DE BOSCHGEUS
NINOVE.
Uit Sottegem.
AALST.
In 'l jaar 1911.
Mingelamangel.
is, mii behoorlek op de hoogte te stellen
van aOe huidige toestanden. Ik raadpleeg
de Onderwyzers Officieele, aangenomene,
vrije, en het zy gezegd tot hunne eer, nooit
wezen zy mij af maar gaven, met een
dienstvaardigheid, die ik op prys stel, alle
inlichtingen die ze my verleenen konden.
Die heb ik benuttigd.
En in myne Redevoering uitgesproken
in de Kamers, den 24 en 25 Februari 1910,
heb ik het ideaal der Christen Demokratie
aangetoond- Kosteloos en beter ingericht
Onderwijs. Gezonde lokalen. Moderne
leermiddelen. Betere jaarwedden opgaan
de met de dienstjaren. Ernstig afgeleerde
leerkrachten. Verplichtende Onderwys.
Vrye keus der school.
Nu daarover hoefde ik niet te spreken
ik ben geen schoolman, ik ben totaal onbe
voegd en zwegen was mjjn vak I Dat is de
redeneering, de logiek van J. Denderzoon.(2)
Of de Onderwijzers het eens zyn met de
logiek van dien schrijver, weet ik niet,
maar ik betwijfel het sterk en de brieven
van dank en aanmoediging die ik ontving,
zelfs van de vrienden der volksgazet doen
mij gerust het tegenovergestelde denken en
vermoeden dat hij, zelfs by zyn Lezers, niet
den bijval zal vinden dien hy verhoopt. (3)
Men rekent het my als een grief aan dat
ik het 1 miljoen stemde voor de arme Onder
wijzers die werken in de vrye scholen, en
die, al behooren ze tot het groote bewaar-
dersleger, toch menschen zyn, broeders dus,
die in nood zyn, honger lyden, vrouw en
kleintjes hebben die in gebrek leven
Aan hen heb ik by de stemming gedacht
en 't was JA zonder aarzelen en met klare
stem. (4)
De Liberalen wryven my dat als een mis
daad aan. Naar de ryke kloosters zullen de
dikke brokken gaan, schreeuwen ze Niets
zal terecht komen in de handen der uitge-
hongerden De beloften der klerikalen zijn
van geen tel I...
't Ware jammer als het zoo ware en
't ware slecht handelen.
Maar wy mogen niet altyd van de men
schen het slechtste denken.
Als ik aan een arme, die om een aalmoes
bidt, een geldstukje geef, denk ik dan maar
voort dat hy het in de eerste kroeg zal gaan
verteren (5)
Ik zal opletten, op myn hoede zyn en spre
ken als het noodig is.
Iets blykt uit de art. van Denderzoon zyn
haat tegen 't vrye Onderwijs. Hy ziet met
voorliefde naar de officieele scholen, naar
de Staatsonderw ijzers. Ik zag enkel de droe
ve toestanden, de hongerloonen
Ik stemde met de klerikalen Ziedaar de
grove|zonde
Maar stemmen de Liberale Volksvertegen
woordigers niet soms met het Goeverne-
ment In geldzaken verstaan ze elkander
wonder goed
Zy stemden allerhande prachtwerken, mil-
lioenen voor 't Paleis van den Koning, die
veel meer dan de kloosters, schatrijk is.
Ja, maar dan is het om de Vaderlandsliefde
te doen
By my gelde de Broederliefde hooger. (6)
Ik tracht de hongerloonen weg te krijgen
om 't even waar.
Ik heb met den heer Buyl een wetsont
werp neergelegd strekkende om de honger
loonen der Staatsonderwyzers eenigzinste
verbeteren.
Dat voorstel werd verworpen omdat vele
liberale representanten afwezig waren. (7)
Welk is het gevolg van mijn werking
Heeft de heer H. Carton de Wiart geen
Wetsontwerp overgelegd waardoor de
yijfde reeks wordt afgeschaft en de aanhang-
jaarwedde verhoogd
Dat wetsontwerp zal nog dees jaar gestemd
worden als de Liberalenniet schitteren door
hunne afwezigheid of niet paireeren met
Katholieken, die om financiezaken niet
kunnen afkomen maar dat alles wordt niet
geteld (8)
Waarom
Omdat ik medelnden heb gehad met de
arme Onderwijzers der Vrye Scholen.
