Tentoonstelling
Zondag 2 Juli 1911
Prijs 3 centiemen het nummer
Zesde Jaargang Nummer 27
va» AALST.
Open alle dagen van 9
tot 12 uren en van 2 lot
6 uren.
Inkoniprijs 23 centiemen
uitgezonderd 's Zaterdags
en 's Zondags 10 centiemen.
Liberale Werkmanskring
van Aalst.
Het Schoolprogramma der
Liberale Partij.
Uit den REUZENSTRIJD.
Trispalul van Verklaringen
AALST.
Gemeenteraadzitting
DE VOLKSGAZET
LIBERAAL DEMOCRATISCH WEEKBLAD
Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten
voor de stad, ten kantore'van het blad, Groote Markt, 1, Aalst.
V
VAN HET ARRONDISSEMENT AALST.
Prijs der Annoncen i '-Ï 1 per drukregel
Gewone 15 centiemen
Reklamen 75 centiemen
Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst
Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank de regel.
AALST, 1 JULI 1911.
MAANDAG 3 JULI, Uitstap naar
Charleroi. Vertrek uit Aalst, ten 6,30
uren, ontvangst te Charleroi door de
Liberale Vrienden ten 9 uren, bezoek
aan de Tentoonstelling en aan de stad,
vertrek uit Charleroi ten 8,30 uren
avonds.
DINSDAG 4 JULI, ten 9 uren
's avonds, Volksbal in Concordia
Ingang vrij voor iedereen, mits den
gewonen geringen inkmprijs van 20
centiemen.
I
Er zijn geen erger dooven dan die
niet hooren willen. M. Daensis een
dier onverbeterlijke dooven, die zich
de ooren toestopt en ze toegestopt
houdt zo«dra men de schoolkwestie
aanraakt. Wat men ook zegge, hij
blijft doof.
Na in de Kamers de zoo klare en
prachtige redevoeringen te hebben
gehoord van de heeren Huysmans en
Denis, Franck en Roger,Van de Velde
en Mechelynck. gaat M. Daens voort
te beweren, dat de liberale partij in
zake onderwijs geen programma heeft.
Ziedaar eene onwaarheid waarmede
onze klerikale tegenstrevers onbe
schroomd hun geweten belasten, maar
welke het noodzakelijk is te vernieti
gen, opdat het kiezerskorps zich niet
in dwaling late brengen.
Ik wil dus nogmaals zoo beknopt
mogelijk het programma der antikle
rikale partijen in zake onderwijs sa
menvatten.
II
In zake onderwijs betracht de libe
rale partij het bereiken van een dubbel
doel 1) de best mogelijke inrichting
van het openbaar onderwijs en 2) de
verwezenlijking van den leerplicht.
Voor het bereiken van dit dubbel
doel, vraagt de liberale partij twee
van elkander wel onderscheiden wet
ten i)Eene organische wet op het
openbaar lager onderwijs, 2) eene wet
op het verplicht onderwijs.
III
Wat moet de organische wet op het
lager officieel onderwijs zijn Ze
moet zijn wat de Grondwet wil dat
ze wezen zou.
De constituante van 1830 verkondigt
daarover als volgt haren wil Het
onderwijs is vrij, elke voorloopige
hinderlijke maatregel is verboden.
Het openbaar onderwijs, gege
id ven op de kosten van den Staat
wordt insgelijks door de wet gere-
geld.
Om dus te voldoen aan den wensch
en den wil der grondwet moet er eene
wet worden gemaakt welke het open
baar onderwijs regelt en inricht op de
kosten van den Staat, maar welke op
volstrekte wijze de vrijheid van onder
richt eerbiedigt.
De liberale partij wil dus eene orga
nische wet op het lager officieel on
derwijs, zij wil in alle gemeenten vol
doende openbare scholen inrichten,
aan het hoofd dier scholen bekwame
onderwijzers plaatsen, met een ernstig
diploma in stede van een vodden-cer
tificaat, onderwijzers waarvan de op
leiding en de mentaliteit geen confes
sioneel karakter hebben, die de opinie
der bevolking eerbiedigen en die jaar
wedden en pensioenen genieten in
overeenkomst met hunnen stand en
waardigheid de liberale partij wil
dat d$ orgaqische wet een studiepro
gramma bepale volgens de vereischten
van onzen tijd.
