l
H BT ARRÖNDI55EMENT
BE RA AL. DEMOCRATISCH WEEKE
centiemen hel
Vijlde Jaargang Nummer 33
Zondag 14 Augu-ti 1910
W
WIE EERLIJK IS
Ondersteuningsfonds
tegen Werkeloosheid.
De onwikbare Eenheid
der Rechter zijde
Eerbied aan de Dooden.
De Spelen.
Op den Builen.
Rond eene benoeming.
•*»*05aasatjp.
Abonnementsprijs 3 tr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten
voordestad. ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, Aalst.
Prijs der Annoncen: karnen 75 centiemen j Per Jrukre=il
Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst.
Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank
AALST, 13 AUGIJST1 1910.
Al wie eerlijk man is moet, als
hij den bepaalden ouderdom be
reikt heeft, op de kiezerslijst staan.
Wie niet op de kiezerslijst staat
en oud genoeg is om kiezer te zijn,
moet een geschandvlekt man
zijn.... of misschien een door de
klerikalen wetens en willens ver
geten tegenstrever.
Maar het eerste gedacht zal altijd
zijn A. staat niet op de kiezers
lijst hij moet iets op de lever heb
ben, dat niet effen is.
Gij allen, eerlijke menschen, die
houdt aan uwen goeden naam en
faam, ziet eens naar de kiezers
lijsten, en eischt uw recht, helpt
ons aan de herziening, het is in
uw belang, het is voor uwe eer.
Lokaal Graaf Eymont, Groote Markt.
Algcmeene verplichte Vergadering
op ZONDAG 21 AUGUSTUS 1910,
ten 3 1/2 uur stipt namiddag op boet van
10 centiemen.
Orde van den dag
1. Verslag der laatste Alg. Vergadering
2. Balloteering van nieuwe leden
3. Driemaandelijksche rekening
4. Mededeelingen Bespreking van
voorstellen,
5. Benoeming van een afgevaardigde bij
het Hoofdbestuur.
De Leden moeten hunne lidkaart afgeven
als bewijs van aanwezigheid.
De Sekretaris, De Voorzitter.
Pieter ANNE. Leo RUMMENS.
Dooi* een onverzlen geval is
tie vergadering; van 14 dezer,
verschoven tot 24 Augusti.
De laatst verloopen week werd ons
het nieuws gebracht der ontslagen van
twee ministers. M. Delbeke minister
van Openbare Werken en M. Des-
camps-David minister van Weten
schappen en Schoone kunsten, lieten
plotseling het roer van het Staatsschip
los en namen hun ontslag, in de volle
bewustheid waarschijnlijk, dat het
Staatsschip aan dat loslaten toch niets
hebben zou.
Dit dubbel ontslag is anders betee-
kenisvolWe zijn ten volle in den
wetgevenden rusttijd, niet de minste
bedrijvigheid heerscht in de wetgeven
de of ae goevernementeele sfeeren,
alles is kalm, volstrekt kalm. Geen
jammerlijk feit doet zich voor geene
pngunstigestemmingis te yreezen, zoo
tang de rusttijd duurt, geen dreigende
ondervraging voor hetoogenblik, geene
onmiddelijke losbarsting van alge-
meene verontwaardiging, welke van
aard zoude zijn het ontslag van eene
dier ministers te weeg te brengen of de
oorzaak ervan te verklaren, bezonder-
lijk als men weet hoe onverschillig
onze meesters zijn voor den drang der
openbare meening.
En toch, ziedaar opeens twee ster
ren, die uit het hoogste van het kleri
kale firmament schielijk nedervallen,
terwijl anderen hunnen glans verlie
zen, als gingen ze ook in de peillooze
diepten van den chaos verdwijnen.
Bewijst dat alles niet ten overvloede
dat er iets ontredderd moet zijn aan
het klerikale vaartuig geen stoom in
den ketel, geen wind in de zeilen dat
er iets hapert aan het goevernemen
teele, klerikale schip
Inderdaad, iedereen weet dat ae
volledige oneenigheid heerscht in de
rangen onzer tegenstrevers de vrij
heid, de rechtvaardigheid, de gehecht
heid aan de ware grondbeginselen van
ons onafhankelijk volksbestaan welke
de liberale partij kenmerken, brengen
verwarring en tweespalt in de kleri
kale horden.