De vriendelijke groeten.
P. DAENS,
V ol ksvertegen woord iger
(1) Is het wel M. Pieter Daens, die dat
zegt, de man der onhebbelijke woorden en
uitdrukkingen, de man van trispalul en
ander gebrul, 't Is waarlijk al te gek.
(2) Wy hebben door aanhalingen doen
zien, dat M. Daens niet op de hoogte was
der kwestie, en hy zelfs geen onderscheid
wist te maken tusschen officieele, aangeno
men en vrye scholen nu nog spreekt hij
van Staatsche onderwijzers III
(3) Dat wy by onze lezers den by val niet
zullen bekomen die wy verhopen, daarover
zou M. Pieter Daens ons moeten dankbaar
zyn, misschien doet de man het voor ons
goed en dan bedanken wy hem voor den
raad.... maar we zullen hem NIET volgen.
(4) Het inillloeii voor de kloos
ters Is 't niet waar dat M. Daens raas-
ofde Belgische Vaderlanders
TEN JARE 1586,
door J. J. M O K E
Vrij in de Volkstaal overgebracht.
o—
En onze goede koning heeft ook geld
noodig. De mynen van Amerika brengen
zooveel niet op als de menschen wel zeggen
tn de legers kosten zooveel dat hij ze niet
meer betaalt.
Alles zal beter gaan als de goddeloozen
«uilen uitgeroeid zyn, hernam de pelgrim,
met eenen blik welks uitdrukking iets af
schuwelijks had. De hand Gods zal op dege
nen drukken die zijne wet overtreden heeft,
en Hy zal Gog en Magogomverre werpen,
hy zal de ryken en machtigen vernederen
en de armen en ouderloozen uit de ellende
trekken.
Vervolgens of hy bevreesd was te veel ge
zegd te hebben, bernam hy zyne gewone
onbeweeglijke houding en herhaalde op
valsche brommerstoon Wees gegroet
Maria, vol van gratie I
kalt schreef hy niet in zyne gazet dat hy
eerst meende neen te stemmen, en nu ver
klaart hij dat hij zonder aarzelen JA heeft
gestemd.
(5) De vergelijking van M. Daens van de
kloosters by een kroeg is kostelijk, in beide
wordt nen pot gepakt.
Maar als ik op voorhand weet dat de bede
laar myne aalmoes in de kroeg zal gaan
verteren,jon ik ze hem niet. Welnu M. Daens
wist op voorhand, M. Woeste had het
hem gezeid dat het millioen niet voor de
onderwijzers was maar voor de gestichten,
voor de kloosters, die de kleine neringen en
nijverheden onder den voet brengen en be-
zonderiyk de wereldlijke onderwijzers uit
buiten en onderkruipen, gelyk wij met of
ficieele cyfers hebben bewezen
Elke subsidie aan de kloosters is een myn
tegen het officieele onderwijs.
Wy haten de klerikale scholen niet,
maar wy wantrouwen ze. Vat ge 't ver
schil, M. Daens
(6) Uwe stemmingen M. Daens ten voor-
deele der burgerlijke lyst, zijn daar om te
bewijzen, dat gy, zoowel als de overgroote
meerderheid, niet gierig zyt geweest voor
den koning, ge stelt U belachelijk aan.
Ge spraakt en schreeft b. v. tegen het
jaargeld van den Graaf van Vlaanderen
en stemdet er in de Kamer voor ff
Hoe hoog uwe broederlijkheid geldt heb
ik jaren lang ondervonden, eer gij op de kus
sens zaat en de officieele onderwijzers als
uitschot der samenleving behandeldet, om
dat ge nog niet, als nu ze vleien moest,
om door hen en tegen hen, millioenen voor
de kloosters te mogen stemmen.
(7) M. Pieter Daens, hier betrap ik u
heeter daad van booze leugen.'tls waar ge
van de eerste niet geborsten. Het amende
ment Buyl werd verworpen met 76 tegen 66
en 4 onthoudingen. Ware geen enkele libe
raal afwezig geweest dan nog bleef het ver
worpen. In dezelfde zitting (23 Maart) sprak
M. Rens ten voordeele der onderwijzers en
het amendement dat uw handteeken droeg,
droeg ook het zyne.
