DE BOSCHGEUS
In den lijd.
Onnoozele Kinderen.
NINOVE.
Uil Erembodegem.
Uit Sottegem.
Loon naar behoeften ware een ideaal, kon
het verwezenlijkt worden.
Hy zegge ons dus hoe hij zijne uitvinding
in praktijk wil stellen, dat zal hem toch niet
moeilyk zijn, hij heeft gazetten genoeg te
zyner beschikking.
En zoo familieloon beter is dan loon naar
verdiensten zonder overdaad van arbeid,
gelijk het door alle volksgezinden gevraagd
wordt en betracht, zal hij de kroon spannen.
Ik, zei de ekster, ik zwijg nooit, ik
spreek den heelen dag, dejheele maand, het
heele jaar soms versta ik zelve niet wat ik
zeg, maar ik spreek toch, tusschen alles,
over alles. Als ik niet meer spreken zal,
Wat moet er dan gebeuren met de andere
vogelen
Als nu de ekster uren lang had door ge
klapt, pochend op heur zelve, fier over hare
kunst, waar al de snobs voor gaapten, vroeg
zij aan 't sysje En gij kameraad wat zegt
ge daarvan, ik hoop wel dat gy ook myn
talent bewondert.
En 't sysje al dat gebabbel moe zei een
voudig
Veel raas, veel dwaas !I
In 't nieuw verschenen voddenbladje der
Christene Demokraten De Volkswil opge
steld door eenige hersenlooze groote kinde
ren, vinden wij een samenspraak tusschen
Jef en Lowie. twee geneverheeren, die aan
hunne vrouw wys maken dat ze 's mor-
gends naar de 6 ure mis gaan en om 11 uren
nog in dezelfde herberg zitten te druppelen
en dus zattemans praat vertellen.
In dit naamloos krapuleus laat ons
maar 't ware woord gebruiken epistel,
tracht men ons moedige liberale hoofdman
nen te bezwadderen. We kunnen op't ge-
zeever van twee dronkaards geen acht
slaan en vinden het boven onze weerdigheid
er op te antwoorden, 't Is toch maar de
geuever die spreekt.
Alleenlijk halen wy het aan om te doen
uitschynen hoe kinderachtig en tevens on-
eerlyk het is door kinderen polimiek te
laten voeren.
In een artikel dat juist voor de tweespraak
fed rukt staat, wil een onheduidend opb
lazen persoontje ons de les spellen omdat
al onze artikels niet geteekenazyn en heel
plechtig scheldt hij ons uit voor oneer-
«U ke personen.
Maar wonder en hier vinden wy het
lewys hoe onbezonnen die herselooze groo
te kinderen schrijven achter zyn bombast-
artikel komt de krapuleuze zattemans sa
menspraak van Jef en Lowie en die is nu
ook nnnniloos. Een comble is 't, en het
blad van Chipka noemt datzeer wel
«De Vi*ye Klok» deelde verleden
week een brief mede welke haar gezonden
werd door een democraat uit Ninove, als
antwoord op ons artikel van 25 September
1.1. getiteld M, De Coorde, de armentaksen
valsche Katholieke Kattepooten.
M. De Coorde zond insgelyks een antwoord
aan de Volksgazet, dat we niet opnamen
©mdat het den schryver blootstelde aan
rechtsvervolging. De grond van het artikel
was overigens dezelfde als deze der Vrije
Klok, waarop wjj antwoorden.
De Vrye Klok oordeelt dat we onprak
tisch gehandeld hebben met in de Volksga
zet over de handel wy ze van sommige de
mocraten en socios uit den Raad te spre
ken, die gedurig wat in te brengen hebben
tegen de Liberalen, onder de jubelende goed
keuring der Katholieken.
Ons schryven heefi nochtans deze prak
tische uttkomst gehad ons de reden van die
handel wyze te doen kennen De Liberalen,
zegt de schryver, zyn alleenheerschers die
niets willen toestaan van wat de werkers
kandidaten vragen, en hysomtal die vragen
op in den slotzin van zyn antwoord
De werkerskandidaten vragen
le Onderwys voor de Werkmanskinderen
2' On-leraardsche goten voor de stinken
de werk mans wijken
3* Verlichting voor voornoemde werk-
mans wy ken
4" Meerder loon voorde onderwijzers.