De legerwet, met het liberale grond-
begin der afschaffing der plaatsvervan
ging heeft het klerikalism in twee
takken gescheiden, gansch vijandig de
eene aan de andere.
Nu is 't het verplicht onderwijs,
ander voornaam punt van het liberaal
programma dat de wanorde veroor
zaakt in de rangen van het klerikale
leger, de eenen nemen het verplicht
onderwijs aan, de anderen verwerpen
het op volstrekte wijze.
Te gelijker tijd als 't verplicht onder
wijs werpt het vraagstuk der Evenre
dige vertegenwoordiging de verdeeld
heid in het klerikale kamp. Iedereen
weet dat M. Woeste en zijne sleepdra
gers er de onverzoenlijke tegenstre
vers van zijn terwijl M. Theodor en
geheel de klerikale afvaardiging van
het arrondissement Brussel openlijk de
E. V. toegepaselijkop de pro incie en
gemeentekiezingen in hun programma
schreven in Mei laatstleden.
Het is die inwendige verdeeldheid
der klerikale partij over voorname
vraagstukken, dat men de oorzaken
der ontreddering moet zoeken van het
klerikaal goevernement.
Die ontreddering is van aard ons in
onzen strijd aan te moedigen en laat
de oppositiepartijen toe het grootste
vertrouwen te stellen in de toekomst
indien de linkerzijde volhardend is en
eensgezind den strijd voert mogen we
de hoop koesteren, dat weldra het
klerikalism in Belgie voorgoed in dui
gen zal vallen.
10 Oogst 1910.
Jules RENS,
Volksvertegenwoord iger
M. Petrus Daens is zeer verbolgen tegen
Alberic De Swarte, die de driestheid heeft
in verschillende artikels, de stemmingen
van priester Daens aan te halen en te beoor-
deelen.
M. Petrus Daens, die anders alles behalve
kiesch is in 't gebruik zijner woorden waar
het tegenstrevers betreft dood of nog levend,
acht het aanhalen en beoordeelen der stem
mingen van zijn overleden broeder, beledi
gend voor den doode.
Hij eischt eerbied voor de dood.
Wonder toch hoe kitteloorig die volks
vertegenwoordiger is als het hem of zijn
broeder betreft, hy die voor anderen noch
tans een rijke keus heeft van scheldwoor
den, platte en grove uitdrukkingen zelfs.
Overigens, het is niet ontbreken aan eer
bied voör de dooden, hun openbaar leven
te doen kennen, hunne stemmingen als
mandatarissen van het volk bekend te ma
ken, ten einde de strekking en de waarde
der politieke groepen te ontleden welke zij
vertegenwoordigen, bezonderlijk als die
groep slechts een vertegenwoordiger telt
in het parlement.
Het opsommen der stemmingen van een
eenige vertegenwoordiger eener politieke
groep, met aanduiding der beteekenis dier
stemmingen, is geene beleediging of smaad
voor de nagedachtenis van een afgestorven
Kamerlid, het is veeleer eene bydrage tot
de parlementaire geschiedenis van het land.
Het publiek leven van priester Daens,
zijne politieke werking en zijne woorden
behooren aan het publiek, gelijk het leven
van allen die aan politiek meedoen, wel te
verstaan in zoover dat leven in verband
stond met de politiek. Ware het anders
men zoo geen enkel kritisch oordeel meer
mogen vellen over afgestorven kunstenaars,
vorsten, politiekers enz. zonder het verwijt
op te loopen, mangel te hebben gehad aan
eerbied voor de dooden.
Maar M. Petrus Daens, stelt zich zelve
zoo gaarne aan als martelaar en zyn broe
der als een heilige, dat men geen van bei
den noemen mag zonder vol bewondering
en vereering stijf te staan hy is de wesp
der politiek, azend op alle vruchten, maar
boosaardig brommend en met zyn giftigen
angel stekend, al wie hem verwijzen wil
naar zijne echte plaats.
Wat min eigenwaan zoo hern niet mis
staan.
Ettelijke jaren geleden is eene wet
gestemd tot beteugeling der spelen en
het moet dus geene verwondering
baren, dat de parketten eens den neus
willen steken in de speelzalen.
