Zondag 12 Hwl 19^ Prys 5 cenliemen hiel nummer Zesde Jaargang Nummer H Onpartijdige Bond De Gek van 's Gravenhage Burgers en Werklieden leest en overweegt Kamerzitting van Dijnsdag. DE VOLKSGAZET LIBERAAL DEMOCRATISCH WEEKBLAD Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, Aalst. YAN HET ARRONDISSEMENT AALST. Prijs der Annoncen j «nüemen i per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen 75 centiemen Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank de regel. AALST, II MAART 1911. van Neringedoeners en Ambachtslieden der Stad Aalst- Afdeeling o AalstVoorwaarts. Luisterrijke opvoering van Drama in vijf bedryven. Ter herinnering des honderdjarigen ge boortedag van Vlaandei ensgeioaardeerden Tooneelschrijver II. Van Peene. o— Het stuk zal gespeeld worden door de voornaamste Kunstenaars der drie grootste tooneelkringen onzer stad Het Land van Riem Voor Taal en Vrijheid De Catharinisten. De tooneelschikking, by zonder verzorgd, zal allerprachtigst zijn. Ruim honderd personen zullen ten tooaeele verschynen. Het beroemd orkest der Rubens-Cantate zal deze buitengewone opvoering opluis teren. —o Er zullen twee opvoeringen zyn a/ Den Zaterdag 18 Maartom 7 ure Galnveidooning b/ Den Zondag 19 Maartom 3 ure Volksvertooning. Op Halfvasten. BOERENBAL in «Concordia. Een scliandnllge toestand te Aalst. We schreven hier verleden week dat het volstrekt noodzakelijk is een openbaren geneeskundigen dienst in onze stad in te richten voor kinderen en onwetende moeders. Het is een meyischlievend, sociaal, hoogst noodza kelijk werkdat verre moet verheven staan boven alle politiek en waarbij alle partijen, ponder onderscheid, {ich gul len aansluiten. We verwachten'dan ook zoohaast mogelijk dat ons gemeentebestuur, dat de belangen van de algemeenheid moet behartigen, de hand aan het werk zal slaan om dergelijke instelling in het leven te roepen. Over het nut van dien dienst langer uitweiden, zat wel overbodig zijn we hebben er in ons vorig artikel genoeg over gehandeld en de gevolgen ervan aan gegeven. Maar ik vrees dat we zullen moeten blijven wachten We zeiden dan ook hoe bij veel werk lieden lotsverbetering zich oplost in den zuiveren strijd om loonsverhoo- ging, dien we voorzeker dringend vinden en ten volle bijtreden, en zich weinig of niets bekommeren om een hooger ontwikkeling, een dieper voelen, een hooger beschaving, en en stipten ook terloops aan dat er nog velen {ijti die noch lezen noch schrijven noch rekenen kunnen, er bijvoegende dat de eerste schuld niet te zoeken valt bij de arbeiders zelf, maar wel bij het katholiek staatsbestuur, dat niets gedaan heeft om de werklieden te onderwijzen, om het peil van de algemeene beschaving te doen stijgen, ten einde des te beter die arme onwetende massa onder den knout van het kleriko-kapitalisme te doen vallen. Helaas wij zelf, die nochtans den droeven staat van het onderwijs ken nen, hadden nog te hoog gerekend en moeten thans een toestand in het dag licht stellen, die oprecht wanhopend en wraakroepend is. En die erbarmelijke toestand heerscht in ons gezegend stadje Aalst Gedurende het jaar ïgio hadden hier 232 huwelijken plaats en slechts 169 meisjes konden hun handteekening zetten voor den Schepene van den burgerlijken stand, 't is te zeggen dat, hier in de zoogenoemde verlichte twintig ste eeuw, zeven en twintig per honderd meisjes van