5° Meerder loon voor de kleine bedienden
die zich voor spotloonen moeten afbeulen
van den morgend tot den avond.
De Liberalen zouden al die vragen van de
hand hebben gewezen en vandaar de mis
noegdheid I?
Wel hoe de Liberalen weigeren het onder
wys aan de werkmanskinderen omdat, op de
herhaalde vragen van een Democraat uit
den Raad naar eene nieuwe gemeenteschool,
niet seffens een architekt gelast wordt met
het opmaken der plans 1 Het voorstel van
nieuwe school werd gedaan door de Libera
len, het voorbereidend werk is aan den
gang, en het aanhoudend praten en vragen
van een lid van den Raad kan het WERK
niet bevorderen.
De Liberalen weigeren onderaardsche
goten voor de stinkende werkmanswyken
Men bedoelt hier de waterleidingswerken
der Geeraardsbergsche- en Herlinckhove-
straten, waarvan ae plans in de jongste zit
ting van den Raad goedgekeurd werden en
de aanvraag toegestaan der noodige leening.
Wat kan men meer
Dat de werkmanswyken stinken, dit oor
deel laten wy voor rekening van den brief
wisselaar.
Ten derde weigeren de Liberalen meerder
loon voor de onderwijzers
Maar weet de schryver dan niet wat er in
den gemeenteraad van Ninove omgaat
Weet hy niet dat verleden jaar, op voorstel
der Liberalen, een loonstandaara gestemd
werd welke het lot van heel het onderwij
zend personeel onzer gemeentescholen ver
zekert.
De kleine bedienden, zegt de schrijver nog,
moeten zich voor spotloonen afbeulen
Is dat ernstige praat Welke zyn die
kleine bedienden De politie-agenten de
nachtwakers de straatkuischers de riool-
kuischers Kent de schrijver wel de loonen
welke hier betaald worden
't Valt waarlijk te betwijfelen anders zou
hij bewust zijn dat sedert de aankomst van
het vrijzinnig bestuur al die loonen in groote
mate zyn verhoogd, en dat geen enkel hun
ner voorstellen van dien aard ooit door de
Liberalen van de hand werd gewezen.
Eindelyk weigeren de Liberalen de noo
dige verlichting aan de werkmanswyken.
Op 't oogenblik dat deze woorden geschre-
ven werden was men aan 't plaatsen van de
laatste elektrische lampen op alle uitkanten
der stad, lampen die nu reeds branden, maar
zure penningen zullen kosten, dank aan de
nadeelige verbintenissen aangegaan door de
vroegere weinig vooruitziende katholieke
bestuurders.
En toch hebben die criticussen van het
liberaal bestuur nog nooit het minste woor
deken blaam over gehad voor het vroeger
katholiek stadsbestuur I
Wie deel maakt van eene meerderheid
helpt bestieren. Het is de rol der minder
heid te critikeeren wat er door de meerder
heid gedaan wordt.
Die rol hebben de twee criticussen uit den
Raad met de minderheid meegespeeld, en
't is daarom dat we ze terecht de verdoolde
schapen noemden.
Wij bekennen volgaarne dat beknibbelen
gemakkelijker valt dnn bestieren, dat vra
gen en hervragen zooveel moeite niet kost
als zelf met een wel doordacht ontwerp
voor den dag te komen.
Wat al studie vroeg aan ons Schepen-
College in deze laatste inden het afgelegde
werk in de nog ter studie liggende kwes
ties Pensioenfonds voor politie-agenten
en gemeen te beambten verzekering tegen
ongevallen van politie en pompiers regle
ment, voor het openen van nieuwe straten
idem op de bouwingen idem voor het
kerkhof; de kwestie der hernieuwing der
trottoirs de nieuwe gemeenteschool de
voorbereidende klassen der Middelhare
school de Handels- en Nijverheidsschool
het Werkloozenfonds
Onze elektrische verlichting is in deerly -
ken toestand en door mangel aan doorzicht
van het vroeger bestuur kost ze jaariijks
duizenden aan de stad. Is het zonder studie
dat het College tot het, besluit kwam dat het
bestaande kontrakt dient gebroken te wor
den, dat de uitbating voor eigen rekening
het voordeeligste middel is en er geen spraak
meer zijn kan van gasverlichting
De technische dienst is belast met het
maken van de plannen der nieuwe straten
tusschen Burchtdam en Geeraardsbergsche
straat en tusschen Statie en Pamelstraat.
