DE BOSCHGEUS Klerikalisme en Nijverheid. Nog- over de Beiaardkampstrijd. WAANZIN. Nieuwe Ministers. Uit Erembodegem. AALST. Sedert eenige jaren en wel ten ge volge der invoering van het Algemeen Stemrecht zijn alom bonden ontstaan met het doel den stoifelijken toestand van het volk te verbeteren. Verre van ons die loffelijke pogingen te beknib belen, want wij zijn van meening dat ook in onze partij de maatschappelijke werken nog meer uitbreiding en meer ondersteuning zouden mogen verkrij gen. Bij de klerikalen evenwel heeft het stichten van maatschappelijke werken enbonden een politiek doel. Konijnen en Geitenbonden, fransmansgilden, enz. worden maar ingericht om de goedgeloovige zielen in den schoot der kerk, 't is te zeggen in 't klerikaal gareel te houden, Ten bewijze hiervan dat overal de geestelijkheid er aan het hoofd van staat en dat de leden der franschmansgilden voor eene geringe bijdrage, benevens zekere stoffelijke voordeelen, nog een abonnement heb ben op een of ander klerikaal bladje. Nochtans boezemen al die bonden geen voldoende vertrouwen in aan de klerikale leiders. Het grootste deel van den grondeigendom is in handen van klerikalen' welke sedert ettelijke jaren hunne kapitalen werpen in de Nijver heid. Het staat hun voorzeker vrij die kapitalen, vruchtbaar te maken op de wijze, welke zij verkiezen, maar waar tegen elk rechtgeaard man moet pro test aanteekenen is dat ze ook in dit gebied het geweten hunner (Werklieden aan banden willen leggen. Zoo meldt men ons dat in het anti klerikaal Gent eene fabriek bestaat, waarvan de werklieden meest aan geworven worden in de buitenge meenten van het arrondissement. Om aangenomen te worden moet men eene aanbeveling hebben van den pas toor der gemeente, alsook van zekeren volksvertegenwoordiger. Onnoodig te zeggen dat onze brave dorpsherders eerst en vooral de cons- ciencie onderzoeken der aanvragers alvorens een gunstig briefje mede te geven dat in kiezingstijd aan de uitver korenen wel op het hart zal gedrukt worden voor de goede lijst te stem men. Doch hun verblijf in de stad, hun in voeling komen met de stedelin- gcp, het lezen of hooren lezen van vrijzinnige bladen zal hun, misschien vroeger dan mijnheer pastoor en volks vertegenwoordiger het denken, los rukken uit de klauwen der volgelingen van Rome. De ontwaking van Vlaan deren is-begonnen en niets zal haar tegenhouden. Algemeen zegt men, van u vrienden moet gij het hebben. In. dees geval is hetvan u konkurrenten {noot gij het hebben, en dat heeft onze ge vierde beiaardist de heer Karei De Mette verleden Maandag ondervonden. Te Mechelen had er eenen prijskamp voor beiaardiers plaats. Zeventien mededingers, waaronder verschei dene Hollanders, waren ingeschreven. In den kampstrijd van Zondag werd de heer Do Mette geklasseerd bij de'zes die mochten kampen naar de twee eereprijzen. E>e vier eerste mededingers werden door de duizenden toehoordors kalm en onverschillig aanhoord, doch dra had de heer Schynkel, beiaardist der.stad Audenaerde, oud-leerling »r.u M. De Mette, zijne drie stukken gespeeM of oen machtig bravo, geroep en hevige toe juichingen barsten los. De hoer De Metle, die de laatste speeldb, gaf ons op meesterlijke wijze de Andante van do zesde symphonie van Hayden en Souvenir do klignon van A. Thomas, alsook het opgelegd stuk Andante Cantabile van Jef Denyn. Dit laatste stuk dat door al de mededingers uit gevoerd is geweest, heeft hij, tot in de kleinste bijzonderheden op onberispelijke wijze ver tolkt. Niet een der zes mededingers heeft do finaal van de Andante Cantabile met zooveel brio gespeeld als M. De Mette. 