1911 Zondag 1 Januari l$ll Prjjs 3 «entiejuên hel nummer Zesde Jaargang Nummer l Zeer belangrijk Bericht. De oneerlijke Besprekings- wijze der klerikale». Een ware Geschiedenis die veel opheldert. Eersle Communie. Kwakzalverij. Aan Jonge Meisjes met goeden wil DE VOLKSGAZET LIBERAAL DEMOCRATISCH WEEKBLAD Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, iAalst. VAN HET ARRONDISSEMENT AALST. Prijs der Annoncen j Re™en 75 cenrieme" j Per drukregel Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank de regel. AALST, 3i DECEMBER iölO. Onze achtbare Volksvertegen woordiger de heer RENS, houdt alle EERSTE ZATERDAGEN DER MAAND, van 10 tot n 1/2 uren 'smorgends, zitting in het lokaal der Liberale Associatie Graaf van Egmont, Groote Markt, Aalst. De andereZaterdagender maand, zal op dezelfde uur en in 't zelfde lokaal, eer. der hoofdmannen der Liberale partij zich ter beschik king houden der kiezers. Aan al onze geachte Lezers en Leze ressen een gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar. Wij wenschen U uit ganscher harte, dat Gij gelukkig moget wezen in uw huisgezin, in uwe zaken, in al uwe ondernemingen. We wenschen onze neringdoeners, nering en tering en voorspoed in hun nen handel. We wenschen de arbeiders voordu rend werk, goede loonen en goede meesters we wenschen een goed en degelijk onderwijs voor hunne kinde ren, een betamelijk pensioen voor hunne afgesloofde ouders, we wen schen ook dat ze zoowel hunne rechten als hunne plichten beseffen. We wenschen den landbouwer gunstig weder, schoone vruchten, en veel profijt uit zijnen stal. Kort, we wenschen aan alle onze medemenschen gezondheid en vrede des gemoeds. Het jaar 1910, dat voorbij is, heeft aan onze verwachting niet beant woord. Het hatelijk klerikaal ministe rie is blijven bestaan, dank aan een vervalscht kiesstelsel. Het jaar 1911 jaar van gemeente- kiezingen. Wat zal het wezen voor ons, liberalen wat zal het wezen voor onze liberale gemeenteraadsleden die uittredend zijn Zullen onze mandatarissen, die acht jaren strijden, onverpoosd in 't be lang van burger, neringdoender, werk man en landbouwer, 't stadhuis moe ten verlaten, of zullen zij triomfan telijk weèr door 't kiezerskorps, dat hun dankbaar zou zijn voor zoovele bewezen diensten, herkozen worden Chi-lo-sa. Gelijk in 1910 zullen wij, met tjaar 1911 onverpoosd blijven voortwerken voor't welzijn van allen. Onverpoosd zullen wij in de bres springen voor meerrechtvaardigheid, meer vooruit gang, meer broederlijkheid. In 'tjaar 1911, gelijk voorheen, zal DE VOLKSGAZET verdedigen wat goed is, wat eerlijk is. We rekenen op de medehulp van al de liberalen, die het hart op de rechte plaats hebben, om onzen eeuwenouden vijand, 't klerikalism te bekampen. Nooit zullen wij van onzen kant daar aan te kort blijven en met 't jaar 1911 zullen wij, gelijk voorheen, de blauwe vlag hoog houden en ze verdedigen uit al onze krachten. Goed heil, voor 'tjaar 1911, aan gansch de Liberale partij. DE REDACTIE. De onkieschheid onzer klerikale tegenstrevers, in de besprekingen der belangrijkste en gewichtigste vraag stukken is van iedereen genoegzaam gekend. Toch schijnt het mij niet over bodig een artikel daarover te schrijven en nogmaals de aandacht van het ver standig publiek in te roepen op de oneerlijke handelwijze der mannen, die in alle omstandigheden en gelegen heden de woorden en wenken der libe ralen verdraaien en dezen gevoelens en denkbeelden toeschrijven welke op de verste verte niet de hunne zijn. De bespreking der begrooting van middelen en wegen welLe pas heeft plaats gehad in de Kamer van Volks vertegenwoordigers levert ons daar van nog een merkwaardig voorbeeld M. Paul Janson, had in eene krachtige improvisatiegeprotesteerd tegen het tergend karakter van ons fis- kaal stelsel en tevens aan het land ge toond al het