OKAPI HEEFT EEN GIRAF!
BIJNA DRIEHONDERD MATCHEN VOOR HERMAN VAN KEER
TIEN JAAR TERUG SCHREEF MEN:
14.9.1973-
Een tweede Robert Braet is hij niet geworden, al hadden de dirigenten van het
voetbalploegje uit Herdersem dat stiekem gehoopt. Herman Van Keer, een ellenlange
jongen uit de gemeente, had de gestalte en nog een stuk of wat decimeter meer dan de
legendarische Bruggeling. U weet wel Braet was een boom van een vent, met de
grijpklauwen van een heel klein bulldozerke. Met één hand plukte hij de hoge
voorzetten die voor zijn goal dwarrelden
Lang heeft de carrière van "doelman" Van Keer niet geduurd. Herman, nu 31,
kapitein, en nog altijd een onvervangbare pion op het schaakbord van Eerste
Nationaler Sunshine Aalst, ruilde de "zwarte trui met de hoge boord" voor een
basketshirt.
Het begon eigenlijk heel toevallig aan de boord van een terreintje een poosje blijven
kijken hoe. enkele handige jongens steeds maar ballen door de ring gooien, zelf
opgemerkt worden omdat hij letterlijk met kop en schouders boven iedereen
uittorende, en eindigen met "ja" te zeggen toen hem gevraagd werd of hij het zelf eens
niet wilde proberen Zeventien was Herman Van Keer toen hij voor de allereerste
keer trainde. Basket was toen nog niet wat ze intussen geworden is. Eerder een
stiefsportje, in ons land een beetje genegeerd door de "grote joemalistiek" en
veroordeeld tot de allerlaatste pagina's van de krant. In zaal spelen was toen het
voorrecht van enkele groten. De kleintjes waren wat blij dat ze links of rechts over een
terreintje onder de blote hemel beschikten.
Intussen heeft zich een hele evolutie voltrokken. Bepaalde clubs kunnen in stedelijke
of gemeenteÜjke sporthallen terecht. Andere gingen te rade bij fans die in de
portefeuille tastten, en knutselden aan grote of kleinere zalen om er hun spelers in
order te brengen en de supporters van deze spektakelsport een kijkzitje te bezorgen.
Sunshine heeft onderdak, doch men wordt er een beetje weemoedig bij als men
vaststelt dat een stad als Aalst nog steeds op DE gebeurtenis wacht het bouwen van
een eigen kompleks waarin alle binnenkamersporten terechtkunnen en dat het Mekka
kan worden van iedereen die zich aan basket, volleyhandbal, tennis en noem maar op,
interesseert.
PRINCIPES.
Groot was hij, Herman Van Keer.
Vandaag ontdekt men "jonge reuzen" al
heel vroeg. Niet alleen grote clubs, zoals
Sunshine er intussen een geworden is,
trekken piepjonge tienertjes aan en leiden
ze op provincialers weten eveneens dat
een gezonde jeugdpolitiek onontbeerlijk
is. Herman was, vertelden we al, reeds
zeventien toen hij voor de eerste keer met
basket gekonfronteerd werd. Dat een bal
rond is, was zowat het enige wat hij over
deze discipline wist. Hard en individueel
oefenen onder de kompetente leiding van
de toenmalige nationale trainer Staes, was
de enige remedie om deze volslagen leek
een beetje bij te schaven en hem
vertrouwd te maken met de elementairste
begrippen over de techniek van deze
sport. Herman Van Keer is een doorzet
ter. Als hij eenmaal voor iets gewonnen is,
gaat hij recht op zijn doel af. Dan sloopt
hij met de handen een muur als het moet.
Onafgebroken, dag na dag heeft de
h.Staes zijn leerling aangepakt, gedemon
streerd, hem dribblings en worpen laten
uitvoeren en raad gegeven.
Eén seizoen speelde Herman bij de
scholieren. Even mocht hij ook met het
fanionteam op het terrein. Als kennisma
king. Dat gebeurde tijdens de allerlaatste
match van dat debuut-seizoen. Okapi, dat
was de naam van de club, zakte uit Vierde
Nationale en moest volgende winter
opnieuw naar de provinciale afdeling.
Die Oostvlaamse kampagne was voor de
Herdersemse reus de aanloop tot een
lange loopbaan en meteen stak er al een
titel in. Het verblijf in "lagere regionen"
bleef tot het allerstrikste minimum
beperkt.
GOEDE KAMERADEN
Het Okapi uit het begin der zestiger jaren
was een groepje kameraden. Namen?
Francis Van der Steen, Mare Cornelis,
Carlos Corthals, Paelinck, Frans Verhulst,
Jan De Neve, Frans Van Driessche, Jef
Troch, Frans Van Parijs De meesten
ontwapenden. Als speler alleszins, want
Frans Verhulst is nu trainer-coach van de
ploeg en Frans Van Parijs coacht de
invallers. Jan De Neve is clubsekretaris,
Paelinck jeugdtrainer en er zijn nog meer
anciens die rechtstreeks met het wel en
wee van Sunshine te maken hebben.
Een vriendenkring is het vroegere Okapi
de hele tijd door gebleven. Aan de top
wisselden de posities en sedert 1972 heeft
men een nieuwe sponsor. Zelfs de
voorzitter, de heer Waltniel, zit nog niet
zo heel lang in de praeseszetel.