78. ofde llelglsclic Vailerlniutava TEN JARE 1586, door J. J. M QKE Vrij in de Volkstaal overgebracht. o— Neen, zegde de jongelingneen gij nietmaar God en mijne armen Waarom steeds die vooringenomenheid tegen mij, hernam de lioschgeus. Ik heb eenige al vlijen in asch gelegd ik niet maar dit u aren slechts hoopen hout en steenen. En geloott gij dat ik een zoo afschuwelijk schelmstuk bedreven heb met die kerkers te vernietigen. -- Gij hadt geen Adelaida te verlassen, bornam Frederik heimelijk, wiens zieke in beelding en getergd hart glimlachten bij het gedacht van het klooster in brand te steken. 't Was hetgene wat Jeremias beoogde. Hy had die wooiden vooruitgezet om schande lijke en vernielende gedachten te verwek ken. Hy liet ze ontkiemen in des jongeHngs aiekon geest en zich gelatende dat hyaan zijne zwakheid nadachtik zal my een an- Ook kwam hem dezelfde eer te beurt als aan den heer Schynkel en de Aalstenaars gevolgd van een talrijk publiek gingen hem aan den toren afwachten, waar hem eene welverdiende hulde werd toegebracht. Men hoorde onder de duizende toeschouwers anders niet dan Aalst en Audenaerde zijn met de twee Eereprijzen weg Doch hoe was men verwonderd als de Voor zitter van den Jury M. Jef Denyn, do beslissing kenbaar maakte. Voor den kampstrijd van den Zondag be kwam M. Do Mette slechts den 4e prijs en M. Schynkel den 5*. Voor den Eerewedstrijd 1* Prijs M. A. Rolliers van St-Nfklaas (leer ling van M. Denyn). 2* Prijs M. J. Redouté van Bergen (nog een leerling van M. De Deyn). Des Zondags werd de 1* prijs toegekend aan M. J. Van de Plas van Leuven (nog een leerling van M. Denyn) alsook eene Eerevolle melding voor den Eerewedstrijd. De twee artisten, die hunne stukken om zoo te zeggen in de volmaaktheid uitgevoerd had den, vielen dus huiten de prijzen. Een gemor en rumoer steeg op in de zitting zaal, het volk dat op de markt den uitslag ver nam wilde het nietgelooven en dacht aan eene zwans. Elkeen vroeg zich af welken maatstaf de keurraad had genomen om de mededingers te beoordeelen en om een oordeel te vellen zoo stootend tegen de openbare meening. In opzicht van kunst kan 't wel gebeuren dat de kenners de artisten 't niet eens zijn met de massa omdat 't kunstgevoel der masse niet gelouterd is en niet bij machte een ernstig oordeel te vellen op het eng kunstge bied. 't Kan dus best mogelijk zijn dat de massa die te Mechelen, de uitspraak van den keur raad zoo algemeen afkeurde, ongelijk had. Maar ongelijk had ze niet toen ze beweerde dat een leeraar wel zou doen zich zelve te wraken als lid van een keurraad die de verdiensten zij ner leerlingen te beoordeelen heeft. De vrouw van den keizer mag zelfs niet verdacht worden zoo spraken de oude romeinen en wij meenen dat men te Mechelen die gulden spreuk had mogen toepassenzoo doende had men vele opmerkingen kunnen vermijden, opmer kingen die, wij hopen het voor den keurraad, volkomen ongegrond zijn. Er bestaat tegen de uitspraak van de Mechel- sche jury geen hooger beroep. Geen ander mid del bestaat er, om die uitspraak zelf te beoor deelen, dan een nieuwe kampstrijd voor bei- aardisten, met de zelfde concurrenten, in eene andere stad en met een jury, waarin niet één belanghebbende, onrechtstreeks of rechtstreeks, zou geworpen worden. Kon zulk een kamp strijd hier, te Aalst, worden uitgeschreven Doch, kunnen wij de voldoening niet genie ten hier te Aalst