DE BOSCHGEUS NINOVE. Uit Sottegem. AALST. In 'l jaar 1911. Mingelamangel. is, mii behoorlek op de hoogte te stellen van aOe huidige toestanden. Ik raadpleeg de Onderwyzers Officieele, aangenomene, vrije, en het zy gezegd tot hunne eer, nooit wezen zy mij af maar gaven, met een dienstvaardigheid, die ik op prys stel, alle inlichtingen die ze my verleenen konden. Die heb ik benuttigd. En in myne Redevoering uitgesproken in de Kamers, den 24 en 25 Februari 1910, heb ik het ideaal der Christen Demokratie aangetoond- Kosteloos en beter ingericht Onderwijs. Gezonde lokalen. Moderne leermiddelen. Betere jaarwedden opgaan de met de dienstjaren. Ernstig afgeleerde leerkrachten. Verplichtende Onderwys. Vrye keus der school. Nu daarover hoefde ik niet te spreken ik ben geen schoolman, ik ben totaal onbe voegd en zwegen was mjjn vak I Dat is de redeneering, de logiek van J. Denderzoon.(2) Of de Onderwijzers het eens zyn met de logiek van dien schrijver, weet ik niet, maar ik betwijfel het sterk en de brieven van dank en aanmoediging die ik ontving, zelfs van de vrienden der volksgazet doen mij gerust het tegenovergestelde denken en vermoeden dat hij, zelfs by zyn Lezers, niet den bijval zal vinden dien hy verhoopt. (3) Men rekent het my als een grief aan dat ik het 1 miljoen stemde voor de arme Onder wijzers die werken in de vrye scholen, en die, al behooren ze tot het groote bewaar- dersleger, toch menschen zyn, broeders dus, die in nood zyn, honger lyden, vrouw en kleintjes hebben die in gebrek leven Aan hen heb ik by de stemming gedacht en 't was JA zonder aarzelen en met klare stem. (4) De Liberalen wryven my dat als een mis daad aan. Naar de ryke kloosters zullen de dikke brokken gaan, schreeuwen ze Niets zal terecht komen in de handen der uitge- hongerden De beloften der klerikalen zijn van geen tel I... 't Ware jammer als het zoo ware en 't ware slecht handelen. Maar wy mogen niet altyd van de men schen het slechtste denken. Als ik aan een arme, die om een aalmoes bidt, een geldstukje geef, denk ik dan maar voort dat hy het in de eerste kroeg zal gaan verteren (5) Ik zal opletten, op myn hoede zyn en spre ken als het noodig is. Iets blykt uit de art. van Denderzoon zyn haat tegen 't vrye Onderwijs. Hy ziet met voorliefde naar de officieele scholen, naar de Staatsonderw ijzers. Ik zag enkel de droe ve toestanden, de hongerloonen Ik stemde met de klerikalen Ziedaar de grove|zonde Maar stemmen de Liberale Volksvertegen woordigers niet soms met het Goeverne- ment In geldzaken verstaan ze elkander wonder goed Zy stemden allerhande prachtwerken, mil- lioenen voor 't Paleis van den Koning, die veel meer dan de kloosters, schatrijk is. Ja, maar dan is het om de Vaderlandsliefde te doen By my gelde de Broederliefde hooger. (6) Ik tracht de hongerloonen weg te krijgen om 't even waar. Ik heb met den heer Buyl een wetsont werp neergelegd strekkende om de honger loonen der Staatsonderwyzers eenigzinste verbeteren. Dat voorstel werd verworpen omdat vele liberale representanten afwezig waren. (7) Welk is het gevolg van mijn werking Heeft de heer H. Carton de Wiart geen Wetsontwerp overgelegd waardoor de yijfde reeks wordt afgeschaft en de aanhang- jaarwedde verhoogd Dat wetsontwerp zal nog dees jaar gestemd worden als de Liberalenniet schitteren door hunne afwezigheid of niet paireeren met Katholieken, die om financiezaken niet kunnen afkomen maar dat alles wordt niet geteld (8) Waarom Omdat ik medelnden heb gehad met de arme Onderwijzers der Vrye Scholen. De vriendelijke