Deze wet zou zich alleen bezig hou
den met het openbaar onderwijs, dat
wil zeggen met de officieele scholen
welke een openbaar karakter hebben
en toegankelijk zijn voor de kinderen
van al de Belgen, zonder onderscheid
van denkwijze of belijdenis.
Wat het privaat onderwijs betreft,
de organische wet op het onderwijs
hoeft er volstrekt geen rekening van
te houden want zij zou op dit punt
geheel tegenstrijdig worden met de
grondwet. Het is gansch zeker, dat
eene wet welke het vrij onderwijs zou
willen inrichten en regelen de Grond
wet openlijk zou verkrachten.
Het is eveneens onbetwistbaar dat
eene wet die de inrichting van het
vrij onderwijs ten laste zou leggen
van den Staat enveneens strijdig zou
zijn met de constitutie, hetgeen men
echter niet verwarren moet met de
bevoegdheid en de macht welke de
Kamers hebben het vrij onderwijs te
helpen of aan te moedigen door het
toekennen van subsidien, welke door
hunne natuur zelve niet verplichtend
zijn en door de Constitutie onderwor
pen zijn aan de voorwaarde eener jaar-
lijksche stemming.
De liberale partij wil dus eene orga
nische wet op het lager onderwijs,
welke beantwoordt aan de eischen der
Belgische Grondwet en waarvan de uit
slag zou wezen, de inrichting in ons
land van een officieel onderwijs zoo
uitgebreid en volmaakt mogelijk, en
welke uit eerbied voor de vrijheid van
onderwijs, zich in niets menge zou in
het privaat onderwijs.
Jules RENS,
Volksvertegenwoordiger
Over Leerplicht in liet volgend
nummer.
O—
In Oktober 1905 hebben de Aalsterscke
kadodders de 25° verjaring gevierd van 't uit
breken van den schooloorlog van '79. Cieske
Fiks heeft die feestviering beschreven in een
werk, dat door de stad, in grooten getal, is
aangekocht om uitgedeeld te worden als
pr\jzen aan de leerlingen der gemeente
scholen.
Op de 35 en 36 bl., van het boek drukt
CiesKe Fiks een artikel over van Klokke
Roeland, nummer verschenen den 14 Ok
tober 1905. In dat artikel lezen wy Eene
tweede hulde welke men niet zal vergeten,
hopen w\j, is eene hulde aau M. P. Daens,
die waarljjk, met zijnen Werkman de ziel
was van den weerstand tegen Piet den
Grafmaker, Suisse Bara, enz.
Wij hooren nog het liedje van M. Petrus
dreunen
Hij zal zijn vlag afgeven,
De geus met al zijn helsch lawyt I
En 't katholiek zal leven, v
Ja leven voor altijd.
Wie zal de artikels opsommen doorM.
Daens in het licht gezonaen tegen het libe-
raai goevernement
Wie, de liedjes, die hij dichtte en deed
weergalmen door heel het Ylaamsche
land
Wie kent de stukjes niet, die hij schreef
en welke overal werden opgevoerd
Hij was onuitputbaar en deelde zynen
geestdrift mee aan ouden en jongen, aan
burger en werkman, aan meester en
knecht..,.
HULDE
driemaal hulde aan den ouden Kamper 1..»
Eenigen tijd geleden deelde de Volksgazet
eene brok mede uit Plancquaert's,(een hoofd
man der Daensistenpartij,) meesterlijk werk
Jan Vleminx, waarin de schrijver op
zulke welsprekende wyze de harteloosheid,
't volkomen gemis aan gevoelen van recht
vaardigheid, de onbarmhartigheid aan de
kaak stelt waarmede, van 1879 tot 1884, de
oorlog tegen de gemeenteonderwijzers werd
gevoerd. Myn vader, altyd zoo eerlijk en
zoo braaf, bemind door elkeen, werd wel-
dra als de slechtste kerel der gemeente
voorgesteld zyn vroegere vrienden beza-
gen hem niet meer kinderen beledigden
hem de beste menschen gebaarden hem
niet te zien doch 't grootste gedeelte zag
hem aan met spottende of honende
blikken.
Dat was 't lot, 't rampzalig lot van den
armen dorpsonderwijzer te dien tyde. En dat
lot, aan wie, waaraan hadden de plichtge
trouwe ambtenaren het te danken Aan
dagbladschrijvers van 't gehalte van M.