een kampstrijd bij te wonen tusschen M. De Mette en M. Denyn zelve, dan hopen wij toch dat er binnen kort een Concert zal gegeven worden, door de muziekmaat schappijen der stad en dat M. De Mette ons in de tusschenpozen de stukken zal ten gehoore geven die hij in Mechelen heeft gespeeld. Dan zullen wij onzen beiaardist kunnen hul digen en zullên wij daarbij een feestdag hebben die leven en verteer in de stad zal brengen. Een toehoorder. De uitbating \ran den godsdienst is een vak, een stiel gelijk een andere, met dit ver schil nochtans dat de uitbaters bij hoog en laag zweren dat ze alles doen tot meerder eer en glorie Gods. Dat vakbladen zooals de Godsdienstige Week, de Annalen van St-Jozefhet Maandschrift van Aoerbode en andere diergelijke de leerstelsels en dogma's ophe melen^ de levens hunner heiligen verdichten is Yeirstaanbaar, hedendaags hebben alle stielesliun gazetten. Maar, dat de klerikale politieke bladen ook dien weg opgaan en het Hooglied zin- ge.» over de Kerk en hare dadenop eene manier waarvan de eenvoudigste het logen- achtige met zyn ellebogen kan tasten, is niet te kroppen. Wat, de kerke leert, zegt een kleri kaal Blad, dat dpet ze ook, naar het voor beeld van Christus, haren stichter. Zie ook maar hoe ze den arme en den werkenden m an vereert, niet minder dan den r\jkc en den meester. Zie maar, ja, ik zag toen ik 's morgends naar rnyn werk ging aan de deur der kerk eene lijkkist staan, binnen werd ze niet ge dragen, van verre, in zeven haasten kwam een lang gerokte man met een borstel wat water sproeien over de kist, daarmee mocht ze voort, in galop naar den doodenakker. Ik keerde rond den middag terug van mum werk de kerk was met rouwfloers behat^ren, voor het hoogaltaar stond eene rijkwi-sierde lijkbaar, kostelijk opgesmukte derma*il verrechtvaardigen, zegde hy, zoo dra gy uwe krachten zult herwonnen hebben V aar wel, indien gij ooit een man noo- dig hebt, zal ik bereid zijn ten pryze van myn bloed de schuld mynor broeders te beta len die gy gered hebt. Hy ging heen toen hij die woorden uit sprak. Frederik, aan zich zelvcn overgela ten, verviel in eene zwaarmoedige neer slachtigheid maar van tijd tot tyd herhaal den zyne lippen schier onwetens die ker ker vernielen zou geen groot kwaad zyu. De pachter die hem onder zijn dak ontvan gen had en de andere hervormden van den omtrek, door Jeremias verwittigd, meenden hemde volgende dagen 1e mogen handelen van hetgene ten kasteele d'Agua voorge vallen was. Zij vertelden hem, en niet zon der in breedvoerige uitleggingen te treden, hoe de grijsaard van angst en spijt bezwe ken was, met welke schandelijke en heilig- scheodende ergernis, zyn zielloos lichaam ontgraven was geweest door welke eer- looze bedreigingen men zijne (luchter ge noodzaakt had zich in een klooster te wer pen, welke plannen van bestraffing en be geerlijkheid. zooals men veronderstelde, de abdis en de bisschop beoogden met hare verdwijning te bewerken. Dienstboden van het huis d'A^ua hadden door hunne verkla ringen die laatste beschuldiging zelf be- riesters zongen er rond, het orgel liet zyne laagtonen hooren, lichten brandden met dozynen, alles blonk, zwart, purper, zilve ren tranende stoet ging nu voort kruisen en vanen werden achter de dood- koets gedragen, nog werd er gezongen en gebeden door vele priesters. De eerste had als braaf mensch geleefd, steeds ijverig werkend, deugdzaam, vol eerbeid voorweten gezag.... maar als h ij Stierf waren er geen centen. De tweede had geleefd als een zwyn, in wulpschheid, in overdaad, in ondeugd en schande.... maar als hij stierf had hj goud in overvloed. Nietwaar, de kerk volgt het voorbeeld van Christus, ze vereert den arme gelyk den ryke volgens.... zyn geld. Nog andere enormiteiten schrijft hetzelfde blad De kerk heeft geleerd Die niet werkt is niet weerdig dat hy eet!!!» 