Tentoonstelling Zondag 2 Juli 1911 Prijs 3 centiemen het nummer Zesde Jaargang Nummer 27 va» AALST. Open alle dagen van 9 tot 12 uren en van 2 lot 6 uren. Inkoniprijs 23 centiemen uitgezonderd 's Zaterdags en 's Zondags 10 centiemen. Liberale Werkmanskring van Aalst. Het Schoolprogramma der Liberale Partij. Uit den REUZENSTRIJD. Trispalul van Verklaringen AALST. Gemeenteraadzitting DE VOLKSGAZET LIBERAAL DEMOCRATISCH WEEKBLAD Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten voor de stad, ten kantore'van het blad, Groote Markt, 1, Aalst. V VAN HET ARRONDISSEMENT AALST. Prijs der Annoncen i '-Ï 1 per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen 75 centiemen Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank de regel. AALST, 1 JULI 1911. MAANDAG 3 JULI, Uitstap naar Charleroi. Vertrek uit Aalst, ten 6,30 uren, ontvangst te Charleroi door de Liberale Vrienden ten 9 uren, bezoek aan de Tentoonstelling en aan de stad, vertrek uit Charleroi ten 8,30 uren avonds. DINSDAG 4 JULI, ten 9 uren 's avonds, Volksbal in Concordia Ingang vrij voor iedereen, mits den gewonen geringen inkmprijs van 20 centiemen. I Er zijn geen erger dooven dan die niet hooren willen. M. Daensis een dier onverbeterlijke dooven, die zich de ooren toestopt en ze toegestopt houdt zo«dra men de schoolkwestie aanraakt. Wat men ook zegge, hij blijft doof. Na in de Kamers de zoo klare en prachtige redevoeringen te hebben gehoord van de heeren Huysmans en Denis, Franck en Roger,Van de Velde en Mechelynck. gaat M. Daens voort te beweren, dat de liberale partij in zake onderwijs geen programma heeft. Ziedaar eene onwaarheid waarmede onze klerikale tegenstrevers onbe schroomd hun geweten belasten, maar welke het noodzakelijk is te vernieti gen, opdat het kiezerskorps zich niet in dwaling late brengen. Ik wil dus nogmaals zoo beknopt mogelijk het programma der antikle rikale partijen in zake onderwijs sa menvatten. II In zake onderwijs betracht de libe rale partij het bereiken van een dubbel doel 1) de best mogelijke inrichting van het openbaar onderwijs en 2) de verwezenlijking van den leerplicht. Voor het bereiken van dit dubbel doel, vraagt de liberale partij twee van elkander wel onderscheiden wet ten i)Eene organische wet op het openbaar lager onderwijs, 2) eene wet op het verplicht onderwijs. III Wat moet de organische wet op het lager officieel onderwijs zijn Ze moet zijn wat de Grondwet wil dat ze wezen zou. De constituante van 1830 verkondigt daarover als volgt haren wil Het onderwijs is vrij, elke voorloopige hinderlijke maatregel is verboden. Het openbaar onderwijs, gege id ven op de kosten van den Staat wordt insgelijks door de wet gere- geld. Om dus te voldoen aan den wensch en den wil der grondwet moet er eene wet worden gemaakt welke het open baar onderwijs regelt en inricht op de kosten van den Staat, maar welke op volstrekte wijze de vrijheid van onder richt eerbiedigt. De liberale partij wil dus eene orga nische wet op het lager officieel on derwijs, zij wil in alle gemeenten vol doende openbare scholen inrichten, aan het hoofd dier scholen bekwame onderwijzers plaatsen, met een ernstig diploma in stede van een vodden-cer tificaat, onderwijzers waarvan de op leiding en de mentaliteit geen confes sioneel karakter hebben, die de opinie der bevolking eerbiedigen en die jaar wedden en pensioenen genieten in overeenkomst met hunnen stand en waardigheid de liberale partij wil dat d$ orgaqische wet een studiepro gramma bepale volgens de vereischten van onzen tijd. Deze wet zou zich alleen bezig hou den met