DE BOSCHGEUS
In en rond de Kamer.
De Cecil iaïeesten.
Brievenbus.
Loopende Nieuws.
Briefwisseling
NINOVE.
Uil Erembodegein.
maar ook wel in staat zijn van op hun
nen poot te spelen.
In 't kort, de jaarwedde toegestaan
aan de bisschoppen en hunne medehel
pers bedraagt 318,600 fr.
Onze lagere geestelijkheid, die slokt
6,045,000 fr. op, terwijl het person
nel der hervormde godsdiensten op
het budjet staat voor 94,000 fr., en dat
der joden voor 26,700 fr.
De heeren priesters kosten ons dus
zooveel als de heeren rechters, en als
100,000 ouderdomspensioenen
Wat de onkosten betreft voor het
bouwen van gestichten voor zinneloo-
zen, van gevangenissen en kerken, (dat
alles staat bijeen,) die onkosten beloo-
pen 1 miljoen 950,000 fr.
Zooals men ziet, de heeren klerika-
len gaan er breed naartoe, in ons....
godvreezend Belgenland
Dinsdag en Woensdag verga
derde de Kamer om de bespreking van
't adres der troonrede te eindigen op bevel
van generaal Woeste verwierp de katholie
ke meerderheid, al de amendementen voor
gesteld door de minderheid, zoowel de een
making der kieswettenen 't verplichtend on
derwas als de amendementen voorgesteld
door de liberalen en socialisten om een beter
pensioen aan den armen afgesloofden werk
man te verschaffen.
Al de democraten van drie ellen voor nen
frank, aten hun woord en bevestigen zoo de
woorden van Woeste Kiesbeloften tellen
niet. Zelf de Volksvertegenwoordiger half
en half M, Theodoor onthield zich by de
stemming voor de eenmaking der kieswet
ten en 't verplichtend onderwijs en bekrach
tigde zoo onze gezegdens van verleden week.
Donderdag begon de bespreking der
begrooting van's lands middelen. M. Ber-
trand, socialist, spreekt eene belatgryke
redevoering uit. Hij doet uitschynen, dat de
werkende klas zich te weinig kan voeden
door de verhooging der levensmiddelen.
Daardoor zijn de werklieden verplicht paar
den vleesch te eten en zelf honden vleesch.
In Vilvoorde werden in 1908, 298 paarden
geslacht en in 1909, 505 1
Vi-y<lag voortzetting der bespreking
den begrooting van 's landsmiddelen.
M. Hambursin, liberale volksvertegen
woordiger van Namen, vraagt dat men de
grenzen zou open zetten voor de magere
beesten uit den vreemden en wordt daarin
ondersteund door 't socialistisch kamerlid
M. Wauters.
Neemt ook het woord M. Verheyen, libe
raai kamerlid van Antwerpen die de belan
gen van de schippers verdedigd.
't Was dit jaar volle gala in De Oude
Garde met de CeciliaTeesten. Waarom
Wel gansch de Maatschappij vierde te dezer
gelegenheid hunnen ieverigen Voorzitter,
den heer Odilon Van der Schueren, omdat
hy sedert vijf en twintig jaardeel maakt
der fanfaren Maatschappy Les Vrais
Amis Constants, en ook omdat hij vereert
werd met 't Leopoldsorde.
Maar beginnen wy met 't begin.
Volgens loffelyke gewoonte werden de
Ceciliafeesten des Zaterdags avond geopend
met een puik Concert, gegeven door de Fan
faren in haar lokaal Concordia. Dit
concert bewees dat De Oude Garde 't pad
van den vooruitgang blyft bewandelen,
dank aan den goeden wilder spelende leden
en aan de kunst en den taaien wil van den
muziekoverste den heer F. Coessens.
Vele leden waren aanwezig, maar toch
niet genoeg; 't is de plicht voor allen de
werkende leden en hunnen bestuurder aan
te moedigen.
's Zondags voornoen, naar ouds gebruik,
deed de fanfaren, gevolgd van bestuurs- en
eereleden en begunstigd door redelijk goed
weder, een wandeling door de straten der
stad en liet hare schoonste pas redoubles,
weergalmen. Daarna had de jaarlyksche al-
gemeene vergadering plaats en werd er een
glas geledigd op den voorspoed der maat
schappij.
