DE BOSCHGEUS
Klerikalisme en Nijverheid.
Nog- over de
Beiaardkampstrijd.
WAANZIN.
Nieuwe Ministers.
Uit Erembodegem.
AALST.
Sedert eenige jaren en wel ten ge
volge der invoering van het Algemeen
Stemrecht zijn alom bonden ontstaan
met het doel den stoifelijken toestand
van het volk te verbeteren. Verre van
ons die loffelijke pogingen te beknib
belen, want wij zijn van meening dat
ook in onze partij de maatschappelijke
werken nog meer uitbreiding en meer
ondersteuning zouden mogen verkrij
gen.
Bij de klerikalen evenwel heeft het
stichten van maatschappelijke werken
enbonden een politiek doel. Konijnen
en Geitenbonden, fransmansgilden,
enz. worden maar ingericht om de
goedgeloovige zielen in den schoot der
kerk, 't is te zeggen in 't klerikaal
gareel te houden, Ten bewijze hiervan
dat overal de geestelijkheid er aan het
hoofd van staat en dat de leden der
franschmansgilden voor eene geringe
bijdrage, benevens zekere stoffelijke
voordeelen, nog een abonnement heb
ben op een of ander klerikaal bladje.
Nochtans boezemen al die bonden
geen voldoende vertrouwen in aan de
klerikale leiders. Het grootste deel van
den grondeigendom is in handen van
klerikalen' welke sedert ettelijke jaren
hunne kapitalen werpen in de Nijver
heid. Het staat hun voorzeker vrij die
kapitalen, vruchtbaar te maken op de
wijze, welke zij verkiezen, maar waar
tegen elk rechtgeaard man moet pro
test aanteekenen is dat ze ook in dit
gebied het geweten hunner (Werklieden
aan banden willen leggen.
Zoo meldt men ons dat in het anti
klerikaal Gent eene fabriek bestaat,
waarvan de werklieden meest aan
geworven worden in de buitenge
meenten van het arrondissement. Om
aangenomen te worden moet men
eene aanbeveling hebben van den pas
toor der gemeente, alsook van zekeren
volksvertegenwoordiger.
Onnoodig te zeggen dat onze brave
dorpsherders eerst en vooral de cons-
ciencie onderzoeken der aanvragers
alvorens een gunstig briefje mede te
geven dat in kiezingstijd aan de uitver
korenen wel op het hart zal gedrukt
worden voor de goede lijst te stem
men. Doch hun verblijf in de stad,
hun in voeling komen met de stedelin-
gcp, het lezen of hooren lezen van
vrijzinnige bladen zal hun, misschien
vroeger dan mijnheer pastoor en volks
vertegenwoordiger het denken, los
rukken uit de klauwen der volgelingen
van Rome. De ontwaking van Vlaan
deren is-begonnen en niets zal haar
tegenhouden.
Algemeen zegt men, van u vrienden moet
gij het hebben.
In. dees geval is hetvan u konkurrenten
{noot gij het hebben, en dat heeft onze ge
vierde beiaardist de heer Karei De Mette
verleden Maandag ondervonden.
Te Mechelen had er eenen prijskamp voor
beiaardiers plaats.
Zeventien mededingers, waaronder verschei
dene Hollanders, waren ingeschreven.
In den kampstrijd van Zondag werd de heer
Do Mette geklasseerd bij de'zes die mochten
kampen naar de twee eereprijzen.
E>e vier eerste mededingers werden door de
duizenden toehoordors kalm en onverschillig
aanhoord, doch dra had de heer Schynkel,
beiaardist der.stad Audenaerde, oud-leerling
»r.u M. De Mette, zijne drie stukken gespeeM
of oen machtig bravo, geroep en hevige toe
juichingen barsten los.
De hoer De Metle, die de laatste speeldb, gaf
ons op meesterlijke wijze de Andante van do
zesde symphonie van Hayden en Souvenir do
klignon van A. Thomas, alsook het opgelegd
stuk Andante Cantabile van Jef Denyn.
Dit laatste stuk dat door al de mededingers uit
gevoerd is geweest, heeft hij, tot in de kleinste
bijzonderheden op onberispelijke wijze ver
tolkt.