het openbaar onderwijs, dat wil zeggen met de officieele scholen welke een openbaar karakter hebben en toegankelijk zijn voor de kinderen van al de Belgen, zonder onderscheid van denkwijze of belijdenis. Wat het privaat onderwijs betreft, de organische wet op het onderwijs hoeft er volstrekt geen rekening van te houden want zij zou op dit punt geheel tegenstrijdig worden met de grondwet. Het is gansch zeker, dat eene wet welke het vrij onderwijs zou willen inrichten en regelen de Grond wet openlijk zou verkrachten. Het is eveneens onbetwistbaar dat eene wet die de inrichting van het vrij onderwijs ten laste zou leggen van den Staat enveneens strijdig zou zijn met de constitutie, hetgeen men echter niet verwarren moet met de bevoegdheid en de macht welke de Kamers hebben het vrij onderwijs te helpen of aan te moedigen door het toekennen van subsidien, welke door hunne natuur zelve niet verplichtend zijn en door de Constitutie onderwor pen zijn aan de voorwaarde eener jaar- lijksche stemming. De liberale partij wil dus eene orga nische wet op het lager onderwijs, welke beantwoordt aan de eischen der Belgische Grondwet en waarvan de uit slag zou wezen, de inrichting in ons land van een officieel onderwijs zoo uitgebreid en volmaakt mogelijk, en welke uit eerbied voor de vrijheid van onderwijs, zich in niets menge zou in het privaat onderwijs. Jules RENS, Volksvertegenwoordiger Over Leerplicht in liet volgend nummer. O— In Oktober 1905 hebben de Aalsterscke kadodders de 25° verjaring gevierd van 't uit breken van den schooloorlog van '79. Cieske Fiks heeft die feestviering beschreven in een werk, dat door de stad, in grooten getal, is aangekocht om uitgedeeld te worden als pr\jzen aan de leerlingen der gemeente scholen. Op de 35 en 36 bl., van het boek drukt CiesKe Fiks een artikel over van Klokke Roeland, nummer verschenen den 14 Ok tober 1905. In dat artikel lezen wy Eene tweede hulde welke men niet zal vergeten, hopen w\j, is eene hulde aau M. P. Daens, die waarljjk, met zijnen Werkman de ziel was van den weerstand tegen Piet den Grafmaker, Suisse Bara, enz. Wij hooren nog het liedje van M. Petrus dreunen Hij zal zijn vlag afgeven, De geus met al zijn helsch lawyt I En 't katholiek zal leven, v Ja leven voor altijd. Wie zal de artikels opsommen doorM. Daens in het licht gezonaen tegen het libe- raai goevernement Wie, de liedjes, die hij dichtte en deed weergalmen door heel het Ylaamsche land Wie kent de stukjes niet, die hij schreef en welke overal werden opgevoerd Hij was onuitputbaar en deelde zynen geestdrift mee aan ouden en jongen, aan burger en werkman, aan meester en knecht..,. HULDE driemaal hulde aan den ouden Kamper 1..» Eenigen tijd geleden deelde de Volksgazet eene brok mede uit Plancquaert's,(een hoofd man der Daensistenpartij,) meesterlijk werk Jan Vleminx, waarin de schrijver op zulke welsprekende wyze de harteloosheid, 't volkomen gemis aan gevoelen van recht vaardigheid, de onbarmhartigheid aan de kaak stelt waarmede, van 1879 tot 1884, de oorlog tegen de gemeenteonderwijzers werd gevoerd. Myn vader, altyd zoo eerlijk en zoo braaf, bemind door elkeen, werd wel- dra als de slechtste kerel der gemeente voorgesteld zyn vroegere vrienden beza- gen hem niet meer kinderen beledigden hem de beste menschen gebaarden hem niet te zien doch 't grootste gedeelte zag hem aan met spottende of honende blikken. Dat was 't lot, 't rampzalig lot van den armen dorpsonderwijzer te dien tyde. En dat lot, aan wie, waaraan hadden de plichtge trouwe ambtenaren het te danken Aan dagbladschrijvers van 