groeten. P. DAENS, V ol ksvertegen woord iger (1) Is het wel M. Pieter Daens, die dat zegt, de man der onhebbelijke woorden en uitdrukkingen, de man van trispalul en ander gebrul, 't Is waarlijk al te gek. (2) Wy hebben door aanhalingen doen zien, dat M. Daens niet op de hoogte was der kwestie, en hy zelfs geen onderscheid wist te maken tusschen officieele, aangeno men en vrye scholen nu nog spreekt hij van Staatsche onderwijzers III (3) Dat wy by onze lezers den by val niet zullen bekomen die wy verhopen, daarover zou M. Pieter Daens ons moeten dankbaar zyn, misschien doet de man het voor ons goed en dan bedanken wy hem voor den raad.... maar we zullen hem NIET volgen. (4) Het inillloeii voor de kloos ters Is 't niet waar dat M. Daens raas- ofde Belgische Vaderlanders TEN JARE 1586, door J. J. M O K E Vrij in de Volkstaal overgebracht. o— En onze goede koning heeft ook geld noodig. De mynen van Amerika brengen zooveel niet op als de menschen wel zeggen tn de legers kosten zooveel dat hij ze niet meer betaalt. Alles zal beter gaan als de goddeloozen «uilen uitgeroeid zyn, hernam de pelgrim, met eenen blik welks uitdrukking iets af schuwelijks had. De hand Gods zal op dege nen drukken die zijne wet overtreden heeft, en Hy zal Gog en Magogomverre werpen, hy zal de ryken en machtigen vernederen en de armen en ouderloozen uit de ellende trekken. Vervolgens of hy bevreesd was te veel ge zegd te hebben, bernam hy zyne gewone onbeweeglijke houding en herhaalde op valsche brommerstoon Wees gegroet Maria, vol van gratie I kalt schreef hy niet in zyne gazet dat hy eerst meende neen te stemmen, en nu ver klaart hij dat hij zonder aarzelen JA heeft gestemd. (5) De vergelijking van M. Daens van de kloosters by een kroeg is kostelijk, in beide wordt nen pot gepakt. Maar als ik op voorhand weet dat de bede laar myne aalmoes in de kroeg zal gaan verteren,jon ik ze hem niet. Welnu M. Daens wist op voorhand, M. Woeste had het hem gezeid dat het millioen niet voor de onderwijzers was maar voor de gestichten, voor de kloosters, die de kleine neringen en nijverheden onder den voet brengen en be- zonderiyk de wereldlijke onderwijzers uit buiten en onderkruipen, gelyk wij met of ficieele cyfers hebben bewezen Elke subsidie aan de kloosters is een myn tegen het officieele onderwijs. Wy haten de klerikale scholen niet, maar wy wantrouwen ze. Vat ge 't ver schil, M. Daens (6) Uwe stemmingen M. Daens ten voor- deele der burgerlijke lyst, zijn daar om te bewijzen, dat gy, zoowel als de overgroote meerderheid, niet gierig zyt geweest voor den koning, ge stelt U belachelijk aan. Ge spraakt en schreeft b. v. tegen het jaargeld van den Graaf van Vlaanderen en stemdet er in de Kamer voor ff Hoe hoog uwe broederlijkheid geldt heb ik jaren lang ondervonden, eer gij op de kus sens zaat en de officieele onderwijzers als uitschot der samenleving behandeldet, om dat ge nog niet, als nu ze vleien moest, om door hen en tegen hen, millioenen voor de kloosters te mogen stemmen. (7) M. Pieter Daens, hier betrap ik u heeter daad van booze leugen.'tls waar ge van de eerste niet geborsten. Het amende ment Buyl werd verworpen met 76 tegen 66 en 4 onthoudingen. Ware geen enkele libe raal afwezig geweest dan nog bleef het ver worpen. In dezelfde zitting (23 Maart) sprak M. Rens ten voordeele der onderwijzers en het amendement dat uw handteeken droeg, droeg ook het zyne. Ge schreeft in uwe gazet dat de liberalen in de Kamer niets deden tegen de honger loonen en nu bekent ge zelve, dat het de