onrechtvaardige, het af- stootelijke onzer hedendaagsche belas tingen, die den arme ter neer drukken en bedektelijk treffen die den rijk dom bevoordeeligen en het werk be zwaren die een hatelijken penning heffen (zoo hatelijk als de tiende pen ning ten tijde der verfoeide Spaansche overheersching) op al de voorwerpen van dagelijksch gebruik en eerste noodzakelijkheid. M. Janson had de aandacht geves tigd van den minister van financen op de overgroote, kolossale roerende for tuinen welke nu aan alle belasting ont snappen, onder andere op de erfenis rechten welke, ondanks de steeds aan groeiende vermeerdering van 's lands rijkdom, sedert dertig jaren slechts de som bereikt van 25 millioen en sedert dertig jaren schier onveranderlijk is gebleven. Uit deze onrechtvaardige en schan dalige toestanden had M. Janson dat gevolg getrokken, dat ons belastings stelsel dient gewijzigd te worden en onze belastingen derwijze moeten ge heven worden, dat ze eene rechtvaar digere, vastere en redelijkere basis hebben, zoodat de rijke meer betale en de arme, de werkman meer ontlast worde. Weet ge wat men hem van klerikale zijde antwoordt M. Janson wil de roerende waar den belasten, hij wil nieuwe belastin gen invoeren, hij wil dus de lasten ver zwaren, welke thans op onze bevolking wegen Is het noodig te zeggen wie dit dwaas, ik zal maar zeggen oneerlijk antwoord stuurt aan den achtbaren hoofdman van het liberalism Woeste, natuurlijk, de immer on verzoenlijke Woeste, die aldus alle vraagstukken van gelijkheid en recht vaardigheid verlaagt tot kleingeestige kwestiën van kiespolitiek. Neen, M. Woeste, de liberalen vra gen niet, de belastingen te vermeer deren, die reeds te zwaar op onze be volking drukken,en die door de schuld uwer klerikale vrienden der regee ring het meest drukken op het be staan der nederige arbeiders en kleine burgers. Neen, M. Woeste de li beralen vragen niet, nog nieuwe belas tingen te voegen bij de reeds bestaan de. Wat ze willen, is de vermindering zooniet de afschaffing der belastingen welke bij voorkeur degenen treffen, welke het minst bezitten, om ze te ver vangen door belastingen welke meer zouden wegen op degenen die ze het best betalen kunnen, op de rijken. Schaft de onredelijke belastingen af, en vervangt ze door juistere, door rechtvaardiger belastingen, zooals een recht op de waarden, een doelmatiger erfenisrecht en dan zult ge gedaan hebben, wat ieder mensch die gevoel heeft voor het rechtvaardige verlangt, en in deze enkele woorden kan samen gevat worden Eenieder moet fijn deel nemen in de financieeele lasten van ijn land inde mate van zijn vermogen. 28 December 1910. Jules RENS, Volksvertegenwoordiger Ik wil u de getrouwe geschiedenis vertellen van eenige spijtige geval letjes, overkomen |aan een onzer nieuwslbakken volksvertegen woordi- gers, gevalletjes, die in sommige mid dens reeds goed bekend zijn, en waar het ordewoord gegeven was zwijgen, stil-doodzwijgen Maar, daar men in alle middens, hetzij eerlijke ol oneerlijke, toch altijd personen vindt, die een geheim genoe gen scheppen in 't ongeluk van ande ren, zoo komt het dat ik aan de weet geraakt ben van deze blijde geschiede nis, die, het heele brave land van Aalst door, zal onthaald wórden ofte wel met afgunstige voldoening, ofté wel meteen deugnietachtig glimlachje, ol ook nog met een luidbundigen scha terlach, tenzij met een katholieken vloek, die al weze hij ook door een katholieken mond uitgesproken niet temin God verwenscht, zooals dit wel toegelaten wordt op sommige katholie ke Ceciliafeesten. En dusdat de heer Romaan Moyersoen me veroorloove over hem te spreken, want het is van Hem dat deze tragisch-komische mare verteld wordt. Ik heb niets persoonlijks tegen hem hij is zeer vriendschappelijk in zijn omgang met iedereen, maar de waar heid moet gozeid worden. Ten