Zondag 17 September 1911 Prijs 5 centiemen het nummer Zesde Jaargang Nummer 38 Zondag 1 October. Pensioenbond van Aalst. M. Daens. HI. Hons. De Kloosters. Puntjes op <le 1. DAAROM SI. Daens. til. <leRelluine. Iels uil de Volkswil Hunne kandidaten. VOLKSGAZET LIBERAAL DEMOCRATISCH WEEKBLAD Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, Aalst. VAN HET ARRONDISSEMENT AALST. a Gewone 15 centiemen i,,,!,,»,») Prijs der Annoncen j Reklamen 75 centiemen j L B Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst Vonnissen op de derde bladzijde, 2 Irank de regel. Aalst, i*i September t91i. Inhuldiging der Vlag van den Ouderlingen Bijstand Eerbied en Recht voor Allen, afdeeling 'van den Liberalen Werkmanskring te Aalst. Die vlag wordt den Onderlingen Bijstand geschonken door den Eere voorzitter GuSTAAF LEVEAU. Denzelfden dag inhuldiging der Vlag van het Verbond der Liberale Wijk- clubben der stad Aalst hen geschon ken door de Liberale Associatie. Ten 61/2 uren Volksbanket voor al de leden onzer liberale instellingen en wijkclubs. Inschrijving 1,75 fr. Maandelijüsche storting Zondag 17 September in Concordia van 10 tot 11 uren voormiddag. Door sommigen wordt er naar 't hoofd der liberalen geslingerd, dat ze jegens den heer Pieter Daens een par tijhaat voelen en dat ze dien bot voe ren door laster en verwijtingen. De Volksgazet lastert en verwijt hem ge durig, zeggen ze en M. Daens verdient dat niet want hij heeft veel voor 't volk gedaan hij spreekt gedurig in de Ka mers en hij staat altijd op de bres, ter wijl M. Rens nooit of zelden het woord voert, dat verklaren de verde digersvan M. Daens. Vooreerst we denken niet den heer Daens te lasteren en te verwijten wan neer we hem zijn zeven waarheden zeggen en wanneer we hem zijn laatste anti-volksgezinde stemmingen en han delwijze onder den neus wrijven. Langs nen anderen kant bekennen wij volgaarne dat M. Daens niet on werkzaam is, dat zijn klapkraam in de Kamers gedurig openstaat en dat hij over alle kwestiën medepraat, klinkt het niet zoo botst het, maar hij heeft dan toch geklapt en dat is genoeg voor de eenvoudige menschen die weinig redeneren en die denken dat de volks vertegenwoordigers die meest praten het meeste nuttig werk verrichten. En nochtans aan M. Daens verkiezen we toch nog voor wat de vruchtdragende werkzaamheid van eenen volksverte genwoordiger betreft onzen député M. Rens wel is waar hij komt in alle besprekingen niet tusschen, hij babbelt en zeevert niet over alle kwestiën, hij heeft de pretentie niet begaafd te zijn met algemeene kennissen, hij stelt zich niet aan als eenen alweter, maar we weten toch dat al degenen (en hun getal is groot) die zich persoonlijk tot hem hebben gewend, altijd met raad en daad door hem werden bijgestaan, en, we weten ook wanneer hij éene zaak aanvangt, hij in 't voordeel van 'tal- gemeen er de verwezenlijking in de wetgevende Kamersvan doordrijft, dat hij die werkingdoet na grondige studie en overleg en na zich verzekerd te hebben dat hij alle opwerpingen die de tegen strevers van zijn voorstel zouden kun nen doen, met goedgesteunde en ge zonde redenen zal kunnen afweren en bevechten. M. Rens is geen grootspre ker, hij zoekt niet de populariteit door het doen van redevoeringen die mis schien heel schoon zijn en die de kiezers plezier aan doen, omdat ze over hunne stoffelijke belangen handelen, maar die toch maaraltijd woorden blijven, indien ze niet gevolgd zijn van welgestudeer- de wetsvoorstellen. M. Rens houdt noch aan parade noch aan schijn, ter wijl hij er langs andere zijde prijs aan hecht zijn mandaat op vruchtdragende en ernstige wijze te vervullen