Ge schreeft in uwe gazet dat de liberalen
in de Kamer niets deden tegen de honger
loonen en nu bekent ge zelve, dat het de
liberaal Buyl was die met u het amendement
voorstelde tot verbetering van den toestand
der onderwijzers. Niet-waar, M. Pieter ge
raaskalt dikwijls.
(8) M. Daens, raaskalt voortdurend nevens
de kwestie, we weten dat hy wat hem be
treft ook niet wars is van financen.
Als M. Pieter Daens, zal bewezen heb
ben, dat de financen voor hem maar slyk
van de straat is zullen wij om het te ver
konden van de Volksgazet une êdition
artistique laten verschijnen.
Maar voor hem is alles kwestie van cen
ten. De liberalen willen een degelyk onder
wijs en goed betaalde onderwyzersvoor
M. Daens heeft het eerste weinig belang,
al heeft hy er uit noodzakelijkheid des
gebods een cliché voor over, het tweede is
hoofdzaak al ware 't maar in 't vooruitzicht
van 1912.
Behalve verplichtend onderwys is de
schoolpolitiek van M. Daens die der kleri
kalen, en nu reeds wordt gezegd dat de
klerikale regeering den leerplicht zal toe
staan, indien de liberalen haar subsidien-
stelsel willen aanvaarden, en dat zullen ze
nooit.
Over de voornaamste kwestie zwijgt M.
Pieter Daens in ons arrondissement en in
geheel Vlaanderen zyn honderden officieele
scholen met wereldlijke onderwyzers en
onderwijzeressen afgeschaft. Door wie zyn
ze vervangen
In onzen Gemeenteraad.
Zitting van Donderdag, 14 Juli om 8 1/2
uren 's avonds.
De dagorde is buitengewoon belangryk
van af het tweede punt Beramen nopens
een reglement betrekkelijk het openen van
nieuwe straten.
Het reglement, voorgesteld door den heer
Schepen van Openbare Werken, dat reeds
in de commissies onderzocht werd, wordt
eenparig aangenomen.
Dit reglement bepaalt 1. dat voor iederen
openbaren weg, geopend, verbreed of recht
getrokken, eene taks zal geheven worden
ten laste der aanpalende eigenaars, wier
gronden door het openen der straat in
waarde zijn gestegen. De taks wordt gehe
ven per vierkante meter begrepen tusschen
de middellyn der straat en den voorgevel
der eigendommen en zal gelyk zyn aan het
totaal der onkosten van onteigening, ver
deeld door het totaal vierkante meters op
pervlakte van den weg en vermeerderd
met4 t, h. te beginnen van den 1 Januari
volgende op den dag der uitgave.
Werd de grond kosteloos afgestaan dan
moet de niet betaald worden.
29 Dat voor het kasseiwerk tusschen de
middelijn der straat en den trottoir de eige-
Het slapens uur brak aan de pelgrim
werd in eene nauwe cel geleid en men
maakte de deur dicht. Die kleine voorzorg
bemerkende, glimlachte hu, en eenen zegen-
pralenden blik op zyne sterkgespierde armen
wecpende welke eene yzeren deur tot wag
gelen zouden gebracht hebben, waakt wel
omzichtige herders, zegde hy met half luide
stem. De wolf zal thans in den schaapstal
niet dringen I
ELFDE HOOFDSTUK.
Ik zal u aantoonen, welaan, dat het
u boter geweest ware tusschen de
pooten van Lucifer en van al de dui
vels gevallen te zijn, ja, dan onder
onze klauwen.
Pantagruel, l. VI. g. XIV.
Des anderendaags, als de eerste stralen
der opkomende zon op des pelgrims leger
stede schoten, stond hy haastiglyk op en na
derde het kleine venster der cel waar hy
den nacht over gebracht had. Achter eene
grove lijnwaden gordy'n verborgen, en der-
wyze geplaatst dat hy niets kon verliezen
van hetgene in den ommuurden koer van
het klooster omging, bleef hy daar twee
uren lang als een standbeeld rechtstaan,
maar leende zoo snel het oor en liet den blik
zoo vlug rondwyden als een tyger die op
zyne prooi loerten zyne zwarte oogen,
die aischrikkelyke vonken wierpen, lazen
naar te betalen heeft 7 frank per vierkante
meter
2° voor de onderaardsche goot 8 frank
per loopende meter.