liberaal Buyl was die met u het amendement voorstelde tot verbetering van den toestand der onderwijzers. Niet-waar, M. Pieter ge raaskalt dikwijls. (8) M. Daens, raaskalt voortdurend nevens de kwestie, we weten dat hy wat hem be treft ook niet wars is van financen. Als M. Pieter Daens, zal bewezen heb ben, dat de financen voor hem maar slyk van de straat is zullen wij om het te ver konden van de Volksgazet une êdition artistique laten verschijnen. Maar voor hem is alles kwestie van cen ten. De liberalen willen een degelyk onder wijs en goed betaalde onderwyzersvoor M. Daens heeft het eerste weinig belang, al heeft hy er uit noodzakelijkheid des gebods een cliché voor over, het tweede is hoofdzaak al ware 't maar in 't vooruitzicht van 1912. Behalve verplichtend onderwys is de schoolpolitiek van M. Daens die der kleri kalen, en nu reeds wordt gezegd dat de klerikale regeering den leerplicht zal toe staan, indien de liberalen haar subsidien- stelsel willen aanvaarden, en dat zullen ze nooit. Over de voornaamste kwestie zwijgt M. Pieter Daens in ons arrondissement en in geheel Vlaanderen zyn honderden officieele scholen met wereldlijke onderwyzers en onderwijzeressen afgeschaft. Door wie zyn ze vervangen In onzen Gemeenteraad. Zitting van Donderdag, 14 Juli om 8 1/2 uren 's avonds. De dagorde is buitengewoon belangryk van af het tweede punt Beramen nopens een reglement betrekkelijk het openen van nieuwe straten. Het reglement, voorgesteld door den heer Schepen van Openbare Werken, dat reeds in de commissies onderzocht werd, wordt eenparig aangenomen. Dit reglement bepaalt 1. dat voor iederen openbaren weg, geopend, verbreed of recht getrokken, eene taks zal geheven worden ten laste der aanpalende eigenaars, wier gronden door het openen der straat in waarde zijn gestegen. De taks wordt gehe ven per vierkante meter begrepen tusschen de middellyn der straat en den voorgevel der eigendommen en zal gelyk zyn aan het totaal der onkosten van onteigening, ver deeld door het totaal vierkante meters op pervlakte van den weg en vermeerderd met4 t, h. te beginnen van den 1 Januari volgende op den dag der uitgave. Werd de grond kosteloos afgestaan dan moet de niet betaald worden. 29 Dat voor het kasseiwerk tusschen de middelijn der straat en den trottoir de eige- Het slapens uur brak aan de pelgrim werd in eene nauwe cel geleid en men maakte de deur dicht. Die kleine voorzorg bemerkende, glimlachte hu, en eenen zegen- pralenden blik op zyne sterkgespierde armen wecpende welke eene yzeren deur tot wag gelen zouden gebracht hebben, waakt wel omzichtige herders, zegde hy met half luide stem. De wolf zal thans in den schaapstal niet dringen I ELFDE HOOFDSTUK. Ik zal u aantoonen, welaan, dat het u boter geweest ware tusschen de pooten van Lucifer en van al de dui vels gevallen te zijn, ja, dan onder onze klauwen. Pantagruel, l. VI. g. XIV. Des anderendaags, als de eerste stralen der opkomende zon op des pelgrims leger stede schoten, stond hy haastiglyk op en na derde het kleine venster der cel waar hy den nacht over gebracht had. Achter eene grove lijnwaden gordy'n verborgen, en der- wyze geplaatst dat hy niets kon verliezen van hetgene in den ommuurden koer van het klooster omging, bleef hy daar twee uren lang als een standbeeld rechtstaan, maar leende zoo snel het oor en liet den blik zoo vlug rondwyden als een tyger die op zyne prooi loerten zyne zwarte oogen, die aischrikkelyke vonken wierpen, lazen naar te betalen heeft 7 frank per vierkante meter 2° voor de onderaardsche goot 8 frank per loopende meter. 