E
het arrondissement
LIBERAAL,DEMOCRATISCH WEEKBLAD.
Prijs 3 centiemen het nummer
Vijfde Jaargang Nummer 31
Zondag 31 Juli 1910
WILLEMSFONDS.
De toestand van 't Openbaar
Onderwijs in Belgie.
De lijdende, de strijdende
en de triomfeerende kliek.
De Doode Hand.
Godsdienst en Zedeleer.
K R 1TIEK.
Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten
voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, Aalst.
Prijs der Annoncen: centiemen j P^r drukregel
Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst.
Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank
AALST, 30 JULI 1910.
De kostelooze boekerij van het Wil
lemsfonds, afdeeling Aalst, gevestigd
Graaf Egmont Groote Markt, is
itlie zondagen open van 101/2 tot
111/2 ure voormiddag.
De hulpboekerij te Nieuwerkerken,
bij Madame We Van Sande, is open
alle Zondagen van 7 tot 8 ure 's mor
gens.
Wanneer het klerikaal goeverne-
mcnt zijne grenzelooze bezorgdheid en
genegenheid voor de groote zaak van
het volksonderwijs moet doen gelden
wijst het op het groot aantal lagere
kcholen welke in het land bestaan en
op het getai leerlingen welke de leer
gangen in de scholen volgen. Met dit
ooei wordt er gebruik gemaakt van de
telers, opgegeven door de officieele
Matistieken.
vVanneer de klerikale regeering de
uitslagen door het openbaar onder
lijs, gelijk het nu is ingericht, beko
men, wil doen waardeeren, beroept
ik) zich nog op de cijfers der officieele
statistiek welke het getal ongeletter-
ncii opgeeft 't zij op de inwoners in
'v algemeen, 't zij op de jongelingen
ingelijfd bij 't leger.
Wanneer de klerikale regeering de
bewondering wil opwekken van het
puonek en bezonderlijk van den vreem
de voorde waarde van het Onderwijs
iu Belgie, stelt zij werken ten toon en
voornamelijk tabellen, welke niet an
ders kunnen dan over Belgie de loftui
tingen doen opgaan van al degenen die
ueiang stellen in het Onderwijs.
Maar als men de zaak van naderbij
wil beschouwen, wanneer men die
statistieken nauwkeurig wil onderzoe
ken, zal men weldra bemerken, dat al
die tentoonstellingen slechts voor doel
hebben het publiek en den vreemde
te bedriegen over den wezenlijken toe
stand van het openbaar Onderwijs in
Belgie.
En vooreerst, welke waarde hebben
die statistieken Naar mijn bescheiden
oordeel, geene, of in alle geval een
fieer geringe waarde, vermits zij geen
onderscheid maken tusschen de ge
meenten op welke zij toepasselijk zijn.
Immers men doormengt in de zelfde
opgaven al de gemeenten, derwijze
dat de uitslagen bekomen in de groote
steden waar het onderwijs altijd uit
muntend is ingericht, ten goede komen
aan de kleine gemeenten waar het
onderwijs min goed of slecht wordt
gegeven, en wier jammerlijke uitsla
gen, tusschen deze der groote steden
met in 't oog vallen, door de alge
meenheid der statistiek.
Statistieken op deze wijze samenge
steld kunnen niet anders dan bedrie-
gelijk zijn en laten niet toe den toe
stand van het Openbaar Onderwijs
in Belgie naar zijne wezenlijke waarde
te schatten.
Eene volmaakte statistiek zou volle
dige inlichtingen moeten geven voor
elke gemeente van het land, voor elke
gemeente af {onderlijk.
Men zou moeten kennen al de be
staande scholen, de onderwijzers welke
•er werkzaam zijn, met aanduiding der
diplomas welke zij bezitten, het ge
tal leerlingen welke regelmatig de
dessen volgen enz. enz. en ten slotte
het getal ongeletterden.
Met zulke inlichtingen zoujhet moge
lijk zijn te oordeelen en te vergelijken
steunende op zulke volledige opgaven
zouden we kunnen vaststellen wat het
officieel onderwijs voortbrengt en wel
ke de waarde is van het vrij, confes
sioneel onderwijs.