's Avonds om 51/2 uur zaten 140 bestuur-,
eere- en werkende leden, in de beste stem
ming aan den disch. Ooze achtbare volks
vertegenwoordiger, die het zich als een
plicht aanrekend, 't jaarlijks banket der
o Oude Garde by te wonen, werd by zyn
binnentreden in de zaal, dapper toegejuicht.
Al de leden lieten zich spijzen en'dranken
goed smaken.
By 't nagerecht stond de secretaris, de
heer Cömeille van Branteghem recht en
schonk den jubilaris, den heer Voorzitter
Odilon Van der Schueren, een verguld eere
metaal in naam van gansch de maatschappy.
Heel de zaal brak in applaus los en wanneer
de stilte weerom heerschte sprak nogmaals
de heer secretaris als volgt
c< Acht dagen geleden, liep de blyde
mare der vereerende onderscheiding welke
onze Voorzitter te beurt viel, namelijk zyne
benoeming als Ridder der Leopoldsorde.
Heden aanzien wy het als een duurbare
plicht, den man te herdenken die aan het
noofd onzer maatschappy staat.
U den lof maken van Hem is overbodig,
U zyn goeddoen en zyn werken herhalen is
onnoodig. Wy kennen Hem door die wer
ken, door zijne opoffering, door zijn goed
doen.
»Wij minnen Hem hartelijk vooral hetgene
Hy reeds voor de maatschappy gedaan heeft.
O, ja, goede Voorzitter wy minnen U uit
fansch de kracht onzer ziel. Wy zyn U
ankbaar, want Gy zyt de goede steun onzer
maatschappij.
Herinnert U, Gy oudere Werkende- en
Eereleden, de genegenheid van onzen Voor
zitter, en Gy jongere, zyne verkleefdheid
en zijne gedurige opofferingen. Gedenkt U
dat Hy altyd bereid geweest is om de maat
schappij te doen vooruitgaan, om ze uit ne
telige toestanden te halen.
Alles deed Hy voor de maatschappij voor
dewelke Hy reeds 25 jaren gestreden heeft,
om die niet te laten kwijnen. Hy is onze
steun in wel en wee, in tegenspoed zooals in
zege, en daarom brengen wy" Hem hier wel
verdiende huideen eeren wij Hem.
Ter gelegenheid van die welverdiende
vereering, heeft Hy menigvuldige brieven
en kaarten van gelukwenschen ontvangen,
talrijke bloemengarven zyn Hem toege
stuurd geweest, maar woorden vliegen,
bloemen verwelken, de Sympathie alleen,
die die betuigingen uitlokken Dlyft.
Dat de leden onzer maatschappy niet on
verschillig gebleven zijn aan die vereering,
hoef ik U niet te zeggen. Ook heeft het be
stuur niet geaarzeld deze betooging ter
zyner eer op touw te zetten, en eenen oproep
te doen tot de leden om Hem een blijvend
bewys onzer Sympathie, onzer erkentelijk
heid te geven.
Ik vervul dus hier de eervolle taak in
aller naam het woord te voeren.
Namens de Fanfarenmaatschappij Les
Vrais Amis Constants, geachte Voorzitter,
bied ik U dit geschenk aan als een blijk onzer
innige genegenheid, onzer erkentelijkheid,
als een blijvende bedanking vooral het nut
tige, het goede dat Gy in ons midden zoo
overvloedig gedaan hebt dat het U soms de
genoeglijke, ae gelukkige stonden herinnere,
welke Gy hier in ons midden gesleten hebt
en een gedurig aandenken onzer goede Sym
pathie voor U weze.
Blyft wat ge zyt, een trouwe en voor
beeldige Voorzitter.
Blyft voortaan voor de maatschappij,wat
die vrouw voor hare kinderen is, zy is eene
beschermster. Bescherm Gij ook, beste Voor
zitter, het kind dat ge zoo lief hebtzy ont
rukt haar kroost aan de woeste baren, ont
rukt Gy ook de maatschappy aan al de ge
varen die haar zouden kunnen bedreigen,
aan al de orkanen die over haar zouden kun
nen woeden. Wees zooals zy die hare kinde
ren verdedigd, de goede verdediger onzer
Fanfaren. Daar is het zinnebeeld van UW
karakter Moed, opoffering, getrouwheid
en bescherming.