4° Zoolang een eigendom onbebouwd blyft. betaalt hy 4 t. h. van den intrest der taks die zou verschuldigd zyn indien hy bebouwd werd. Het bekostigen der trottoirs zal geregeld worden door een byzonder reglement dat in het volgende punt der dagorde werd be sproken en naar de commisien verzonden. 4* punt der dagorde Beramen nopens het inrichten eener Handels en Nijverheids school. Dr H. Schepen Behn stelt voor dergelyke School hier in te richten, en legde het nut uit dat ze stichten kan Ons hooger onderwijs heeft goeie inge nieurs gevormd die zelfs door de Ny verheid in den vreemde zeer gezocht worden. Maar eene verlichte leiding is in onze Nijverheids gestichten niet voldoende, zy moet bijge staan zijn door geoefende en verstandige werkers die voor zending hebben eerst zelf te verstaan, en de orders die hun gegeven worden te doen uitvoeren. Daartoe is eene zekere opvoeding noodig, die doelmatig en praktisch zyn moet, en welke alleen de nijverheidschool geven kan. Hedendaags ziet men te veel jongelingen hun bestaan zoeken in uitsluitelijk verstan delijk werk, dit wordt bijna een nationaal gevaar. De handarbeid wordt te veel miskend, den handarbeider verheffen, de gewichtigheid van de taak doen uitschijnen welke hem in de sameleving is opgelegd, is werken in het voordeel der sociale verzoening. Tot heden is de handarbeider te verre van den intellectueelen werker verwijderd feweest. Alle werk vereischt eene zekere osis verstand hand en hersenen moeten samenwerken. Het handwerk moet door wetenschap en verstand vruchtbaar ge maakt worden, 't is te zeggen door bijzon dere technische kennissen. Niet alleen de werkman en de ny veraar zullen voordeel trekken uit het beroeps onderwijs, maar gansch het Land De lan den welke op Ny verheidsgebied op den voor rang komen zyn juist deze welke hunne werkersbevolking gewapend hebben met grondige vakkennissen in Nijverheids- en Handelsscholen. Ook onze ny verheid moet hare werkwijze verbeteren wil ze aan de vreemde concur rentie het hoofd bly ven bieden en op de wereldmarkt hare plaats behouden. Welk is hedendaags de opleidig van den werkman, vraagt Dr Behn P Het Kind van den werkman verlaat de school te vroeg ofte laat. Indien het te vroeg de school verlaat kan het nog wel een handig werkman worden, maar door gebrek aan algemeen onderwijs zal het hem later bijna onmogelijk zijn voor eigen rekening ondernemingen te doen die, buiten de be roepsbekwaamheid, eene zekere som ge leerdheid vergen. Van den anderen kant, als het te lang op de banken der school blyft zittten, verwerft het werkmanskind de goesting tot den handarbeid nieteen goede uitslag in exa men, de verwaandheid der ouders maken van den jongen een intellectueelen arbeider, die soms hooger vliegen wil dan hy kan, en dikwyls het leger der gedeklaseerden gaat vervoegen, En wanneer hy dan eindelyk begrijpt dat handarbeid niet vernederend en ook winstgevend is, dan geraakt hy er niet meer toe handig de werktuigen te gebrui ken, welke men in veel gevallen vroegtijdig moet leeren behandelen, Tusschen die twee toestanden is de plaats van de Nijverheidsschool die eene gelukkige oplossing brengt aan dit belangryk vraag stuk van het praktische leven van den werkman. Zij geeft aan den ambachtsman de noodige wetenschappelijke en praktische kennissen welke de leerjongen op stiel slechts na lang y veren en zoeken verwerven kan, daar de patroon zelden haastig is om zyne technische geheimen bekend te maken. De grondslag van het vakonderwijs