mis schien heeft M. Daens een andere ge dachte over de plichten en de zending van een volksvertegenwoordiger en denkt hij dat de manier waarop hij zijn mandaat uitoefent, beter geschikt is om hem 't vertrouwen en de genegenheid der kiezers te doen winnen dat is een kwestie van opvatting en misschien ook wel van politieke eerlijkheid. De ern stige menschen laten we daarover oor- deelen, doch we bestatigen dat in de sectien der Kamer, waar alle ernstige wetsvoorstellen grondig behandeld en besproken worden, M. Rens reeds me nigmaal als verslaggever werd aange duid, terwijl M. Daens sinds hij in de Kamers fe/e// ,nog NOOIT de eer aangedaan werd als verslaggever over d'een of d'ander kwestie aangesteld te worden. Is dat misschien een bewijs van zijne algemeene kennissen en van den prijs dien zijne collegas uit de Ka mers aan zijne groote bekwaamheid hechten? In alle geval,'t is weinig ver- eerend voorde klapzieke M. Daens en wij zien er ook het bewijs in zooals het overigens nog al dikwijls gaat, dat de grootste praters niet altijd de grootste werkers zijn. Op dit oogenblik weeral is M. Rens de verslaggever van het wetsvoorstel dat handelt over den Huisarbeiddie kwestie strekt zich uit over de belangen van honderde dui- Zende werklieden 'tis een der voor naamste voorstellen betrekkelijk de arbeidende klas die sinds 1830 in de Belgische Kamer werd gedaan en onze liberale volksvertegenwoordiger M. Rens, omdat zijne kollegas der midden sectie vertrouwen stellen in zijne ken nissen en zijne werkzaamheid, werd als verslaggever dier uitgebreide kwes tie benoemd. Daarop mag hij fier zijn en we zijn het voor hem. Terwijl hij in zijn bureel uren en dagen lang zal werken en studeeren ten voordeele van honderde duizende werklieden, vrouwen en kinderen, zoo wel van den buiten als van de stad, zullen er anderen zijn die eenige hol klinkende en gemakkelijke redevoerin gen zullen uitspreken, waarmede ze de lichtgeloovige kiezers en de gapers de oogen zullen uitsteken en hun vertrou wen zullen verschalken, om ze allengs- kens, maar zeker, in de klauwen der fanatieke en volksvijandige klerikale partij te behouden. Tist de Wrijver van Lede heeft dan toch somtijds gelijk wanneer hij zegt De wereld wilt gewreven worden. Er zullen altijd eenvoudige men schen zijn die dat zullen slikken Het schoot ons*niet van nut ontbloot, na de betooging van Leuven, waar de katholie ke partij liet blykendat ze nog immer bereid is hare schoolwet door te drijven en aan den Staat de kosten van het klooster-onderwys op te dringen, een oogenblik de aandacht onzer lezers op den geest der kloosters te vestigen. Wat het kloosterleven kenmerkt is de schroom voor den geest der eeuw en de af keer voor het maatschappelijk leven, de gedurige bekommering om een bestaan liernamaals, en het streven naar eene zon derlinge volmaaktheid, die gansch overeind staat met wat het gemeen der stervelingen betrachten. De eerste kloosterlingen zyn de wereld ontvlucht om aan de beproevingen en de bekoringen te kunnen weerstaan. Mits lich te opofferingen hebben zij aan den gewonen levensstrijd verzaakt. Zij hebben buiten de samenleving, eene andere maatschappij ge sticht, die beweerd heeft zich aan de gewone regels en wetten to onttrekken meer nog, die maatschappij heeft zich boven de andere verheven gewaand, zij is hare tegenstreef ster geworden en heeft denk-en handelwij zen aangenomen die in strijd met de hare zijn. Wat de klooslergeest bij zijne opkomst was dat is hy gebleven, niettegenstaande de tegenstrijdigheden en de schreeuwende on gerijmdheden welke hu ten toon spreidt. De afgrond, met opzet door de