By 't eindigen van die aanspraak en wan
neer het doek viel van 't bronzen kunststuk,
viel er eene grootsche ovatie den sympathie
ken en gevierden Voorzitter te beurt. De
symphonie speelde Waar kunnen wij niet
beter zyn a en 't Nationaal lied. We
zijn er vast van overtuigd dat nog lange
jaren, de zoete herinnering van die spontane
huldebetuiging, den jubilaris zal bij
blijven.
De heer Odilon Van der Schueren, diep
bewogen, en ook met een traan in de oogen,
dankte nu al de leden voor de blijken van
oprechte genegenheid en verkleefdheid hem
door allen geschonken.
Nu werden nog drie werkende leden ge
vierd, namelijk de heeren Jan Wauters,
Valery Delpierre en Odilon Panné, alle drie
sedert vyf en twintig jaar spelend lid drie
oude, standvastige leden, die met hart en
ziel de Fanfaren verkleefd zyn en tot toon
beeld der jongere geslachten mogen dienen,
gelyk het den Voorzitter zoewel zegde. In
wel en wee zyn ze immer a De Oude Garde
getrouw gebleven en nimmer hebben zy ge
twijfeld aan.de eindelyke zegepraal hunner
duurbare maatschappy.
Het klein geschenk, dat de heer Voorzitter
hun in naam der maatschappy overhandig
de, zal hun de beste herinnering doen behou
den van huD jubelfeest.
Nog velen namen 't woord op 't banket.
De heer Rens, die ons in eene sierlijke en
verhevene taal den politieken toestand van
't land deed kennen en die den heer Odilon
Van der Schueren gelukwenschte, voor de
eer die hem thans te beurt vieldan nog de
heeren Gustaaf Leveau, Ferdinand DeClercq,
Achiel Brys, Josse Van Opdenbosch en ande
ren, die allen den Voorzitter huldigden en
ook dronken op den voorspoed, den bloei en
den vooruitgang der liberale partij.
Tot laat in den nacht duurde 't feest.
90.
ofde Belgische Vaderlanders
TEN JA RE 1580,
door J. J. M O K E
Vrij in de Volkstaal overgebracht.
0
Jongeling, zegde hy tot Frederik, wan
neer deze vry recht stond, alles is tusschen
ons gedaan Nogthans, ik wil niet dat de
soldaten der politie u hier vinden. Volg mij.
Frederik aanschouwde hem met minach
ting zonder te willen antwoorden, en tot
Baudouin naderende die nog geknield zat
vriend, zegde hy, gij lydt en 't is voor my
dat gy in dit noodlottig hais gekomen zyt.
De minister verhief het hoofd zyn voor
hoofd was helder en de kalmte zyns gewe-
e n gaf aan zyn gelaat eene uitdrukking
van volkomene gerustheid. Myn zoon, ant-
o ordde hy 't was niet uit bezorgheid
voor u maar 't was om eene plicht te ver
vullen.
De boschgeus stond roerloos eenige stap
pen van hen verwijderd. Het roodachtig
geflikker der fakkel, dat zijn gelaat van op
en neer verlichte, scheen zyne opengebla
zen neusgaten en zyne benende lippen meer
te doen uitsteken. Wat wederhoudt er mij
dat ik ze niet doode zegde hij bij zich zel
ve, dewyl hij een oogslag wierp op de helle-
baarde die voor zyne voeten lag maar die
gisting van woede duurde stechts een 00-
ganblik hij verwonderde zich welhaast
aan hunne minachting gevoelig geweest te
zyn, hy die zich over der menschen haal
verhoovaardigde.
Hij richtte zich naar het diepste des ker
kers en eenen ijzeren ring vastgrijpende
bracht hij een breeden steen in beweging,
welke de opening eens geheimen doorgang
verborg. I^angs hier, riep hij toen. Kom bei
den hier, ik wil u redden.
Wat my aangaat, antwoordde Baudouin
op strengen en plechtigen toon, gij kent
myne voornemens, zy zyn onverandelyk,
zoolang er maar van my alleen sprake is.