Petrus Daens, aan hunne artikels, hunne
liedjes, hunne stukjes, aan hunnen geest
drift men weet wat dit woord beduidt
welken zy wisten mee te deelen aan
ouden en jongen, aan burger en werk'
man, aan meester en knecht....
Wy lezen nog, in dat boek, op bl. 64 en
65Tot in de nederigste woningen wist
(sic) vader en moeder aan hunne kinder-
kes te herhalen, wat al een groot nadeel
een goddeloos onderwijs zoude te weeg
brengen aan huisgezin, vaderland en
kerk.
«terwijl De Werkman en 't Lan<l
van Aalst, welke toen nog op de rech-
te baan waren, echt meesterlijk het volk
bewerkten.
De uitgever-opsteller van die twee bladen,
M. Petrus Daens, thans volksvertegenwoor
diger, werd dan ook, met zoovele andere
heethoofden, aangesteld als lid van de kleri
kale Stedelijke Schoolraad (1879) onder
't bestuur van deken De Blieck.
Op bl. 69, schrijft Cieske Fiks verdernog:«Ja
achtbare Heeren... Van Impe, Daens,.. wy
bewonderen de vrome daden welke gij
pleegdet. Uwe namen zullen door het na-
geslacht gezegend worden 1
Wie was die Van Impe die met M. Petrus
vereerlykt wordt in dat boek Niemand
anders dan de te fameuse Pië Van Impe, als
dan directeur van de bischoppelyke kost
school van Gysegem, die deel uitmaakte van
den decanalen schoolraad voor 't bestrijden der
officieele scholen en dio, later, nog a vrome
daden pleegde waarover Cieske Fiks geen
woordje rept. pro causa, niet waar, Eer-
weerde schrijver
Deze laatste, op zelfde bl. 69, voegt, ach
ter den naam van M. Daens, de volgende be
merking Wy betreuren dat de heer Pie-
ter Daens tegenwoordig de katholieke
werking tegenstreeft en bevecht. Laat ons
hopen dat hy weldra tot inkeer kome
Uwe hoop is verwezen tl ijkt, Cieske M.
Daens is «tot inkeer» gekomen, en Pië
Daens is weer een goeié katholiek geworden
gelyk Pië Van Impe het steeds gebleven is.
Embrassons nous, Folleville
A. P.
Het Brokkelministerie van de Broqueville
is voor de Kamers verschenen met eene ver
klaring, welke niet anders bevat dan brok
keling van beloften en stoef
Geen woord over de vereenvoudiging der
kieswetten.
De kloosterschoolwet blyft aan de orde
van den dag.
Te beter, laat de klerikalen maar het volk
tarten en den kloeken jan uithangen, zooveel
te eer zal het klerikale kraam in duigen
vallen.
0—
Wy willen de gelijkheid van alle Belgen
voor de wet. Al de antiklerikalen zyn het
eens om te zeggen wy eischen gelijkheid
voor het volk, wy eischen de verdwijning
van het bedriegersstelsel, zoo niet moeten
de klerikalen buiten in al de groote anti
klerikale steden van het land.
voor de opperste onzer grondwettelijke
instellingen, het koningdom.
Dan deed hy een beroep op de eendracht
der dompersom onze grondwettelijke instel
lingen te beschermen tegen de antiklerika
len, en voor God en geloof.
M. Daens was de eenige volksvertegen-
oordiger, die M. Woeste toejuichte, daarna
sloop hy de Kamer uit.
0
Woensdag der verledene week, geleek de
Kamer op eene jaarmarkt, gelijk Het Land
van Aelst zegt.
En vermits er op elke jaarmarkt nen tan
dentrekker behoort, kroop Pieter Daens op
de tribuun en deed te midden van 't rumoer
ook eene verklaring, een kwakzalversboni-
ment, nen trispalul van leugens en ezela-
ryen.
De Torquemada der school ver volging ver
klaarde nooit tegen de officieele onderwijzers
te hebben geschreven enz.
We zullen 's kwakzalvers geheugen by
tyd watopfrisschen. Als de kiesstrijd begint,
welke zal gevoerd worden op de onderwijs
kwestie zullen we Pieter Daens volgen op al
zyne meetingen, met eene verzameling van
zyne gazetten onder den arm.