is de vlaamsche taal, de rekenkunde en de tee kenkunst. De teekenkunst is de sluitsteen van het gansche gebouw, de taal die iedereen ver staat voor een meubel, het huis, het ma- chien is eene voorgaandelijke teekening noodig de teekenkunst vindt in de nyver- heidschool hare gestadige praktisksche toe passing, evenals de praktische meetkunde. DrBehn zou, als bijzondere leergangen, de burgerlijke bouwkunst willen zien on derwijzen de leiding der stoomtuigen en de rekenplichtigheid of comptabiliteit. Tot de burgerlijke bouwkunde behoort de uitgebreid!- kennis der materialen hout, steen, indalen, verbindingstoff«n, enz! welke in het gebouw gebruikt worden. In het algemeen programma is ook be grepen een leergang van gezondheidsleer en Staatstiuiskoudkunde. Andere bijzondere vakken kunnen later nog toegevoegd wor den. Dr Behn doet ten slotte uitschynen hoe meer dan eene geheimzinnige aanduiding, dwars de baren van het traliewerk en de kleine groene ruiten der vensterramen. Naarmate de dag opkwam zag hij ach tervolgens de behangsels der celvensters wegschuiven, 'tls daar niet, zegde hy, tel kenmale het hcfofd schuddende, wanneer hij een lang of opgeblazen, een geel of ont vlamd aangezicht, dan met verstrooide, dan met nieuwsgierige, dan nog met ingeslui merde houding dicht de vensterruiten zag te voorschyn komen. Twintigmaal meende hij eene andere beweging te bespeuren, twintig maal werd hy in zijne meening teleurge steld maarhy gaf den moed niet op. Niet eene enkele beweging verried zijn onge duld niet eene enkele oogslag getuigde van zyne onrustmen zou gezegd hebben dat het welslagen zyns plans een onvermij delijk besluit des lots was. Eindelyk, langs denzelfden kant waar de pelgrim zich bevond, steeg een nieuw ge rucht op, gerucht dat juist om die reden onder zynen blik niet viel, 't wasfhetgene eener venster die traagzaam geopend werd. Hy leende het oor, meende een lichte stap te hooren, een zucht te onderscheiden. Zy is daar, zegde hy by zich zei ven l en alsof hy voldoende ingelicht geweest ware over hetgene hy belang had te weten, ver wijderde hy zich van het vensterraam en hield zich bezig met zijn eigenaardigen optooi in schik te brengen. gansch zijn voorstel de zedelijke en stoffe lijke lotsverbetering der werkende klas voor doel heeft, wat hy samenvat in deze drij woorden Werk, onderwys, Broederlijk heid, Vervolg toekomende weck. De Guldensporen-dag. Er wordt getwist over de vraagwelke be- teekenis had ae slag der Guldensporen V Leest men sommige bladen, dan was deze strijd een loutere klassenstrijd. Leest men andere bla den, zoo wordt die kamp een strijd voor Gods dienst, Taal en Vaderland, en dit laatste ge dacht wordt ook gedeeld door onze SottegeJn- sche katholieke Vlaamsche gildemannen. Vol gens hunne vlugschriften, vinden zij dat in onze tijden de Fransche geest ons Vaderland bestormt door zijne oproerige, zedelooze, on- kristene gedachten en door het opdringen der Fransche taal. Op God betrouwend, gelijk hun voorgeslacht, gaan dan ook onze katholieke vlnamscne gilde- mannen den strijd tegen die verfransching kloekmoedig aan en zij stellen al hunne hoop op den II Juli, verjaardag van den Guldenspo renslag, opdat deze voor hen de gedenkdag weze van den nooit uitgestreden kamp voor eigen Vlaamsch en Kristen leven Ja, burgers van Sottegem, bid God opdat ons Vaderland vrij gekocht met het bloed onzer vaderen, moge blijven zooals zij het gemaakt hebben Vrij, Vlaamsch en Kristen. Voor mannen, wier politieke loopbaan ge heel en al afhangt van de