Eindelijk met eene volledige statis
tiek, volgens de herkomst, de waarde,
het al of niet bezitten van diploma's,
den Staat, de nationaliteit der werk
zaam zijnde onderwijzers zou het
mogelijk zijn het karakter te bepalen
van het onderwijs ingericht in elke
gemeente.
Vele lieden beelden zich in, dat in
de klerikale gemeenten waar de ge
meentescholen nog niet geheel zijn
afgeschaft er een officieel onderwijs
bestaat in den echten zin van 't woord.
Welnu ze bedriegen zich en ten be
wijze daarvan wil ik slechts de twee
steden aanhalen Aalst en Geeraads-
bergen.
Te Aalst gelijk te Geeraardsbergen
bestaan er aangenomen scholen en
deze zijn uitsluitend katholiek, confes-
sionneel.
Te Aalst en te Geeraadsbergen be
staan er ook gemeentescholen en deze
zijn bijna geheel en gansch zoo katho
liek en confessioneel geworden als de
anderemen noemt irnmers in die scho
len geene bestuurders of onderwijzers
meer, dan in zooverre zij hunne oplei
ding ontvingen in de-vrije normaal
scholen, wezenlijke broeinesten van
klerikale meesters.
Zoolang wij geene uitgebreide sta
tistiek zullen bezitten, waarin de twee
soorten van onderwijs niet worden
verward zoolang het niet mogelijk
zal zijn het klerikaal onderwijs ter ver
gelijking tegenover de wezenlijk offi
cieele scholen te plaatsen der groote
steden en liberale gemeenten zoolang
zal 'het klerikaal goevernement zich
kunnen tooien en pronken met ander
mans veêren zoolang zal het onge
rechtigd op zijn eigen actief, de schit
terende uitslagen brengen van het
openbaar onderwijs gelijk wij. Libera
len, de inrichting ervan begrijpen en
betrachten.
28 Juli 1910.
Jules RENS,
Volksvertegenwoordiger
Men kan de massa der klerikale kliek in
drie afdeelingen splitsen, welke men aan
duiden kan met de namen de lijdende, de
strijdende en de triomfeerende kliek.
Het lijdende volk, de onwetende menigte
waarop de klerikalen steunen om hunne
heerschappij te behouden vermindert naar
mate het onderwijs zich uitbreidt, naarmate,
bezonderlyk door het vermenigvuldigen
der moderne gemeenschapsmiddelen, de af
zondering der massa steeds geringer wordt
en zij door het inaanraking komen met
meer ontwikkelden, nauwkeuriger leert
oordeelen en door zich zelve meer ervarin
gen opdoet.
Om dat lijdende volk bekommerde de triom
feerende kliek zich weinig Zij heeft in elke
gemeente van het land agenten, die het
onwetende volk in onwetendheid houden
die het vastknellen aan vooroordeelen en
dwaalbegrippen, die het voeden met haat en
fanatism tegen al wat vrijzinnig is die met
behulp van kansel en kasteel, tot onder
gang doemen al wie niet vroom en gedwee
in 't gaareel wil loopen van het dweepziek-
ste klerikalism
Hoe meer afgezonderd dat lijdend gedeelte
der klerikale kliek leeft, hoor warser het
blijft van allen modernen vooruitgang, hoe
fanatieker, hoe vaster geankerd aan armoe
de naar ziel en lichaam, hoe trouwer steun
pilaren het zijn van klerikalism en wilde
reactie.
Was er geen klerikale redenaar om in de
Kamers te verklaren, dat buiten kijf de
werklieden en ingezetenen deri dorre Kem
pen, al hebben er velen slechts 1 fr. of
1,50 fr. daags om met vrouw en kinderen te
leven, gelukkiger zijn dan de overige
Belgische werklieden, al hebben velen de
zer in de steden door onderwijs en ondervin
ding handigheid en kennis genoeg verwor
ven om een goed loon te kunnen en te mogen
eischen.