't gehalte van M. Petrus Daens, aan hunne artikels, hunne liedjes, hunne stukjes, aan hunnen geest drift men weet wat dit woord beduidt welken zy wisten mee te deelen aan ouden en jongen, aan burger en werk' man, aan meester en knecht.... Wy lezen nog, in dat boek, op bl. 64 en 65Tot in de nederigste woningen wist (sic) vader en moeder aan hunne kinder- kes te herhalen, wat al een groot nadeel een goddeloos onderwijs zoude te weeg brengen aan huisgezin, vaderland en kerk. «terwijl De Werkman en 't Lan<l van Aalst, welke toen nog op de rech- te baan waren, echt meesterlijk het volk bewerkten. De uitgever-opsteller van die twee bladen, M. Petrus Daens, thans volksvertegenwoor diger, werd dan ook, met zoovele andere heethoofden, aangesteld als lid van de kleri kale Stedelijke Schoolraad (1879) onder 't bestuur van deken De Blieck. Op bl. 69, schrijft Cieske Fiks verdernog:«Ja achtbare Heeren... Van Impe, Daens,.. wy bewonderen de vrome daden welke gij pleegdet. Uwe namen zullen door het na- geslacht gezegend worden 1 Wie was die Van Impe die met M. Petrus vereerlykt wordt in dat boek Niemand anders dan de te fameuse Pië Van Impe, als dan directeur van de bischoppelyke kost school van Gysegem, die deel uitmaakte van den decanalen schoolraad voor 't bestrijden der officieele scholen en dio, later, nog a vrome daden pleegde waarover Cieske Fiks geen woordje rept. pro causa, niet waar, Eer- weerde schrijver Deze laatste, op zelfde bl. 69, voegt, ach ter den naam van M. Daens, de volgende be merking Wy betreuren dat de heer Pie- ter Daens tegenwoordig de katholieke werking tegenstreeft en bevecht. Laat ons hopen dat hy weldra tot inkeer kome Uwe hoop is verwezen tl ijkt, Cieske M. Daens is «tot inkeer» gekomen, en Pië Daens is weer een goeié katholiek geworden gelyk Pië Van Impe het steeds gebleven is. Embrassons nous, Folleville A. P. Het Brokkelministerie van de Broqueville is voor de Kamers verschenen met eene ver klaring, welke niet anders bevat dan brok keling van beloften en stoef Geen woord over de vereenvoudiging der kieswetten. De kloosterschoolwet blyft aan de orde van den dag. Te beter, laat de klerikalen maar het volk tarten en den kloeken jan uithangen, zooveel te eer zal het klerikale kraam in duigen vallen. 0— Wy willen de gelijkheid van alle Belgen voor de wet. Al de antiklerikalen zyn het eens om te zeggen wy eischen gelijkheid voor het volk, wy eischen de verdwijning van het bedriegersstelsel, zoo niet moeten de klerikalen buiten in al de groote anti klerikale steden van het land. voor de opperste onzer grondwettelijke instellingen, het koningdom. Dan deed hy een beroep op de eendracht der dompersom onze grondwettelijke instel lingen te beschermen tegen de antiklerika len, en voor God en geloof. M. Daens was de eenige volksvertegen- oordiger, die M. Woeste toejuichte, daarna sloop hy de Kamer uit. 0 Woensdag der verledene week, geleek de Kamer op eene jaarmarkt, gelijk Het Land van Aelst zegt. En vermits er op elke jaarmarkt nen tan dentrekker behoort, kroop Pieter Daens op de tribuun en deed te midden van 't rumoer ook eene verklaring, een kwakzalversboni- ment, nen trispalul van leugens en ezela- ryen. De Torquemada der school ver volging ver klaarde nooit tegen de officieele onderwijzers te hebben geschreven enz. We zullen 's kwakzalvers geheugen by tyd watopfrisschen. Als de kiesstrijd begint, welke zal gevoerd worden op de onderwijs kwestie zullen we Pieter Daens volgen op al zyne meetingen, met eene verzameling van zyne gazetten onder den arm. Uit haat tegen de officieele