Niet een der zes mededingers heeft do finaal
van de Andante Cantabile met zooveel brio
gespeeld als M. De Mette.
78.
ofde llelglsclic Vailerlniutava
TEN JARE 1586,
door J. J. M QKE
Vrij in de Volkstaal overgebracht.
o—
Neen, zegde de jongelingneen gij
nietmaar God en mijne armen
Waarom steeds die vooringenomenheid
tegen mij, hernam de lioschgeus. Ik heb
eenige al vlijen in asch gelegd ik niet maar
dit u aren slechts hoopen hout en steenen. En
geloott gij dat ik een zoo afschuwelijk
schelmstuk bedreven heb met die kerkers te
vernietigen.
-- Gij hadt geen Adelaida te verlassen,
bornam Frederik heimelijk, wiens zieke in
beelding en getergd hart glimlachten bij het
gedacht van het klooster in brand te steken.
't Was hetgene wat Jeremias beoogde. Hy
had die wooiden vooruitgezet om schande
lijke en vernielende gedachten te verwek
ken. Hy liet ze ontkiemen in des jongeHngs
aiekon geest en zich gelatende dat hyaan
zijne zwakheid nadachtik zal my een an-
Ook kwam hem dezelfde eer te beurt als aan
den heer Schynkel en de Aalstenaars gevolgd
van een talrijk publiek gingen hem aan den
toren afwachten, waar hem eene welverdiende
hulde werd toegebracht.
Men hoorde onder de duizende toeschouwers
anders niet dan Aalst en Audenaerde zijn met
de twee Eereprijzen weg
Doch hoe was men verwonderd als de Voor
zitter van den Jury M. Jef Denyn, do beslissing
kenbaar maakte.
Voor den kampstrijd van den Zondag be
kwam M. Do Mette slechts den 4e prijs en M.
Schynkel den 5*.
Voor den Eerewedstrijd
1* Prijs M. A. Rolliers van St-Nfklaas (leer
ling van M. Denyn).
2* Prijs M. J. Redouté van Bergen (nog een
leerling van M. De Deyn).
Des Zondags werd de 1* prijs toegekend aan
M. J. Van de Plas van Leuven (nog een leerling
van M. Denyn) alsook eene Eerevolle melding
voor den Eerewedstrijd.
De twee artisten, die hunne stukken om zoo
te zeggen in de volmaaktheid uitgevoerd had
den, vielen dus huiten de prijzen.
Een gemor en rumoer steeg op in de zitting
zaal, het volk dat op de markt den uitslag ver
nam wilde het nietgelooven en dacht aan eene
zwans.
Elkeen vroeg zich af welken maatstaf de
keurraad had genomen om de mededingers te
beoordeelen en om een oordeel te vellen zoo
stootend tegen de openbare meening.
In opzicht van kunst kan 't wel gebeuren
dat de kenners de artisten 't niet eens
zijn met de massa omdat 't kunstgevoel der
masse niet gelouterd is en niet bij machte een
ernstig oordeel te vellen op het eng kunstge
bied. 't Kan dus best mogelijk zijn dat de massa
die te Mechelen, de uitspraak van den keur
raad zoo algemeen afkeurde, ongelijk had.
Maar ongelijk had ze niet toen ze beweerde dat
een leeraar wel zou doen zich zelve te wraken
als lid van een keurraad die de verdiensten zij
ner leerlingen te beoordeelen heeft. De vrouw
van den keizer mag zelfs niet verdacht worden
zoo spraken de oude romeinen en wij
meenen dat men te Mechelen die gulden spreuk
had mogen toepassenzoo doende had men
vele opmerkingen kunnen vermijden, opmer
kingen die, wij hopen het voor den keurraad,
volkomen ongegrond zijn.