De lijdende afdeeling der kliek, de naam
zegt het genoeg is geheel passiefde leden
ervan behoeven geene enkele poging te
doen om meer te zijn of meer te worden de
pastoor denkt voor hen, de pastoor leest
voor hen, de pastoor regeert over hen, ze
moeten slechts blindelings gelooven, blinde
lings volgen en natuurlijk ook blindelings
stemmen.... dan mogen ze voort op aarde
lyden en hunne zaligheid zal verzekerd zijn
hiernamaals 1
Maar stilaan vermindert die blinde massa
voortdurend scheiden er zich vele eenheden
van af, al doet de triomfeerende kliek, boven-
menschelyke en bovenwettelijke pogingen
om door hét fanatiseeren van het onderwijs,
die massa onaantastbaar te maken voor de
moderne ideeën de moderne denkbeelden
loopen langs de velobanen, rijden op de
spoorwegen, zweven in de blauwe lucht
naar de verste uithoeken der afgelegenste
dorpen.
De strijdende kliek, dat is de menigte der
poesjenellen der geestelijkheid de middel-
eeuwsch denkende kasteelheeren en de lange
rei van arrivisten, plaatskensjagers, kazak-
keerders en muilentrekkers van allen dee-
sem, die in 't vagevuur der begeerte liggen
te woelen snakkende naar een zetel, een
sinekuur, een sjerp, een levering, een be
stelling of zelfs maar een krilisken, iets wat
hunne begeerte naar het HEBBEN of het
schitteren in den hemel der politieke kliek-
verkorenen zou voldoen.
De strijdende kliek, bezit de overtuiging
niet der leden van de lijdende afdeeling
't is maar heel oppervlakkig op weinige uit
zonderingen na, dat ze overtuiging veinzen
en gansch dien rommelzoo van huichelaars,
gewezen vrijdenkers, liberalen, anarchisten
zelfs, zijn nu slechts zoo buitensporig kleri
kaal om hun verleden te doen vergeten, om
zich door de meesters te doen opmerken ten
einde voor zich of hunne kinderen, al ware
't maar een plaatsken van een schort groot
in den hemel der triomfeerende kliek te be
machtigen, immer bereid, by een ommekeer
der politieke fortuin, hunne hedendaagsche
wapens: verraad, judasserij en valschheid
te gebruiken om de goden te bevechten die
ze thans aanbidden.
De triomfeerende kliek is uit de voorgaan
de gesproten. Al hare krachten wendt ze
aan om in de hooge sfeeren te kunnen
blyven. De leden dezer kliek tronen in den
hemel der genietingen van alles wat poli
tieke megalomanie en kozijntjeswinkel ver-
leenenikan en al de typen der strijdende
kliek renegaten, huichelaars, fanatieken
kan men er ontmoeten, het leven omstraald
met den glans van congo-millioenen, auto
mobielenglorie, paleizen-rijkdom en volks-
armoede.
Wat ijn goederen der Doode
Hand vraagt Denderbode, en hij
antwoordt Dat zijn landerijen,
meerschen, bosschen, hofsteden,
huizen, fabrieken, mijnen, enz. door
een openbaar bestuur bezeten, die
nooit verkocht worden en nooit bij
erfenis in andere handen overgaan.
De geuzen handelen te kwader
trouw als zij de zoogezegde klooster-
goederen rangschikken onder de goe
deren der Doode Hand.
En inderdaad, gaat hij voort, geen
klooster, geen geestelijk gemeen-
schap van paters of nonnen kan
onroerende goederen bezitten de
kloosters behooren aan den eene of
andere eigenaar en als die eigenaar,
goederen verkoopt moet men ver-
koopingsrechten betalen en als hij
komt te overlijden erfenisrechten
kwijten als welke goederen ook.
Dat is dus verre van Doode
Handte zijn, besluit Dender-
bode
We hebben in eene reeks artikelen,
met cijfers, bewezen hoe de klooster
orden het aan boord leggen en wat al
trukken ze gebruiken om zich aan de
betaling van de erfenisrechten te ont
trekken.
We zouden er geen graten in vinden
dat de kloosters uitgestrekte eigen
dommen bezitten, indien ze aan de
Staatskas in alle eerlijkheid de rechten
betaalden waaraan alle andere Belgen
onderworpen zijn en waaraan niemand
van ons noch burger, noch landbou
wer, noch werkman kan ontsnappen.
Zoo hebben wij den truk besproken
van den familie vader op wiens naam
t klooster met al zijne eigendommen
ingeschreven is en die eigenlijk maar
een strooman is,volgens stukken onder
handteeken. We hebben gezien dat, als
dien strooman komt te sterven, de
erfenisrechten maar 1,40 fr. per cent
beloopen.