Slaat gy rechts in, ik zal den linker kant
verkiezen geeft gij den voorkeur aan den
linkorkant. ik zal rechts opslaan. Nooit
zullen onze voeten dezelfde weg betrappen.
Welnu, riep de geus uit, dat uw bloed op
uw hoofd terug valle want ik heb u aan
het gevaar willen ontrukken
Een ander wezen dan gy zal ons redden,
indien wy belooven gered te zyn, hernam
Baudouin want hy had in Frederik's blik
prachtige liederen werden gezongen door de
neeren Ernest Ladeuze en Jan van Steen-
winkel kluchten, kooren, solos op altos en
andere instrumenten werden gezongen en
gespeeld en de huisvrouwen goten al de
ioffieop wanneer de laatsten altyd dezelf
de den aftocht bliezen.
Maandags om 't eerste deel der Cecilia
feesten te sluiten, deed de Fanfaren, na haar
traditionneel avondmaal, een toertje rond de
stad, gevolgd van een zee van jongvolk,
dan zend en zingend.
En nu tot in de maand Januari, allen naar
Le Barbier de Séville.
Vr. L. te Aalst-Mylbeek.Een der plagen
van Egypten was de Sprinkhanen. Die fret
ten alles op. Voor't oogen blik, zullen die
gasten van St. Job u nog wat overlaten 1
Zyt dus gerust 1
Vr. V. te RessegemJa 'tis dezelden
Pal er die gy in de statie Burst verleden
vrydag gezien hebt. Maar dien dag was
Tiestjen Pispot van functie, 't was spectie
en hy was gelast met de chantenellen ofte
schidwachten van plaats te veranderen.
Men kan toch geen twee heeren dienen
Wat zijn officieel costuum aangaat, de Bur
gemeester is er tegen, wegens den ambras
op de te Déums, ze willen allen den eersten
stoel, (decreet van Messidor). Met die offi-
cieele mannen doet men niet wat men wil
PIUS, PAUS, wat krijgt ge
nu nog in uw onfeilbare sterre?
Onze geestelijkheid zou nu aan
't hoofd niet meer mogen staan
van al de maatschappyen uit
gevonden om met allemans
centen kiezers te koopen I
Waar zyn uwe zinnen Tot
wat zullen onze E.E. H.H. dan
dienen 't Zou dus zijn van
adieu blomkool- en witloofbon
den, adieu geiten- en kieken
bonden, adieu dikke vooien, adieu mest
stoffen Maar, Heilige Vader, kent ge onze
Vlaamsche Herders niet? Wie zal nu de
hengsten keuren, de stieren floderren, de
bokken streelen, wie zal 't eeremedalje
over den nek steken van onze fiere voort-
teelers Denkt ge nog, 0 naive H. Vader,
dat onze E.E. H.H. zich nog in 't. minste be
kreunen met de leering van hunnen Godde-
lyken meester. Zoete leering, zoo troostvol
voorde armen, voor de verdrukten, wat zyt
ge geworden door de schuld dier politiekers.
In Christus naam. worden de machtigen der
wereld verdedigd, de armen verpletterd, en
het kruis, weleer eens het zinnebeeld der
hoop in lijden en smart is nu de steun der
grooten en der verdrukkers. H. Vader, zyt
voorzichtig, van in 't kleinste pastoryken
tot in 't rijkste Bisschoppelyk Paleis hoort
men grommelen. Onlangs, een hooggezalve
Prelaat wiens gedacht men vroeg nopens de
Encikliek der 1* Communie, sloeg zijne hei
lige oogen ten hemel, stak zijne gewyde
handen omhoog en murmelde O gena
dige Heer, wees nwe kerk indachtig, open
toch de oogen van onze Paus, en als 't vol
strekt niet zyn kan, hewel, sluit ze hem
liever maar.... voorgoed
Het schrikbe
wind heerscht in de
Pupilleschool! Geen en-
-r kei onderofficier zou het
rA nog wagen zich in
eene liberale herberg
te toonen, men ware terstond op het zwart
boeksken geschreven I Naar den Beestenhof
met muziek, daar feesten geven, dat mag
zyn, politiek mag men doen als het klerikaal
is. Dat zal niet bly ven duren, daar zullen
andere banden springen, als 't dossier zal
kompleet zyn. Ah, de flamakkers, de krui
pers 11
IlUnsdagavond, ty-
dens de beraadslaging van
den gemeenteraad zag de
markt zwart van 't volk!