Vast zijn er onder die werken welke
voorgesteld werden door de werkmanskan
didaten namelyk de verordeningen op de
bouwingen, bewys te meer dat hunne voor
stellen niet van kant gezet worden maar
hoeveel minuten, buiten de zittingen van
den raad, zouden ze wel aan die ontwerpen
hebben besteed
Waarom dan gedurig het Liberaal
Schepen-college aanvallen dat zich dagelijks
met ae bestuurlijke zaken van de stad en de
nieuwe plannen onledig houdt I
Waarom dat onophoudend vitten
Toekomend jaar is er verkiezing.
Meenen de criticussen misschien dat de
katholieken, uit erkentelijkheid, voor de
Democraten en de Socialisten zullen stem
men en dat ze de stemmen der Liberalen
missen kunnen
Wij gelooven het niet en juist daarom was
het dat we hunne handelwijze aankloegen
als zynde deze van verdoolde schapen.
Hoe kunnen ze vragen hunne verkeerde
handelwijze eens aan te toonen, wanneer zij
er zelf op roemen dat de Liberalen, door
den last welke zij hun veroorzaken, daar
niet meer op hun gemak zitten lijk
vroeger
Maar zoo erg is het gelukkig niet, anders
liep 't verbond gevaar en daar zouden zy
alléén de verantwoordelijkheid van dragen I
Voor de eenmaking, de goede samen
hang van het Verbond, waarvan de
Redaktie der Vrye Klok gewaagt, drin
gen we niet verder aan. We bekreunen ons
ook niet om de verwytingen waarmeè het
schryven van Jan Rechtuit is doorspekt,
noch om zyn gezanik over de alleenheer-
sching der Liberalen die niets betrachten
dan vrienden en partygenooten te bevoor-
deeligen.
Dit zyn holrammelende woorden welke
men gedurig in den mond vindt van ikzuch
tige menschen die klagen dat vriefiden en
partijgenoten hen niet genoeg bevoordeeli-
gen maar die vreemd zouden klinken
in den mond van democratische gemeente
raadsleden, die onlangs nog, bij eene be
noeming, de Liberalen alléén voor den kan
didaat der Democraten lieten stemmen.
W\| hadden, by de gelegenheid van
den prachtigen uitslag door onze Middelba
re school behaald in den laatsten Algemee-
nen Wedstrijd van 't Middelbaar Onderwys,
de vermetelheid begaan van terloops te wij
zen op de hardnekkigheid, waarmede alle
klerikale besturen, zoowel de Regeering als
dé Bestendige Deputatie, het Staatsonder
wijs bekampen en namelijk op de hardnek
kigheid waarmede zij hier ter stede de her
inrichting eener voorbereidende sectie aan
onze Middelbare school weigeren of beletten
tot stand te brengen.
Hierover toont zich Recht en Vrede
hevig gebelgd Hy wil wel toegeven dat de
school een grooten stap heeft gedaan op
den weg des vooruitgangs, sedert ons Staats
bestuur aan haar hoofd eenen man geplaatst
heeft, die bestuurder is in den vollen zin des
woords.
Doch wat hy niet verkroppen kan is onze
bewering dat ons Staatsbestuur zou zoeken
zyn eigene scholen te verdelgen 1
En weet ge, beste lezer, waarop hy zyne
gezegden steunt Een 150 tal leeraars
waaronder éen van Ninove hebben 200 tot
500 frank opslag gekregen. Ziedaar, roept
hij uit, hoe de regeering hare leeraars be
zorgt Maar onnoozele snul, zoo handelend
doet de Staat enkel zyn plicht.
