Zondag 4 Juni 1911
Prijs 5 centiemen het nummer
Zesde Jaargang Nummer 23
Eer de liaan kraait.
Duur vleesch.
De Klooster-Schoolwel.
ALBERT BOONE.
Schol laert-G essler.
MlNOVE.
DE VOLKSGAZET
LIBERAAL DEMOCRATISCH WEEKBLAD
Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten:
voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, i# Aalst.
VAN HET ARRONDISSEMENT AALST.
Prijs der Annoncen
Gewone 15 centiemen f
i Pd' drukregel
75 centiemen
Reklamen
Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst
Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank de regel.
AALST, 3 JUNI 1911
En toen een wijf in 't voorhuis van
Caïphas, Petrus zag staan, wees /.ij
hem met den vinger en zeide zie deze
is ook een van de volgelingen van den
Nazareeër. Maar Petrus sprak lk
ken dien man niet.
En toen ging hij uit en hoorde den
haan kraaien.
Eens toen het volk van Aalst, het
volk van heel Belgie zijn stemrecht
eischte, toen het hier op de Groote
Markt, met luide kreten zijn wensch
deed kennen, kwam de politie er tus-
schen, de sabels werden getrokken,
menschen werden meegesleurd en on
der dezen M. Petrus Daens, die om ge
manifesteerd te hebben voor het volks
recht in de doos werd gedraaid, in het
salon-Pierre en er verscheidene uren
werd gevangen gehouden, tot hij ein
delijk op 't aandringen en na vele voet
stappen van een liberalen hoofdman
werd in vrijheid gesteld.
Toen deed M. Petrus Daens duizen
den strooibriefkens uitdeelen om het
hatelijke der handelwijze te doen be
grijpen, en om het recht van betooging
voor het volk te verdedigen.
Minister Schollaert, die met heel den
klerikalen aanhang, het volksonderwijs
voor dertig zilverlingen wil verkoopen
aan de farizeeërs, die in de schatrijke
kloosters woekeren, werd bij 't verla
ten van een banket te Antwerpen door
eene samengestroomde volksmenigte
uitgeschuifeld, min nog dan hij het
verdient.
Op bevel van den minister van Jus
titie worden twee menschen voor dat
schuifelen vervolgd door het gerecht.
Eene interpellatie heeft plaats in de
Kamer en iedereen denkt, dat de man
van het salon-Pierre zijn geval niet zal
vergeten hebben, noch degenen zal
verdedigen die met hem waren en
hem verlosten toen de klerikale dwin-
genlanden hem in boeien sloegen.
M. Daens neemt het woord den
23 Mei om de vervolgden te verdedi
gen P Om de vervolging af te keuren
Neen, neen, dan kent ge Petrus niet.
Hij verdedigt Schollaert, de verkooper
van 't volksonderwijs voor 30 zilver
lingen, hij zegt:
De wet werd overtreden, en elke
overtreding van de wet moet gestraft
worden.
Hij verloochent het volksrecht, hij
verdedigt de domperij.
En na drie kwartieren voor die ver
loochening den tijd der Kamer verbeu
zeld te hebben moet er gestemd worden
en als zijn naam wordt afgeroepen ant
woordt hij
lk onthoud mij
Ik onthoud mij omdat het sop de
kooien niet waar is
Welnu dat is eene onwaardigheid.
Het is nog nooit gebeurd dat een
volksvertegenwoordiger over eene
kwestie spreekt om zich bij de stem
ming over die kwestie te onthouden.
Drie kwartieren spreken om ten slotte
te zeggen Het sop is de kooien niet
waard
Zulke handelwijze is niet alleen af-
keurlijk, zij is dwaas en zinneloos, een
ernstig man onwaardig.
Verleden Woensdag in de Kamer
was de renegaat Carton, de overlooper
der Christene democratie, die om een
zetel te bekomen zijne vrienden -.
priester Daens en anderen verloochen
de aan 't woord om de schoolwet der
dertig zilverlingen op te hemelen.
Zeker oogenblik ging die verrader
zoo ver, de woorden van M. Masson
een der beste redenaars van het land,
een gevierde hoofdman der liberale
partij schandalig te verdraaien en te
vervalschen.