onderwijzers Verfoeide hy de geleerdheid Beledigde hy dén koning in smaadvolle ar tikels en brieven Beledigde hy de ministers en volksverte genwoordigers, die het eerst den leerplicht en de beperking van den kinderarbied voor stelden Juichte hij de hatelijke priesters toe die brave christenen op den hondenhoek deden begraven Jubelde als ongelukkige slachtoffers der vervolging door fanatieken werden mishan deld Beschuldigde hy de officieele onderwijzers dat ze in hunne scholen toekomstige dieven en inbrekers vormden Wenschte de afschuwèlyke pastoors ge luk, die preekten, dat de moeders liever hunne meisjes aan de ontucht moesten pry's geven, dan ze naar eene officieele school te zenden. Op elk zyner meetingen zullen wy al die mooie dingen voorlezen. 't Zal u eene aangename en zoete herinne ring zyn niet-waar Mijnheer Pieter Daens. De dompers verklaren stoutmoedig, dat z|j het volk, de groote meerderheid van het Belgisch volk uitdagen, dat ze de gelijkheid niet zullen verleenen. t Is te nemen of te tuimelen. De over eenkomst der antiklerikalen te Gent, moet de eerste proef zyn van don klop, dien de dompery te wachten staat. Het antiklerikale volk heeft ondervonden hoe machtig het is en het Brokkelministerie, zal de tobbe in, met schoolwet en al, hoezeer Pieter Daens ook zyn best doet om het brok- kelachtig dompers-ministerie vast op zyn pooteu te zetten. 0— Als Pieter Daens in de Kamers aan 't zee veren gaat, luistert schier niemand. Hoe is 't mogelijk, vroegen we aan iemand, die ge woonlijk de Kamerzittingen bijwoont, dat de opstellers van 't beknopt verslag zoo goed de zee vervoeringen van den Schollaert man weergeven. Och, zei hy, dat is niet moeilijk, als zij er een paar woorden van hooren is 't voldoen de, de rest kennen ze van buiten, 't ie altyd koekoek-eenen-zang. 0— Gedurende de schoolvervolging van 1879 was de ergste vervolger, de gemeenste aan rander der officieele onderwijzers Pieter Daens, die in talrijke laffe artikels, die aan wet en-plicht getrouwe mannen beschimpte, en Woeste aanspoorde ze allen zonder onder scheid op straat te werpen. Verleden jaar nog smeekte hy ons die oude koeien niet meer uit de gracht te halen. Nu hy weer openlijk tot de dompers be hoort, verklaart hy slechts zyn plicht te heb ben gedaan en by de eerste gelegenheid te zullen herbeginnen. M. Planckaert wat zegt ge daarvan. Gy. schrijver van Jan VlemincKX, gij die weet dat de schoolvervolging het werk was der bisschoppen en priesters en hunne trawanten hebt nu te kiezen Ofwel gij keurt Pieter Daens goed en ver loochent Jan Vleminckx ofwel gij schaart u aan de zijde van uwen Jan Vleminckx en dan moet gij Pieter Daens en zyne dompers politiek verloochenen. Na de verklaring van het Brokkelministe rie vroeg en bekwam M. Woeste het woord Hy gaf zyne boezemvrienden een verdiende saushy en Schollaert en De Lantsheer be schuldigden elkander in hevige bewoordin gen van onnauwkeurigheden, dat wil in ge wone taal zeggen van leugens. Verder was de redevoering van Woeste nen trispalul van tegenstrijdigheden Immers M. Woeste verweet eerst de kleri kalen den koning onbesuisd en onbeschoft aangerand te hebben, zonder eerbied of ont- van Dynsdag 27 Juni 1911 om 5 1/2 ure namiddag. M. De Nayer vraagt het woord voor aleer de dagorde besproken wordt. Hy wil eenige opmerkingen in 't midden brengen nopens een persoonlijk feit. M. Leveau, zegt hij, heeft in de laatste zitting hier te ver staan gegeven dat ik' van my ne groote macht, die ik volgens hem heb, zou gebruik ge maakt hebben om de kassei te doen leggen voor de fabriek