Er bestaat tegen de uitspraak van de Mechel-
sche jury geen hooger beroep. Geen ander mid
del bestaat er, om die uitspraak zelf te beoor
deelen, dan een nieuwe kampstrijd voor bei-
aardisten, met de zelfde concurrenten, in eene
andere stad en met een jury, waarin niet één
belanghebbende, onrechtstreeks of rechtstreeks,
zou geworpen worden. Kon zulk een kamp
strijd hier, te Aalst, worden uitgeschreven
Doch, kunnen wij de voldoening niet genie
ten hier te Aalst een kampstrijd bij te wonen
tusschen M. De Mette en M. Denyn zelve, dan
hopen wij toch dat er binnen kort een Concert
zal gegeven worden, door de muziekmaat
schappijen der stad en dat M. De Mette ons in
de tusschenpozen de stukken zal ten gehoore
geven die hij in Mechelen heeft gespeeld.
Dan zullen wij onzen beiaardist kunnen hul
digen en zullên wij daarbij een feestdag hebben
die leven en verteer in de stad zal brengen.
Een toehoorder.
De uitbating \ran den godsdienst is een
vak, een stiel gelijk een andere, met dit ver
schil nochtans dat de uitbaters bij hoog en
laag zweren dat ze alles doen tot meerder
eer en glorie Gods.
Dat vakbladen zooals de Godsdienstige
Week, de Annalen van St-Jozefhet
Maandschrift van Aoerbode en andere
diergelijke de leerstelsels en dogma's ophe
melen^ de levens hunner heiligen verdichten
is Yeirstaanbaar, hedendaags hebben alle
stielesliun gazetten.
Maar, dat de klerikale politieke bladen
ook dien weg opgaan en het Hooglied zin-
ge.» over de Kerk en hare dadenop eene
manier waarvan de eenvoudigste het logen-
achtige met zyn ellebogen kan tasten, is niet
te kroppen.
Wat, de kerke leert, zegt een kleri
kaal Blad, dat dpet ze ook, naar het voor
beeld van Christus, haren stichter.
Zie ook maar hoe ze den arme en den
werkenden m an vereert, niet minder dan
den r\jkc en den meester.
Zie maar, ja, ik zag toen ik 's morgends
naar rnyn werk ging aan de deur der kerk
eene lijkkist staan, binnen werd ze niet ge
dragen, van verre, in zeven haasten kwam
een lang gerokte man met een borstel wat
water sproeien over de kist, daarmee mocht
ze voort, in galop naar den doodenakker.
Ik keerde rond den middag terug van
mum werk de kerk was met rouwfloers
behat^ren, voor het hoogaltaar stond eene
rijkwi-sierde lijkbaar, kostelijk opgesmukte
derma*il verrechtvaardigen, zegde hy, zoo
dra gy uwe krachten zult herwonnen
hebben
V aar wel, indien gij ooit een man noo-
dig hebt, zal ik bereid zijn ten pryze van
myn bloed de schuld mynor broeders te beta
len die gy gered hebt.
Hy ging heen toen hij die woorden uit
sprak. Frederik, aan zich zelvcn overgela
ten, verviel in eene zwaarmoedige neer
slachtigheid maar van tijd tot tyd herhaal
den zyne lippen schier onwetens die ker
ker vernielen zou geen groot kwaad zyu.
De pachter die hem onder zijn dak ontvan
gen had en de andere hervormden van den
omtrek, door Jeremias verwittigd, meenden
hemde volgende dagen 1e mogen handelen
van hetgene ten kasteele d'Agua voorge
vallen was. Zij vertelden hem, en niet zon
der in breedvoerige uitleggingen te treden,
hoe de grijsaard van angst en spijt bezwe
ken was, met welke schandelijke en heilig-
scheodende ergernis, zyn zielloos lichaam
ontgraven was geweest door welke eer-
looze bedreigingen men zijne (luchter ge
noodzaakt had zich in een klooster te wer
pen, welke plannen van bestraffing en be
geerlijkheid. zooals men veronderstelde, de
abdis en de bisschop beoogden met hare
verdwijning te bewerken. Dienstboden van
het huis d'A^ua hadden door hunne verkla
ringen die laatste beschuldiging zelf be-
riesters zongen er rond, het orgel liet zyne
laagtonen hooren, lichten brandden met
dozynen, alles blonk, zwart, purper, zilve
ren tranende stoet ging nu voort
kruisen en vanen werden achter de dood-
koets gedragen, nog werd er gezongen en
gebeden door vele priesters.