4° Zoolang een eigendom onbebouwd blyft.
betaalt hy 4 t. h. van den intrest der taks
die zou verschuldigd zyn indien hy bebouwd
werd.
Het bekostigen der trottoirs zal geregeld
worden door een byzonder reglement dat in
het volgende punt der dagorde werd be
sproken en naar de commisien verzonden.
4* punt der dagorde Beramen nopens het
inrichten eener Handels en Nijverheids
school.
Dr H. Schepen Behn stelt voor dergelyke
School hier in te richten, en legde het nut
uit dat ze stichten kan
Ons hooger onderwijs heeft goeie inge
nieurs gevormd die zelfs door de Ny verheid
in den vreemde zeer gezocht worden. Maar
eene verlichte leiding is in onze Nijverheids
gestichten niet voldoende, zy moet bijge
staan zijn door geoefende en verstandige
werkers die voor zending hebben eerst zelf
te verstaan, en de orders die hun gegeven
worden te doen uitvoeren.
Daartoe is eene zekere opvoeding noodig,
die doelmatig en praktisch zyn moet, en
welke alleen de nijverheidschool geven kan.
Hedendaags ziet men te veel jongelingen
hun bestaan zoeken in uitsluitelijk verstan
delijk werk, dit wordt bijna een nationaal
gevaar.
De handarbeid wordt te veel miskend, den
handarbeider verheffen, de gewichtigheid
van de taak doen uitschijnen welke hem
in de sameleving is opgelegd, is werken in
het voordeel der sociale verzoening.
Tot heden is de handarbeider te verre
van den intellectueelen werker verwijderd
feweest. Alle werk vereischt eene zekere
osis verstand hand en hersenen moeten
samenwerken. Het handwerk moet door
wetenschap en verstand vruchtbaar ge
maakt worden, 't is te zeggen door bijzon
dere technische kennissen.
Niet alleen de werkman en de ny veraar
zullen voordeel trekken uit het beroeps
onderwijs, maar gansch het Land De lan
den welke op Ny verheidsgebied op den voor
rang komen zyn juist deze welke hunne
werkersbevolking gewapend hebben met
grondige vakkennissen in Nijverheids- en
Handelsscholen.
Ook onze ny verheid moet hare werkwijze
verbeteren wil ze aan de vreemde concur
rentie het hoofd bly ven bieden en op de
wereldmarkt hare plaats behouden.
Welk is hedendaags de opleidig van den
werkman, vraagt Dr Behn P
Het Kind van den werkman verlaat de
school te vroeg ofte laat. Indien het te
vroeg de school verlaat kan het nog wel een
handig werkman worden, maar door gebrek
aan algemeen onderwijs zal het hem later
bijna onmogelijk zijn voor eigen rekening
ondernemingen te doen die, buiten de be
roepsbekwaamheid, eene zekere som ge
leerdheid vergen.
Van den anderen kant, als het te lang op
de banken der school blyft zittten, verwerft
het werkmanskind de goesting tot den
handarbeid nieteen goede uitslag in exa
men, de verwaandheid der ouders maken
van den jongen een intellectueelen arbeider,
die soms hooger vliegen wil dan hy kan, en
dikwyls het leger der gedeklaseerden gaat
vervoegen, En wanneer hy dan eindelyk
begrijpt dat handarbeid niet vernederend en
ook winstgevend is, dan geraakt hy er niet
meer toe handig de werktuigen te gebrui
ken, welke men in veel gevallen vroegtijdig
moet leeren behandelen,
Tusschen die twee toestanden is de plaats
van de Nijverheidsschool die eene gelukkige
oplossing brengt aan dit belangryk vraag
stuk van het praktische leven van den
werkman. Zij geeft aan den ambachtsman
de noodige wetenschappelijke en praktische
kennissen welke de leerjongen op stiel
slechts na lang y veren en zoeken verwerven
kan, daar de patroon zelden haastig is om
zyne technische geheimen bekend te maken.