Wat was er gaande, waar
in stelden onze Aalstenaars
zulk belang? In 't benoemen
van de.... grafmaker I Ze
wilden absoluut seffens we
ten wie het genoegen zou
gehad hebben (1.50 per put) hun onder de
groene sargie te steken 1 Proficiat 1 men
zegt dat hij genoemd is met 13 stemmen.
Akelig 1 akelig 1
En Florensken
Meganck, wat zegt ge
daarvan Benoemd, de
V geestige man, tot concier-
"V ge of huisbewaker van
den Aalsterschen Tir
ook gezegd Schietbaan,
waar men onze jongens leert met kogels
schieten als de marbollen tyd uit is 1 Goed
gedacht, voorwaar, voor onze gemeente
raadsleden van aan dat postjen een mu-
ziekant te zetten. La musique adoucit
les moeurs zegt de franschman. En als
ken gelezen dat de jongeling ook het inzicht
had in de kelder te blijven.
Een ander wezen en wie dan welk an
der wezen dan ik
God zegde de minister, met den geestdrift
eener overdrevene godsvrucht.
Volgt dan uwe loopbaan, hernam Jere-
mias op spottende toon. Indien gy gelooft
dat er een God is, en dat hy over u wake...
Ellendeling onderbrak Baudoin met af
schuw kuntgy er aan twyfelen
Waarom zou ik liegen, hernam de bosch-
geus, met doffe stem en boosaardigen blik
Mijn troep is dezen nacht verrast en vernie
tigd geworden en ik Vlaanderen ontvluch
ten.
I)al Baudouin, zwak speeltuig eens ydel
droombeeld 1 het dan wel wete, Jeremias
heeft nooit aan iets ander geloof gehecht
dan aan de wraak I
Waarom dan, lage bedrieger, hernam de
minister, voor de eerste maal verbitterd,
waarom heb gy dien heiligen naam onzer
kerkonteerd Waarom heeft uw heilig-
schennende mond zoo vele vervloekingen
uitgesproken
Omdat het de beste middel was om in
myne plannen te slagen, hernam Jeremias
en hy glimlachte pynlyk. Gy weet het, er
onze dappere krygsmannen, zullen disku-
teeren over Chefis de garnezon, taketik,
stratezie en andere groote oorlogswoorden
zal Florensken zynen strijker uithalen en de
gemoederen tot bedaren brengen Met zy
nen strykstok, met zynen leiren van leiren
Ion leiren 1 Proficiat, Florent 1
wy dringen nogmaals aan om zich
het werk aan te schaffen van de heer Petrus
Daens. getiteld PRIESTER DA ENS, zijn
leven, zijn lijden. o Een echt standaertwerk
geschreven in den eenvoudigen trant, den
schryver eigen. Het geeft wonderwel, op
gedocumenteerde wyze den politieken strijd
weer van 1904 en volgende jaren en de
hatelyke vervolgingsmiddelen der kleri-
kalen die hun eeuwig tot schande zullen
aangerekend bly ven.
Een nieuw werk van den heer Plancquaert
komt te verschynen. Het draagt voor titel
Jan Vleuilnx. Het geeselt, op eene
echt bloedige wyze de handelingen der
Vlaamsche priesters tegenover brave Chris-
tene menschen, maar die zich niet gedwee
willen onderwerpen aan hunne politieke
heerschappij.
Ziehier wat schryver zegt op titelplaat
Niet de godsdienst maar de katholieke
leiders vormen mindere rassen. De katho
lieke kerk is eene harde stiefmoeder zy be
loont de kinderen die haar getrouw bly ven
gewoonlyk met miskenning en vernedering,
met achterlykheid en minderwaardigheid,
dikwyls met armoede en verval, somtijds
met de dood.
Het is een boeiend verhaal uit den tyd van
de opkomst der Christene Demokraten in
Vlaanderen. Men voelt dat de schry ven er
van opgebracht is en geleeft heeft te midden
van dezen die hy zoo meesterlijk geeselt.