De eerste had als braaf mensch geleefd,
steeds ijverig werkend, deugdzaam, vol
eerbeid voorweten gezag.... maar als h ij
Stierf waren er geen centen.
De tweede had geleefd als een zwyn, in
wulpschheid, in overdaad, in ondeugd en
schande.... maar als hij stierf had hj goud
in overvloed.
Nietwaar, de kerk volgt het voorbeeld
van Christus, ze vereert den arme gelyk
den ryke volgens.... zyn geld.
Nog andere enormiteiten schrijft hetzelfde
blad De kerk heeft geleerd Die niet
werkt is niet weerdig dat hy eet!!!» 't Is
natuurlijk daarom dat depaters allemaal zoo
vet en zoo rond zijn, ze drinken slechts
water en likken den dauw.
Aan de kerk hebben wij nog al veel meer
te danken volgens die gazet
De wettelijke vertegenwoordiging van
den werkman.
De waarborg tegen ongevallen, ziekte
en werkeloosheid.
De ouderdomspensioenen....
Willen we eenvoudig de ladder ophalen
't Is dus de kerk die de slavernij heeft afge
schaft die de invoerster is geweest van het
algemeen stemrecht, van de ouderdomspen
sioenen.
Dat is nu toch wel de geschiedenis der
vlieg van de fabel
De paarden trokken fel aan den wagen,
de voerman liep er nevens en duwde flink
mee. Een vlieg bromde en gromde er rond,
stak de zweetende paarden, plaagde den
voerman, vloog van de paarden naar den
voerman, van den voerman naar de paarden
en als het gespan wat rust nam om adem te
scheppen, toen rustte ook de vlieg en zei:
Dank aan my zyn we zoover gevorderd.
De geschiedenis der Kerk is de geschie
denis der vrijmaking van de menschen, is
wel de liefste perel van dat Hooglied aan de
brommende, stekende vlieg gewijd.
De Walden zen, de ketters, de Belgen in de
middeleeuwen hebben ondervonden wat de
kerk door vry making der menschen verstaat
en nog in 1875 verklaarde Monseigneur
Kemrick, aartsbisschop van St-Louis (Ver-
eenigde staten) het volgende
Zoodra de katholieken meerderheid zul
len geworden zijn in dit land en dit zal vroeg
of laat toch gebeuren, zal de vrijheid haren
laatsten dag hebben gezien in de Vereenigde
Staten. Onze vijanden weten hoe de kerk de
ketters heeft behandeld in de middeleeuwen,
en hoe zij ze nog behandelt overal waar ze
de macht heeft!
Ziedaar de meening van een aartsbisschop
over de kerk, die de vryheid verdedigt niet
van de menschen, inaar de vrijheid van de
kerk alleen om allen te vervolgen, welke
haar niet herkennen.
Dat de schrijver van dat artikel deency-
kliek leze Quanta cara van Pius IX en de
daarbijgaande Syllabus ofte korte inhoud
van al de dwalingen door de kerk afgekeurd
met den vloek van Godes Stathouder over
allen die deze dwalingen aankleven
XV. Vloek over hen die zeggen Elke
mensch is vry den godsdienst aan te kleven
en te belyden welke hij voor waar houdt,
XVI. Vloek over hen die zeggen De
menschen kunnen in eiken godsdienst den
weg vinden der zaligheid.
XVII. Vloek over hen die zeggen Men
moet ten minste goede hoop hebben op de
eeuwige zaligheid van al degenen, die zich
niet bevinden in den schoot der ware kerk
van Rome
en nu art.
XXIV. Vloek over hen die zeggen De
kerk heeft het recht niet het geweld te
gebruiken. Zy heeft geene rechtstreeksche
of onrechtstreeksche wereldsche macht.
Al de grondwettelijke vryheden werden
aldus gevloektde klerikale bladen noem
den onze grondwet eene vuilniskar, en 't is
dezelfde kerk, die al de vryheden vermale-
dydt buiten de hare, die men thans wil kro
nen met de lauweren der vrijmaking van de
menschheid.