kloosterlin gen tusschen hen en de eeuw gegraven, is nooit gevuld geweest. De leek, wiens ideaal het is een vry man te wezen, bevestigt gedurig züne persoon lijkheid, zijn wil, zijn verstand. Hy werkt om zyn rechtvaardig deel in de aardsche goederen te bekomen. Hy verzekert de voortplanting van zyn geslacht, hy offert zich aan zijne familie, aan zyn kroost. Hij bekent lasten en plichten te hebben tegen over de zijnen, tegenover zijne medeburgers, tegenover zijn land en de menschheia. Hij doet het mogelijke om de levensvoorwaarden hier op de aarde te verbeteren, hy zoekt de waarheid door de kracht zijner denkvermo gens, daar waar zy genaakbaar is, door zijne navorschingen, gesteund op ondervin ding hy ondervraagt de natuur. Hij wil dat het recht de persoonlijke ver antwoordelijkheid tot grondslag hebbe, dat elk zelf de straf zyner misdaden of de beloo ning zyner verdiensten drage. Voor hem moet de vrijheid van ieder mensch geerbie- digd worden overal waar ze deze van een ander niet krenkt of do algemeene rust niet stoort. Zyn ryk is van deze wereld hy stelt zich ten doel er het lijden te verbannen en er het welzijn te verspreiden. Zoo is het, wan neer het een geloovige geldt, dat hy zich in beeldt aan de inzichten aer voorzienigheid te beantwoorden en wanneer hy niet gelooft, zoo is het dat hy denkt zyn plicht te doen. Heel wat anders is het met den kloosterling gesteld. Voor hem heeft het leven hier op aarde hoegenaamd geen belang in begin sel, ten minste. Het telt voor weinig of niet. het is gansch ondergeschikt aan het raadsel achtig leven hier namaals en bygevolg aanziet hy het lijden en derven op deze we reld als het opperste goed. Hy staat zyne persoonlijkheid af, zyn wil, zyn verstand, al zyne vermogens, wier ontwikkeling aan an deren zooveel heil verschaft. Hy onderwerpt zich blindelings aan de regels van zyn orde en aan het gezag van zijn overste. En zoo ook bedwingt hy de kracht zyner natuurlijk ste gevoelens en neigingen Hy erkent geen familie meer, geen geboortestad, geen ander vaderland dan zijn klooster. Familiale-, burgerlijke-, maatschappelijke plichten bestaan er voor hem niet, niet meer dan de verplichting zijn geest te vormen en te ontwikkelen. Hy veracht het huwelijk, hy veracht de grondregels der zedeleer en der menschelyke rechtvaardigheid want hij gelooft aan de weerkeerbaarheid der ver diensten en beweert eens anders zonden door den overvloed zijner deugden te kunnen wegnemen. Door dat gedurig verkrachten van de ge zonde rede, vervalt hij in de zonderlingste gemoedsgesteltenis en paait zich met de or;- begrypelijkste geloofstelsels, droombeelden zonder overeenkomst noch samenhang. Zijne onderwerping is verborgen ydelheid, een heimelijke overtuiging van overwicht op de andere menschen die leven op den mesthoop der eeuw. Zijne slaafsche onderwerping is slechts een vorm van den hoogmoed van zijn ras, want overal doet zijn heerschzucht zich voelen. II In schyn ontrekt hy zich aan de wereld, hoewel hij hem wil wetten stellenen gedurig zijn invloed wil opdringen. Hy heeft belofte gedaan van eeuwige armoede en toch zoekt hij anders niet dan voor zijn kloosterde ryk- dommen op een te stapelen, waarvan de kloosterlingen in gemeenschap genieten en welke zy tot de bijzondere doeleinden van de kloosterorde aan wenden De liefdadigheid zelf is een middel van werking en dwang want ze is nooit belang loos, en dient altijd om de gewetens te rich ten en er dwang op uit te oefenen. Zijne belofte van zuiverheid is maar al te dikwijls de dekmantel van schandige onre gelmatigheden en geheime eerloosheden. En wanneer, by uitzondering, zyne orde hem eens