Spelen behoort tot de menschelijke
driften en deze zal men nooit vol
komen kunnen uitroeien. Nog kind
zijnde las ik in mijn handboekje over
vaderlandsche geschiedenis dat de oude
Belgen verslaafd waren aan drank en
spel, zoodat de wetgeving vrij laat
gekomen is om den speelduivel te
verjagen.
De menschelijke driften regelen door
wetsbepalingen is eene utopie en eene
overtollig beperkende regeling leidt
dikwerf nog tot grooter misbruiken.
Melden de dagbladen niet reeds dat
geheime speelhuizen hier en daar op
rijzen en zooals de dief, welke zinnens
is eenen slag te wagen den politieagent
bespiedt, zoo zal de speler wel het
parket weten te verschalken.
De wetgeving wil nog andere drif
ten beteugelen de dronkenschap en
de ontucht. Wat zijn de gevolgen
Wordt er sedert de wet op de open
bare dronkenschap een liter jenever
min gestookt Rijzen niet alom ge
heime stokerijen op Wordt er in het
geniep niet eentje gepakt in de keuken
of kamer en ziet men nu geene wagge
lende beenen meer langs de straten J
En sedert men zekere huizen den
doodsteek heeft willen toebrengen,
zijn er wel vele verdwenen, maar hon
derden geheime en dus gevaarvoller
zijn in de plaats getreden en niet minst
de kleine klerikale steden. Drank
misbruik en ontucht leveren nog jaar
lijks een groot aantal slachtoffers en
dit zal blijven duren omdat, waar
menschen zijn, menschelijke driften
bestaan,
Zoo ook zal het zijn met de spelen.
Wanneer sommige personen zich
naar de speelhuizen begeven dan we
ten zij waar zij gaan en waarom.
Van 't oogenblik dat zij er niet heen-
gelokt werden door oneerlijke midde
len staat alleen hunne eigene verant
woordelijkheid op het spel. Zijn het
minderjarigen, waar halen ze dan het
geld en waar is de waakzaamheid hun
ner ouders, zijn het meerderjarigen,
waarom vragen hunne bloedverwanten
hunne onder rechterlijke voogdijstel
ling niet, zooals met sommige ver
kwisters gedaan wordt.
Men wil het spel uitroeien bij de
ouderen men laat de speeldrift zach
tjes ontluiken bij de jongeren.
Waar en waarover wordt thans niet
gewed. Hoeveel duizenden worden
niet verwed en verloren bij paarden
loopstrijden aangemoedigd door open
baren besturen Hoeveel werklieden
verwedden hun weekloon niet bij dui-
venprijskampen, kaatsspelen, velo-
koersen, enz. Bij eenvoudige kaartspe
len wordt wel eens een stuk van vijf
of twintig frank gewaagd door de
kaarters zeiven of door de omstaan-
ders. De drift tot wedden en spelen
woedt reeds in de kinderwereld en zal
nog zoo gauw niet verdwijnen.
En wat zal men zeggen van de
beursschuimers, die de spaarcenten
van kleine, lichtgeloovige burgers uit
dezes zak weten te doen dansen, zon
der dat het gerecht die schandige af
zetterij kan beteugelen.
De sports, die thans eene gansche
andere richting geven aan het leven
dragen niet weinig bij om de speel
drift, de hoop op veel geld winnen uit
te breiden, terzelvertijd het intellec
tueel leven op den achtergrond schui
vende.
Dat men de speelhuizen onder de
kontrool stelle der overheden en dat
de pers 't publiek der badsteden waar
schuwe geene onvrijwillige slachtof
fers te worden der speelzucht. Maar
dat zij, die vrijwillig en met koelen
bloede hun fortuin in de weegschaal
werpen, de gevolgen hunner daden
dragen, zooals iedereen de gevolgen
zijner fouten moet bezuren.
Toen in den goeden ouden tijd het licht
over't algemeen nog te slecht en te koste
lijk was om in de nederigste woningen na
zonsondergang gewoonlijk gebruikt te wor
den, was het bij velen bezonderlyk op den
buiten eene noodzakelykkeid met de kie
kens op te staan' en te gaan slapen.
Maar sedert de uitvinding der goedkoope
lampen, het in zwang komen der petrolie
benevens het gas, de electriciteit en andere
verlichtingsmiddelen is daarin eene groote
verandering gekomen. De tijd is'kostelijk
en ook op den buiten hebben de menschen
er behoefte aan hunne bezigheden ook nog
na zonsondergang voort te zetten.