Helaas, door de eeuwen heen is hare
kroon besmeurd met het bloed van duizen
den en duizenden onschuldigen en Mon
seigneur Kemrick reeds genoemd besloot
zyne verklaring als volgt
De kerk in de middeleeuwen deed goed de
ketters te vervolgen en zy is nu niet
anders als zy toen was
Is 't geen waanzin te spreken van de
vrijheidsliefde der kerk.
Het klerikaal ministerie ligt leelyk in de
pataten, voor den momentde klerikale
partij is zoo verdeeld, dat het moeilijker zal
wezen ze aan een te rygen dan zemelen te
spinnen.
vestigd, die, hoe eerroovend zij ook was,
veel bijval onder het volk vond, daar Dom
Petrus de Corte algemeen gehaat werd.
In eenen anderen toestand, in een oogen-
blik van kracht en kalmte, zou hij misschien
eene voldoende dosis zelfsbeheersching be
zeten hebben om dit nagevoel te trotseeren
en aan zyne gramschap te gebieden. Maar
de droefheid aie hij gevoelde over de onhei
len welke hy' op zijne familie getrokken
had, het gedacht den dood van den grijsaard
verhaast te hebben, en de opsluiting van
Adelaida, zouden heel zyn wezen vernietigd
hebben, indien de vervoering welke aan
geestesverdwalingen geleken in eeniger-
mate zyne woede van hem niet afgekeerd
hadden. Hy gaf er zich zonder voorbehou
den aan over, gelukkig aldus aan de stem
der rede en aan de beschuldigingen der
waarheid te ontsnappen. De strevingen naar
faam, wysheid en gematigheid werden ge
smoord door de behoefte aan verdwaling en
wraak, en in zijne blinde gramschap,
vormde hy plannen welke hij voorheen met
afschuw zou verworpen hebben.
Het was in dien staat van opgewonden
heid, welke byna de razerny raakte, dat hij
nog eenige dagen in de hoeve overbracht.
Door eene eigenaardige tegenstrijdigheid,
of weleer door de kracht van het eenig ge
voel dat zyne ziel vervulde, en hem slechts
geestdrift voor een enkel voorwerp by zet te,
Schollaert echter en zyn kornuit Woeste
rekenen op het gezag der bisschoppen om,
het klerikaal gruis weer tot 'n klomp bijeen
te kneden, en dat nog al zonder nog verder
op iets toe te geven, noch over leerplicht,
noch over eenmaking der kieswetten, noch
op eenig punt waarvan de oplossing onver
mijdelijk is in een kort tijdverloop.
Rekent daarbij nog de wederwaardigheden
der Congoknoeiersde onvindbare 30 mil-
lioen, de processen door verschillende Congo
vennootschappen tegen den Belgischen staat
en de moeilijVheid nog klerikale ministers te
vinden die iets waard zijn en bereid de ver
nederende rol van August te vervullen in
den klerikalen ministerieelen circus.
We weten genoeg dat voor de klerikalen
hunne politiek en hunnen godsdienst dezelf
de zyn, de meesters der kerk zyn de mees
ters der politiek en in hoever zulks waar is
hebben we kunnen leeren uit het katholiek
Congres, dat verleden jaar te Mechelen
plaats had.
We zeggen niet, dat de bisschoppen er in
slagen zullen een volledig ministerie bijeen
te krijgen voor de opening der Kamers,
maar onmogelijk is het niet en ze zullen
nevens M. Berryer, die volgens het antl-
Vlaamsch muilentrekkersblad Le Soir in
't begin van September minister zal zijn nog
wel eene nulliteit vinden om titularis te
worden van een ministerie. Talent is er
daarvoor bij de dompers niet noodig, want
wien God schenkt het ambt geeft hij ook het
verstand.
Maar, dat ze, nogmaals verminkt door de
davering van Mei laatst, niet op rozen zul
len wandelen is zeker. Doch de poëet zegt
A vaincre sans péril,
On triomphe sans gloire
en ze hopen wel, met de politieke benedictie,
onzer politieke bisschoppen hun leventje
nog wat te rekken, al moesten ze nog eenige
miliioenen stemmen voor hun kiesagenten
der schatrijke loonbedervende kloosters en
dat ware toch weer DAT gewonnen.