Men kan zich het boek aanschaffen bij C.
Moeyaert, Coupurelei te Brugge tegen
2,25 fr. Het is ook ter lezing in de kostelooze
bibliotheek van 't Willemsfonds, ingang
Leopoldstraat, alsook o Het Leven van
Priester Daens.
Ziehier eenen brief die Mr den Baron
van den Minister ontvangen heeft en waar
van ons kopie is geworden
Waarde Heer Baron,
Dank voor deVolksgazetdie ge my
gestuurd hebtongelukkiglyk 't geen ge
schryft is maar al te waar, 't millioen dat
beloofd was aan bedienden van Posten en
Telegrafen kunnen wy niet geven
Treinwachters en Hoofdtreinwachters ook
kunnen wy niets meer toestaan onder ons
gezegd, er is hier niets dan krot in de kas
fe moogt ook niet vergeten dat we al ons
est moeten doen om ons vrienden uit de
kloosters niet te misnoegen, zooniet zyn we
seffens den berg af.
Ik reken op u om in uwe streek en om
liggende de statiemannen nog wat zeep aan
hunnen buik te stryken Mundus vult
decipi de menschen willen bedrogen wor
den. Vergeet nooit dat spreekwoord.
Onder ons en myne beste groeten.
DE BROKKELIE.
Brussel, den 8 December 1910.
Zooals wy aangekondigd hebben had, hier
verleden zondag namiddag de onthulling
plaats van het grafmonument door de be
volking van Ninove opgericht ter verheer
lyking van den koenen dood van den politie
agent
Karei HAUTA1AN,
Deze plechtigheid was indrukwekkend.
De stoet werd gevormd vóór het Stadhuis
alwaar, achter de stadsfanfaren, de leden
van den Gemeenteraad plaats namen.
Talryke afvaardigingen van de politie
van omliggende gemeenten en steden zyn
bloemen op het graf komen neerleggen.
Gedurende de toespraak van den Heer
Dr Behn, in naam van het stedelyk Bestuur
had de onthulling van den grafsteen plaats.
Het monument is prachtig in zynen een
voud. Het opschrift prykt in een bronzen
kunstplaat, door een klimoprank omkransd,
en waarin tevens het stadswapen gebeiteld
staat.
Wy brengen hier hulde en voegen ons
by de dankwoorden welke de heer schepen
Behn in zyn reden richtte tot de uitvoerders
van dit statig gedenkteeken.
Op het kerkhof werd het woord nog ge
voerd door M. K. Roelandt, in naam der
stedelyke politie, en door M. P. Daens,
volk» vertegen woordiger.
Wy laten hier de redevoering volgen door
den heer H. Dr Behn uitgeproken
MIJNHEEREN,
Verscheidene maanden zijn vervlogen, sedert
de schrikkelijke gebeurtenis, waarin onze
geachte aeent HAUTMAN zijn leven liet voor
zijne medeburgers en nog altijd staat daar
voor onze oogen het tooneel van het akelige
drama waarvan hij het slachtoffer was, nog
even levend hebben wij de gedachtenis bewaard
was een tyd dat ik den afgoden wierook
offerde. Myn oogen gingen open, en de
wereld veroordeelde my ik wilde vrij en
onafhankelyk leven, en de smaad achter
volgde my. ik verwyderde my en werd op
myne vlucht achterhaald ik verborg my
en werd in myne schuilplaats ontdekt.
Toen trok ik met moed gewapend te velde
en betaalde den haat met haat. voerde den
oorlog tegen het fanatismus dat vervolgde.
Maar welk mensch ook had met een afge
vallen priester vyandig aan alle godsdienst,
willen aamenspannen Ik heb ondervonden
dat het in den naam van God was, dat ik
er kon in gelukken het kwaad te stichten
en ik heb my van dit masker uwer geloofs
leer bediend
Boudouin was buiten zich zelve. Die man
welke noch de uitscheldingen, noch de be
dreigingen de rust stoorden of de stille gela
tenheid niet hinderden, kon geen enkel
woord dulden dat tegenstrijdig aan de
grondbeginselen zyner geloofsleer was.