Geheel de linkerzijde protesteerde
en M. Janson riep Zulke handel
wijze is eene snoodheid
Voor dat enkel woord, werd M.
Janson, die een der veteranen is der
Volksvertegenwoordigers, door den
klerikalen voorzitter der Kamer tot de
orde geroepen nooit werd M. Janson
tot de orde geroepen, nooit was zijne
houding in de Kamer buitensporig en
thans was ze het evenmin.
M. Masson, M. Janson, M. Van der
Velde, al de volksmannen schandvlek
ten Carton en protesteerden tegen de
tot-de-orde-roeping. Er moest dus over
gestemd worden, of M. Janson de
terugroeping tot de orde verdiende of
niet.
Al de dompers antwoordden natuur
lijk ja, M. Rens onze liberale volksver
tegenwoordiger verklaarde bij 't afroe
pen van zijn naam. Neen, 't is eene
snoodheid en al de liberalen en socia
listen volgden zijn voorbeeld.
Toen werd de naam afgeroepen van
M. Petrus Daens, die ook al in de be
spreking had meegebabbeld en hij ant
woordde
Ik onthoud mij
Hij onthield zich voordien Carton,
voor dien volgeling van Renkin en
andere, welke hier eens door de dom
pers van Aalst werd uitgejouwd en
bedreigd en met M. Petrus Daens,
door de stokslagers van de Woeste-
kliek zouden mishandeld zijn geweest,
indien de liberalen hen niet beschermd
hadden maar die sedert dien het volk
hebben verraden en voor een zetel
naar de dompers zijn overgeloopen.
En voor die verraders van de volks
zaak, voor die renegaten der democra
tie heeft M. Daens geen woord afkeu
ring, het betreft immers de schoolwet
der dertig zilverlingen en
M. Daens onthoudt zich
't Sop is weeral de kooien niet waard
Ziedaar waarde Daensisterij naartoe
gaatTweemaal keurt M. Petrus, stil
zwijgend de domperij goed, tweemaal
verloochent hij degenen, die hem tegen
de Woestistensteeds hebben verdedigd.
De derde maal kraait de haan en
dan zal het tijd worden dat Petrus er
uitgaat of dat men er hem uit zet. 't Is
overigens de meening van al degenen
die innig denken, dat democratie geen
ijdel woord is.
De heer Leo Hubert, clerikale volksverte
genwoordiger van Philippeville, verklaarde
onlangs in de Kamer, dat het sluiten der
grenzen voor vreerad vee, maatregel dooi
de regeering genomen ten voordeele haver
vrienden, de groote veekweekersden pry»
van het vee geenszins heeft doen stygen.
Eene onlangs plaats gfchad hebbende aanbe
steding voor ae levering van het vee noodig
voor de militaire slachteryen, geeft hem
eene even klinkende als officieele logen
straffing. Inderdaad, het blykt uit de aan
besteding dat het leger, 't welk in 1890 het
vleesch hoogstens 1 fr. 05 den kilo betaalde,
thans hetzelve tot 1 fr. 62 den kilo moet
bekostigen.
Men mag zich hier afvragen of deie ver
hooging van meer dan vyftig ten honderd
niet oorzaak is, dat men thans aan onze sol
daten minder vleesch en meer viseh toedient
dan voorheen, te meer daar de prys van den
viach niet hooger is dan 40 centiemen den
kilo.
't Ia wel noodig, niet waar, dat er bespa
ringen gedaan worden immers, de heb
zucht en de gulzigheid der kloosters, alsook
hunne geldkoffera, worden steeds grooter...
Intuaschen klaagt toch iedereen over de
duurte van het vleesch en men kan het de
kleine menschen, die doorgaans vleesch
moeten derven, zelfs als het geen vasten is,
niet genoeg doen verstaan, dat de clericale
grenssluiters daarvan de schuld dragen.
't Blyft een feit, dat alles than* peperduur
is hoor maar eens moeder de vrouw klagen
over de duurte van 't vle«sch, van de patat
ten, van de boter, van do eiers...
De rijkdom der kloosters is de onder
gang van boer, neringdoener en werk
man.