Uit haat tegen de officieele onderwijzers
Verfoeide hy de geleerdheid
Beledigde hy dén koning in smaadvolle ar
tikels en brieven
Beledigde hy de ministers en volksverte
genwoordigers, die het eerst den leerplicht
en de beperking van den kinderarbied voor
stelden
Juichte hij de hatelijke priesters toe die
brave christenen op den hondenhoek deden
begraven
Jubelde als ongelukkige slachtoffers der
vervolging door fanatieken werden mishan
deld
Beschuldigde hy de officieele onderwijzers
dat ze in hunne scholen toekomstige dieven
en inbrekers vormden
Wenschte de afschuwèlyke pastoors ge
luk, die preekten, dat de moeders liever
hunne meisjes aan de ontucht moesten pry's
geven, dan ze naar eene officieele school te
zenden.
Op elk zyner meetingen zullen wy al die
mooie dingen voorlezen.
't Zal u eene aangename en zoete herinne
ring zyn niet-waar Mijnheer Pieter Daens.
De dompers verklaren stoutmoedig, dat
z|j het volk, de groote meerderheid van het
Belgisch volk uitdagen, dat ze de gelijkheid
niet zullen verleenen.
t Is te nemen of te tuimelen. De over
eenkomst der antiklerikalen te Gent, moet
de eerste proef zyn van don klop, dien de
dompery te wachten staat.
Het antiklerikale volk heeft ondervonden
hoe machtig het is en het Brokkelministerie,
zal de tobbe in, met schoolwet en al, hoezeer
Pieter Daens ook zyn best doet om het brok-
kelachtig dompers-ministerie vast op zyn
pooteu te zetten.
0—
Als Pieter Daens in de Kamers aan 't zee
veren gaat, luistert schier niemand. Hoe is
't mogelijk, vroegen we aan iemand, die ge
woonlijk de Kamerzittingen bijwoont, dat de
opstellers van 't beknopt verslag zoo goed
de zee vervoeringen van den Schollaert
man weergeven.
Och, zei hy, dat is niet moeilijk, als zij er
een paar woorden van hooren is 't voldoen
de, de rest kennen ze van buiten, 't ie
altyd koekoek-eenen-zang.
0—
Gedurende de schoolvervolging van 1879
was de ergste vervolger, de gemeenste aan
rander der officieele onderwijzers Pieter
Daens, die in talrijke laffe artikels, die aan
wet en-plicht getrouwe mannen beschimpte,
en Woeste aanspoorde ze allen zonder onder
scheid op straat te werpen.
Verleden jaar nog smeekte hy ons die oude
koeien niet meer uit de gracht te halen.
Nu hy weer openlijk tot de dompers be
hoort, verklaart hy slechts zyn plicht te heb
ben gedaan en by de eerste gelegenheid te
zullen herbeginnen.
M. Planckaert wat zegt ge daarvan. Gy.
schrijver van Jan VlemincKX, gij die weet
dat de schoolvervolging het werk was der
bisschoppen en priesters en hunne trawanten
hebt nu te kiezen
Ofwel gij keurt Pieter Daens goed en ver
loochent Jan Vleminckx ofwel gij schaart
u aan de zijde van uwen Jan Vleminckx en
dan moet gij Pieter Daens en zyne dompers
politiek verloochenen.
Na de verklaring van het Brokkelministe
rie vroeg en bekwam M. Woeste het woord
Hy gaf zyne boezemvrienden een verdiende
saushy en Schollaert en De Lantsheer be
schuldigden elkander in hevige bewoordin
gen van onnauwkeurigheden, dat wil in ge
wone taal zeggen van leugens.
Verder was de redevoering van Woeste
nen trispalul van tegenstrijdigheden
Immers M. Woeste verweet eerst de kleri
kalen den koning onbesuisd en onbeschoft
aangerand te hebben, zonder eerbied of ont-
van Dynsdag 27 Juni 1911
om 5 1/2 ure namiddag.
M. De Nayer vraagt het woord voor
aleer de dagorde besproken wordt. Hy wil
eenige opmerkingen in 't midden brengen
nopens een persoonlijk feit. M. Leveau, zegt
hij, heeft in de laatste zitting hier te ver
staan gegeven dat ik' van my ne groote macht,
die ik volgens hem heb, zou gebruik ge
maakt hebben om de kassei te doen leggen
voor de fabriek Roos, Geerinckx en De
Nayer en die kassei volgens M. Leveau
is gansch nutteloos. Ik moet daar protest
tegen aanteekenen want ik wist van dat
werk volkstrekt niets. Dat tijn noten met
hollehens in).