De grondslag van het vakonderwijs is de
vlaamsche taal, de rekenkunde en de tee
kenkunst.
De teekenkunst is de sluitsteen van het
gansche gebouw, de taal die iedereen ver
staat voor een meubel, het huis, het ma-
chien is eene voorgaandelijke teekening
noodig de teekenkunst vindt in de nyver-
heidschool hare gestadige praktisksche toe
passing, evenals de praktische meetkunde.
DrBehn zou, als bijzondere leergangen,
de burgerlijke bouwkunst willen zien on
derwijzen de leiding der stoomtuigen en de
rekenplichtigheid of comptabiliteit.
Tot de burgerlijke bouwkunde behoort de
uitgebreid!- kennis der materialen hout,
steen, indalen, verbindingstoff«n, enz!
welke in het gebouw gebruikt worden.
In het algemeen programma is ook be
grepen een leergang van gezondheidsleer
en Staatstiuiskoudkunde. Andere bijzondere
vakken kunnen later nog toegevoegd wor
den.
Dr Behn doet ten slotte uitschynen hoe
meer dan eene geheimzinnige aanduiding,
dwars de baren van het traliewerk en de
kleine groene ruiten der vensterramen.
Naarmate de dag opkwam zag hij ach
tervolgens de behangsels der celvensters
wegschuiven, 'tls daar niet, zegde hy, tel
kenmale het hcfofd schuddende, wanneer hij
een lang of opgeblazen, een geel of ont
vlamd aangezicht, dan met verstrooide, dan
met nieuwsgierige, dan nog met ingeslui
merde houding dicht de vensterruiten zag te
voorschyn komen. Twintigmaal meende hij
eene andere beweging te bespeuren, twintig
maal werd hy in zijne meening teleurge
steld maarhy gaf den moed niet op. Niet
eene enkele beweging verried zijn onge
duld niet eene enkele oogslag getuigde
van zyne onrustmen zou gezegd hebben
dat het welslagen zyns plans een onvermij
delijk besluit des lots was.
Eindelyk, langs denzelfden kant waar de
pelgrim zich bevond, steeg een nieuw ge
rucht op, gerucht dat juist om die reden
onder zynen blik niet viel, 't wasfhetgene
eener venster die traagzaam geopend werd.
Hy leende het oor, meende een lichte stap te
hooren, een zucht te onderscheiden.
Zy is daar, zegde hy by zich zei ven l
en alsof hy voldoende ingelicht geweest ware
over hetgene hy belang had te weten, ver
wijderde hy zich van het vensterraam en
hield zich bezig met zijn eigenaardigen
optooi in schik te brengen.
gansch zijn voorstel de zedelijke en stoffe
lijke lotsverbetering der werkende klas voor
doel heeft, wat hy samenvat in deze drij
woorden Werk, onderwys, Broederlijk
heid,
Vervolg toekomende weck.
De Guldensporen-dag.
Er wordt getwist over de vraagwelke be-
teekenis had ae slag der Guldensporen V Leest
men sommige bladen, dan was deze strijd een
loutere klassenstrijd. Leest men andere bla
den, zoo wordt die kamp een strijd voor Gods
dienst, Taal en Vaderland, en dit laatste ge
dacht wordt ook gedeeld door onze SottegeJn-
sche katholieke Vlaamsche gildemannen. Vol
gens hunne vlugschriften, vinden zij dat in
onze tijden de Fransche geest ons Vaderland
bestormt door zijne oproerige, zedelooze, on-
kristene gedachten en door het opdringen der
Fransche taal.
Op God betrouwend, gelijk hun voorgeslacht,
gaan dan ook onze katholieke vlnamscne gilde-
mannen den strijd tegen die verfransching
kloekmoedig aan en zij stellen al hunne hoop
op den II Juli, verjaardag van den Guldenspo
renslag, opdat deze voor hen de gedenkdag
weze van den nooit uitgestreden kamp voor
eigen Vlaamsch en Kristen leven
Ja, burgers van Sottegem, bid God opdat ons
Vaderland vrij gekocht met het bloed onzer
vaderen, moge blijven zooals zij het gemaakt
hebben
Vrij, Vlaamsch en Kristen.