Waar de zwarte hand der kloosters
hare palm over uitstrekt is er geen
stukje land meer te koopen voor den
boer.
Waar de concurrencie der kloosters
binnendringt, moeten alle handelaars
buiten.
Waar de kloosters zich meester ma
ken van de kleine nijverheden, is er
geen cent meer te verdienen voor naai
sters enz. enz.
Waar de kloosters zich rijk bedelen,
dringt de miserie in alle gezinnen.
De kloosters rijven erfenissen binnen
en stapelen schatten op schatten, die
voor den algemeenen welstand ver
loren zijn.
Hoe meer kloosters, hoe ellendiger
bevolking, hoe meer onwetendheid,
hoe grooter slavernij,
De nieuwe klerikale schoolwet, is
eene nieuwe kloosterwet.
De kloosters moeten al de scholen
bemachtigen, geene toekomst meer
voor wereldlijke onderwijzers of on
derwijzeressen, weldra al de plaatsen
bemachtigd door de kloosters, die uit
de schatkist des lands, hunne rijkdom
men nog zullen vermeerderen.
Jaarlijks zullen de kloosters millioe-
nen opstrijken, komende uit de zakken
van burger, boeren werkman.
De wereldlijke scholen zoowel aan
genomen, als officieele zullen verdwij
nen.
De onwetendheid welke in onze
streek is aangegroeid, even als hetalco-
lism, zal immer grooter worden.
Maar de kloosters zulleD almachtig
zijn, de klerikalen zullen den klauw
leggen op de toekomst, op het geweten,
op de welvaart van het Belgische volk.
Weg met de Schoolhaat-wet
moet de kreet zijn van al degenen, die
den overtolligen rijkdom der kloos
ters als eene kwaal aanschouwen,
en hunne doodende loonbederving en
onderkruiperij als eene ramp.
Weg met de Schoolhaat-wet, moet
de kreet zijn van alle anti-dompers,
die de heerschappij der politieke pries
ters als een gevaar aanzien voor het
vaderland.
De wet Schoolhaat is de ondergang
van het officieel onderwijs en het aan
staande te-niet-gaan van alle wereld-
sche scholen.
Zulke wet mag en zal er nooit ko
men, de meerderheid der Belgen wil
niet.
Eenige dagen geleden verscheen eene
levensbeschrijving, door M, L. Gheeraerdts,
van Albert Boone, een Aalstenaar, welke
lan«* in Congo verbleef, er zich in verschil
lende omstandigheden onderscheidde en te
Kinkanda, verre van zija vaderland over
leed in Januari 1908, in den ouderdom van
39 jaren hy was toen in dienst van de
Maatschappij La Centrale Africaine.
Het is een vroom gedacht zyn verdienste
lijke stadgenooten te herdenken en de herin
nering aan hun leven en daden te vereeu
wigen. Elke stad, elk dorp is fier op de
groote mannen welke het levenslicht zagen
op hun grondgebied, en noemen vol trots
de medeburgers van vroeger en thans die
een naam verwierven door de kunst, de we
tenschap, de opoffering voor het goede.
Zelfs zy die de Congo-onderneming niet
als een geluk beschouwen voor het Belgi
sche volk, kunnen niet nalaten den moed en
de dapperheid te bewonderen der velen wel
ke naar het Zwarte land togen of er nog zyn,
der velen welke er reeds het leven hebben
voor geofferd.