Verleden Maandag, 22 Augustus in den voor
middag ontving ik het bezoek van een man
onzer gemeente, dit bezoek kwam mij zeer
zonderling voor, doch weldra vernam ik de
reden zijner komst, Want de man drukte zich
volgender wijze uit
Vriend ik heb de stouttigheid gehad heden
eens tot bij u te komen, een anderen dag zou ik
dit niet durven, maar deze dag schijnt voor mij
een gelukkige dag te wezen, ik denk dat ik
heden een min of meer vrijen dag zal beleven.
Ik vroeg hem uitleg over zijne woorden en
de man ging dan voortJa heden denk ik wat
vrijheid te hebben, de bokken zijn weg naar de
tentoonstelling, ze zullen nu toch niet weten
dat ik eens lot bij u gekomen ben. Ik antwoord
de hem, dat hij de laatste gemeentekiezing ook
voor de dompers had gekozen en dan ging de
man al zuchtende voort, ja vriend dit beken ik,
en ziehier op welke wijze ik er toe gedwongen
was Zoowel als Gij, wisten de dompers dat ik
in hart en ziel liberaal was, voor de dompers
stemmen scheen mij onmogelijk, maar ik had
zonder den waard gerekend. Ge weet ik bezit
twee plekjes land der dompers ik betaal dit wel
is waar zeer duur, ik zoek naar ander en tracht
mij aizoo stilaan van hen te ontmaken, maar
er was meer, ik had ook eenige honderden
franken bij eenen domper gehad, om wat repa
ratie aan mijn huis te doen, en het overige om
bij te leggen bij het reeds door mij vergaarde
sommetje, ten einde het noodigekapitaalje voor
het betalen van mijn huis te bezitten en zie
vriend, dit laatste heeft mij tegen wil en dank
voor do dompers doen kiezen en ziehier op
welke wijzeden zaterdag voor de kiezing
kwam er eene koets afgereden, en tot mijn
groote verwondering bleef ze aan mijn huis
staan het was een magere heer bijna nooit in
onze gemeente te zien aie er uit kwam en mijn
huis binnen trad. Hij vroeg om voor de dom
pers te stemmen, ik antwoordde hem t6 doen
wat wel was, maar zegde hij verder om alle
verdenking te vermijden ziehier de wijze hoe
gij zult stemmen het was natuurlijk voor do
dompers dat ik moest stemmen, want hij ging
voort met te zeggen, dat ik wel wist dat ik wat
geld van hem had (of ten minste waarover hij
mocht beschikken) en zoo ik zijn voorstel niet
aannam het geld onmiddelijk moest worden
weder gegeven.
Ik beken hot dus vriend op die wijze voor de
dompers te hebben moeten stemmen en wees
voorzeker dat ik alleen in dit geval niet was,
want velen hebben mij dezelfde verklaring af
gelegd, maar ook velen zouden heden dien man
wandelen zenden. En ze mogen overtuigd zijn
dat dit middeltje zoo goed niet meer zal pakken,
want moesten ze herbeginnen toekomende
jaar, dan zal ik en nog andere met mij, u op de
hoogte van dit alles houden en aangezien
dwang en omkooperij in de kiezing verboden
zijn, zal zonder twijfel dit spelletje voor onze
dompers een slechten uitval hebben. Maar ging
de man voort, ziehier do ware reden waarom
ik tot bij u ben gekomen.
Alle dagen hoor ik grollen en morren over
zekere schreeuwende misbruiken die er door
onze dompers zouden gepleegd worden.
Zoo b. v. verneem ik dat er op de kosten der
gemeente een jongeling in een gesticht van
zinneloosheid zoude geplaats zijn, de ouders
er van bezitten ei°;en huizen, hebben grondpan-
den, een huishouden van groot gekweekt volk,
verdienen daarbij veel geld, en naar wordt be
vestigd hebben ze nog een mooie sommetje dat
hen jaarlijksch een schoon intrestje opbrengt.
Een tweeae punt- waarop ik uwe aandacht wil
had hij zich nimmer zachter, ernstiger,
bedaarder getoond in zyne dagelyksche be
trekkingen met de goede boeren nimmer
hadden zijn voorhoofd min hoogdravend en
zijne gelaatstrekken min levendig geweest
uit zijne oogen alleen straalde soms een
verschrikkelijke glans, zonder dat een enkel
woord het voorwerp zyner overwegingen
verried.