Monster riep hij uit, ik zal u ten minste dit
masker afrukken I ik zal u voor eenen
huichelaar, eenen leugenaar, eenen afgod
doen uitroepen I
Ik raad u iit niet, hernam Jeremias on
verschillig. Het vertrouwen dat de menigte
in my heeft is grooter dan gy wel denkt
gy zoudt uwen val bewerken met my te
van dien braven jongen vol wilskracht, vol
moed en vol zelfopoffering.
De tragische omstandigheden, waarin die
laffe manslag geschiedde, de koene houding die
hij aannam tegenover zijn gevaarlijken aan
rander en die het gevoelen van zijn plicht deed
zegevieren boven"dit van het zelfbehoud, dit
alles is hier met zijne teraardebestelling op in
drukwekkende wijze vei kond geworden.
De ontroering echter scheen niet te willon
bedaren, Zoo zeer waren de gemoederen ge
schokt hij dien wreeden slag dat do openbare
erbarming zich dadelijk uitstrekte over de
weduwe en het weesje, welke die gruwlijko
ramp zoo brutaal temidden der menigvuldige
gevaren van 't leven had geworpen en uit
eigen beweging, spontaan, eischte het volk
eene maatschappelijke herstelling. Er werd
gedaan wat kon en moest gedaan worden aan
vrouw en kind werd een behoorlijk pensioen
toegestaan, dat hen ten minste buiten het be
reik van den dringenden nood zou stellen.
Doch hierbij nog had de dankbare bevolking
van Ninove geen vrede het wdde dat zulk
zeldzaam voorbeeld van manhaftige helden
deugd werd vereeuwigd.
Neen,HAUTMAN,uw edel gedrag mocht niet
zoo spoedig worden uitgewischt uit den geest
zijner tijdgenoten. Wat zeg ik 1 moest voort
leven bij onze verste nakomelingscnap, welke
den naam van den nederigen dienaar, die sich
tot den heldenstand wist te verheffen, met im
mer levendigen eerbied herinneren zou,
De wil van 't volk is thans geschied 1 daar
rijst voor U het prachtig gedenkteeken dat te
vens de herinnering wezen zal van HAÜT-
MANS heldenmoed en van de dankbare veree
ring, waarmede de bevolking van Ninove en
omliggende zijn duurbaar aandenken hoeft be
waard.
Statig rijst de strange arduinen zuildaar voor
onze blikken op en roept ons de onwrikbare
wilskracht te binnen van den kloeken hoogstal-
tigen man dien wij thans komen vereeren, ter
wijl rondom de bronzen plaat waarin de dank
bare hulde onzer gansche bevolking onuit-
wischbaar gebeiteld staat, zich de sierlijke
kroon van klimop heenslingert, als zinnebeeld
zijner onverwelkbare verkleefdheid aan zijn
plicht, als zinnebeeld ook onzer diepe gehecht
heid aan zijne gedachtenis.
Allen, die in deze smartelijke omstandigheid
hebben meègewerkt, om op zulke treffende wij
ze de algemeene erkentenis te vertolken, stuur
ik hier in name van hot stclehjk bestuur onzen
besten dank, onze vurigste gelukwenschingen
Onzen dank aan de bevolking van Ninove en
den omtrek, die eens te meer het bewijs heeft
gegeven, hoe diep bij haar die twee schoono
burgerdeugden, menschenliefde en erkentelijk
heid, zijn ingeworteld.
Onze hartelijkste gelukwenschen aan do
Scheppers van dit prachtig gedenkstuk aan
den kunstvollen bouwkundige den lieer Van
den Hende en zijn uitstekenden Kunstvriend
den heer Verbanck, die dezen ruwen steen zoo
wonderbaar door ons aller diepste gevoelens
hebben weten te bezielen, en ook aan de zeer
bekwame uitvoerders van hun heerlijk kunst
werk de heeren A. Van Belleen David Robert
die zoo volmaaktelijk die bezieling hebben be
grepen en teruggeven.
En U duurbare HAUTMAN, zeg ik voor
't laatst een roerend vaarwel Thans verlaten
wij U, nog immer met bonepen harte, ja, maar
toch met de troostende voldoening van den vol
brachten plicht.