Verscheidene Aalstenaars hebben dienst
gedaan in Congo, Fernand Boone welke te
Kivula stierf, Louis Luyckx, Hector Priem
en anderen of zyn er thans nog, zooals de lui
tenant Huyghe, zoon van den alomgeachten
Hoofd-conducteur van Bruggen en wegen
Doch zoo we de voordel vers der beschaving
in die verre streken, hunnen moed en zelf
verloochening bewonderen, toch voelen wy
ons smartelyk getroffen bij de herinnering
aan de beschavingsmiddelen en beschavings
methoden welke er vroeger in zwang wa
ren, om de inboorlingen van Afrika de
weldaden der blanke heerschappy te doen
beseffen
By het ter hand nemen der levensbeschrij
ving van Albert Boone, doorbladerde ik het
boek en toevallig vielen myne blikken op
het volgende paragraaf (bladz. 59 en 60)
Binst deze reis stel ik insgelijks vast
dat verschillende belangrijke dieften van
zout zyn gepleegd door de inboorlingen van
Kilesa. Daaraan moet kost wat kost een
einde worden gesteld en met dit doel schrijf
ik onmiddellijk aan den Badunduposteeni
ge dagen later komt een gansche afdeeling
soldaten aan 's anderendaags reeds heeft
de kastijding plaats de akelige tonen van
de oorlogstrompen en de scherpe kreten van
de mannen van Kilesa, doorboren de lucht
de pijlen en de lansen worden met kracht
naar ons toegeworpen een hevig vuur van
onze geweren evenwel geeft een kranig ant
woord, en na enkele minuten verlaten de
inboorlingen het dorp, vierentwintig doo-
den en een en dertig krijgsgevangenen ach
terlatende. In de chimbecks ontdekten w#
verscheidene der gestolen zakken zout.
Van af dit oogenblik bielden de diefstal
len op die kleine kastijding heeft een heil-
zamen invloed op de gansche streek uitge
oefend.
Wij hebben onderlijmd verscheidene
zakken zout en die kleine kastijding. Voor
eenige zakken zout wordt een dorp ver
woest, 24 menschen vermoord en 31 krygs-
vangen gemaakt en dat heet eene klei
ne ka«tydlng(ff!)
Zonder mede te doen aan de ikzuchtige
lamentatien der Engelscheinpalmers, diezoo
moordzuchtig huishielden by de Boeren,
waar ze zooveel bloed hebben gestort en
ellende hebben gesticht om een volk van zyn
erve en vryheia te berooven, hebben we by
elke gelegenheid protest aangeteekend te
gen elke daad van wreedheid, welke de be
schaving tot oneer strekt, en niet alleen de
inboorlingen schrik moet inboezemen,
maar ook onverzoenlyken haat en wrok
tegen de blanken.
De barbaarschheid kan niet uitgeroeid
worden door barbaarsche daden.
Wy hopen daarom, dat kle ne kastijdin
gen als die waarover Albert Boone spreekt
tot het verleden behooren en de Congolan-
ders de beschaving der Belgen, niet meer
naar waarde leeren schatten, doorniet te
verrechtvaardigen w reed heden
Gessier de dwingenland, was minis
ter van Albert I van Oostenrijk in het
vrijheidsminnend Zwitserland, kanton
Uri, omstreeks de jaren 1300. Zoover
ging zijn hoogmoed, dat hij op de
openbare plaats van Altorf een staak
deed planten waarop een zijner hoeden
werd gehangen en alle voorbijgangers
waren op zware straffen verplicht voor
dien paal te groeten, als ware het een
heilige Gessier in persoon geweest.
Schollaert, minister van Albert I,
koning der Belgen, waant zich heilig
als Gessier, weldra zullen alle Belgen
verplicht zijn zijne ministersslippen
eerbiedig en stilzwijgend te groeten,
overal waar het hem believen zal die
te vertoonen. Die knecht van de bis
schoppen is zoo verwaand, als zijne
hoogweerdige meesters en denkt, dat
voor zijn paal de volkeren moeten
buigen en zwijgen.
Te Antwerpen nam hij deel aan een
banket, en werd na een goede zielmis
te hebben gedaan, bij zijn terugkeer
naar de statie, door honderden en hon
derden Antwerpenaars uitgefloten,
wegens de schandalige klooster-school
wet.
Afgrijselijk schemstuk die onver
laten wisten dan niet, dat een klerikale
minister taboe is, dat wil zeggen hei
lig Twee dagbladschrijvers worden
daarvoor, op bevel van 't ministerie
vervolgd door de Justicie, als hadden
ze de grootste misdaad bedreven.
De klerikalen in de Kamer verklaren
dat het zoo moet zijn, terwijl een kle
rikaal dagbladschrijver in de Kamer,
M. Buyl, liberale volksvertegenwoor
diger in de uitoefening van zijn ambt,
beleedigt en uitjouwt, zonder dat de
dompers daar iets verkeerds in vinden.