Wanneer hy eenige krachten herwonnen
had, zag men hem ze in stilte beproeven,
met over hagen te springen, muren te be
klimmen en jonge hoornen te ontwortelen.
Er lag in heel zijnen persoon iets somber en
geheimzinnig.
Vrouw, zegde de pachter aan zyne
gezellin, de smart zal het verstand van dien
edelen jongeling nog in de war brengen.
Neen, neen, antwooidde de lichtgeloo-
vige boerin. Het is alleenlijk de geest Gods
die in hem werkt. Jeremias. vertoonde zich
niet meer. Maar niets van hetgene er ten
pachthoeve omging bleef voor hem verbor
gen ook den dag dat Frederik afscheid van
zijne welwillende gastheeren nam, en, arm
aangekleed, alleen te voet den weg naar de
stad Brugge insloeg, liet de boschgeus zich
op zijne baan vinden.
't Was op eene eenzame plaats, midden
van een dorpplein dat veel overeenkomst
had met hetgene waarzy zich voorde eerste
maal, den aag van den heugelyken veld-
vestigen is het volgende Ge weet dat er op het
aandringen van de liberalen eene school is je-
stemd op de Moorschdrieswelnu reeds drij
volle jaren ligt de grond er in een ware wilder
nis herschapen, er is wat zavel gestoken en da
huurders zijn verplicht geweest het land te
laten liggen, de scnool komt er niet, het land
is van den arme van Erembodegem, het ligt
er vogelvrij, bijgevolg ontvangen zij er niets
van.
Het derde en laatste punt i^jiet leggen der
baan op Tenbosch, reeds voor Oogst brachten
onze dompers er wat grove steenen, dit word
er uitgegoten en daarmede was het amen en
uit, de menschen om er met hun graan door ta
geraken hebben het zelf wat moeten open doen
en er wat grond ophalen om er dan toch met
veel jnoeite door te geraken. Voeg daarbij
het slecht leggen der andere baan die tot aan de
Klcistraat komt, het geld dat zij heeft gekost
voor eene tweede maal slecht te leggen (dank
zij de onbekwaamheid der dompers) en ge ziet
van hier hoe ze de menschen van Erembodegem
het geld uit den zak kloppen. Ja mijnheer, voor
al deze zaken kwam ik eens tot hier, nu ik
dacht wat vrij te zijn, nu ga ik voort, zie eens
of er mij niemand ziet, en later zal ik u nog
wat komen vertellen
Ge ziet waarde lezers hoe het er bij ons toe
gaat, hoe de menschen genepen zitten onder het
juk der dompersdwingelanden, was het dan to
verwonderen dat wij de laatste gemeantekie-
zing de nederlaag loden, volstrekt niet, niet
waar. want na den dwang der geestelijken, na
de schandige omkooperijen waarvan hierboven
slechts een staaltje is, ja na dit alles, mogen
wij vrij zeggen dat 600 stemmen behalen zooais
de liberalen de laatste maal hadden, een schoon
getal is, en dit geenszins onze strijders mag
ontmoedigen, maar hen meer om meer aanzet
ten een hardnekkigen strijd te leveren tegen do
klerikalegeldverbrassers die enkel den laatsten
zegepraal die ze behaalden aan dwingelandij
en omkooperij te danken hebben, maar dat ee
oppassen, want dit maal zal hun spel niet luk
ken.
En nu geven wij het woord aan onze dom
pers om de drie punten te beantwoorden Een
man van begoede iamilie in een (zinnetoozen)
gestichtHet vogelvrij liggen gedurende drij
jaar van eene kostelijke plek land; En de
schandige handelwijze begaan ten opzichte der
boeren door het leggen der Teiiboschhaun
Allo, toe 1 antwoord eens, kleppers wij var-
wachtten van u een antwoord dat onze boeren
en werklieden wat zal te vreden stellen.
Eenige misnoegde boeren en werklieden.
Iets over liet Feest waar
Help u Zelve» prjjzen liaalde.