Voor mannen, wier politieke loopbaan ge
heel en al afhangt van de geestelijke overheid,
vinden wij die taal een weinig onbedacht, nogal
vrijpostig. Immers, de huidige toestanden in
aanmerking nemende en gezien de kwetsende
wijze waarop het vlugschrift der katholieke
Vlaamsche Gildemannen tegen de Fransch
minnende Belgen is opgesteld, mag de Bel
gische geestelijke overheid ook haar mea culpa
slaan en zeggen dat zij medewerkt in de oproe
rige, zedelooze, onkristcne gedachten waar
mede de Fransche geest ons Vaderland be
stormt, riiits onze gemijterde kerkprelaten, met
Monseigneur Mercier, Aartsbisschop van
Mechelen aan 't hoofd, hier alles naar den
Franschen leest willen schoeien Zou het mis
schien daaraan te danken zijn dat gematigde en
weldenkende katholieke kopstukken hier te
Sottegem aan 'tleeuwenfeest geen deel namen
En gezien het politiek doelwit van de inrich
ters van het feest die wetens en willens of mis
schien wellicht ook door onwetendheid den
Guldensporenslag verkeerd uitleggen, hadden
alle vrijzinnigen dan niet voor plicht zich totaal
te onthouden bij het feest Anders handelen,
ware van onzentwege eene platbroekerij ge
weest en het afzien van onzen heiligen strijd
tegen degenen die hier een onverzoenlijken
strijd hebben ingebracht en die hier alles wil
len overheerschen.
Van daar dan ook dat do bevlagging alhier
om zoo te zeggen nul was en dat de katholieke
V laamsche Gildemannen den bijval niet ver
wierven waaraan zij zich verwacht hadden, ge
zien hun warmen oproep per vlugschriften.
Hun stoet was dan ook een echte fiasco,
want buiten eenige muziekanten der Konink
lijke fanfaren, gingen in den stoet slechts en
kele vlaamsche leouwen, eenige vrouwsperso
nen die zongen van A bas la calotte en een
vijftigtal eerste broekgasten met lampioentjes,
hoewel de masoeurkens de hun toevertrouwde
kleuters aangespoord hadden den stoet met der
gelijk speelgoed op te luisteren. En zie daar,
ouders,hoe,door uweschuld.uw dierbaar kroost
geworpen wordt in den strijd van het onbe
kende en hoe men in hun onschuldig hart een
haat en nijd doet ontkiemen tegen de taal eener
bevriende natie, aan wie ons duurbaar Vlaan
deren gedeeltelijk zijn bloei te danken heeft.
Het is voor ons nochtans een verheugend
feit te mogen vaststellen dat de Sottegemsche
bevolking, de vrijzinnige burgers in' 't alge
meen en gematigde en weldenkende katholieke
overheden in 't bijzonder, die groote kinder
fakkeltocht met de meeste onverschilligheid
heeft afgezien en zij nog niet warm te maken is
voor eene zaak die over ruim G00 jaren afgehas
peld werd en waarvoor slechts sedert enkele
jaren eenige heethoofden zich opwinden om hun
te doen ophemelen, te doen verheffen of om
hunne politieke fortuin te maken.
'tWas dan ook niet to verwonderen dat de
katholieke Vlaamsche leeuwen dadelijk den
aftocht bliezen naar hun lokaal, waar hun
koning hen eenige woorden van moed en vol
harding en een van buiten geleerden pauselij
ken Rerum Novarum toestuurde, met de hoop
dat toekomend jaar alle inwoners van Sottegem
vlaamsche leeuwen zullen geworden zijn en
onder zijne hooge bescherming zullen mede
werken voor godsdienst, taal en vaderland
Mis pataat, Mijnheer, wij doen met die lolle
niet mee Wij houden te veel aan onze zelf
standigheid om mee te loopen nret een hoop
verwaande vlaamsche leeuwen,want 't is altijd
heel gevaarlijk met ongelijke personen om te
gaan
Wij zijn en blijven niettemin Vlamingen van
een stuk, doch verschillen op vlaamsch gebied
oneindig met de dwaze princiepen onzer Sotte
gemsche katholieke vlaamsche gildemannen.