't Is natuurlijk daarom dat depaters allemaal zoo vet en zoo rond zijn, ze drinken slechts water en likken den dauw. Aan de kerk hebben wij nog al veel meer te danken volgens die gazet De wettelijke vertegenwoordiging van den werkman. De waarborg tegen ongevallen, ziekte en werkeloosheid. De ouderdomspensioenen.... Willen we eenvoudig de ladder ophalen 't Is dus de kerk die de slavernij heeft afge schaft die de invoerster is geweest van het algemeen stemrecht, van de ouderdomspen sioenen. Dat is nu toch wel de geschiedenis der vlieg van de fabel De paarden trokken fel aan den wagen, de voerman liep er nevens en duwde flink mee. Een vlieg bromde en gromde er rond, stak de zweetende paarden, plaagde den voerman, vloog van de paarden naar den voerman, van den voerman naar de paarden en als het gespan wat rust nam om adem te scheppen, toen rustte ook de vlieg en zei: Dank aan my zyn we zoover gevorderd. De geschiedenis der Kerk is de geschie denis der vrijmaking van de menschen, is wel de liefste perel van dat Hooglied aan de brommende, stekende vlieg gewijd. De Walden zen, de ketters, de Belgen in de middeleeuwen hebben ondervonden wat de kerk door vry making der menschen verstaat en nog in 1875 verklaarde Monseigneur Kemrick, aartsbisschop van St-Louis (Ver- eenigde staten) het volgende Zoodra de katholieken meerderheid zul len geworden zijn in dit land en dit zal vroeg of laat toch gebeuren, zal de vrijheid haren laatsten dag hebben gezien in de Vereenigde Staten. Onze vijanden weten hoe de kerk de ketters heeft behandeld in de middeleeuwen, en hoe zij ze nog behandelt overal waar ze de macht heeft! Ziedaar de meening van een aartsbisschop over de kerk, die de vryheid verdedigt niet van de menschen, inaar de vrijheid van de kerk alleen om allen te vervolgen, welke haar niet herkennen. Dat de schrijver van dat artikel deency- kliek leze Quanta cara van Pius IX en de daarbijgaande Syllabus ofte korte inhoud van al de dwalingen door de kerk afgekeurd met den vloek van Godes Stathouder over allen die deze dwalingen aankleven XV. Vloek over hen die zeggen Elke mensch is vry den godsdienst aan te kleven en te belyden welke hij voor waar houdt, XVI. Vloek over hen die zeggen De menschen kunnen in eiken godsdienst den weg vinden der zaligheid. XVII. Vloek over hen die zeggen Men moet ten minste goede hoop hebben op de eeuwige zaligheid van al degenen, die zich niet bevinden in den schoot der ware kerk van Rome en nu art. XXIV. Vloek over hen die zeggen De kerk heeft het recht niet het geweld te gebruiken. Zy heeft geene rechtstreeksche of onrechtstreeksche wereldsche macht. Al de grondwettelijke vryheden werden aldus gevloektde klerikale bladen noem den onze grondwet eene vuilniskar, en 't is dezelfde kerk, die al de vryheden vermale- dydt buiten de hare, die men thans wil kro nen met de lauweren der vrijmaking van de menschheid. Helaas, door de eeuwen heen is hare kroon besmeurd met het bloed van duizen den en duizenden onschuldigen en Mon seigneur Kemrick reeds genoemd besloot zyne verklaring als volgt De kerk in de middeleeuwen deed goed de ketters te vervolgen en zy is nu niet anders als zy toen was Is 't