M. Daens zegt Alle inbreuk tegen
de wet moet gestraft worden. (Fluiten
is dus eene inbreuk tegen de wet).
Ge zult zien dat M. Daens, weldra
gelukwenschingeD zal sturen aan dege
nen die hem voor inbreuk op de wet in
het Salon-Pierre hebben gedraaid en
hem voor het woord stinker hebben
doen veroorde» len.
I>e 20 milliocii voor de
Kioosterscholen
Moest het schoolwet-ontwerp Schollaert
tot wet gemaakt worden dan zouden jaar
lijks ongeveer 20 millioen uit de zakken
van burger, boer en werkman de kassen
der kloosters gaan aanvullen.
Dat In I iet eigenlijke doel dier
wet I
De katholieken betwisten dit, en zeggen
dat het gelogen is te beweren dat Schollaert
heeft voorgesteld van toelagen aan de kloos
ters te geven.
En inderdaad, de toelagen krijgen in dit
wetsontwerp een anderen naam't zyn
schoot bons welke de kloosterscho
len zullen binnen palmen, en Staat, Provin
cie en Gemeente zullen verplicht zyn aan
de kloosters die verzamelde schoolbons
in geld uit 1e keeren.
Gansch het schoolwet-ontwerp is niets an
ders dan een geldkwestie
Maar dit tracht men aan het volk te ver
bergen met op de wet schoone etiketten te
plakken waarop schoone benamingen ge
schreven staan, ontleend aan de program-
mas der vrijzinnige partyen, als: leerplicht,
vrye schoulkeus, kosteloos onderwijs, enz.
De kloosters wil men dus jaarlijks met
20 millioen verryken ten nadeele der open
bare schatkist, en vele weldenkende katho
lieken zyn met ons bewust van het gevaar
dat het onbeperkt vermeerderen en verry
ken der kloosters oplevert voor het onaf
hankelijk bestaan van een Land.
Maar fanatieke katholieken zien in de
kloosters alleen een machtigen steun voor
hun politieken stryd, helpen ze verryken en
de kloosterscholen vermenigvuldigen, en
schelden de Liberalen uit voor Godsdienst
haters wanneer zij eenvoudig een vader-
landschen plicht vervullen door hunne me
deburgers tegen het kloostergevaar te waar
schuwen.
Zoo riepen de katholieke bladjes van
Ninove ons toe dat die 20 millioen niet zou
den terecht komen in de kassen der kloos
ters. Gy raaskalt, heeren geuzen, zoo
schreven ze, over het verryken der kloos-
ters, en over het vermeerderen der kloos-
9 terrijkdommen maar gc dealt veel beter
eens rechtuit te zeggen hoede paters en
nonnen leven, wat ze doen met het geld
dat ze bezitten of eer Ink verdienen.
Als ge deftig m eerlijk wilt zijn, zegt
dan aan uwe lezers en toehoorders dat ze
eens met eigene oogen gaan zien by de
Trappisten, by de Capucienen, bij de Je-
suieten, by de Clarissen, by de Zuster-
kens der Armen, by de Gasthuisnonnen.
Als ge deftig en eerlijk wilt zyn, zegt
dan aan uwe lezers en toehoorders dat ze
eens logeeren in de cel van die klooster-
lingen.
Als ge deftig en eerlyk wilt zyn, vraagt
dan eens wat die menschen persoonlijkt
dag-in dag-uit verteeren.
Daar ligt het juist lk<M-s<ioniyL zijn
de kloosterlingen arm. Het is de gemeen-
schap die alles binnenslorpt
't Is de kloostergemeente die zich verrijkt
op den arbeid van soms minderjarige kinde
ren, opgenomen onder het etiket van liefdadig
heid 't is zij die het gold ophoopt om in kie-
zingstijd de klerikale knechten der geestelijk
heid bij te springen en het wereldlijk gezag to
helpen ondermijnen.
Ziehier dienaangaande eene bekentenis ge
daan door een brocdor-Marist aan den heer
A. Sluys, rustend bestuurder der Brusselsche
Normaalschool, die aan dezen congreganisti-
schen onderwijzer vroeg welk zijn aandeel was
geweest van de buitengewone subsidie van
1 millioen 200,000 frank, op voorstel van M.