Roos, Geerinckx en De Nayer en die kassei volgens M. Leveau is gansch nutteloos. Ik moet daar protest tegen aanteekenen want ik wist van dat werk volkstrekt niets. Dat tijn noten met hollehens in). Overigens, gaat M. De Nayer voort, die kas sei is zoo nadeelig niet voor de stad als M. Leveau het wel willen zeggen heefthet is de fabriek die er 't grootste paart in betaald heeft en ze heeft bovendien nog grond aan de stad afgestaan. De kassei heeft eene leng te van 200 meters op 8 meters breed, dus eene oppervlakte van 1600 meters vierkant, aan 7 fr. de meter maakt dat 11200 fr. Ewel in die som heeft de maatschappij betaald 6900 fr. en de stad 4300 fr. Bovendien was er daar veel grond weg te voeren en had de stad dat vervoer moeten doen, 't zou haar veel geld gekost hebben, en dien grond ook hebben wy weggenomen. Wat meer is, er is daar nu een goede kaai waar de schepen kunnen lossen, en dat kan aan de stad 300 fr. inkomst per jaar op brengen. Volgens my dus, zegt M. De Nayer, heeft de staa daar een nuttig en voordeelig werk gesticht. M. Leveau t Myn antwoord zal kort zyn zooals M. De Nayer zegt, lag daar voor 't fabriek veel grond, maar zy had dien grond noodig voor het aanvullen van de vloeren in hare nieuwe gebouwen ze heeft dus alle profyt gehad met dien grond by 't werk te vinden dat was dus een groot voordeel voor de maatschappy en niet voor de stad. Wat nu de kassei zelf betreft ik her haal het die is volstrekt nutteloos voor 't al gemeen. Indien ik nu die zaak opgeworpen heb dan is het om de manier van handelen te doen uitschijnen van de stad die kostelijke kasseiën legt waar 't niet noodig is als er nog zoovele andere straten en wegen zyn waar er niet naar omgezien wordt. Voor wat uwe kaai betreft die 300 fr. zou kunnen opbrengen daar is niets van indien er eene kaai is die in goeden staat zou moe ten gesteld worden dan is het degene aan myn huis en aan 't magazijn van den heer Burgemeester en daar wordt niets gedaan. In een woord, M. De Nayer had zulks voor u niet geweest die nuttelooze kassei zou er niet gekomen zyn. M. Eeniaii Terwijl wy daar aan 't fa briek Roos-Geerinckx en De Nayer zyn, vraag ik of 'tniet. mogelijk zou zyn van j neven de brug, een passcrel te leggen, dat zou veel gemak geven aan al 't werkvolk die over water woont. M. M. Leveau en De Windt onder steunen die vraag. M. Geei'oms vraagt ook een passerel aan de Zeebergbrug, M. De Windt Hoeveel beeft de passe rel aan de Sint-Annabrug gekost. En hoe veel zouden de 2 nieuw gevraagde kosten. M. Eeman zegt dat er aan die 2 bruggen heel gemakkelijk middel is om de passerel len teleggen, maar 'k geloof dat er aan de stad een middel zal ontbreken en dat is het geld. In alle geval 't voorstel wordt door M. Eeman op zynen tyd gedaan opdat M. de schepen er bij 't opmaken van zyn budjet voor 1912 rekening zou kunnen van hou den. M. Jlloyersocn Wij zullen de zaak onderzoeken. M. De Burgemeester. Mynheeren we gaan over tot de dagorde De aflos eener grondrente en grondafstanden op 't kerkhof worden toegestaan. Worden achtereenvolgens goedgekeurd de rekening en begrooting van a) Burger wacht b) Werkbeurs e) Academie van Schoone Kunsten d) Muziekschool e) Nyverheidschool en f) Stadsbibliotheek. M. De Windt als tolk van een groep Aalstenaars stelt aangaande de Bibliotheek eenige vragen nopens 't benoemen van een bijgevoegde boekhouder dat er een kuisch inae boekdeelen zou moeten gedaan wor den ten einde de goede en nuttige te behou den en de nietsbeduidende van kant te leg gen ook wegens 't opmaken van een nieu we kataloog dat men 't