geen waanzin te spreken van de vrijheidsliefde der kerk. Het klerikaal ministerie ligt leelyk in de pataten, voor den momentde klerikale partij is zoo verdeeld, dat het moeilijker zal wezen ze aan een te rygen dan zemelen te spinnen. vestigd, die, hoe eerroovend zij ook was, veel bijval onder het volk vond, daar Dom Petrus de Corte algemeen gehaat werd. In eenen anderen toestand, in een oogen- blik van kracht en kalmte, zou hij misschien eene voldoende dosis zelfsbeheersching be zeten hebben om dit nagevoel te trotseeren en aan zyne gramschap te gebieden. Maar de droefheid aie hij gevoelde over de onhei len welke hy' op zijne familie getrokken had, het gedacht den dood van den grijsaard verhaast te hebben, en de opsluiting van Adelaida, zouden heel zyn wezen vernietigd hebben, indien de vervoering welke aan geestesverdwalingen geleken in eeniger- mate zyne woede van hem niet afgekeerd hadden. Hy gaf er zich zonder voorbehou den aan over, gelukkig aldus aan de stem der rede en aan de beschuldigingen der waarheid te ontsnappen. De strevingen naar faam, wysheid en gematigheid werden ge smoord door de behoefte aan verdwaling en wraak, en in zijne blinde gramschap, vormde hy plannen welke hij voorheen met afschuw zou verworpen hebben. Het was in dien staat van opgewonden heid, welke byna de razerny raakte, dat hij nog eenige dagen in de hoeve overbracht. Door eene eigenaardige tegenstrijdigheid, of weleer door de kracht van het eenig ge voel dat zyne ziel vervulde, en hem slechts geestdrift voor een enkel voorwerp by zet te, Schollaert echter en zyn kornuit Woeste rekenen op het gezag der bisschoppen om, het klerikaal gruis weer tot 'n klomp bijeen te kneden, en dat nog al zonder nog verder op iets toe te geven, noch over leerplicht, noch over eenmaking der kieswetten, noch op eenig punt waarvan de oplossing onver mijdelijk is in een kort tijdverloop. Rekent daarbij nog de wederwaardigheden der Congoknoeiersde onvindbare 30 mil- lioen, de processen door verschillende Congo vennootschappen tegen den Belgischen staat en de moeilijVheid nog klerikale ministers te vinden die iets waard zijn en bereid de ver nederende rol van August te vervullen in den klerikalen ministerieelen circus. We weten genoeg dat voor de klerikalen hunne politiek en hunnen godsdienst dezelf de zyn, de meesters der kerk zyn de mees ters der politiek en in hoever zulks waar is hebben we kunnen leeren uit het katholiek Congres, dat verleden jaar te Mechelen plaats had. We zeggen niet, dat de bisschoppen er in slagen zullen een volledig ministerie bijeen te krijgen voor de opening der Kamers, maar onmogelijk is het niet en ze zullen nevens M. Berryer, die volgens het antl- Vlaamsch muilentrekkersblad Le Soir in 't begin van September minister zal zijn nog wel eene nulliteit vinden om titularis te worden van een ministerie. Talent is er daarvoor bij de dompers niet noodig, want wien God schenkt het ambt geeft hij ook het verstand. Maar, dat ze, nogmaals verminkt door de davering van Mei laatst, niet op rozen zul len wandelen is zeker. Doch de poëet zegt A vaincre sans péril, On triomphe sans gloire en ze hopen wel, met de politieke benedictie, onzer politieke bisschoppen hun leventje nog wat te rekken, al moesten ze nog eenige miliioenen stemmen voor hun kiesagenten der schatrijke loonbedervende kloosters en dat ware toch weer DAT gewonnen. Verleden Maandag, 22 Augustus in den voor middag ontving ik het bezoek van een man onzer gemeente, dit bezoek kwam mij zeer