ALLE onder wijs verstoken zijn, zelfs zoodanig dat ze niet eens bekwaam zijn hun eigen naam te schrijven. En die statistieken zijn niet verzon nen door ons ze zijn officieel. Zeven en twintig op honderd toe komstige moeders dus, die niets, heele- maal niets kennen van het eenvoudig ste geestesleven en zieleleven zeven en twintig per honderd, die in onze wereld een afzonderlijke wereld vor men zeven en twintig per honderd, die geen enkele gemeenschap hebben met de algemeene, zelfs met de sim pelste beschaving zeven en twintig per honderd, die in ons midden dus leven als dieren, en nochtans menschen zijn en geroepen worden om kinderen, de leden van de toekomstige maat schappij op te voeden. We hebben hier te Aalat een broeinest van domheid en zede loosheid, dat afgryzen verwekt. En let wel op, dat we hier te doen hebben met het jonge geslacht, de jeugd van twingtig jaar, die de edele bloem zou moeten zijn van de alge meenheid. Helaas We vinden slechts eene rotte plant, die niets dan stank in de buurt verspreidt. En die erbarmelijke toestand werd in leven geroepen, groot gebracht, onderhouden en verergerd door onze katholieke regeering en ons fanatiek klerikaal stadsbestuur. Sedert meer dan een kwart eeuw is de eenige bekommernis vanwege de klcrikalen het heele onderwijs te niet te doen en den geest en de ziel van den mensch te dooden. O we weten wel dat ze zullen be weren de grootste propagandisten te zijn van het onderwijs, dat ze zullen uitbazuinen zooveel en zooveel scho len met hun zoo winstgevend geld opgericht te hebben Maar, dan heb ben we de eenvoudige vraag te stellen Welk onderwijs verstrekt ge in uw scholen En hoe durft ge beweren de verdedigers te zijn van onderwijs, ver mits ge niet kunt wegnemen dat er in lyio zeven en twintig per honderd meisjes gevonden worden, die nog niet eens de pen knnnen vasthouden En die schuld, die loodzware schuld weegt op u alleen, daar gij en gij al leen hier het onderwijs in handen hebt Ware deze toestand niet oprecht be droevend tot weenens toe, we stelden voor een revue te spelen over onder wijs en opvoering in onze stad, met den achtbaren schepene als hoofdrol. Neen het ware te afschuwelijk, te ijselijk spottend En we kennen het maar niet genoeg herhalen dat die twintigjarigen onwe tende meisjes moeder zullen worden en de toekomst van een groot deel van ons volk in handen hebben. Kom, laat het ons zeggenOns stadsbestuur is het onbekwaamste dat er bestaat de luiheid en de onwe tendheid bekleeden er de hoogste plaats. Onze stadsregeering is een getrouw afgietsel van het goevenement zelf een systematisch tegenstrever van den Zoo hoogst noodzakelijken leerplicht, een niet-uitvoer en van dringende openbare werken, een nijpenden finan- tiëelen toestand en duistere rekeningen, kozijntjeswinkel voor openbare en niet openbare plaatsen, alsook voor uitba tingen die echte uitbuitingen wor den, en intusschen een stokstijve on beweeglijkheid, die onwrikbaar iedere demokratische hervorming stremt. Arm AalstEr wordt een of- fleiëele moord begaan op uw volk Gf] zyt de stad van de hongerloonen en van de grofste onwetenheld Z Zoo wil het immers uw klerikaal stadsbestuur Er is iets rot op uw stadhuis. Gaat ge dien toestand langer dra gen Indien ge niet krachtdadig op treed om te verjagen de kliek, die daar huist, en aan den schandpaal rondge dragen wordt het heele land door, dan zijl ge totaal rijp voor de algeheele slavernij. En dat zijt ge nog nietVrijheid en Vooruitgang wilt ge. Op, dus, man nen van de oppositiepartijen Er moet een duchtige aanval geleverd worden tegen die droeve figuren, die onze stad naar den zedelijken ondergang helpen Oktober Is nahf] I Bereidt u voor I lievige incidenten. 