Overigens, gaat M. De Nayer voort, die kas
sei is zoo nadeelig niet voor de stad als M.
Leveau het wel willen zeggen heefthet is
de fabriek die er 't grootste paart in betaald
heeft en ze heeft bovendien nog grond aan
de stad afgestaan. De kassei heeft eene leng
te van 200 meters op 8 meters breed, dus
eene oppervlakte van 1600 meters vierkant,
aan 7 fr. de meter maakt dat 11200 fr. Ewel
in die som heeft de maatschappij betaald
6900 fr. en de stad 4300 fr. Bovendien
was er daar veel grond weg te voeren en
had de stad dat vervoer moeten doen, 't zou
haar veel geld gekost hebben, en dien grond
ook hebben wy weggenomen.
Wat meer is, er is daar nu een goede kaai
waar de schepen kunnen lossen, en dat kan
aan de stad 300 fr. inkomst per jaar op
brengen.
Volgens my dus, zegt M. De Nayer, heeft
de staa daar een nuttig en voordeelig werk
gesticht.
M. Leveau t Myn antwoord zal kort
zyn zooals M. De Nayer zegt, lag daar
voor 't fabriek veel grond, maar zy had dien
grond noodig voor het aanvullen van de
vloeren in hare nieuwe gebouwen ze
heeft dus alle profyt gehad met dien grond
by 't werk te vinden dat was dus een groot
voordeel voor de maatschappy en niet voor
de stad. Wat nu de kassei zelf betreft ik her
haal het die is volstrekt nutteloos voor 't al
gemeen. Indien ik nu die zaak opgeworpen
heb dan is het om de manier van handelen
te doen uitschijnen van de stad die kostelijke
kasseiën legt waar 't niet noodig is als er
nog zoovele andere straten en wegen zyn
waar er niet naar omgezien wordt.
Voor wat uwe kaai betreft die 300 fr. zou
kunnen opbrengen daar is niets van indien
er eene kaai is die in goeden staat zou moe
ten gesteld worden dan is het degene aan
myn huis en aan 't magazijn van den heer
Burgemeester en daar wordt niets gedaan.
In een woord, M. De Nayer had zulks
voor u niet geweest die nuttelooze kassei
zou er niet gekomen zyn.
M. Eeniaii Terwijl wy daar aan 't fa
briek Roos-Geerinckx en De Nayer zyn,
vraag ik of 'tniet. mogelijk zou zyn van
j neven de brug, een passcrel te leggen, dat
zou veel gemak geven aan al 't werkvolk
die over water woont.
M. M. Leveau en De Windt onder
steunen die vraag.
M. Geei'oms vraagt ook een passerel
aan de Zeebergbrug,
M. De Windt Hoeveel beeft de passe
rel aan de Sint-Annabrug gekost. En hoe
veel zouden de 2 nieuw gevraagde kosten.
M. Eeman zegt dat er aan die 2 bruggen
heel gemakkelijk middel is om de passerel
len teleggen, maar 'k geloof dat er aan de
stad een middel zal ontbreken en dat is het
geld. In alle geval 't voorstel wordt door
M. Eeman op zynen tyd gedaan opdat M. de
schepen er bij 't opmaken van zyn budjet
voor 1912 rekening zou kunnen van hou
den.
M. Jlloyersocn Wij zullen de zaak
onderzoeken.
M. De Burgemeester. Mynheeren
we gaan over tot de dagorde De aflos eener
grondrente en grondafstanden op 't kerkhof
worden toegestaan.
Worden achtereenvolgens goedgekeurd
de rekening en begrooting van a) Burger
wacht b) Werkbeurs e) Academie van
Schoone Kunsten d) Muziekschool e)
Nyverheidschool en f) Stadsbibliotheek.