zonderling voor, doch weldra vernam ik de reden zijner komst, Want de man drukte zich volgender wijze uit Vriend ik heb de stouttigheid gehad heden eens tot bij u te komen, een anderen dag zou ik dit niet durven, maar deze dag schijnt voor mij een gelukkige dag te wezen, ik denk dat ik heden een min of meer vrijen dag zal beleven. Ik vroeg hem uitleg over zijne woorden en de man ging dan voortJa heden denk ik wat vrijheid te hebben, de bokken zijn weg naar de tentoonstelling, ze zullen nu toch niet weten dat ik eens lot bij u gekomen ben. Ik antwoord de hem, dat hij de laatste gemeentekiezing ook voor de dompers had gekozen en dan ging de man al zuchtende voort, ja vriend dit beken ik, en ziehier op welke wijze ik er toe gedwongen was Zoowel als Gij, wisten de dompers dat ik in hart en ziel liberaal was, voor de dompers stemmen scheen mij onmogelijk, maar ik had zonder den waard gerekend. Ge weet ik bezit twee plekjes land der dompers ik betaal dit wel is waar zeer duur, ik zoek naar ander en tracht mij aizoo stilaan van hen te ontmaken, maar er was meer, ik had ook eenige honderden franken bij eenen domper gehad, om wat repa ratie aan mijn huis te doen, en het overige om bij te leggen bij het reeds door mij vergaarde sommetje, ten einde het noodigekapitaalje voor het betalen van mijn huis te bezitten en zie vriend, dit laatste heeft mij tegen wil en dank voor do dompers doen kiezen en ziehier op welke wijzeden zaterdag voor de kiezing kwam er eene koets afgereden, en tot mijn groote verwondering bleef ze aan mijn huis staan het was een magere heer bijna nooit in onze gemeente te zien aie er uit kwam en mijn huis binnen trad. Hij vroeg om voor de dom pers te stemmen, ik antwoordde hem t6 doen wat wel was, maar zegde hij verder om alle verdenking te vermijden ziehier de wijze hoe gij zult stemmen het was natuurlijk voor do dompers dat ik moest stemmen, want hij ging voort met te zeggen, dat ik wel wist dat ik wat geld van hem had (of ten minste waarover hij mocht beschikken) en zoo ik zijn voorstel niet aannam het geld onmiddelijk moest worden weder gegeven. Ik beken hot dus vriend op die wijze voor de dompers te hebben moeten stemmen en wees voorzeker dat ik alleen in dit geval niet was, want velen hebben mij dezelfde verklaring af gelegd, maar ook velen zouden heden dien man wandelen zenden. En ze mogen overtuigd zijn dat dit middeltje zoo goed niet meer zal pakken, want moesten ze herbeginnen toekomende jaar, dan zal ik en nog andere met mij, u op de hoogte van dit alles houden en aangezien dwang en omkooperij in de kiezing verboden zijn, zal zonder twijfel dit spelletje voor onze dompers een slechten uitval hebben. Maar ging de man voort, ziehier do ware reden waarom ik tot bij u ben gekomen. Alle dagen hoor ik grollen en morren over zekere schreeuwende misbruiken die er door onze dompers zouden gepleegd worden. Zoo b. v. verneem ik dat er op de kosten der gemeente een jongeling in een gesticht van zinneloosheid zoude geplaats zijn, de ouders er van bezitten ei°;en huizen, hebben grondpan- den, een huishouden van groot gekweekt volk, verdienen daarbij veel geld, en naar wordt be vestigd hebben ze nog een mooie sommetje dat hen jaarlijksch een schoon intrestje opbrengt. Een tweeae punt- waarop ik uwe aandacht wil had hij zich nimmer zachter, ernstiger, bedaarder getoond in zyne dagelyksche be trekkingen met de goede boeren nimmer hadden zijn voorhoofd min hoogdravend en zijne gelaatstrekken min levendig geweest uit zijne oogen