geestelijke overheid, vinden wij die taal een weinig onbedacht, nogal vrijpostig. Immers, de huidige toestanden in aanmerking nemende en gezien de kwetsende wijze waarop het vlugschrift der katholieke Vlaamsche Gildemannen tegen de Fransch minnende Belgen is opgesteld, mag de Bel gische geestelijke overheid ook haar mea culpa slaan en zeggen dat zij medewerkt in de oproe rige, zedelooze, onkristcne gedachten waar mede de Fransche geest ons Vaderland be stormt, riiits onze gemijterde kerkprelaten, met Monseigneur Mercier, Aartsbisschop van Mechelen aan 't hoofd, hier alles naar den Franschen leest willen schoeien Zou het mis schien daaraan te danken zijn dat gematigde en weldenkende katholieke kopstukken hier te Sottegem aan 'tleeuwenfeest geen deel namen En gezien het politiek doelwit van de inrich ters van het feest die wetens en willens of mis schien wellicht ook door onwetendheid den Guldensporenslag verkeerd uitleggen, hadden alle vrijzinnigen dan niet voor plicht zich totaal te onthouden bij het feest Anders handelen, ware van onzentwege eene platbroekerij ge weest en het afzien van onzen heiligen strijd tegen degenen die hier een onverzoenlijken strijd hebben ingebracht en die hier alles wil len overheerschen. Van daar dan ook dat do bevlagging alhier om zoo te zeggen nul was en dat de katholieke V laamsche Gildemannen den bijval niet ver wierven waaraan zij zich verwacht hadden, ge zien hun warmen oproep per vlugschriften. Hun stoet was dan ook een echte fiasco, want buiten eenige muziekanten der Konink lijke fanfaren, gingen in den stoet slechts en kele vlaamsche leouwen, eenige vrouwsperso nen die zongen van A bas la calotte en een vijftigtal eerste broekgasten met lampioentjes, hoewel de masoeurkens de hun toevertrouwde kleuters aangespoord hadden den stoet met der gelijk speelgoed op te luisteren. En zie daar, ouders,hoe,door uweschuld.uw dierbaar kroost geworpen wordt in den strijd van het onbe kende en hoe men in hun onschuldig hart een haat en nijd doet ontkiemen tegen de taal eener bevriende natie, aan wie ons duurbaar Vlaan deren gedeeltelijk zijn bloei te danken heeft. Het is voor ons nochtans een verheugend feit te mogen vaststellen dat de Sottegemsche bevolking, de vrijzinnige burgers in' 't alge meen en gematigde en weldenkende katholieke overheden in 't bijzonder, die groote kinder fakkeltocht met de meeste onverschilligheid heeft afgezien en zij nog niet warm te maken is voor eene zaak die over ruim G00 jaren afgehas peld werd en waarvoor slechts sedert enkele jaren eenige heethoofden zich opwinden om hun te doen ophemelen, te doen verheffen of om hunne politieke fortuin te maken. 'tWas dan ook niet to verwonderen dat de katholieke Vlaamsche leeuwen dadelijk den aftocht bliezen naar hun lokaal, waar hun koning hen eenige woorden van moed en vol harding en een van buiten geleerden pauselij ken Rerum Novarum toestuurde, met de hoop dat toekomend jaar alle inwoners van Sottegem vlaamsche leeuwen zullen geworden zijn en onder zijne hooge bescherming zullen mede werken voor godsdienst, taal en vaderland Mis pataat, Mijnheer, wij doen met die lolle niet mee Wij houden te veel aan onze zelf standigheid om mee te loopen nret een hoop verwaande vlaamsche leeuwen,want 't is altijd heel gevaarlijk met ongelijke personen om te gaan Wij zijn en blijven niettemin Vlamingen van een stuk, doch verschillen op vlaamsch gebied oneindig met de dwaze princiepen onzer Sotte gemsche katholieke vlaamsche gildemannen. Wij willen wel dat den vlaamsche