noodige zou moe ten doen opdat de lezers zouden kunnen gebruik maken van de werken onzer nieuwste en beste letterkundigen dat men beroep zou moeten doen op de medewerking van personen op de hoogte der taak om heel de boekerij eens in orde te brengen. Hij vraagt in een woord eene gansch be hoorlijke inrichting der stadsboekerij, het geen thans veel te wenschen laat. M, Geeroni» als lid der commissie antwoord dat men aan die nieuwe inrich ting bezig is en men zoo gauw mogelijk aan de moeilijksten zal trachten voldoening te schenken. Rekening en Begrooting der Staatsmid delbare Jongens- en Meisjesscholen worden door den heer schepen De Hert voorgelegd. M. De Windt s Vraagt hoever 't zit met de inrichting der Handelsafdeeling in de Jongensschool. Ik heb u, Mynheeren, in eene voorgaande zitting breedvoerig over die kwestie gesproken niemand, denk ik, zal 't nut betwisten dat dergelijke afdee- ling hier in onze handel- en ny verheidstad, kan stichten. Overigens M. de Schepen heeft ons vroeger reeds aangekondigd dat de klassen gereed zyn dus moeten er nog slechts eenige honderde franken kost ge daan worden voor 'taankoopen van 't ma terieel en dat is alles de professoren wor den betaald door den Staat Ge zult dus denk ik het op geen 500 fr. laten steken om die nuttige inrichting tot stand te brengen. M. De Hert t Wij hebben zooveel kosten aan die scholen; we kunnen alles in eens niet doen. M. De Windt Ja, maar 500 fr. is toch niet veel gevraagd. M. De Hert We zullen zien op het laatste van 'tjaar, by 't opmaken van het budjet der stad. Rekening en Begrooting worden goedge keurd alsook het oprichten van nieuwe klassen in de Meisjesscheol en het in staat stellen van den voorgevel der Jongen-s school. Lager Onderwijs Aanneming van de school der Onder wijsstraat (Dames de Marie). M. de Utirgeincesiei' stelt voor die school terug voor 10 jaren aan te nemen. M. Leveau Wy stemmen daartegen de stad moet er voor betalen en ze heeft in die school niets te zien. M. Uloyersoeu De stad betaalt alleen de onderwijzeressen en 2 fr. per kind voor onderhoud we hebben dus in die rekening niets te zien. M. De Windt't Is niet alleen in de rekening, maar zelf in de school hebben wy niets te zien, en voor die reden stemmen wy ertegen. Overigens de regel die gy hier ln Aalst op schoolgebied volgt is tegen de vrij heid van den familievader waarmede gy zoo hoog oplooptgy hebt een reglement ge stemd waaroy de ouders wonende van den eenen kant van den Dender hunne kinderen niet mogen zenden naar de scholen staande langs den anderen kant. De aanneming wordt gestemd katholieken tegen liberalen. Overwelving van den ouden Dender. M. iMoyernoeit deelt het verslag mede opgemaakt over dat werk door 3 ex perten. Er zyn 2 soumissiën de W» Otta voor 136500fr. enDe Mesmaecker voor 144.000 fr.; dit is voor de" overwelving te beginnen aan den Dender (Kemelbrug) tot achter den eigen dom bewoond Jdoor M. Philemon Van den Bulcke. De Staat komt er tusschen voor 1/4, op voorwaarde dat de overwelving gedaan worde tot aan de Caoutchoucfabriek indion ze niet verder gedaan wordt dan tot aan Van den Bulcke dan zal de Staat er tusschen- komen voor 1/4 min 17000 fr. De gemeenteraad moet nu beslissen of er met dat werk dient voortgegaan te wor den. Van uitvoering is er nog geen kwestie. M. De Windt De stadsbeg rooting voor 1911 voorziet voor dat werk 94982,20 fr die som ligt dus nog voorbehouden dus voorde uitvoering van 't eerste deel zal er daarmee^niet genoeg zyn. Indien heel dq

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1911 | | pagina 1