M. De Windt als tolk van een groep
Aalstenaars stelt aangaande de Bibliotheek
eenige vragen nopens 't benoemen van een
bijgevoegde boekhouder dat er een kuisch
inae boekdeelen zou moeten gedaan wor
den ten einde de goede en nuttige te behou
den en de nietsbeduidende van kant te leg
gen ook wegens 't opmaken van een nieu
we kataloog dat men 't noodige zou moe
ten doen opdat de lezers zouden kunnen
gebruik maken van de werken onzer
nieuwste en beste letterkundigen dat men
beroep zou moeten doen op de medewerking
van personen op de hoogte der taak om
heel de boekerij eens in orde te brengen.
Hij vraagt in een woord eene gansch be
hoorlijke inrichting der stadsboekerij, het
geen thans veel te wenschen laat.
M, Geeroni» als lid der commissie
antwoord dat men aan die nieuwe inrich
ting bezig is en men zoo gauw mogelijk
aan de moeilijksten zal trachten voldoening
te schenken.
Rekening en Begrooting der Staatsmid
delbare Jongens- en Meisjesscholen worden
door den heer schepen De Hert voorgelegd.
M. De Windt s Vraagt hoever 't zit
met de inrichting der Handelsafdeeling in
de Jongensschool. Ik heb u, Mynheeren, in
eene voorgaande zitting breedvoerig over
die kwestie gesproken niemand, denk ik,
zal 't nut betwisten dat dergelijke afdee-
ling hier in onze handel- en ny verheidstad,
kan stichten. Overigens M. de Schepen
heeft ons vroeger reeds aangekondigd dat
de klassen gereed zyn dus moeten er nog
slechts eenige honderde franken kost ge
daan worden voor 'taankoopen van 't ma
terieel en dat is alles de professoren wor
den betaald door den Staat Ge zult dus
denk ik het op geen 500 fr. laten steken om
die nuttige inrichting tot stand te brengen.
M. De Hert t Wij hebben zooveel kosten
aan die scholen; we kunnen alles in eens
niet doen.
M. De Windt Ja, maar 500 fr. is toch
niet veel gevraagd.
M. De Hert We zullen zien op het
laatste van 'tjaar, by 't opmaken van het
budjet der stad.
Rekening en Begrooting worden goedge
keurd alsook het oprichten van nieuwe
klassen in de Meisjesscheol en het in staat
stellen van den voorgevel der Jongen-s
school.
Lager Onderwijs Aanneming van de
school der Onder wijsstraat (Dames de
Marie).
M. de Utirgeincesiei' stelt voor die
school terug voor 10 jaren aan te nemen.
M. Leveau Wy stemmen daartegen
de stad moet er voor betalen en ze heeft in
die school niets te zien.
M. Uloyersoeu De stad betaalt alleen
de onderwijzeressen en 2 fr. per kind voor
onderhoud we hebben dus in die rekening
niets te zien.
M. De Windt't Is niet alleen in de
rekening, maar zelf in de school hebben wy
niets te zien, en voor die reden stemmen wy
ertegen. Overigens de regel die gy hier ln
Aalst op schoolgebied volgt is tegen de vrij
heid van den familievader waarmede gy zoo
hoog oplooptgy hebt een reglement ge
stemd waaroy de ouders wonende van den
eenen kant van den Dender hunne kinderen
niet mogen zenden naar de scholen staande
langs den anderen kant.
De aanneming wordt gestemd katholieken
tegen liberalen.
Overwelving van den ouden Dender.
M. iMoyernoeit deelt het verslag mede
opgemaakt over dat werk door 3 ex perten.
Er zyn 2 soumissiën de W» Otta voor
136500fr. enDe Mesmaecker voor 144.000 fr.;
dit is voor de" overwelving te beginnen aan
den Dender (Kemelbrug) tot achter den eigen
dom bewoond Jdoor M. Philemon Van den
Bulcke.
De Staat komt er tusschen voor 1/4, op
voorwaarde dat de overwelving gedaan
worde tot aan de Caoutchoucfabriek indion
ze niet verder gedaan wordt dan tot aan Van
den Bulcke dan zal de Staat er tusschen-
komen voor 1/4 min 17000 fr.
De gemeenteraad moet nu beslissen of er
met dat werk dient voortgegaan te wor
den. Van uitvoering is er nog geen kwestie.
M. De Windt De stadsbeg rooting
voor 1911 voorziet voor dat werk 94982,20 fr
die som ligt dus nog voorbehouden dus
voorde uitvoering van 't eerste deel zal er
daarmee^niet genoeg zyn. Indien heel dq