kinderen een vlaamsch onderricht worde gegeven, maar wij houden eraan ook dat hen worde verstrekt de onmisbare kennissen der Fransche taal die zij noodig hebben om zich voort te helpen in den harden strijd om het leven die wij thans ondervinden. En dit noodige geestesvoedsel ontbreekt hedendaags zoowel bij menige bur gers en ambachtslieden als bij de arme zwoe gers die in dat goddelooze Frankrijk dat gij steeds bestrijdt, Deleedigt, de korst brood gaan zoeken dat hun Vaderland, ons duurbaar Vlaanderen hen weigerde. Des morgends om zeven ure, kwam een oude dienstknecht, wiens gelaatstrekken door de jaren eerder rond geworden waren dan misvormd, dank aan de uitwerksels der sappige spys en van den dienst die niet het minste lastig was, zyne deur openen. De goede God zy met u, pelgrim van Onze Lieve Vrouw, zegde hy, het ontbijt is vaardig. 't Is goed, antwoordde de vreemdeling en hy toonde hem den paternoster, dien hy in de hand hield. Er blijven maar een twin tigtal bollekens meer over, en ik kom aan stonds beneden. Zegt gy dan uwen paternoster eiken morgenu op, heilige man van God die gy zyt Voor alle antwoord, ging hy voort met zijnen roozenkrans tusschen zyne vingers te laten glyden, eenige onverstaanbare woor den mompelende en 't was maar na een kwaarttuurs bidden kruisteekens en knie buigingen, dat hy er in toestemde den ouden dienaar te volgen. Deze geleidde hem naar de keuken. Pelgrim, zegde hij, het spysaandeel is in het godshuis geregeld, en gy zoudter een schraal maal vinden maar by Sinte Anto- nius, gy zult met ons ontbyten, mits gy een deugdzaam man zyt. Deo gratias, myn broeder I ik eet wei- Wij blijven van gevoelen dat in oen twee talig land gelijk het onze, allo Beteon of ton minste toch degenen die een openbaar ambt be- kleeden, beide landstalen moeten kennen zoo denkt er de overgroote meerderheid der Sotte- bevolking over, en zulks kan men slechts verkrijgen door de inrichting van het Verplicht Onderwijs onderwijs waartegen gij katholieke vlaamsche leeuwen, totaal gekant Willen wij daardoor te verstaan geven dat alles slecht is in de cischen der Sottegemsche Vlaamsche Gildemannen Neen Maardaar hebben Frankrijk, de Gul- densporenslag, den 11 Juli, onze voorouders ca geheel de reesem niets mede te maken want de vijand van ons Vlaamsche volk is alleroersjl zijpe armoede, zijne onwetendheid, zijne zede* lijke onbewustheid waarin de klerikalen hei gedompeld houden. Die kwalen willen wij doen verdwijnen en indien gij, katholieke Ylaanv sche Gildemannen daurvoor wilt wedijveren, dan staan we aan uwe zij. Zoo niet, rekent nooit op onze medewerking. o— N. B. De familie Kwezels en O verzoekt ons do lezer» der Volksgazet bekend te ma ken met het pijnlijk en onherstelbaar verliet dat zij komt te ondergaan in den persoon van den heer Stanislaus Blankaert, onderpastoor alhier. De heer Stanislaus gaat trappist worden en naar de familie Kwezels thans rondstrooit, voerde de man Gods hier veel goede werken uit, namelijk een onverzoenlijken strijd tegen al wat vrijgezind wasvan zijne andere goede werken weten wij niets. Wij wenschen dan ook den heer Blanckaert (Stanislaus voor de dame») goede reis en den wind van achter. Mocht onze innige deelneming in het pijnlijk verlies dat de familie Kwezels komt te onder gaan dan ook hare smart eenigszins lenigen en hare tranen afdrogen. 't Jaar der Gemeentekiezing zal er door de dompers van 't Sadhuis 1) voor een meer voorzien Kermisprogram- ma gezorgd worden dan 't geen nu op d'onnoozel en belachelyke affiche van hel jaar voorkomt. 