andere, de {e geschiedenis al veel eerder de braafheid, de goedwil ligheidde onderdanigheid, de gedien stigheid van den heer Moyersoen aan- loonen tegenover de autokralie en ook wel den eigenwaan van den heer Woeste. De heer Romaan Moyersoen, die zijn politiek talent niet genoeg kon doen schitteren in zoo'n beperkten kring als ons vernepen Aalst, zelfs niet in den Oost-Vlaamschen Provin cieraad, dien hij voor een Boerenraad hield, nam als Boerenraadslid ontslag en droeg de orde ervan over op den WelEdelen heer Lodewijk Baron de Bethune, wiens bevoegdheid op dat gebied genoegzaam bekend is, gezien zijn voorzitterschap van de konijnen-, kieken-, geiten-, hengsten-, merriën-, koeien-, bloemkolen, raapzaad-, boerin nen-, karotten- en varkensbonden. Hij stelde zicb dus voor als kandidaat bij de Kamerverkiezingen natuurlijk met allerlei beloften, die hij, vol gens zijn Heer en Meester Woeste, niet gehouden was uit te voeren. In de Kamer zou zijn talent immers beter gewaardeerd worden. Helaas het brave volk besliste er anders over en liet den heer Moyer soen tusschen de banken vallen. En dit jaar nu, tot zijn persoonlijk groot geluk overkwam een ongeluk aan de katholieke partij van Geeraardsbergen, die haar volksvertegenwoordiger ver loor. En dezelfde week reeds zagen we alle dagen den Heer Moyersoon in zijn rijtuig rondgevoerd in de stad, bon- jourtjes rechts, saluutjes links maken, om zijn talent te toonen. De tweede week zette hij zich aan het werk voor het parlementair leven, dat hij met November ging intreden Hij wou spreken, Hij {ou spreken, Hij moest spreken. Waarover Hij zocht een onderwerp, zocht dag en nacht, kon er niet van slapen, raadpleegde eindelijk de katholieke Jonge Wacht. Thans had men het gevonden Hij {Ou spreken over de finantiën dat was immer zijn vak-en dan nog over wat anders. En hij maakte drie redevoeringen gereed ééne die hij op het Banket van het Ceciliafeest der Jonge Garde moest uitbazuimen, dat zou de eerste zang van de trilogie zijn ééne, die hij in de Kamer zou uitspreken de twee de zang en eindelijk nog ééne, die hij natuurlijk ook in de Kamer zou zin gen en die een Kerstzang over de katholieke Regeering moest zijn. Er werd dapper gewerkt om die redevoeringen te maken, om de juiste termen te vinden, niet onbehendig te liegen, zich niet te laten uitjouwen, om het prestige van den schepene van finantiën hoog te houden. Er werd in de Kamer rondgestroeid dat er een man van groot talent ging spreken, un homme de grande valeur, de grand talentde kamerleden wer den nieuwsgierig, ze gingen kijken naar de bank waar die man zat, ze vroegen inlichtingen aan een volks vertegenwoordiger en of het wel wer kelijk een man met groot talent was, si vraiment c'était un homme de grand talent, waarop die volksman op zijn Beulemans maar toch schilderach tig eigenaardig, Fransch antwoordde( qu'il avail des sous-talents, een duiten talent, een talentte bezitten. En de kamerleden, die ook wel van sous- talents houden,werden nog nieuwsgie riger. Maar, de groene Paus Woeste had vernomen welke onmetelijke vlucht de heer Aloyersoen ging nemen, en als paus vroeg hij de trilogie ter inzage. Na de drie machtige redevoeringen waaraan onze aehepëoe Zoolang ge zwoegd had op zijn braadspit ge legd en gezien te hebben welke heer lijke vlammen er uit opstegen, die den glans van zijn e:gen zon zouden kun nen doen tanen hebben, riep hij onzen katholieken volksvertegenwoordiger, die fier tot hem kwam, (de facie glo- riênd van zelfgenot. Toen sprak Woes te ex-cathedra Uw eerste zang zult ge niet zin gen op Cecilia-Feest. Daar zal gezon gen worden door Amand D'Hondt, die een lofzang te mijner eer zal aan heffen. Ik wil gehoorzaamd worden. Uw tweede zang over de finantiën zult ge in de Kamer niet zingen. Hij beteeken niets, men zou dra den sche pene van