Die verhoogingen zijn wettig en wij mee
nen wel, dat het Staatsbestuur de eerste die
naar is der wet
Het woord vrijheid van denkwijze, dat
in ons artikel voorkwam, maakt hem razend,
en dan liegt hyliegt hij en scheldt ons uit
voor lieden die by de ouders gaan aanbel
len om op hen te drukken ten einde voor
hunne kinderen de ontslaging der lessen van
godsdienst aan te vragen Zou Recht
en Vr^de maar een persoon kunnen noe
men bij wien wij of onze vrienden dergelyke
voetstappen hebben aangewend
Doch Rechten Vrede vervalt al spoe
dig in zijn gewone kwaal de persoonlykhe-
den. Hij is geneigd te gelooven dat wy, bij
den lof dien wij spraken over de leeraars der
Middelbare school onvry willig (de jesuit laat
zijn ooren zien) den huidigen bestuurder
vergeten hebben te noemen, en hy vraagt
ons hee het komt dat diezelfde leeraars, in
een tijdverloop van 25 jaar, welke zy door-
ebracht hebben onder den voorgaanden
estuurder, slechts eenmaal eenen prys
hebben behaald, terwijl zij nu, onder de lei
ding van den nieuwen bestuurder, in twee
jaar tyd, vier prijzen bekomen hebben.
Daar stelt zich Recht en Vrede dus aan
als de wreker van den huidigen Bestuurder,
jegens wien wij een gemis aan eer betui
ging zouden hebben gepleegd, hetwelk
echter alleen bestaat in zyn eigen zwarte,
boosaardige ziel.
Wij zyn overtuigd dat de heer Bestuur
der, aan wiens verkleefdheid voor onze
Middelbare school wij hier gaarne hulde
brengen, het in die zaak heel anders meent
en zyn billyk aandeel neemt van dien wel
verdienden lof, welken wy toezwaaiden tot
het gansche leeraarkorps, tot hetwelk hij
gewis behoort, evenals de generaal die deel
uitmaakt van het leger dat hy aanvoert.
Wat nu de venijnige toespeling betreft
die Recht en Vrede maakt op de heeren
leeraars, wy teekenen een krachtdadig
rotestaan en bevestigen.dat zy gedurende
et tijdverloop van 2o jaren dat zy door
brachten onder den voorgaanden bestuur
der, evenveel iever en toewijding hebben
getoond als nu 1
Het is eene gewoonte geworden.
Ja, onze dompers hebben als gewoonte
aangenomen te zeggen aan iedereen die het
een of ander vergrijp is tegengekomen of
tegenkomtMaar vriend dat is niets, gaat
daar naartoe by Mynheer den.... Alweter en
het zal er weldra mede geklonken zyn, en
ziehier de wyze hoe zulks geschied
Nemen wij hiervoor twee twistende man
nen Bijvoorbeeld Charles en Jules
Charles heeft hem dunkens aan Jules te
zal my dooden herhaalde hy. Hebt mede
lijden met my
Ja, hernam Bandouin streng, ik heb
medelyden met u, wanneer ik bestatig dat
gy voor een mensch zooveel schroom opge
vat hebt en dat gy nogthans niet vreest God
te beleedigen.
Meester Michel bezat juist dien graad
slimheid welken men by al degenen be
merkt, die zich aan een ondergeschikten
handel overleveren hy wist den zwakken
kant van den geest te vinden en de gevoelige
snaar .les harten aan te raken. Laat ons van
godsdienst spreken, zegde hij by zich zei
ven, de minister zal blyven en de stem ver
heffende, antwoordde hy hem een mensch,
myn meester, kan in myn hart niet lezen
maar God doorgrondt dit en Hij ziet dat ik
niets zoek dan nem te dienen.
En door welke middels, riep de minister
uit Door al de schelmstukken welke hij
verboden heeft
Helaas meester, spreekt zoo niet,
hernam het manneken, met eene gemaakte
droefheidik dien hem volgens aen geest
zyner wetten en voorschriften, voor zooveel
ik ze kan begrijpen. En een arme kleerma
ker is, in alle geval, niet strafschuldig om
dat hy zich soms misgrijpt in zaken die zoo
moeilyk zyn. Niemand heeft my in de gods
dienstleer onderwezen en moest ik een ver
veel verweten, hij heeft schrik van voor
moeder Justicia te moeten verschijnen en hy
trekt by mijnheer den Alweter.... Binnen
gekomen zegt Charlee wie hy is, en waar
voor hy is gekomen, en mijnheer den Alwe
ter zegt hem er gerust te mogen op slapen
en naar niets meer te moeten omzien.