Wij willen wel dat den vlaamsche kinderen
een vlaamsch onderricht worde gegeven, maar
wij houden eraan ook dat hen worde verstrekt
de onmisbare kennissen der Fransche taal die
zij noodig hebben om zich voort te helpen in
den harden strijd om het leven die wij thans
ondervinden. En dit noodige geestesvoedsel
ontbreekt hedendaags zoowel bij menige bur
gers en ambachtslieden als bij de arme zwoe
gers die in dat goddelooze Frankrijk dat gij
steeds bestrijdt, Deleedigt, de korst brood gaan
zoeken dat hun Vaderland, ons duurbaar
Vlaanderen hen weigerde.
Des morgends om zeven ure, kwam een
oude dienstknecht, wiens gelaatstrekken
door de jaren eerder rond geworden waren
dan misvormd, dank aan de uitwerksels der
sappige spys en van den dienst die niet het
minste lastig was, zyne deur openen.
De goede God zy met u, pelgrim van
Onze Lieve Vrouw, zegde hy, het ontbijt is
vaardig.
't Is goed, antwoordde de vreemdeling
en hy toonde hem den paternoster, dien hy
in de hand hield. Er blijven maar een twin
tigtal bollekens meer over, en ik kom aan
stonds beneden.
Zegt gy dan uwen paternoster eiken
morgenu op, heilige man van God die gy
zyt
Voor alle antwoord, ging hy voort met
zijnen roozenkrans tusschen zyne vingers
te laten glyden, eenige onverstaanbare woor
den mompelende en 't was maar na een
kwaarttuurs bidden kruisteekens en knie
buigingen, dat hy er in toestemde den
ouden dienaar te volgen.
Deze geleidde hem naar de keuken.
Pelgrim, zegde hij, het spysaandeel is
in het godshuis geregeld, en gy zoudter een
schraal maal vinden maar by Sinte Anto-
nius, gy zult met ons ontbyten, mits gy een
deugdzaam man zyt.
Deo gratias, myn broeder I ik eet wei-
Wij blijven van gevoelen dat in oen twee
talig land gelijk het onze, allo Beteon of ton
minste toch degenen die een openbaar ambt be-
kleeden, beide landstalen moeten kennen zoo
denkt er de overgroote meerderheid der Sotte-
bevolking over, en zulks kan men
slechts verkrijgen door de inrichting van het
Verplicht Onderwijs onderwijs waartegen gij
katholieke vlaamsche leeuwen, totaal gekant
Willen wij daardoor te verstaan geven dat
alles slecht is in de cischen der Sottegemsche
Vlaamsche Gildemannen
Neen Maardaar hebben Frankrijk, de Gul-
densporenslag, den 11 Juli, onze voorouders ca
geheel de reesem niets mede te maken want
de vijand van ons Vlaamsche volk is alleroersjl
zijpe armoede, zijne onwetendheid, zijne zede*
lijke onbewustheid waarin de klerikalen hei
gedompeld houden. Die kwalen willen wij doen
verdwijnen en indien gij, katholieke Ylaanv
sche Gildemannen daurvoor wilt wedijveren,
dan staan we aan uwe zij. Zoo niet, rekent nooit
op onze medewerking.
o—
N. B. De familie Kwezels en O verzoekt
ons do lezer» der Volksgazet bekend te ma
ken met het pijnlijk en onherstelbaar verliet
dat zij komt te ondergaan in den persoon van
den heer Stanislaus Blankaert, onderpastoor
alhier. De heer Stanislaus gaat trappist worden
en naar de familie Kwezels thans rondstrooit,
voerde de man Gods hier veel goede werken
uit, namelijk een onverzoenlijken strijd tegen al
wat vrijgezind wasvan zijne andere goede
werken weten wij niets. Wij wenschen dan ook
den heer Blanckaert (Stanislaus voor de dame»)
goede reis en den wind van achter.
Mocht onze innige deelneming in het pijnlijk
verlies dat de familie Kwezels komt te onder
gaan dan ook hare smart eenigszins lenigen en
hare tranen afdrogen.
't Jaar der Gemeentekiezing zal er door
de dompers van 't Sadhuis
1) voor een meer voorzien Kermisprogram-
ma gezorgd worden dan 't geen nu op
d'onnoozel en belachelyke affiche van hel
jaar voorkomt.