toelaat zich met een verdienstelijk en nuttig werk op te houden, dan is het maar als eene toegeving aan het mensch- dom, zonder betrek met de grondregels van zijn kloosterleven. Kort.de pater staat tegenover den leek, zooals het klooster tegenover de wereld. En wanneer men dan eens de kloosterbe volking van naby bespeurt dan doet men spoedig de overtuiging op, dat. ze byzonder- lijk gevormd is, door het uitschot der samen leving, mannen die zich aan het leven der eeuw onttrokken hebben, niet omdat het hunner onwaardig was, maar veeleer om dat ze niet op de hoogte ervan waren. De besten onder hen zijn die bloedende harten, in (Jen levenstryd gewond, die de noodige kracht niet bezaten om aan de sla gen van het lot het hoofd te bieden, en die dan in het stille klooster eene veilige schuil plaats hebben gezocht tegen de smarten, de teleurstellingen, de ontgoochelingen, die anderen hebben weten te overmeesteren. Dan komen de onbekwamen, die in het kloosterleven bijzonderlijk een gemakkelij ker levensbaan gezien hebben dan deze van de wereld, eene loopbaan zonder lasten, zon der zorgen noch plichten, .eene loopbaan die, in ruiling van afstanden waar zekere ka rakters zich licht naar schikken, hun toelaat hun leven in stil niets-doen te slyten en hun, op den koop toe, de eeuwige gelukzaligheid verzekert. Voegt daarbij eenige heerschzuchtigen aangetrokken door de geheime macht waar toe dit leven soms diegenen leidt die er hoo- gere ambten bekomen en do massa der eenvoudig verachterden, der zwakzinnigen of fanatieken, welke door vrome invloeden of door overspannen godsdienstzin naar het klooster gedreven werden, eenvoudige ver- stootelingen der natuur, welke men gemak kelijk aan hunne bijzondere tronie erkent. De kloosters nu, hebben ten allen tijde aan hunne winstgevende werkzaamheden van alle slag, ook het onderwijs gevoegd, omdat zy, strijdende krachten der kerk, daar een middel in gezien hebben om het wereldlijk, wetenschappelijk onderwijs, dat de geesten niet aan banden legt te bestryden een mid del om het verspreiden der wetenschap te stremmen, ze te vervormen en ze aan hare dogmas te onderwerpen. Dit toont ons klaar genoeg de onafgebro ken stryd tusschen wetenschap en godsdienst gedurende de middeleeuwen en tot op onze aagen En de vraag die heden gesteld wordt, is te weten of het aan die ongezonde en dweep zieke maatschappij is, in stryd met de natuur en met de wereld, dat we de vorming gaan overlaten van den geest, van het geweten, van het hart der toekomende geslachten, en ze laten doordringen door haar jammerly ken geest of de Staat haar gaat betalen meer nog dan vroeger, om hen de grondstel lingen te leeren bestryden en verachten waarop gansch de maatschappelijke orde berust. NeenWy vragen de verdwijning der kloosters niet 1 Het zyn, op den dag van he den, nuttige keurgestichtenHet is daar dat tal van individuen, naar geest vervallen en ontaard, verteeren en, by gebrek aan nage slacht uitsterven, en zoodoende min kwaad veroorzaken dan door zich in de wereld te verbreiden. Maar wat wy willen,'t is dat die bijzondere samenleving zich schuil houde in ae plaats welke ze zich zelve heeft gekozen, dat zy er leve door hare middelen en de hulp harer vrienden en bewonderaars en dat ze hare noodlottige werking niet kome uitoefenen op onze maatschappij en de jonge geslachten doordringen van naren verderfelyken geest en hare ellendige gedachten Land van Aelst en Werkman gaan oort met hunnen baas te doen door gaan als een martelaar, als het slacht offer der vervolgingsvvoede van de li beralen. Nu, het dient gezegd en herhaald, die bladen, wanneer zij dat