Maar Jules die ook tot die party behoort
gaat er ook naartoe Hij ook zegt wie hy is
en waarvoor hy is gekomen en even als
aan den eersten zegt mynheer den Alweter
hem er gerust te mogen van doortrekken.
Beide mannen steken nu Mynheer (hun
nen redder) op een toreken (want ze weten
van elkander niet dat zy er alle twee bij ge
weest zyn) en zóó wordt Mijnheer de Alwe
ter de populairste man der wereld.
Maar terwyl gaat het gerecht zyn gang,
en tot groote verwondering van Charleken
en Jules, moeten ze eenigen tyd nadien voor
de vierschaar verschijnen. Geen van beiden
hebben er aan gedacht (en ook mijnheer den
Alweter niet) voorzorgen te nemen, en zoo
gebeurt het dat niet eenen, maar soms alle
twee worden gestraft.
En zoo zyn er reeds velen van die goed
zakkige lieden gefopt geweest die door den
eenen of anderen (die er profijt uit trekt)
gestokt zyn geworden bij Mynheer den Al
weter te gaan. Wanneer zal ons volk eens
voor goed begrijpen dat dit alles niets is dan
ellendige domperspropaganda.
o—
De kermisdagen van Ronsevaal zijn om zoo
te zeggen rustig afgeloopen, wel had er hier en
daar eene kleine schermutseling plaats tusschen
jonge kermisvogels, doch in zijn geheel geno
men was het bevredigend.
De Liberale Fanfaren onzer gemeente heeft
de kermis met hare tegenwoordigheid vereerd,
speelde er vroolijke marchen en trok er alzoo
eene geheele schaar vrienden naartoe, tot groot
profijt der herbergiers van ons Ronsevaal.
Wie er schitterde door zijne afwezigheid was
al krottende prottende onzer dompers, of ze
niet durven komen ol' niet wilden, dit weten wij
niet, maar ze waren er niet te zien, dat is zeker.
Maar het is waar ook, wij herinneren ons nog
goed hoe zij vroeger dit gehucht noemden, het
waren zij (onze dompers) die het met den naam
van mestplein bestempelden, het waren zij die
dierven zeggen dat er niets woonde dan ge
spuis, echt krapule en dit is dan ook wel de
reden waarom zij de kermis van Ronsevaal
tegenwerkten. Dit heeft hen nochtans niet belet
er met de gemeen tekiezing door allerlei val
sche beloften en gemeene schurkenstreken
stemmen te komen bedelen, afpersen op eene
eeht schandige wijze, ja, dan mocht dit gsspuis
(zooals onzé dompers het noemden) voor hen
stemmen, dan vielen die domperssla ven voor
dit door hen genoemd gespuis op de knieën be
loofden hen hemei en aarde, en eens de kiezing
achter den rug was dat volk wederom krapuul,
de taksen op de danspartijen blijven bestaan, en
de dompers blijven in hun schelp zitten.
Ziedaar, volk van Ronsevaal, hoe zij U ge-
negon zijn. Zullen er op het vroegsre zoo Libe
rale Ronsevaal toekomend jaar met de gemeen-
tekiezing nog mannon te vinden ziin die zooals
er ongelukkiglijk de laatste maal waren die
naar de stem van die valsche dompers zullen
luisteren, zullen ze nu nog (zooals er de laatste
maal waren) in hunne kiesbrieven blaadjes van
roozen en wat weet ik al steken (die er soms in
het opendoen uifvielen zonder door de getuigen
opgemerkt te worden) om aan die valsche
dompers het bewijs hunner stemming te
leveren.
Neen, niet waar, Ronsevaal zal toekomende
jaar weder de for teres der Liberalen zijn, de
misleiden zullen tot ons zijn wedergekeerd, en
allen zullen fier ziin wederom voorde Liberalen
te hebben gestema.