alleen straalde soms een verschrikkelijke glans, zonder dat een enkel woord het voorwerp zyner overwegingen verried. Wanneer hy eenige krachten herwonnen had, zag men hem ze in stilte beproeven, met over hagen te springen, muren te be klimmen en jonge hoornen te ontwortelen. Er lag in heel zijnen persoon iets somber en geheimzinnig. Vrouw, zegde de pachter aan zyne gezellin, de smart zal het verstand van dien edelen jongeling nog in de war brengen. Neen, neen, antwooidde de lichtgeloo- vige boerin. Het is alleenlijk de geest Gods die in hem werkt. Jeremias. vertoonde zich niet meer. Maar niets van hetgene er ten pachthoeve omging bleef voor hem verbor gen ook den dag dat Frederik afscheid van zijne welwillende gastheeren nam, en, arm aangekleed, alleen te voet den weg naar de stad Brugge insloeg, liet de boschgeus zich op zijne baan vinden. 't Was op eene eenzame plaats, midden van een dorpplein dat veel overeenkomst had met hetgene waarzy zich voorde eerste maal, den aag van den heugelyken veld- vestigen is het volgende Ge weet dat er op het aandringen van de liberalen eene school is je- stemd op de Moorschdrieswelnu reeds drij volle jaren ligt de grond er in een ware wilder nis herschapen, er is wat zavel gestoken en da huurders zijn verplicht geweest het land te laten liggen, de scnool komt er niet, het land is van den arme van Erembodegem, het ligt er vogelvrij, bijgevolg ontvangen zij er niets van. Het derde en laatste punt i^jiet leggen der baan op Tenbosch, reeds voor Oogst brachten onze dompers er wat grove steenen, dit word er uitgegoten en daarmede was het amen en uit, de menschen om er met hun graan door ta geraken hebben het zelf wat moeten open doen en er wat grond ophalen om er dan toch met veel jnoeite door te geraken. Voeg daarbij het slecht leggen der andere baan die tot aan de Klcistraat komt, het geld dat zij heeft gekost voor eene tweede maal slecht te leggen (dank zij de onbekwaamheid der dompers) en ge ziet van hier hoe ze de menschen van Erembodegem het geld uit den zak kloppen. Ja mijnheer, voor al deze zaken kwam ik eens tot hier, nu ik dacht wat vrij te zijn, nu ga ik voort, zie eens of er mij niemand ziet, en later zal ik u nog wat komen vertellen Ge ziet waarde lezers hoe het er bij ons toe gaat, hoe de menschen genepen zitten onder het juk der dompersdwingelanden, was het dan to verwonderen dat wij de laatste gemeantekie- zing de nederlaag loden, volstrekt niet, niet waar. want na den dwang der geestelijken, na de schandige omkooperijen waarvan hierboven slechts een staaltje is, ja na dit alles, mogen wij vrij zeggen dat 600 stemmen behalen zooais de liberalen de laatste maal hadden, een schoon getal is, en dit geenszins onze strijders mag ontmoedigen, maar hen meer om meer aanzet ten een hardnekkigen strijd te leveren tegen do klerikalegeldverbrassers die enkel den laatsten zegepraal die ze behaalden aan dwingelandij en omkooperij te danken hebben, maar dat ee oppassen, want dit maal zal hun spel niet luk ken. En nu geven wij het woord aan onze dom pers om de drie punten te beantwoorden Een man van begoede iamilie in een (zinnetoozen) gestichtHet vogelvrij liggen gedurende drij jaar van eene kostelijke plek land; En de schandige handelwijze begaan ten opzichte der boeren door het leggen der Teiiboschhaun Allo, toe 1 antwoord eens, kleppers wij var- wachtten van u een antwoord dat onze boeren en werklieden wat zal te vreden stellen. Eenige misnoegde boeren en werklieden. Iets over liet Feest