Er zyn echter nog kralen in onze streek,
waar de meesters schijnen te.denken, dat
we nog leven in den tijd der roetkeers en
van 't smoetpanneken, toen kledden van af
de eerste duisternis zijn duivelsvel en ram
melende ketting triomfantelijk langs gehuch
ten sleepte en de harten der bewoners met
heiligen schrik vervulde, er zijn nog dorpen
in onze gouw waar de opperbazen denken,
dat het voor hun zielezaligheid onontbeer
lijk is de bewoners met de kiekens naar hun
rek te jagen.
Het spreekt als een politiemuts, dat in die
kralen, op orde van den wijwaterkwispel-
baas, het dansen doodzonde is en dan ook
door zijne knechten burgemeester en
schepenen streng wordt verboden.
Niet dansen, zoo luiden de plaatselijke
politieverordeningen, in den winter ten 9
uren en in den zomer den 10 uren naar bed,
alles op stiaffe van boete en gevang. De
zondag is de dag des Heeren aan draagt
men zijne centen naar den tempel, waar
den koopman in latyngebrabbel, wijwater,
was, gebeden en missen die centen met ge
noegen aanvaard maar dansen, na 9 uren
eencent jonnen aan den gebuur die herberg
houdt, dat is des duivels en moet streng ver
boden worden.
Wat kan het den pastoor schelen, dat die
menschen kinderen te kweeken hebben,
zware lasten te betalen, moeilijk door de
wereld komen. Waarom doen ze niet gelijk
hij. Hij heeft geen vrouw, geen kinderen, hy
verkoopt gebeden en oremussen die hem
geen duit kostenen ziet eens hoe de
Heer hem zegent, hij kan geld uitleenen,
aan matigen intrest, hy roept zelfs van den
preekstoel, dat brave, werkzame menschen
daarvoor geen borg noodig hebben... ja, de
Heer zegent hem miidelijk en hij zal met
geen dorst voor den rechterstoel van den
Opperheer verschijnen want hij heeft wijn
in den kelder wijn in soorten.
De Heer is hem genadig.
En als er een dikke sterft en er een be-
rafenis van eerste klasse plaats heeft, dan
:omen pastoors van den omtrek helpen
latijn zingen en wy water sproeien en een
flesch drinken en als de avond valt trekken
ze huiswaarts den hoed in den nek en zwik
zwak-lood in hun gespenschoenen.
Haeltert is in dat opzicht zeer begunstigd
De pastoor is de opperbaas en heel den troep
poesjenellen van de regencie zwaaien als
gekken met armen en beenen, als de opper
baas met het koordeken trekt.
Haeltert is een lustoord van klerikale
verslaving en dompery Niet dansen en
met de kiekens slapen wordt er herhaald in
het politiereglement dier vermakelijke
parochie.
En weken aan een ziet men dozijnen in
boorlingen te Herzele voor' den Vrederech
ter verschijnen, die er de blinde Justicie
toont in 't Sint Joris tempel, vlak boven den
toog waar de vreugde van Bacchus en Gam-
brinus wordt getapt en geschonken, terwijl
het boven boeten regent op de arme Haelte-
raers, die niet met de kiekens slapen gin
gen als 't zondag was.
Deze week waren er naar men ons verze
kert niet min dan 39 sukkelaars, die in
Sint Joris te Herzele hun aandeel kregen
van de Justicie.
In menig huisgezin zal er wegens die
boet het noodige gemist worden, maar de
kelder van den pastoor zal er niets van ge
waar worden en de sukkelaars zullen toch
voor zyne slaven stemmen.
Zoo gaat het nog op den buiten.
Er waren twee kandidaten voor de plaats
van hoofdonderwijzer te X, een dorp in den
omtrek van Aalst gelegen.
De eerste is eene der beste onderw ijzers
van het Vlaamsche land, op de hoogte der
moderne vraagstukken van zielkunde en
methodeleer, psychologie en opvoedkunde,
hooggeschat (foor al zyne collega's van het
officieel onderwijs.
De tweede is een kroet van het vry onder
wijs, gelyk men er overigens by honderden
telt in dat gilde, met e'.i zonder naar-den-
kop-gegooide diplomas, een kroet in den
vollen zin van 't woord, die zich in het vak
slechts eenmaal zoo heeft onderscheiden,
dat er voor hem weinig eer van kwam.