Leve de Liberalen, en weg met de dompers,
zal de kreet zijn van de mannen van ons Ron
sevaal.
o—
We zegden hier hooger dat de kermis van
Ronsevaal rustig was afgeloopen, maar terwijl
er langs daar alles rustig toeging, was er langs
eene andere zijde van onze gemeente meer la-
wijd. Een kerel welke op zwier was geweest
kwam eindelijk naar huis, en seffens was het
daar niet pluis. Hij wierp langs hier, en keerde
langs daar, wat hem niet stond aan en dan deed
hij vluchten terstond, zijn eigen bloed, zijn
eigen volk.
En na dat dien kerel al vloeken en al tieren
dit proper werkje had volbracht, trok hij in
zijne kamer zonder zich te geneeren, en ont
maakte zich daar van zijne kleeren. O daar
was het een echt wonder de man stond daar in
zijn natuurlijk en volmaakt wezen, een flinke
kerel voorwaar, zooals er weinige te vinden
zijn. Geburen ooggetuigen van dit zoo zonder
linge schouwspel, verwachtten nog andere toe
ren van dien vent, want naar hij hem voorstelde
schijnt hij hoegenaamd niet versleten te zijn. In
de kamer hoorde men hem grollen erger als
een beer, maar de vent zat in 't slot gedraaid en
zoo dierf ons volk wat nader komen. Naar het
schiint waren zijne werken er wel, maar wat
er daar verder in die kamer nog is verricht,
daarvan kon slechts alleen getuigen, de vrouw
van hem die wa3 gebleven alleen ten huize.
Hadden wij vroeger do zoo zonderlinge ver
schijning van dien zoo naakten kerel vernomen,
wij haddon terstond op zoek gegaan naar zijn
kostuum, waarmede hij daags na de gemeente-
kiezing in den klerikalen stoet ging (om een
deftige liberaal trachten te beschimpen) dit zou
hem zeer wel van pas ziin gekomen. Het ver
wondert ons grootelijks dat zijne dompersvrien
den die zijne vertooning weldra hadden verno
men geen werk van bérmertigheid deden.
Hij moet weinig van tel zijn die zonderlinge
kerel, want in de zeven werken van bermertig-
heid staat nochtans geschreven de naakten
standig man verzoeken mij te verlichten, hij
zou mij zonder twijfel verstoeten. Men zou
den spot drijven met den kleinen wainbuis-
maker. En nogthans, de kleine wambuis
maker heeft eene ziel gelyk de edellieden.
Broeder Michel, hernam Baudouin vu
rig, de bereidwilligheid, waarmede ik daar
zoo even tot u gesneld ben. logenstraft uwe
woorden. Uwe ziel is zoo kostelijk in de
oogen eens hervormden dan degene van een
verstandig man, of van den machtigsten
koning en moest ik myn leven wagen om
uwe ziel te redden, ik zou geen oogenblik
aarzelen.
Hoe zou ik dit kunnen gelooven, mees
ter Iedereen veracht mij.
Baudouin, 't hart met evangelischen ijver
vervuld, antwoordde met vuur ik veracht
u niet Michelmaar ik zou u op den rech
ten weg willen helpen.
Het zou u misschien maar weinig
moeite moeten kosten eenige woorden
zouden voldoende wezen, hernam de kleer
maker met list. Maar de kleine Michel is
mogelyk de eenige woorden niet waard.
Ach ware ik ryk en machtig, men zou
my'n huis niet ontvluchten
Ik zou uw huis niet ontvluchten, zegde
de minister, waret gij een christene of dacht
gy er enkelijk aan het te worden 1
O meester 1 riep de schijnheilige uit
kleeden, en zijne vrienden deden zulks niet,
O! kerel wat moet gij laag gevallen zijn.
Welnu vrienden wat zegt gij van zulke dom
pers Is het waar dat zulko personen met de
gemeentokiezing deftige Liberalen durven aan
randen ja is dit alles waar zoo ja, allo toe
dompers, zeg ons, bekent ons dan maar dat
uwe partij laag is gevallen. Dit zal het volk
aan kerel doen gevoelen zoo hij nog durft
op kiesronde s*aan en ook aan deze die van de
zelfde partij aeelmaken.
Eene yebuurvrouiv van dien kerel.
't zyn allemaal domkoppen.
Onder dezen titel, vermeld Beiaard van Zon
dag laatst dat, in den wedstrijd tusschen de
Belgissche universiteiten, de hoogeschool van
Leuven 5 eerste prijzen bekomt, terwijl aan
die van Brussel slechts 1 eerste prijs te beurt
viel.