finantiën van Aalst in u ont dekken en dat mag niet. Ik wil gehoor zaamd worden. Uw derde zang is niets dan rim ram. Dat zult ge gaan zingen in het Lokaal der Ware Vlamingen, Varkens, markt, Aalst op die plaats zal dat passen. Ik wil gehoorzaamd wórden. Hoe onze achtbare schepene van fi- natien, ook bad en smeekte, en toonde hoe broodnoodig, pardon zetelnoodig het voor hem is, ook iets te zeggen, telkens kreeg hij het onverbiddelijk antwoord Ik wil gehoor{aamd wor den. En de heer Moyersoen heeft gehoor zaamd. En die geschiedenis klaart nu vele zaken op 1. WAAROM de Heer Moyersoen groen lacht, door zijn verkropte woede tegenover den groenen Woeste. 2. WAAROM de Heeren de Bethu ne en Glenisson rose lachen van vol doening. 3. WAAROM zijn tegenstrevers schelmachtig lachen wegens een op recht schelmachtig genot. 4. WAAROM de Heer Amand D'Hondt zoo heerlijk gezongen heeft op het katholiek Banket. 5. WAAROM dezelfde Heer Moyer soen zijn trilogie niet laten hooren heelt, behalve den derden rang, toen hij aan tafel zat op de Varkensmarkt, nevens den Heer Hoffman, die zooda nig verbauwereerd was over dat schit terend talent, dat hij op de gezondheid dronk van onzen koning Leopold II en zijn vrouw, zooalsons de Dender- bode van 18 December laat weten. Verder weet ik niets meer van de geschiedenis. Misschien komt er later nog wat uitwaarheidshalve zullen we dat dan aan onze lezers ook bekend Men is er dan mee begonnen, by de ryke nonnen en in 't Jesuietengesticht met de nieuwsoortige eerste cemmunie der kinde ren. Zooals men weet is het thans voldoende zeven jaren oud te zyn l'agede discrétion om tot de Heilige Tafel te mogen naderen. De paus heeft dat "zoo gewild en "ge moet niet vragen wat al gewabel die de ooren van den stadhouder van Christus geweldig moeten doen suizend, die maatregel in al de sacristjjen der wereld heeft uitgelokt en nog dagelijks uitlokt. Mgr Mercier zelf heeft, in eenen beruchten be vel brief, tegen 's pausen kuren openbaar geprotesteerd. Maar dat alles kon niet baten want de Meester had gesproken en men moest zich onderwerpen. Nochtans is er een middel ge vonden om al het zedelyk, stoffelijk profijt, dat aan de ceremonie /erbonden is, niet ver loren te doen gaan. Nu zullen al de kinde ren die reeds nunne eenvoudige eerste communie gedaan hebben, ook nog eene plechtige eerste communie doen, op den ouderdom van elf of twaalf jaren, zooals dat voorheen geschiedde. Dat is loutere comedie, om wier doel nie mand zich zal bedriegen en die wy zelfs op strenge wyze hebben hooren hekelen door boeren van den omtrek. By de ryken zal men misschien deze plechtige communie gedurende eenige jaren vieren. Maardewyl z(j geene reden van be staan heeft, zal men er gauw genoeg van hebben. En alzoo zal de katholieke godsdienst een zijner roerendste en schoonste plechtighe den verliezen, waaraan het volk meest houdt, en zulks door de schuld van den paus zelf 1 Wy veroorlooven ons niet dien maatregel te hekelen, aangezien de paus onfeilbaar is. Maar veronderstellen wy eens dat eene libe rale gazet, over een goed jaar, de mogelijk heid besproken had van hetgeen nu door |s pauzen wil eene wezenlijkheid geworden is, hoe zou die gazet door hare godvruch tige confraters beladen zyn geworden met al de scheldnamen waarvan het ryk reper torium der dompersorganen voorzien is. Wistet gij, beste lezer, dat er ia Belgie eenen nieuwen godsdienst be staat Neen AVij zullen het u dan uiteendoen. De stichter van dien godsdienst noemt Antoon de genezer, een won derbaar man, volgens het schijnt, die het eene mirakel na het andere verricht, en die woont te Jemeppe aan Maas. De volgelingen van den wonderen man hebben een verzoekschrift naar de Kamers gestuurd, dat getee- kend is door 160,000 burgers, wij zeggen honderd zestig duizend Bel gen, en 't moet zijn, dat die Belgen