Het verslag; over liet tooneelfeest
verschoven tot een volgend nummer.
Onlangs werd op verzoek van den kazak-
keerder, het zoo wijd vermaarde redactie-
comiteit onzer dompers in buitengewone zit
ting bijeengeroepen.
Een halve uur na het gestelde uur word de
zitting geopend door den voorzitter, die zegt
dat er drie punten aan de dagorde staan. 1' punt:
ruzie en verwijtingen ontstaan tusschen ons ka
tholieken en het schrijven hierover in de
liberale Volksgazet. Is er iemand zegt
den voorzitter die hierover 't woord vraagt.
Do kazakkeerder vraagt het woord
Mijnheeren, zegt hij, gij allen hier tegenwoor
dig weet nog de ruzie ontstaan tusschen mij en
mijn tegenstrever, nochtans ook een katholiek
(dezen er ook tegenwoordig beziet hem met
oogen alsof hij hem wilde verscheuren) ge weet
ook dat het er nogal gespannen heeft, en dat
wij elkander heel schoon hebben afgeschilderd.
Nu, mijnheeren, dit alles was voorbij, wel
waren wij vijanden, maar toch dacht ik dat dit
alles onder ons zou gebleven zijn, zonder dat
de liberalen er iets zouden van geweten heb
ben. Maar zie, den Zondag daarop volgende
komt een vriend bij mij geloopen en hij zegt
mij Weet ge reeds Menheer dat uwe ruzie in
de Volksgazet van vandaag al staat, juist
felijk het er gegaan heeft. Ik antwoordde ont-
ennend, en vroeg aan mijn vriend mij zoo
gauw mogelijk de"liberale gazet te halen, wat
ij dan ook deed. Overdenkende, mijnheeren,
wie dit alles zou hebben overgebriefd,bon ik tot
het gedacht gekomen dat het niemand anders
kon zijn, dan een gekende liberaal die langs
achter was gekomen, toen wij juist elkander
zulke hevige verwijtingen toebrachten.
(Zijn tegenstrever beter gekend onder don
naam van komeer, ter zijde tot een vriend):
Wist hij, dat, niet die liberaal, maar ik zelf het
gedaan heb, wat zou er hier nog omgaan.
De kazakkeerder voortgaande vraagt do toe
lating dien liberaal cons ferm te mogen afran
selen in de Volksstem, maar allen roepen te
gelijk er niet te zullen in toestemmen, er zijner
aie zegden, ge moest het maar niet gedaan heb
ben, dan zou het er niet in gestaan hebben En
dan zegt de kazakkeerder op droevigen
toon Mijnheeren, op die wijze wordt het leven
voor mij onuitstaanbaar De liberale familien
beschuldigen. Het volk kent u slechts door
uwe redevoeringen het heeft my aan het
werk gezien en mijne bul heeft meer indruk
op hem gemaakt, aan al uwe leerspreuken.
Gij moogt het overigens eens beproeven.
Ik ducht voor u niet 1
En gy, heer Frederik. mits gy de vryheid
welke ik u aanbood en den schat welker ik
voor u bewaakte weigert, vaarwel 1 het zal
u moeite kosten, om zonder my uwe Ade-
laida terug te vinden
Bij het uitspreken dezer woorden barst
hy in eenen langen schaterlach uit. daalde
in den geheimen doorgang en trok achter
zich den steen, welke er den ingang van
sloot. Frederik door die laatste woorden
terneèrgeslagen, wilde zïch vooruit werpen
op zyne stappen, om hem den uitleg dier
geheimzinnige taal af te persen; maar hij
kon den steen welke hem den weg afsloot
niet bewegen de geus bezat ongetwyfeld
het geheim om het deksel vastte leggen.
De jongeling en de minister bleven bei
hen verstompt staan de eene voor de ver
vloekingen en de koele snoodheid van Jere
mias, de andere voor het lot dat zyne Ade-
laida scheen beschoren te zyn. Zy lieten het
hoofd moedeloos hangen, en smartelyke
gedachten folterden hunne ziel maar noch
ae eene, noch de andere hield zich met het
gevaar op, waarmede zy nog bedreigd wat
ren. Wordt voortgez