't Ministerie Geklopt. De zaak van MUISEX. Uittreksel uit het beknopt verslag. De heer Wauioermans. In de oogen der katholieke gezinnen is deze zuster nog slechts eene weggeloopen non. (Tegenspraak links.) Men kan zich vergissen over zyne roe ping doch dergelyke vergissing verwekt niet noodzakelijk eene heldin. De geestelij ken die hetgeestelyk kleed dragen, over laadt gy met mispryzen werpen zy dit kleed af, dan richt gy hun standbeelden op. (Rechts Zeer wel 1) De heer Masson. Wij verdedigen ze tegen uwe vervolgingen. De heer Wauwermans. Ware zuster Angela non gebleven gy zoudt, naar ik gis, hare school en haar zelf met minachting be jegend hebben De heer Masson. Toe dan De heer Wauwermans. Hebt gy niet personen opgehemeld, die het geestelyk kleed hadden afgeworpen, omdat de gelofte van kuischheid hun zwaar viel (Hevige uitroepingen links en aan de uiterste linker zyde.) De heer Vandervelde. Ziedaar de gif tige bedekte aantyging 1 De heer Hubin. Vuile jezuïet 1 (Ge rucht.) De heer Terwagne. Vrouwenbeleedi- ger (Aanhoudend gerucht.) De heer Vandervelde Schande (Luide onderbrekingen op de liberale en socialis tische banken.) Kreten aan de uiterste linkerzyde, gericht tot den heer Wauwermans Tot de orde, tot de orde De heer Wauwermans. Uwe schijn bare woede... De heer Persoons. Gij beleedigt vrou wen De heer Wauioermans. Toen de heer Vandervelde hier zegde, dat van eerstaf zuster Angela laoeielykheden had met den onderpastoor van het dorp, en zich beklaag de over de al te talryke bezoeken, die hij in het klooster bracht... (Herhaalde onderbre kingen door liberalen en socialisten. —Tot de orde Tot de orde De heer Terwagne. Ge zyt een vrou- wenbeleediger 1 De heer Hubin. Ge zyt een walgelyke jezuiet(Lawaai). De heer Wauwermans. Wanneer men goed weet hoe men zich heeft vergist, moet men zorgen dat anderen niet het slacht offer zyn van de dwaling, welke men zelf beging... (Het rumoer houdt niet op aan de uiterste linkerzyde. Tot de orde 1 Tot de orde 1) De heer Hubin. Mynheer de voorzitter, ik zeg tot den heer Wauwermans, dat hy een walgelyke jezuiet is. De heer Destrée. Vindt gy dat parle mentair De heer Wauwermans. Gy hebt my de les niet te spellen en uwe beoordeeling laat *iny onverschillig. De heer Hubin. Ik begryp dat gy u vereerd acht door de laffe bedekte aanty ging, die zoo even uit uwen mond is geko men. Maar de heer voorzitter zou my tot de orde moeten terugroepen. (Rumoer). De heer Voorzitter. Zoo hevig is het lawaai, dat het bureel niets verstaat. (Getier. De heer Hubin verlaat zyne plaats, treedt op den heer Wauwermans toe en doet, als spuwde hy hem in 't gezicht, hem toesnauwende Walgelyke jezuiet 1 De rechterzyde springt op en protesteert krachtdadig). De heer Polet. Dergelyke handelwijze kan niet geduld worden (Het getier is ten top gestegen. Rechts, kreten: Aan de deur aan de deur De heer Moeyersoen. Een collega aldus in 't gezicht spuwen, dat mag niet worden geduld. De heer Bologne. Vrouwenbeleediger I De heer Voorzitter. Zoo hevig is het