We hebben ook den aankoop, onder
den vorm van tontine besproken
van 5 of 6 paters, ingevolge van het
welk er maar 6,jj fr- Per cent betaald
wordt op 't aandeel van den pater
die sterft.
We hebben 't middel der wet van
15 Mei 1905 aangehaaldvolgens welke
er maar 2/ centiemen per cent op heel
den eigendom moet betaald worden.
Al die middelen, die door de kloos
ters gebruikt worden, naar gelang
der omstandighedenhebben altijd
maar't zelfde doel, namelijk de beta
ling te ontgaan der rechten van 13,80
fr. per cent die ze in alle eerlijkheid
zouden moeten betalen, omdat, hoe
men de kwestie ook draait of keert,
telkens dat den ingeschreven eigenaar
van de kloostergoederen sterft, zelve
goederen aan vreemden overgaan, en,
de belgische wet op de erfenissen
schrijft voor dat als men van een
vreemden persoon erft men 13,80 fr.
per cent erfenisrechten moet betalen.
Tegenstrijdig dus met 't geen «Den
derbode aan zijne lezers op vijst beta
len de klooster goeder eti geene erfenis
rechten ooals alle andere goederen,
en daar ligt juist de onrechtvaardig
heid ook in 't gebruiken van al die
trukken door de kloosters, voor 't be
houden en de vermeerdering hunner
eigendommen, zonder de rechten te
betalen die alle andere Belgen aan
de Staatskas verschuldigd zijn, ligt
't bewijs dat de kloostergoederen tot
de «sc Doode Hand behooren.
Meer en meer groeit de waarde dier
goederen aan de fortuinen der kloos
ters stijgen van jaar tot jaar. Die
goederen zijn buiten den handel.
De Staat ontvangt er niets meer van
of ten minste hij ontvangt zijn volle
recht niet en zoo komt het dat stilaan
maar zeker de lasten voor ons opslaan.
WH houden niet van lange dissertaties
over wrjsgeerige of godsdienstige onderwer
pen, zulks ligt buiten de rol van een poliitiek
weekblad maar soms worden door klerikale
bladen zulke grove drogredenen uitge
kraamd, dat we genoodzaakt zijn er terloops
op te wijzen.
Er is geene zedeleer mogelijk indien ze
niet de godsdienst tot grondslag heeft, is
een geliefd thema der klerikale gazetten.
Telkenmale ze dit thema aanvatten is het
niet zoozeer om de verhevenheid, de schoon
heid van hunnen godsdienst te doen besef
fen, als om de gelegenheid te hebben hunne
tegenstrevers hatelijk te maken in de oogen
der kortzichtige menigte.
In zijn nummer van 20 Juli geeft Dender
bode een hoofdartikel onder de hoofding
Godsdienst en Zedeleer, waarin G. v. L. de
schryver gelegenheid heeft te zeggen
o De godsdienst alleen maakt^en vasten
en onwrikbaren grondslag uit voor de
zedeleer
>n
t Volgens de liberale zedeleer moet eenie-
gelijk zich zyn eigene zedeleer vormen.
Ziehier onze meening
De liberale party laat iedereen volkomen
vry de wysgeerige of godsdienstige begrip-
Een aan te kleven welke hy voorde beste
oudt. De zedeleer heeft daarmede niets te
maken.
Er bestaan hedendaags onder de 1500 mil-
lioen menschen, die de aarde bewonen eeni-
ge honderden verschillende godsdiensten,
welke elkander tegenspieken in elk van
die godsdiensten bestaan er secten welke de
eene de andere van vervalsching en doling
beschuldigen, b. v. onder de aanhangers
van den christen godsdienst treft men Room-
schen aan Griek schen, Anglikaanschen en
Protestanten zonder de modernen mede te
rekenen.
Indien nu die honderden godsdiensten, elk
tot grondslag moeten dienen van de zedeleer
der volkeren die ze belyden zyn er honder
den valsche grondslagen der zedeleer. ver
mits volgens elke godsdienst al de andere
valsch, slecht en verderfelyk zyn.