2) Voor opslag gezorgd worden zooniet toch
beloofd worden aan de champetters, waar
van er thans zijn die een hongerloon ge
nieten.
3) Voor de regelmatige betaling gezorgd
worden der bezoldiging van de onderwy
zers die nu soms meer dan 2 maanden
naar hun centen moeten wachten.
4) Eene toelage gegeven worden aan de zoo
belangwekkende maatschappijen van Oa-
derlingen Bijstand en die tot heden door
de liberalen in den Gemeenteraad jaarlijks
nutteloos werd voorgesteld en verdedigd.
5) Eene meerdere en oordentelyke toelage
toegestaan worden aan de kas van het
Werkloozenfonds opdat de ongelukkige
werklieden byzonderiyk in de winter wat
meer onderstand (waartoe ze overigens
recht hebben) zouden genieten,
6) Eene algemeenereparatie bevolen worden
van al de voetwegels op de buitenwijken.
7) Eene toelage beloofd en gestemd worden
voor het bouwen van een Schouwburg
onze stad waardig.
8) Aan de stadswerklieden eene vermeerde
ring van loon beloofd worden.
9) De ondernemers van den reinigheidsdiénst
zullen misschien verplicht worden het
reglement na te leven en hunne werklie
den een loon van 25 centiemen per uur te
betalen hetgeen ze nu niet doen.
10) De 3 jaren van de 6 per cent verloopen
zynde, zal hunne afschaffing misschien
beloofd worden of ze zullen misschien na
de Kiezing ookvermeerderd
worden.
Die leeft zal zien en ondervinden.
Wy zyn benieuwd te weten of de Kiezers
zich altyd en onophoudend met beloften zul
len laten paaiën 1
ZONDAGRUST.
Van 's middags tot middernacht, dienst
doende Apotheker op Zondag 17 Juli 1910.
M. BONNER, Bisschopstraat.
Demoiselle éducation distinguée,20ans
expérience dans l'instruction, excellentes
références, donne lepons particulières, in
struction compléte en Francais. Langue
Anglaise.
s' Adresser bureau du Journal J, M.
Proficiat. Wy vernemen met ge
noegen dat de jonge heer Willy Breckpot,
met goed gevolg zijn tweede examen als
kandidaat-Notaris heeft afgelegd. We wen
schen hem en zyn gelukkige vaderden heer
Notaris Breckpot van harte geluk.
Sportingclub. Heden zondag om
4 uren namiddhg op het terrein van den
Sportingclub van Schaerbeek, Brussel,
Match, tusschen de Cercle Sportif van St.
Gilles en de Sportingclub van Aalst.
Vertrek uit Aalst om 2 uren.
Sanatorium de Mont-sur-Meuse
(Lustin). Maladies de poitrine. Pension
10 k 12 fr. Ascenceur Chauffage Cen-
ral. Eclairage électrique.
nig, en het zwartste brood is my voldoende
maar dat uwen wil geschiede
Onze ydele eeuw, vijandig aan alle deug
den, heeft niet een enkel gedacht van de
eerbiedwaardige instellingen die nog on
langs Jen gronde gegaan zyn, en in het
nieuwe nakomelingschap zal men nauwe
lijks een man op tien duizend vinden, die
weet wat eene kloosterkeuken was. Men
moet die dikke muren, alsof zy voor eene
vesting of voor de grondzuilen eens palel
zen gebouwd waren die mantelschouwen
met marmer kolonnen ondersteund, die
schoorsteenen welke breeder waren dan de
heele hut eener boerenfamilie, die eiken
tafels en stoelen, die breede vloersteenen,
die yzeren kettens en hekken gezien heb
ben, om te kunnen waardeeren wat al
schoons en indrukwekkend het schouwspel
eener rijke abdy, voor een wellusteling aan
bood.
De keuken van het klooster der damen
Augustynernonnen van Sparmale, was een
der prachtigste van Brugge. Ook had de
knecht zorgden vreemdeling, by het opdie
nen van een maal dat voor een noenmaal
zou hebben kunnen doorgaan, te vragen, of
in Italië dergelijke gestichten gevonden
werden.
Wordt voortgezet.