zeggen, wringen de waarheid den nek om zij schrijven de waarheid zooals de historische romanschrijver van hun mengelwerk die, revolvers in de han den steekt van roovers die leefden ten tijde van Rubens. Noch broodroof, noch vervolging is er gepleegd ten nadeele van M. Daens; de liberalen hebben niet gepoogd er te zijnen nadeele te plegen, omdat brood roof en vervolging klerikale wapens zijn en geene liberalen. M. Daens, politieke dagbladschrijver en volksvertegenwoordiger, is een man zijne politieke daden en werken zijn blootgesteld aan de kritiek wil hij die kritiek ontvluchten hij moet ook vaarwel zeggen aan de politiek immers, zonder kritiek geene beoor deeling, zonder beoordeeling geene kie zing De liberalen hebben er zich bij be paald de politieke daden te bespreken van M. Daens, zoo als het hun recht was zij hebben den politieken levens wandel van dien heer van dichtbij nagegaan, onderzocht en besproken, zooals het hun recht was, en zij zijn tot het besluitsel gekomen dat hij, als volksvertegenwoordiger, verraad heeft gepleegd tegenover de volkszaak, te gen de princiepen van vrijheid, tegen over vele andere princiepen voor de welke priester Daens gestreden en ge leden heeft. Het was hun ontegen sprekelijk recht zulk besluitsel te ne men, zooveel te meer daar talrijke kristene demokraten, en niet van de minste, tot het zelfste besluitsel zijn gekomen. In 't privaat leven van M. Daens hebben wij niet te treden, ook zijn wij er buiten gebleven en 't zou ons niet de minste moeite kosten van hem te getuigen, dat hij een voorbeeldig echt genoot en huisvader is en hij in zich bevat alles wat er noodig is om van hem een perfecte kwezelaar te maken. Arabi Pacha. De XX* Sièclehet orgaan var. het katholiek ministerie, is eens rechtzin nig. In zijn nummer van Vrijdag 8 Sep tember lezen wij De politiek in gemeentebestuur, dat is de pest, dat is 't verval na korten tijd 1 Sinds 39 jaren heeft Aalst een be stuur dat door cn door politiek is, dat slechts voor de polit ek leeft en welke politiek De kleingeestigste, de onbe- schaamdste, de onverdraagzaamste, de overmoedigste welke men kan uitden ken De politiek eener koterie, de po litiek van mannen die hunne partij hebben verraden uit hoogmoed, uit heerschzucht, en vooral uit winstbe- ijg Dat politiek bestuur is sinds 1872 aan 't roer in onze stad. En korten tijd nadien was 't verval reeds daar. De geldleeningen volgden elkander snel op, nieuwe lasten^kwa- men de eene na de andere en de voor naamste familiën verlieten de stad. De aankomst van eene liberale min derheid, in 1903, heeft het verval nog eenigzins kunnen tegenhouden. Doch, moest deze controol verdwijnen en de bokkenkliek weer gansch alleen mees ter worden op 't stadhuis, men zou 't verval zien hernemen met den dag want de zegepraal der koterie zou eene nieuwe vlucht bokkengieren op de stadskas zien afkomen. En daarom is 't dat talrijke katho lieke burgers, wier belangen in gevaar verkeeren maar die vooral afschuw hebben van kleingeestigheid, onbe schaamdheid, onverdraagzaamheid en overmoed, er aan gedacht hebben en misschien er nog aan denken met eenen afgescheiden lijst op te komen en uit ganscher harte wenschen dat er eene sterke minderheid de katholieke meerderheid op 't stadhuis blijve con troleeren en, als 't nood doet, be teugelen. Uit een verslag dat AL Petrus Daens destij ls in zijn Land van Aalst liet verschijnen over 't proces onzer stadskaster Rechtbank te Pendermon- de, knippen wij 'r volgende Ontvanger Van den Bossche, als gij daar op 't Bat kske zit, met schande, als uw familie wegkruipt in 'ne poel van smart en angst, het is de schuld van