in uwe macht ge
vallen
Verschooning, Monseigneur, de heer
van Ravel heeft er eenen vastgenomen.
Alleenlijk eenen
Uwe hoogweerdigheid kan wel raden
dat zij zich niet levend laten vangen.
En die gevangene waar is hij
Hy is hier ten mijnen huize Monseig
neur.
bedankingen toesturen. Onmiddelijk hier
op verscheen er een ander leger, het waren
drij geestelijken, pastoor, onderpastoor en
vreemden geestelijke, handdrukkingen
hadden plaats er werd proficiat gewenscht,
in een woord elk zag dat deze mannen ook
op voorhand met den uilslag der kiezing
bekend waren. Het volk van Erembodegem
heeft alweer eens kunnen oordeelen wat
felle kleppers onze dompers zyn, het heeft
kunnen bestatigen dat het niet genoeg is
domper te zijn, maar wel eerst en vooral de
vriend der geestelijken in 't algemeen te
zyn en van zekere soort kazaKkeerders,
thans haantjes vooruit der dompers in 't bij?
zonder, die samen met de geestelijken be»
slissen wat onze fameuze dompersslaven
van onzen zoo doornuftigen gemeenteraad te
doen en te laten hebben.
Dat onze dompers met deze benoeming
en de benoeming van den veldwachter, in
het dorp vele vijanden hebben gekweekt be
wijst de woede onzer dorpelingen, zonder
onderscheid van denkwijze. En het grootste
deel der bevolking is overtuigd dat zoolang
onze dompersslaven de meerderheid behou
den er voor hen niets meer te bekomen is,
en alles wordt gegeven aan de slipdragers
der geestelijken en kazakkeerders, die zoo
wat een 30 tal leden groot, de party der
dompers uitmaken. Of dit hier nog lang zal
duren daaraan begint men fel te twijfelen,
want uit alle monden klinkt het dat het toe
komende maal gedaan moet zijn met onze
dompers in de eerstkomende gemeentekie-
zing, en er moeten mannen aangesteld wor
den die vry van zich zelveu zijn en niets
voor oogen hebben dan de belangen der ge
meente te verdedigen.
Kort na de gemeenteraadzitting is de heer
R. Mollaert naar het dorp gekomen, heeft
met eenige gekende liberalen verscheidene
herbergen bezocht en verklaart aan elk wie
het hooren wilde, dat Hij ontslag nam van
al de dompersmaatschappijen waarvan hy
deel maakt, en alles zal doen wat mogelijk is
om onze gemeente te helpen verlossen van
het zoo hatelijke dompersjuk, waaronder
wy helaas (dank zy de politieke geestelyken)
maar al te lang liggen versmacht.
Wy vernemen uit goede bron dat de heer
Mollaert Robert woord heeft gehouden, dat
ons pensioenkasje de medalie der suskens
heeft ontvangen en dat hy ook met nog een
gebuur van den Hoogeweg (een spelend lid
onzer krotters) zyn ontslag als lid van
't muziek heeft gegeven, om te protesteeren
tegen de benoeming welke die kliek ten na
deele van hem heeft gedaan, en bijzonderlijk
om te protesteeren tegen de woorden van
zekere dompers die in ae herbergen alle laffe
verwijtingen in zyne afwezigheid op hem
uitkraamde, maar ferm op hunne plaats
werden gezet door andere toehoorders, die
dan ook zekere benoemingen met alles wat
er toen rond gezegd werd, naar het hoofd
dier zonderlinge dompers slingerden.
Wy laten thans het woord aan onze dom
perskliek, die nog onlangs zoo stoutmoedig
over ontslagen die by het liberaal muziek
gedaan waren dierven vragen stellen, en op
de gegeven vragen het antwoord schul
dig blijven, wy herhalen onze vragen
nog eens 1. Hoelang zekere muziekover-
ste naar zyn geld heeft moeten wachten
2. Waarom en door welke reden den Heer
J. Gammaert geen muziekoverste by uw
dompersmuziek meer is 3. Hoeveel spe
lende leden hun ontslag hadden genomen en
waarom 4. Of het waar is dat er thans ook
ontslagen zyn toegekomen in 't muziek en
by de suskens 5. Waarom zij tegen den
heer R. Mollaert hebben gestemd wien noch
tans de plaats beloofd was.
Ik zou nog een aantal vragen kunnen
stellen aan onze dompersreporters maar zal
er my voor vandaag mede te vreden stellen,
vast overtuigd dat even als de laatste maal
het antwoord achterwege zal bly ven, wat
nog eens te meer hunne onmacht aan het
volk zal bewijzen.
Driedubbele aanhouding.
Onze stad werd Vrijdag morgend in rep en
roer gebracht. Het gerucht verspreidde zich
bliksemsnel rond 8 ure dat bandieten een re
volverschot gelost hadden op onzen politie-
kommissaris.
M. Thuylie had inderdaad drij personen aan
gesproken die hem verdacht voorkwamen, op
t oogenblik dat hij den tram voor Brussel dacht
te nemen. Hij eischte hunne papieren. Een
hunner trok een revolver uit den zak, dreigdo
te schieten en nam dan de vlueht per velo met
de andere spitsboeven.
Zoo was het dat de ongelukkige agent Haut-
man, den 11 Maart 1.1. den dood vond. Het is
de herinnering aan dit slachtoffer van den
plicht, welke bij de bevolking een gevoel van
woede en wraak deed ontstaan.
Zij leende aan onze politie sterke hand in het
opzoeken der drij vreemdelingen.
Commissaris Thuylie richtte het vervolgings
plan in, nu ook bijgestaan door zijne agenten
en de brigade der gendarmerie.
Het duurde niet lang of men ontdekte den
gevaarlijken trio in een lcoornveld, waar zij
zich verscholen hadden.
De aanhouding had slecht na een hevige
worsteling plaats waarbij de boeven leelijk
van hunne pluimen lieten.
Wilt gy mij hem ter hand stellen
De grijsaard aarzelde een weinig hy
gevoelde een zeker geheimen afkeer om de
krijgsgevangene in de wreede handen des
prelaats en zyner inkwisiteurs over te leve
ren. Hy is gevaarlijk gekwetst,antwoordde
hy.
Reden te meer opdat ik hem zonder
tyd te verliezen ondervrage, antwoordde de
bisschop op hoogd ra venden toon. Gy weet
mynheer, dat de omzendbrief van onzen
H. Vader en de bevelschriften des konings
in dergelijke gevallen volmacht aan 't gees
telijk tribunaal voorbehouden.
Maar uwe hoogweerdigheid is niet on
bewust dat wij in weereisching zyn de
staten
Gij verwondert my, heer d'Agua, U die
ik steeds voor een godvruchtig man erkend
heb gij zoudt u moeten herinneren dat ik
geene tegenwerpingen gemaakt heb, toen
tij mij verzocht u eenen dienst te bewijzen
at ik u zonder aarzelen beloofd heb de noo-
dige dispensatien te verschaffen, voor het
huwelijk uwer dochter met haren neef.
Die trek bewoog den oude edelman.
Wordt voortgezet.