Hoe anders dan met het hoedanigheids-
woord Overheerlijk de feestelijkheden
betitelen die plaats hadden te Brussel, op
13-14-15-16 Augustus laatstleden, by lied
vieren van het 32* Belgisch Turn bondsfeest
Best gelukt, de lichtstoet van den Zater
dag avond, niettegenstaande het ontydig ge-
weerte, met tal van deelnemers, wat reeds
de belangrijkheid deed inzien der'feesten
van de volgende dagen.
Schoon, de optocht van den Zondag voor
middag, met ruim twee honderd Turnkrin
gen uit België en van bevriende Natie'*,
waartusschen verscheidene Damengroepeu,
een leger jongelieden, vol gezondheid eii
levenslust, kranig en ordelyk opstappend,
fier de tallooze toeschouwers te kunneii
toonen wat Turnen vermag, en linksen
rechts bewondering en goedkeuring b^j
'tvolk verwekkend.
Verrukkend het feest van den Zondag
namiddag op het onmetelijke Sportterrein:
der Tentoonstelling 1
Wat scheuwspe!
Aandoenlyk, het optreden der Vaandels
van alle Kringen, onder het uitvoeren, door
de Kapel van het 1* Gidsen-regiment, der
Nationale liederen van de vertegenwoordig
de landen, de groet en het overhandigen
onzer Bondsvlag.
Onvergetelijk, de prachtige uitvoering
der verplichte reeks vrye oefeningen, door
het nog nimmer ten lande bereikt getal
Turners 3500 manschappen, geschaard
voor de met een uitgelezen publiek geueel
gevulde eeretribuun. En het werk aatdao
volgde vooraan, achteraan, links, rechts,
midden in, overal op het terrein, onafgebro
ken, gedurende twee uren.
Indrukwekkend, de aftocht van alle da
kringen, in kolom opgesteld, luidruchtig
toegejuicht door alle de toeschouwers,
waartusschen de beide Vertegenwoordigers
van het Hof. die tot het einde toe met be
langstelling al de deelen van die betooging
hadden gevolgd.
Boeiend, de Internationale kampstrijden
van den Maandag, den geheelen dag door,
en waarby onze Vereeniging zich zoo Luis
terrijk wist te onderscheiden
Een 1* Pry's met 101 op 120 punten in
Gezamentlyke Tuigoefeningen.
Een 1* Prys, met 531/4 op 65 punten ia
Vrye Pyramiden.
Bravo, Help-u-Zelvers Gy hebt wel ge
werkt sedert ae herinrichting uwer Vereeni
ging. Welaan; thans vooruit op den
ingeslagen weg met het jouge element is
het bestaan van de Maatschappij verzekerd
La «Grammontoise van Geeraarsbergen
wist ook pryzen te halen, en dan nog wel
van de voornaamste. Proficiat 1
slag, ontmoet hadden, dat Jeremias dengene
wachtte van wien hy het werktuig zijner
woede wilde maken. Hy had zich als een
landman aangekleed en zat aan den voet
van eenen struik welke den weg omzoomde.
Niet een enkel uitwendig teeken kon hem
doen erkennen en hij had ae voorzorg geno
men zyn gelaat aan het gezicht der voorbij
gangers te ontrekken. Maar zoodra Frederik
hem van verre ontwaard had, scheen eene
schielijke zenuwtrekking den jongeling te
verwittigen welk wezen onder dien boeren-
rok verscholen zat. Echter, sloeg hy geen
anderen weg in om hem te ontvluchten.
Misschien verlangde hy op.dit oogenblik de
ontmoeting van dien kwaaddoener wiens
nagevoel hij deelde.
Jeremias stond bij zyne toenadering recht
Welnu, jongeling, zegde hy, gij zijt zeker
op weg om de ontgraven beenderen uws
ooms te gaan eischen.
Ik ga er heen, antwoordde Frederik
koel weg.
Gy zult ongetwijfeld den magistraten
een verzoekschrift te meer aanbieden, ver
volgde de boschgeus op spottenden toon P
Gy hebt te Brussel het nut der terugeischen
en de kracht der rechtvaardige klachten
leeren kennen
Wordt voortgezet.