Baron Leo Bethune door zijn akkumulatie van ambten het is kolossaal ze spreken van den Draak met 7 koppen, maar hier is 't de man met 14 ambten, hij zit in de Kamer, hij is sekretaris van de Congo, aspirant-ambassadeur, kom- missaris of bestuurlid in 8 a 10 naam- looze maatschappijen, Voorzitter van den Werkmanskring, hij moet zijn eigene aanzienlijke cigendom- men bestieren en dit wilt daarbij nog Schepene van Aalst zijn. Ci bokko trop, zegt de Waal, 't is te zeggen Men kan niet blijven drinken zonder zat te worden... Met zijn kiezerslijs- ten kwam M. Bethune aan 't Hof van Assisen en nu ziet hij zijn stads- kas in het Dievenkarreken en op het strafbanksken. De kloekste en bekwaamste man van de Wereld kan al d'ambten niet oppassen die de jonge tengere Baron bekleedt. Die te wijd gaapt, verrekt zijn keel. We begrijpen heel goed, en 't contra rie zou er veel verwonderen, dat zooals men ons gezegd heeft, M. Karei baron de Béthune zijn medekandidaat M. Pieter Daens in zijn hart niet draagt en dat hij indien hij kon, hem naar alle duivels zou wenschen. Hoe wilt ge dat die mannen elkander betrouwen en samen iets goeds ver richten Een van de verdedigers van den 2d<u katho lieken lijst schryft in de Volkswilhan delende over de Gemeentekiezing In alle geval ik ben toch niet zeer haastig om over onze stad te spreken. Onze stads- werkers, och arme, te weinig om te leven en te veel om te sterven, onze policie is slecht betaald, men maakt Kemel brug- gen, krommestraten, men legt kalseiae langs wegen die geen uitloop hebben en den Boulevard-wildernis spant de kroon. De kiezerslijsten, de gaz, de stadskas zoo arm als Job, ik moet erover zwygen of De Volkswil ware te klein. Wie heeft in de Gemeenteraad de belan gen der stadswerk!ieden verdedigd, en opslag van hun loon gevraagd De liberalen! Wie li- ft don opslag van loon en «le ver betering van il'-n toestand der policie bewerkt De liberalen Wie heeft verbetering der wegenis in het algemeen gevraagd aan wie is de vernieuwing op Schaerbeek van het kalseiken on 't Beekveld te danken Aan de liberalen Wie heeft in de Gemeenteraad de nutte- looze geld verkwisting aangeklaagd van de kassei die voor 't, fabriek van den cc Boer looptDe liberalen Wie heeft de stadsbelangen grondig en voet per voet verdedigd by de bespre king van de Gaskwestie? Is het M. de Bethune Kommissaris van de gas maatschappij of zijn broêr Wéér, de liberalen alleen Wie heeft op 't stadhuis den financieëlen toestand onderzocht en hem aan de Aalstenaers blootgelegd De libera len De liberalen alleen hebben al die kwestiën en veel andere behandeld en dank zy hun is heel de bevolking op de hoogte van den bestuurlijken toestand der stad. De mannen van den 2,k" katholieken lyst weten daar weinig over mèe te praten want hun gazet zelf vindt het geraadzaam over al die punten te zwygen. Hewel onze mannen, de liberalen willen daar niet over zwygen en wt dagen de katholieke kandidaten uit met' M. M. Daensde BethuneGhysselinchx en Ver- haegen aan 't hoofd, dat ze in een openbaar debat den geldelyken toestand der stad met cijfers zouden komen bewijzen dan toch zullen ze aan 't kiezerskorps doen zien dat ze op d'hoogte zyn der zaken die ze in den Gemeenteraad willen gaan verdedigen Wij lezen in De Dageraad, 't week blad van Mijnheer den baron Louis de Bethune Aan do manier van Poll tc houden en aaa den keus der kandidaten hangt alles af, Volksjongens moet men hebben, en geen» perruchen die uit hunne voilère of van hun stoksken niet cn komen Is dut. nu een ge. dacht, moeten gekozen wuiden en naar

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1911 | | pagina 1