Monfreer maakt hier wetens en willens mis
bruik van de goede trouw zijner lezers, want
hij had er moeten bijvoegen dat de hoogeschool
van Leuven ruim 21)00 studenten telt en dat de
twee overige hoogescholen van Gent en Luik,
onderscheidenlijk I en 6 eerste prijzen in dieii-
zelfden wedstrijd behaalden, 't zij dus voor de
drie zoogezegde geuzen-hoogeschool met om
trent hetzelfde getal studenten als de hooge
school van Leuven alleen, 8 eerste prijzen
tegen 5.
Zeg, Monfreer, wie is er nu eigenlijk geklopt
Ons verwondert het dus niet dat er Zondag,
in de kerk, ferm gedonderd werd togen
de slechte gazetten. Misschien denkt monfreor
er anders over, doch door slechte gazetten
verstaan wij, zulke die de goede trouw hun
ner lezers verschalken door verkeerde inlich
tingen en door de waarheid wetens en willens
te verdraaien te verzwijgen. En daarin spelen
de katholieke bladen in 't algemeen de eersle
viool
En om maar een enkel voorbeeld onder dui
zend andere aan te halen, spreken wij over
Congo.*
Aan wie is het vooral te wijten dat de Congo
in ongehoorde slechte voorwaarden werd
overgenomen en dat Popol, wiens heilige nage
dachtenis men in alle kerken des lands deed
herdenken, het middel vond om een gat van 00
millioen frank in het Congovermogen te boren
Zijn het niet in de eerste plaats onze klerikale
ministers en vervolgens, weeral de katholieke
gazetten die door ongehoorde bokkensprongen
hunne lezers op een dwaalspoor brachten
Ja wij mogen het zeggen en het kan niet ge
noeg herhaald worden, de katholieken bladen
hebben er een handje van om hunne lezers om
den tuin te leiden, hen als kiesvee te drillen, en
't is dan ook niet te verwonderen dat het deftig
en ernstig publiek van dag tot dag meer inge
nomen is van de antiklerikale gazetten, dewel
ke aan hare lezers een onvervalscht nieuws en
wat meer geestesvoedsel ter lezing aanbieden.
Men denke toch niet dat een ernstig mensch
er ziek zoude kunnen bij neerleggen, enkel
katholieke gazetten, genre Beiaard te lezen
wier per telefoon uit andere bladen geknipt
nieuws door monfreer 's hoofdopsteller op
zoo 'n specielc wijzeis aaneengeflanst, dat wij
zeer geneigd zijn te veronderstellen dat de
man steeds erg lijdend moet zijn aan tandpijn
of migraine.
Indien zulks het geval mocht wezen en om
te toonen dat wij toch zulke groote papenope-
ters niet zijn als monfreer het vooruitzet, wil
len wij gaarne aan dien zonderlingen hoofd
opsteller het eenige, onfeilbare geneesmiddel
doen kennen, waarbij zijne genezing volkomen
verzekerd is Hij gebruike daarvoor de gemak
kelijk om in te nemen, de voor de maag onscha
delijke en de snelwerkende zenuw poeiers Voor uil.
xoelke onovertrefbaar zyn tegen alle zenuwkoort
sen, migraine, tandpijn, hersenverkoudheden en
allerhande zenuwziekten.
Doch dit zeldzaam en doeltreffend genees
middel is alleen te verkrijgen, tegen 50 centie
men, in de apotheken Vooruit te Gentmaar
mits de klerikalen t thans volop aan 't keulen
zijn met de socialen, denken wij dat monfreer
's hoofdopsteller er geene graten zal in vinden
om zijne roodc vrienden ook eens nen penntng
te jonnen, zooveel te meer dat de eenige kans
van genezing ervan afhanht en dat rare vogels
als hij, moeilijk te vervangen zijn. 't Een plai-
sir is 't ander waard
Wij zetten thans ons onderzoek voort en in
een nader artikel zullen wij nagaan hoe hot
afgeloopen is met den wedstrijd tusschen de
Belgische athenea 's en de colleges. De waar
heid zal bekend worden, al moesten de kraaien
het uitbrengen.