2) Voor opslag gezorgd worden zooniet toch beloofd worden aan de champetters, waar van er thans zijn die een hongerloon ge nieten. 3) Voor de regelmatige betaling gezorgd worden der bezoldiging van de onderwy zers die nu soms meer dan 2 maanden naar hun centen moeten wachten. 4) Eene toelage gegeven worden aan de zoo belangwekkende maatschappijen van Oa- derlingen Bijstand en die tot heden door de liberalen in den Gemeenteraad jaarlijks nutteloos werd voorgesteld en verdedigd. 5) Eene meerdere en oordentelyke toelage toegestaan worden aan de kas van het Werkloozenfonds opdat de ongelukkige werklieden byzonderiyk in de winter wat meer onderstand (waartoe ze overigens recht hebben) zouden genieten, 6) Eene algemeenereparatie bevolen worden van al de voetwegels op de buitenwijken. 7) Eene toelage beloofd en gestemd worden voor het bouwen van een Schouwburg onze stad waardig. 8) Aan de stadswerklieden eene vermeerde ring van loon beloofd worden. 9) De ondernemers van den reinigheidsdiénst zullen misschien verplicht worden het reglement na te leven en hunne werklie den een loon van 25 centiemen per uur te betalen hetgeen ze nu niet doen. 10) De 3 jaren van de 6 per cent verloopen zynde, zal hunne afschaffing misschien beloofd worden of ze zullen misschien na de Kiezing ookvermeerderd worden. Die leeft zal zien en ondervinden. Wy zyn benieuwd te weten of de Kiezers zich altyd en onophoudend met beloften zul len laten paaiën 1 ZONDAGRUST. Van 's middags tot middernacht, dienst doende Apotheker op Zondag 17 Juli 1910. M. BONNER, Bisschopstraat. Demoiselle éducation distinguée,20ans expérience dans l'instruction, excellentes références, donne lepons particulières, in struction compléte en Francais. Langue Anglaise. s' Adresser bureau du Journal J, M. Proficiat. Wy vernemen met ge noegen dat de jonge heer Willy Breckpot, met goed gevolg zijn tweede examen als kandidaat-Notaris heeft afgelegd. We wen schen hem en zyn gelukkige vaderden heer Notaris Breckpot van harte geluk. Sportingclub. Heden zondag om 4 uren namiddhg op het terrein van den Sportingclub van Schaerbeek, Brussel, Match, tusschen de Cercle Sportif van St. Gilles en de Sportingclub van Aalst. Vertrek uit Aalst om 2 uren. Sanatorium de Mont-sur-Meuse (Lustin). Maladies de poitrine. Pension 10 k 12 fr. Ascenceur Chauffage Cen- ral. Eclairage électrique. nig, en het zwartste brood is my voldoende maar dat uwen wil geschiede Onze ydele eeuw, vijandig aan alle deug den, heeft niet een enkel gedacht van de eerbiedwaardige instellingen die nog on langs Jen gronde gegaan zyn, en in het nieuwe nakomelingschap zal men nauwe lijks een man op tien duizend vinden, die weet wat eene kloosterkeuken was. Men moet die dikke muren, alsof zy voor eene vesting of voor de grondzuilen eens palel zen gebouwd waren die mantelschouwen met marmer kolonnen ondersteund, die schoorsteenen welke breeder waren dan de heele hut eener boerenfamilie, die eiken tafels en stoelen, die breede vloersteenen, die yzeren kettens en hekken gezien heb ben, om te kunnen waardeeren wat al schoons en indrukwekkend het schouwspel eener rijke abdy, voor een wellusteling aan bood. De keuken van het klooster der damen Augustynernonnen van Sparmale, was een der prachtigste van Brugge. Ook had de knecht zorgden vreemdeling, by het opdie nen van een maal dat voor een noenmaal zou hebben kunnen doorgaan, te vragen, of in Italië dergelijke gestichten gevonden werden. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1910 | | pagina 2