getier, dat het bureel niets verstaat. De heer Janson. Gedekt door de parle mentaire onschendbaarheid, heeft de heer Wauwermans eene vrouw beleedigd. (Het lawaai duurt voort). De heer Voorzitter. Stilte, heeren. op dat het bureel zich kunne inlichten. Mijnheer Wauwermans, hebt gij u te be klagen over de houding van een collega P De heer Wauwermans. Zooals ik de zaak opvat, heb ik my niet te beklagen. De heer Van der Linden. Gy hebt on gelijk. De heer Hoyois. Zeer wel I De heer Wauwermans. Dergelyke be- leedigingen onteeren enkel de beleedigers. De heer Troclet. Gy hebt voor geen cent opvoeding(Gerucht). De heer Woeste, (beroep op het regie ment). Sedert zeven en dertig jaar ben ik lid van deze Kamer nog nooit gebeurde hier een zoo erg feit, als hetgeen daar even plaats had. Dö heer Terwagne. De heer Verhaegen deed vroeger hetzelfde. De heer Woeste. De heer Hubin is uit zijne bank gesprongen en spuwde den heer Wauwermans ln 't gezicht. Ik vraag den heer voorzitter of hy het niet gepast acht te handelen De toepassing van de straf, door het reglement bepaald, zou beantwoorden aan het gevoelen van de Kamer. RechtsEn van het land (Verzet en kreten, links). De heer Woeste. Ik vraag den heer Voor zitter of hy niet van meening is, dat artikel 35 van ons reglement dient te worden toege past op den heer Hubin (Zeer wel I leven dige goedkeuring, rechts). De heer voorzitter. Door den heer Woeste heb ik de hoogst laakbare daad van den heer Hubin vernomen. Ik stel dus voor, op den heer Hubin de censuur toe te passen, met vermelding daarvan in het proces-verbaal. (RechtsZeer welzeer wel De heer Hubin. Er zyn zekere vormen van parlementaire beraadslaging waaraan wy ons Dooit zullen onderwerpen. (Uitroe pingen, rechts. Aan de uiterste linker zyde Zeerwel!) Wy, de armen, wy heb ben Dinsdag laatst, geleden wanneer onze vriend Vandervelde ons het martelaarschap eener arme vrouw vertelde. En nu komt de heer Wauwermans deze ongelukkige vrouw in hare innigste gevoe lens krenken. (Links Zeer wel zeer wel I) De kloosterlingen beschouwen hunne ge lofte van kuischheid als hun heiligste punt. Welnu, de heer WauwermaDS doet laffe aantygingen om eene onwettelykheid te verdedigen. (Toejuichingen aan de uiterste likerzyae en Zeer wel Het is eene laffe daad, omdat, wanneer het eene vrouw geldt, men haar ongestraft mag aanvallen. De heer Waumermans. Welke be dekte aantyging deed ik (Protestatiën aan de uiterste linkerzyde.) De heer Destrée. Heb dan toch den moed voor uwe woorden in te staan De heer Wauwermans Wat heb ik gezegd (Gerucht.) De heer Tewagne. Gy hebt gezegd, dat de beloften van kuischheid tot last wa- ren aan nonnen die van hare roeping af zagen. De heer Wauwermans. Ik heb u ge zegd dat men dikwyls het geestelijk kleed afwerpt om ontslagen te worden van de be lofte van kuischheid. (Onderbreking, links.) De heer Antoon Delporte. Men zou u tot de orde teruggeroepen hebben, indien wy hiereenen voorzitter hadden. De heer Hubin. Ik wil de bedekte aan tyging, die walgend is, niet herhalen. Ieder van ons heeft den zin gevat, en allen wa ren wy verontwaardigd. (Ja Ja De heer Masson. Zeer wel 1 De heer Hubin. Dit voorschoond voor zeker mijne daad niet... Dc jieer Neujean. Zeer wel De heer Hubin. Doch ik kon my niet bedwingen. Ik kon niet weerstaan aan myne woede. Ik heb den heer Wauwermans behandeld zooals hy het