Eerstdaags worden de pensioenboekjes aan
de belanghebbenden overhandigd.
uwe woorden dringen mij in het hart. Gij
hebt mij soms goeden raad gegeven dien ik
versmaadde, omdat Jeremias' geest my be-
heerschte maarthans begint het my te be
rouwen. Waarom is het noodig dat gy mij
verlatet Waarom is mijn huis niet waar
dig u te herbergen
Ik kan er nog eenigen tijd vertoeven,
broeder Michel, hernam de minister, die
zich heel en gansch door dit gewaand be
rouw liet misleiden.
Ja, zegde Michel, gij zult hier ten mij
nent nog wat verblijven maar ziehier dat
het uur van het avondmaal aanbreekt en ik
ben zeker dat gij van mij nog geen glas
water zult aanvaarden. Wat is het ongeluk
kig voor ray, maar een arme kleermaker te
zijn 1 alle menschen keeren zich van mij
af. omdat ik arm ben en een misvormd
lichaam heb.
Inderdaad, broeder, zegde Baudouin
tot medelijden bewogen, een ware christene
zou uw gezelschap meer zoeken uit hoofde
van uwen nederiger» stand I
-- Ol mocht ik die ware christene ziel
zien, riep de verkrempeling uit. Indien gy
achting genoeg voor my haddet, myn ver
standige meester, en gy ook myn grootmoe
dige edelman om plaats aan mjjne tafel te
willen nemen Maar gy gelooft ongetwijfeld
niet dat ik die eer waardig ben gy zyt-ver
gramd tegen mij. Wat ben ik ongelukkig l
Wordt voortgezet
84
oTde llelglNclie Vaderlnmlers
TEN JARE 1580,
door J. J. M O KE
Vrij in de Volkstaal overgebracht
—o
Zal ik het kunnen doen, riep de onge-
ukkige jongeling uit, wanneer ik aan a ie
lnkwisiteurs, aan dien bisschop, aan dit
iklooster zal denken
Gy zult dit kunnen, wanneer gy de zon
zult zien schynen, wanneer gy aan de stem
uws geweten gehoor zult leenen. Maar nu.
gy zyt ziek. Tracht wat te rusten.
Er is hier geene rust voor my, ant
woordde Frederik. Laat ons eerst en vooral
dit hok van fanatismus verlaten, en myne
ziel zal veJkwikt zyn.
De minister, hevig bewogen, scheen ge
neigd hem hierin te voldoen maar de kleine
Michel, dat spijt en nieuwsgierigheid tot op
den dorpel der kamer gebracht hadden en
die ipet de aandacht der wraak elk woord
der twee tusschensprekers afluisterde, ge
voelde eene schiefyke huivering by net
hooren dezer woorden. Hij had de middel
niet, tegen hunnen wil en dank, twee kloek
gebouwde mannen op te houden, en wier
veropenbaringen hy te vreezen had hadde
hij zyne werklieden moeten roepen maar
indien Frederik hem ontsnapte, bleef hyaan
al het nagevoel van den w reeden Jeremias
blootgesteld. Dit gedacht deed hem al zijne
zekerheid verliezen hy wierp zich eens
klaps met uitgestrekte armen en smeekend
gelaat midden der kamer: ach 1 Monseig
neur, riep hy uit, wilt gij my dan in den
grond helpen
Te trotsch om hem te antwoorden, wendde
Frederik zich tot den minister. Die man,
zegde hij onverschillig, gelooft dat wy be
kwaam zijn hem te verklikken. Stel hem
gerust.
O myn goede edelman, onderbrak de
kleine wambuismaker, en naderde hem zoo
dicht dat hij bijna zyne knieén aanraakte, ik
vraag verschooning aan uw heerschap. Ik
vrees niet verklikt te worden want men
zou u niet gelooven ik ben als een goede
katholyke befaamd. Maar wat mijnen val
zou bewerken, ware de gramschap van Jere
mias. Hy zal my dooden, indien ik u laat
vertrekken.
- En zou hij durven beweren dat gy mij
tegen wil en dank moet opgesloten houden,
riep Frederik met bedreigende stem uit
De dwerg begon lafhertig te weenen. Hy