De eerste werd als onderwyzer en als
mensch te X... door al de inwoners gewaar
deerd en bemind.
De tweede was er in alle opzichten schier
onbekend, er was ook niets aan-verloren.
Beide kandidaten deden natuurlijk hunne
ronde by burgemeester, schepenen en raads
leden en de officieele onderwyzer, de éóne
van die twee den naam onderwyzer wezen
lijk waardig droeg de overtuiging mee,
afgaande op het gul onthaal, dat hem by
allen te beurt viel, dat de raad hem benoe
men zou.
Maar hij had gerekend zonder den waard,
't is te zeggen zonder den pastoor. De beste
onderwyzers voor de pastoors, zyn degenen,
welke er in toestemmen hunne slaven te
zijn. De pastoors wenschen geene goede
onderwyzers op den buiten te degelijk on
derwijs valt niet in hunnen smaak.
Ook zette de man zich aan 't werk. Hy
bezocht de gemeenteraadsleden, hy toonde
hun zelfs nummers van het pedagogisch
tijdschrift, waarin de officieele onderwijzer
eene reeks artikelen schreef over zielkunde
o, welke goddeloosheid om hun diets
te maken hoe gevaarlijk zoo een onderwyzer
voor de kinderen van X zou wezen.... en de
kroet werd met byna eenparige stemmen
hoofdonderwijzer benoemd.
Dit gebeurde dezer dagen, en ten over
staan van zulke feiten vragen wy den heer
Petrus Daens of het wel noodig is hét
schooldebat in de Volksgazet te staken.
M. Petrus Daens, verkiest de vrye school
boven de officieele school, hy eischt gelijk
heid van subsidien voor de beide soorten
van scholen, waardoor al de voordeelen aan
de vrije scholen gaan. al de nadeelen aan de
officieele schoolal den last, de verplich
tingen enz. voor de officieele onderwyzers
al de profijten en begunstigingen voor de
vrye onderwijzers (of hunne uitbuiters) zon
der verplichtingen
Dat M. Petrus Daens, over de benoeming
te X eens de meening vrage van P. Lender -
mandeze ten minste weet over onderwys
mede te praten en zou interessante dingen
schrijven, daar waar de kunde of onkunde
van M. Petrus Daens op dat terrein te kart
schiet.
M. P. Daens weet, dat overal waar de
pastoor niet meester is in de school, hv3t
onderwijs volgens hem slecht is. Ware de
officieele onderwyzer te X genoemd geweest,
de pastoor stond dadelijk als vijand tegen
over hem, en richtte eene vrye school op,
vermits hy met het stelsel van M. Daens,
zooveel subsidie zou verkrijgen, als de
school van den officieele onderwijzer.
Dan zou de pastoor hebben gedaan wat hy
nu deed, hij zou van huis tot huis zyn geloo-
pen by al ae ouders hij zou de officieele on
derwijzer P. Denderman, kent hem heel
fjoed uitgescholden hebben voor godde-
oozeen godloochenaar, hij zou hun tot be
wijs de nummers toonen van het vakblad
waarin die onderwyzer de boosheid beging
over zielkunde te schrijven eene boosheid
welke de kandidaat van M. de pastoor nooit
begaan heeft of begaan zal.
En zoo dat alles nog niet genoeg hielp dan
zou M. de pastoor op zyn predikstoel klim
men en er hidden gelyk weleer
Van de scholen zonder God
En de meesters zonder geloof,
Verlos ons Heer
Het zou de schooloorlog zyn, de hatelijke
schooloorlog, gelyk M. Petrus Daens dien
nog niet vergeten heeft, denken we.
Maar M. de Pastoor heeft zyn zin gehad.:
de kroet is benoemd. De kinderen van X zul
len niets meer leeren over 15 jaren zal nxèn
het helaas bestatigen, maar de schoolvrêde
zal er -heerschen naar het hart van M. Damn's
en de goesting van den pastoor, schoólvredh
en onwetendheid, domheid en Verslaving^
De gemeenteraadsleden, zijn de gedweëe
uitvoerders geweest van rs pastoors bevelen,
j zij hebben daarenboven eene lafheid begaan
I door het breken hnnner belofte, om aan het
l hoofd hunner school een onbekwame kinkel