de eerste de beste niet zijn, want deszelfs voorzitter is de heer Heer de Ragnan- court, grondeigenaar te Jemeppe F. Delcroix, professor aan het Atheneum van Luik, is secretaris, en C. Delan- noy, luitenant bij het voetvolk, schat bewaarder. Het verzoekschrift verzekert dat de nieuwe godsdienst gesteund is op de volstrekte zelfverloochening, dat An toon de genezer dagelijks wonderen verricht, op stoffelijk en zedelijk ge bied, en dat hij aanzien moet worden als een der grootste weldoeners van het menschdom. En zeggen dat zulke kwakzalverij onderteekend is door 160,000 namen, 't is te zeggen dat hooit, behalve over 25 jaar, toen de priesters gansch Bel gie optrommelden tegen de schoolwet, een verzoekschrift naar de Kamer is gezonden geweest, door zoovele bur gers ondergeteekend. Onze klerikalen zullen waarschijn lijk met den nieuwen godsdienst den spot drijven, zij zullen gelijk hebben, want dat zulke dingen in onze verlich te XXe eeuw kunnen gebeuren, is eene ware schande voor ons land, maar zij zullen vergeten van er bij tc voegen, dat de allerhande bijgeloovigheden en dwaze bedevaarten, die van t'allen kanten in ons land hoekeren, even belachelijk en schandalig zijn. Maar met die schanden zullen zij niet lachen zij leven er immers meè. De winter Hoe brengt gjj Uwe avonden door gjj zult voorzeker wel eenig klein vrouwenhandwerk verrichten, zooals brode rie, kantwerk, en wat weet ik al Dit is wel, doch, laat mij toe u te zeggen dat Gij nog iets beter kunt. «Neemt een weinig van dezen tjjd om hem te besteden ten voordeele der armen Hebt gij wel ooit gedacht dat vele kinde ren benevens geen vuur ook geene voldoen de en betamelijke kleedereü hebben, geeno kousen, geene schoenen of kloefen dat arme vrouwen weldra een zesde of mis schien zelfs een tiende kind zullen hebben, en niets anders hebben dan eenige ellendige vodden om het te kieeden, en zelfs alles te kort hebben dat arme drommels naar el ders moeten gaan werken en niemand heb ben om hunne gescheurde en versleten klee deren te herstellen Hebt gn er ooit aan gedacht dat arme moeders den tijd niet hebben zicb met hun huishouden bezig te houden, omdat zjj ver plicht zjjn naar de fabriek of in daghuren te gaan werken om het brood voor hunne kin deren te verdienen dat arme kleinen niet naar de school knnnen gaan omdat zjj niets hebben om zich op betamelijke wijze te Kieeden Denkt gn dan niet, dat gjj, in plaats van uwen tpd door te brengen met werkjes, zon der twijfel zeer schoon, maar toch som tjjds onnuttig, gjj hem op eene edeler manier zoudt kunnen doorbrengen Ge kent zeker lijk allen huisgezinnen waar armoede be staat, gaat dus eens zien wat er daar om gaat en ge zult met- een gebroken hart terug- keeren. Dan zult gij uwen plicht kennen. Breid kousen, maakt hemdekens, helpt de arme moeders de gescheurde kleedinastuk- ken herstellen. AA'elke voldoening zult gij dan niet genie ten, wanneer gjj, stil achter de stoof geze- ten, zult weten dat door u een klein kind warm heeft, eene arme moeder haren nieuw geborene betamelyk in linnen kan wikke en, en een arme ouderling zjjne verstijfde ledematen tegen de koude kan beschutten Daartegen zult gy misschien wel inbren gen Maar wy geven hun altyd onze oude kleederen 1 Dat is zeer schoon maar het gebeurt dat de menschen aan wie gy ze geeft, er geen voordeel weten uit te trekken, omdat zt\ er geenen tyd voor hebbenom ze te verma ken ofwel omdat zy niet kunnen naaien. Wat ware het schoon indien gy zelf eens de maat gmgt nemen aan die kleine arme we zens, om hun dan een warm en sterk kleed sel te maken En wat troost zou uwe tegenwoordigheid in dit huisgezin niet brengen Een glim- lach van u zou als een balsem zyn op al dlo ellenden een goed woord zou den verloren moed heropbeuren 1

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1911 | | pagina 1