verdiende doch dit verstaat hij niet 1 Men moet het reglement te buiten gaan om zich door hem te doen verstaan. (Tegenspraak rechts.) Zoo ik mijn gevoelen heb doen kennen, dan is het niet om de beslissing te ontwy- ken die de Kamer tegen my nemen kan. Ik geef toe, dat het parlementair stel niet vooroorlooft te handelen zooals ik deed, doch het laat den heer Wauwermans ook niet toe te handelen zooals hij deed. (Links en aan de uiterste linkerzyde zeer wel I) De heer Voorzitter. De volgende dagorde werd ingediend door de heeren Masson en Vandervelde «De kamer, er hare leedwezen over uit drukkende dat de gemeenteoverheid afstand deed van hare rechten in handen der geeste lijkheid en dat hare vertegenwoordigers werkeloos bleven tegenover de kwellingen, waaraan de hoofdonderwijzeres blootstond, gaat over tot de orde van den dag, De heer - Schollaertminister van weten schappen en kunsten. Deze dagorde gaat de bevoegdheid der Kamer te buiten. De Kamer is niet bevoegd om de gemeenteover- heid te laken want deze is eene andere macht. De Kamer heeft het rechtde Regee ring te laken, maar ik denk dat de uitleg gingen, welke ik verstrekte, zonneklaar bewyzen dat er my geen verwyt hoege naamd is te doen. Ik kan enkel iets doen, namelyk de mis bruiken beletten welke men my aanklaagt. Welnu in onderhavig geval heb ik ze on- middelyk beteugeld. De dagorde kan dus niet gestemd worden en ik stel er de voorafgaande quaestie te gen. (De stemming RechtsDe naamafroeping De heeren Pirmez, Woeste, Verhaegen, Petit, Hoyois,JMabille, Melot, VanCauwen- bergh,Tibbauten Bruynincx staan recht. (Gedurende de naamafroeping verlaten het meerendeel der leden der rechterzijde de zaal.) De voorafgaande quaestie wordt ver worpen met 72 steramen tegen 14. (Luid ruchtige toejuichingen links.) Antwoorden ja De heeren Giroul, Hambursin, Horlait, Hubin, Camille Huysmans, Louis Huys mans, Hymans, Janson. Jourez, Lambillote, Lampens, Lemonnier, Léonard, Lorand, Mansart, Maroile, Masson, May, Meche lynck, Meysmans, Monville, Mullendorff, Neujan, Neven, Nolf, Ouverleaux, Ozeray, Pepin, Persoons, Pirard, Rens, Schinler, Terwagne, Thooris, Troclet, Van Dam me, Vandervelde, Van de Venne, Vandewalle Van Marcke, Verheyen, Warocqué, Wau ters, Allard, Anseele, Asou, Augusteyns Berloz, Bertrand, Boël, Bolonge, Braun, Brenez, Buisset, Buvl, Buysse, Caeluwaert, Capelle, Cavrot, Claes, Cocq, Dauvister, Debunne, Antoon Delporte, Delvaux, Dera- blon, Denis, Destrée. Feron, Fléchet, Franck en Furnémont. Antwoorden neen De heeren Woeste, Bruynincx, Helle- putte, Hoyois, Huishauwer, Mabille, Melot, Petit, Pirmez, Schollaert, Tibbaut, Van Cauwenberg, Verhaegen en Nerincx. De heer Voorzitter. Wy moeten nog uitspraak doen over de dagorde van de hee ren Masson en Vandervelde. Rechts Hoofdelyk stemmen (Gerucht) De heeren Rosseeuw, Tibbaut, Van Cau- wenberghe, Bruynincx, Mabille, liaem- donck, Woeste. Hoyois, Begerem en de Kerchove d'Exaerde staan recht. De dagorde wordt aangenomen met 70 stemmen tegen 13 en 1 onthouding. (Luid ruchtige toejuichingen, links, en aan de uiterste linkerzyde, Geroep Ontslag ontslag 1) Antwoorden ja De heeren Giroul. Hambursin, Horlait, Hubin, C. Huysmans, L. Huysmans, Hy mans, Janson, Jourez, Lambillotte, Lam pens. Lemonnier, Léonard, Lorand, Man- sart, May. Mechelynck, Meysmans, Monvil le, Mullendorff, Neujean, Neven, Nolf, Ouverleaux, Ozeray, Pepin, Persoons, Pi