Welnu zoo er op aarde honderden gods
diensten beleden worden, waarvan eenige
veel meer aanhangers tellen dan de christene
godsdienst, bestaat er evenwel maar eene
zedeleer die dezelfde is voor geheel de
Menschheid.
De ware zedeleer heeft voor grondslag de
beschaving, de beschaving is onafhankelijk
van eiken godsdienst en zoo ook de ware
zedeleer.
Volkeren by welke de godsdienst het
diepst is ingeworteld b. v. de Russen, inwo
ners van zekere provinciën van Spanje en
Italië, sommige dorpsbewoners van ons
eigen vaderland leven zedeloos, wild, bar-
baarsch, want ondanks hunne verkleefdheid
aan hunnen godsdienst, beseffen ze de ware
zedeleer niet. omdat ze tot heden gelecf
hebben of gaan leven zyn buiten het bereik
der beschaving.
De ergste misdaden worden gepleegd door
fanatieken, de walgelijkste wanbedrijven
door bedienaars van sommige eerediensten,
de grootste schelmstukken door vurige God
vereerders, dat gebeurt elders, dat gebeurt
in ons land, dat gebeurt overal.
Denderbode schrijft
Men kan een zeer zedelyk mensch zyn,
zonder eenigen godsdienst aan te kleven
of te belyden.
En zegt hy we willen geenszins de
waarheid van dit gezegde betwisten
Wy voegen er by
Sommige godsdiensten, zyn in hunne
praktische voorschriften geheel in tegen
stelling met de ware zedeleer, zoo b. v. de
Roomsch-katholieke godsdienst wanneer hy
beslist, dat al wie buiten zyn waarachtig
geloof sterft voor eeuwig de afgryselykste
tormenten zal ondergaan
Er zijn brave en deugdzame menschen
onder alle volkeren en in alle belijdenissen
en partyen der wereld gelyk er ook schel
men worden aangetroffen.
De uitbreiding der ware zedeleer hangt
af van de evolutie der beschaving en deze is
langzaam maar zeker. De grondslag der
ware zedeleer ligt in dit menschelijk voor
schrift
Doe het goede oui het goede
en
Doet toch aan andren niet
Wat ge niet wilt dat u geschied I
't Is de eerste voorwaarde eener samen
leving en het stond reeds gegrift op de mo
numenten van Egypte 2000 jaren voor onze
tijdrekening.
Eenige weken geleden verscheen
een nummer van het tijdschrift Nieuw
Leven, gewijd aan Lambrecht Lam
brecht, door M. Val. D'Hondt, leeraar.
Al dobbert het schuitje van Nieuw
Leven uitsluitelijk op 't klerikale vaar
water, toch heeft de klerikale Dender
bode het noodig geoordeeld de volgen
de aftakeling van leeraar D'Hondt, op
te nemen.
Boekheoordeellng,
Het Lambrecht Lnmbredit'i numni.
van Nieuw Leven*
Met zyn brochuur heeft de heer D'Hondt
niet bedoeld te leveren vulgarisatie werk
hy jongleert heel onaardig met grootheeren
uit de wereldliteratuur Keats, Longfellow,
Detleo van Lriiencron, Vielé-Griffin en niet
Vieille-Griffin die de heer D'Hondt waar
schijnlijk niet alleen by naam kent I
Disserteert over niet minder dan muziek,
(bl. 157) maar 't ongeluk, wil dat die
dissertatie geheel te vinden is in Dietsche
Warande en Belfort09, ner 10 bl. 2555,56
en nergens een voetnota die ons daarna,
verwyst. Ik wil niet uitweiden over 't on-
delicate van literaire kaapvaartEn wat
hebben menschen, die van kunst niets
afweten, aan beoordeelingen als b. v.
ln Orgelkoor, ligt iets van Longfellow's
zachte intimiteit (kent de heer D'Hondt
Longfellow enz.
Niet voor het volk schreef de heer
D'Hondt, ook niet voor ons, we hadden
dat boekje niet noodig, we wisten het AL
De brochuur draagt heel theatraal den
ondertitelCritiscne Beschouwingenn
Ja, er komen enkel beschouwingen in voor,
doch daar zal de heer d'Hondt wel geen
vaderrecht op hebben. En wat heb ik maling
aan beoordeelingen, die ik een tweede maai
te verduwen kryg