waar Help u Zelve» prjjzen liaalde. Hoe anders dan met het hoedanigheids- woord Overheerlijk de feestelijkheden betitelen die plaats hadden te Brussel, op 13-14-15-16 Augustus laatstleden, by lied vieren van het 32* Belgisch Turn bondsfeest Best gelukt, de lichtstoet van den Zater dag avond, niettegenstaande het ontydig ge- weerte, met tal van deelnemers, wat reeds de belangrijkheid deed inzien der'feesten van de volgende dagen. Schoon, de optocht van den Zondag voor middag, met ruim twee honderd Turnkrin gen uit België en van bevriende Natie'*, waartusschen verscheidene Damengroepeu, een leger jongelieden, vol gezondheid eii levenslust, kranig en ordelyk opstappend, fier de tallooze toeschouwers te kunneii toonen wat Turnen vermag, en linksen rechts bewondering en goedkeuring b^j 'tvolk verwekkend. Verrukkend het feest van den Zondag namiddag op het onmetelijke Sportterrein: der Tentoonstelling 1 Wat scheuwspe! Aandoenlyk, het optreden der Vaandels van alle Kringen, onder het uitvoeren, door de Kapel van het 1* Gidsen-regiment, der Nationale liederen van de vertegenwoordig de landen, de groet en het overhandigen onzer Bondsvlag. Onvergetelijk, de prachtige uitvoering der verplichte reeks vrye oefeningen, door het nog nimmer ten lande bereikt getal Turners 3500 manschappen, geschaard voor de met een uitgelezen publiek geueel gevulde eeretribuun. En het werk aatdao volgde vooraan, achteraan, links, rechts, midden in, overal op het terrein, onafgebro ken, gedurende twee uren. Indrukwekkend, de aftocht van alle da kringen, in kolom opgesteld, luidruchtig toegejuicht door alle de toeschouwers, waartusschen de beide Vertegenwoordigers van het Hof. die tot het einde toe met be langstelling al de deelen van die betooging hadden gevolgd. Boeiend, de Internationale kampstrijden van den Maandag, den geheelen dag door, en waarby onze Vereeniging zich zoo Luis terrijk wist te onderscheiden Een 1* Pry's met 101 op 120 punten in Gezamentlyke Tuigoefeningen. Een 1* Prys, met 531/4 op 65 punten ia Vrye Pyramiden. Bravo, Help-u-Zelvers Gy hebt wel ge werkt sedert ae herinrichting uwer Vereeni ging. Welaan; thans vooruit op den ingeslagen weg met het jouge element is het bestaan van de Maatschappij verzekerd La «Grammontoise van Geeraarsbergen wist ook pryzen te halen, en dan nog wel van de voornaamste. Proficiat 1 slag, ontmoet hadden, dat Jeremias dengene wachtte van wien hy het werktuig zijner woede wilde maken. Hy had zich als een landman aangekleed en zat aan den voet van eenen struik welke den weg omzoomde. Niet een enkel uitwendig teeken kon hem doen erkennen en hij had ae voorzorg geno men zyn gelaat aan het gezicht der voorbij gangers te ontrekken. Maar zoodra Frederik hem van verre ontwaard had, scheen eene schielijke zenuwtrekking den jongeling te verwittigen welk wezen onder dien boeren- rok verscholen zat. Echter, sloeg hy geen anderen weg in om hem te ontvluchten. Misschien verlangde hy op.dit oogenblik de ontmoeting van dien kwaaddoener wiens nagevoel hij deelde. Jeremias stond bij zyne toenadering recht Welnu, jongeling, zegde hy, gij zijt zeker op weg om de ontgraven beenderen uws ooms te gaan eischen. Ik ga er heen, antwoordde Frederik koel weg. Gy zult ongetwijfeld den magistraten een verzoekschrift te meer aanbieden, ver volgde de boschgeus op spottenden toon P Gy hebt te Brussel het nut der terugeischen en de kracht der rechtvaardige klachten leeren kennen Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1910 | | pagina 2