rard, Rens, Schinler, Terwagne, Thooris, Troclet, Van Damme, Vandervelde, Van de Venne,Vandewalle, Van Marcke,Verheyen, Waroqué, Wauters, Allard, Anseele, Asou, Augustyns, Berloz, Bertrand, Boël, Bolo gne, Braun, Brenez, Buyl, Buysse, Caelu waert, Capelle, Cavrot, Claes, Cocq, Dau vister, Debunne, Antoon Delporte, Delvaux, Demblon, Denis, Feron, Fléchet, Franck en Furnémont. Antwoorden neen De heeren: Hoyois,Huyshauwer, Mabille, Raemdonck, Rosseeuw, Schollaert, Tibbaut, Van Cauwenbergh, Woeste, Begerem, Bruynincx, de Kerchove d'Exaerde en NeriDcx. Onthoudt zich De heer E. Royer. De heer E. Royer. Ik onthield m(j, by afspraak met den heer Böval, daar ik dacht tot na 5uur in het assisenhof opgehouden te zyn. Motie van orde. De heer Hoyois. Ik vraag het woord (Luidruchtig verzet, links en aan de uiterste linkerzyde.) De heer Furnémont. De heer Hoyois heeft niet het recht te spreken. Hy nam geen deel aan de stemming. (Gerucht en aanhoudende woordenwisselingen). De heer Hoyois. Ik nam deel aan de twee stemmingen. Uw verzet is dus vol strekt ongewettigd. Ik heb enkel het woord gevraagd om te doen opmerken dat wy daareven een heel kinderachtig spel bijwoonden... (Onderbre king.) De heer Terwagne. Vanwege uwe par ty 1 Uwe vrienden trokken er van door. Er zyn meer dan 30 leden der rechterzijde in de wandelgangen. De heer Hoyois. ...vermits gy het einde van eene zitting wildet te baat nemen. (Neen 1 neen De heer Voorzitter. Dat is geene motie van orde. (Links Zeer wel De heer Lorand. De ministers zelf ver borgen zich in de wandelgangen. De heir Furnémont. Ik vraag het woord voor een beroep op het reglement. (Geruchten luidruchtige woorden wisseling.) Men heeft niet het recht den uitslag eener stemming te bespreken, en ik vraag dus dat men den heer Hoyois belette te spre ken dat zal overigens vermyden dat hij domheden uitkraamt en dat heet ik hem dienst bewyzen. (Gelach, links.) De heer Voorzitter. Ik gaf het woord aan den heer Hoyois, niet wetende wat zyne motie is. (Links Bravo Bravo Kreten leve de Voorzitter De heer Hoyois beklimt het spreekgestoelte. De socialisten zingen de Marseillaise. Gerucht en onderbreking.) De heer Hoyois fop het spreekgestoelte). Ik vraag het woord voor een persoonlyk feit. (Geroep aan de uiterste linkerzyde). Ik betreur diep.... (Herhaald geroep. Ge rucht en onderbreking.) De heer Troclet, Eerbiedig den voor zitter, mynheer Hoyois. De heer Furnémont. Het geldt hier feen persoonlyk feit; overigens heeft de eer voorzitter u het woord niet verleend. De heer Mechelynck. Sluit de zitting, mynheer de voorzitter. De heer Hoyois. Ik verdedig hier de vryheid van net spreekgestoelte, en ik wil spreken (Aanhoudend gerucht.) Links De sluiting I de sluiting 1 De heer Horlait. Gy waart al te toege vend, mynheer de voorzitter. De heer voorzitter. Het verwondert my, dat nugü hier meerderheid zyt, gij de rechten van den redenaar zoo weinig eer biedigt. Links en aan de uiterste linkerzyde (al zingend) Tot morgen 1 Tot morgen De heer Horlait. De stemming der Ka mer mag niet worden besproken. De heer voorzitter. Dat zal ook niet Doch laat den redenaar spreken. De heer Demblon. In al wat werd ge zegd, bestaat geen persoonlyk feit voorden heer Hoyois. De keer Voorzitter. Daarmede ben ik

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1911 | | pagina 1