Woeste verleden jaar aan de kloosterscholen
verleend
De broeder Marist antwoordde
Persoonlijk heb ik, noch de andere broe
ders der christene scholen een enkelen cent
van die toelage getrokken. De opziener van
't onderwijs heeft de lijst opgemaakt der broe
ders en nonnen die onderricht geven in do
congreganistische scholen en op den grondslag
van 't reglement, heeft hij het aandeel van do
subsidie voor iedereen vastgesteld. Wij hebben
een kwijtschriftonderteekend, doch persoonlijk
hebben wij niets getrokken.
Waarheen is dus het geld gegaan dat voor
u persoonlijk bestemd was Is hot de bestuur
der van uwe school die hel ontvangen heeft
Neen, onze personaliteit is versmolten in
de kloostergemeenschap. Hot is het moeder
huisdat do toelagen van den Staat opstrijkt.
Welke jaarwedde betaalt men u dan als
vrije onderwijzer
Men betaalt ons niets. Wij leven in go-
meenschap, persoonlijk bezitten wij niets,
want, zooals ik zegde, is onze personaliteit ver
smolten in de kloostergemeenschap.
Het is dus te voorzien dat, ging de wet er
ooit door, de strooien mannen der kloosters in
de groote banken nog eenige brandkasten zul
len moeten in huur nemen, om er de zooge
zegde subsidien aan 't vrij onderwijs in
veiligheid te brengen.
Heilige regelen geseltledenls.
Ja, wij zeggen en herhalen: de kloosters
zijn rijk genoeg, ze zijn voel te rijk. En de op
hooping der rijkdommen in do kloosters is een
beletsel aan den voorspoed van Belgie.
Overigens, onder alle regeeringen hoeft men
strenge maatregelen moeten nemen om bij de
kloosterlingen den nooit verzadigden zucht
naar lijdelijke goederen te beteugelen, omdat
de eigendom, in de handen van geestelijke ge
nootschappen, een middel van heerschappij,
eene gelegenheid van misbruiken uitmaakt.
Reeds ten tijde van de gravin Margareta
van Vlaanderen, nam deze een besluit dat na
melijk luiddo als volgt
Bestatigende dat de eigendommen dei-
geestelijken in Vlaanderen zoodanig aan
groeien, datindien men er niet in voor
ziet, deze algauw in staat zull n zijn bin
nen kort meesters te worden van
heel liet land
Ook werd er een algemeen en eeuwigdurend
edikt genomen, waarbij het aan alle geestelijke
personen verboden werd voortaan onroerende
goederen te koopen, ten ware met de toelating
van den Graaf van Vlaanderen
Dit verbod werd, natuurlijk, door de kloos
terlingen niet nagevolgd en Keizer Karei V,
die nochthans geboekt staat als een trouwe
dienaar der II. Kork, vond zich verplicht oen
nieuw Plakkaat uit te geven op 26 April 1515,
waarbij hij verklaarde dal
Toegevende aan de smeekiugeu van
zijn volk, hij aan do mannon van de Doode
Hand (de geestelijken) streng verbod a«nzog-
de, t zij per erfenis, 't zij per testament, goe
deren te verkrijgen verders mochten zij en
kel dezelve aankoopen en dit nog, met de bij
zondere toestemming van de overheid.
Nogmaals werden die wetten ontweken
De vermaarde kronijkschrijver Wynants
schreef daarover
Het staat algemeen bekend dut do gees
telijken de twee derden, en meer,
van de gansche uitgestrekt held vu 11
het land bezitten on dat zij zich van alles
zullen overmeesteren, indien er geene maatre
gelen worden genomen.
Ja, zelfs de godvruchtige keizerin Maria-
Theresia moet, in haar edikt van 1753, bestati-
gen
Dat middelen van allen aard uitgevonden
zijn geweest om de uitvoering dier standrege-
len te ontwijken.
De algemeeno stem van mijne trouwe
onderdanen maant mij aan, schrijft zij, te
zorgen dut de goederen nun de fuini-
ll*n zouden worden behouden en