Spelers gaan en komen. Het is moeilijk
doorduwen naar het hoogste niveau. En
als men er is, wentelen de seizoenen zo
vlug dat men vroeger op zijn retour is dan
men ooit had gevreesd.
Herman Van Keer heeft verschillende
kollega's weten klimmen en dalen. Som
migen omdat de jaren wogen, anderen
omdat ze door de steile opgang van de
club, opgang die in rekordtijd naar 's
lands hoogste afdeling leidde, werden
verrast in Eerste Nationale is alleen
plaats voor echt talent of voor gestalte. Er
is een wisselwerking tussen beide de
grote jongens hebben een specifieke
opdracht, de kleinere hazewinden en de
supertechniekers eveneens.
DOORBIJTEN.
Herman Van Keer, daar zijn alle insiders
het er roerend over eens, is geen sierlijke
speler. Niet de man waarvan men zegt dat
hij druipt van dè "klasse". Wie hem ziet
evolueren krijgt eerder de indruk dat die
reus alles een beetje hoekig doet, een
tikkeltje onhandig. Iedere vogel zingt
zoals hij gebekt is wie destijds Yashin
onder het doelhout van de Russische
voetbalploeg zag staan, vroeg zich af wat
speciaals er aan die slungelachtige vent
was. Tot hij de handen uit de npuwen
moest steken en een onuitgegeven save
lie,t bewonderen. Van Keer is geen
showman; zo haalt hij nooit een Harlem
Globetrottersgag uit. Doch hij is efficiënt.
Hij weegt als lood op de tegenstander.
Om te weten wat hij voor Sunshine
betekent, volstaat het dat hij er toevallig
niet bijloopt. Zoals vorig jaar tegen
Fleurus, de rode lantaarn. Eén enkel
keertje moest de Herdersemmenaar ver
stek laten gaan. Hij stak met griep en een
behoorlijk aantal graden koorts tussen de
wol. Uitgerekend die avond heeft ieder
een, zowel medespeler, coach als suppor
ter, aangevoeld dat er een schakel
ontbrak, dat men Herman Van Keer
miste.
Van sommigen wordt beweerd dat ze met
een basketbal in de handen geboren
werden. Met Van Keer liep het helemaal
anders de basketsport heeft hem ont
dekt, heeft hem naar zich toe gehaald
zonder dat de man zich zelf ooit
aangetrokken voelde tot de "grote onbe
kende". Doch eenmaal overtuigd van zijn
mogelijkheden, is hij bijna als een
negeerde hij. En slechts één enkele maal
liep de blonde reus er niet bij. Zoals u
weet, vorig seizoen tegen Fleurus. Als
"center speler" inkasseert hij nochtans
meer dan op zijn beurt rake meppen.
Enkele weken geledén plofte een vuist of
een elleboog pardoes tegen zijn neus. Het
bloed gulpte uit de wonde, doch Van
Keer wilde niet naar de bank, laat staan
naar de kleedkamer. Tot iemand hem met
een truukje weglokte "Je kon wel eens
leegbloeden", mokte men. En zeggen dat
het een doorweekse vriendenmatch be
trof
Over die harde kontakten met de
tegenstanders spreekt Herman Van Keer
niet graag. Hij is trouwens geen prater.
Wel vertelt hij dat het moeilijk optornen
is tegen de ingewekenen, de uit Amerika
overgewaaide broodspelers. Hij is niet
eens kwaad omdat de bond beslist heeft
dat de clubs het voortaan, of althans dit
seizoen, met één buitenlander moeten
rooien.
Klappen krijgen? Herman Van Keer weet
er alles van. Vroeger inkasseerde hij en
zweeg. Maar met de jaren komt de
routine "Je moet je kunnen verdedi
gen", zegt hij, "iemand pijn doen is niet
mooi en allesbehalve sportief, doch onder
de ring kun je niets meer forceren als je je
Sponsor Luc Stevennick met Herman Van Keer en voorzitter
Waltniel
geobsedeerde aan het werk geslagen. Geen
inspanning was te zwaar, geen training te
lang. Lopen, fietsen, turnen in de dode
periode juni-juli-augustus rustte Herman
nooit. Men ontmoette hem ergens op een
fietspad, of in het park. Voor zijn
grenzeloze moed en zijn onmetelijke inzet
stond iedereen in bewondering. En
misschien ligt in die keiharde zelfdiscipli
ne, die Spartaanse levenswijze, zijn
geheim begonnen als onhandige dilletant
en provincialertje beklom hij alle treden.
Tot hij "Eerste Klasse" bereikte en er niet
alleen bleef, doch vorig jaar zelfs
doorstootte tot de top werd hij
geselekteerd om met het team van de
nationale liga België in Israël te vertegen
woordigen.
DRIEHONDERD MATCHEN.
Gespreid over een twaalftal seizoenen
heeft Herman Van Keer er bijna 300
kompetitiematchen opzitten. In het fa
nionteam. Want dat hoeft gezegd nooit
verdween hij uit de basisploeg. Kwetsuren
niet schrap zet. In het dolle van de strijd
bega je willens nillens fouten zonder dat
je het zelf beseft".
Of je eruit vliegt met vijf fouten of
minstens een paar keren de hand omhoog
moet steken tijdens de match, hangt
vooral van de wedstrijdleiders af "Na
men citeren doe ik niet graag, doch er zijn
refs die breed "arbitreren" die fluiten
pas als het echt niet door de beugel kan.
Anderen onderbreken om de haverklap
het spektakel. Ik meen dat het er voor
een scheidsrechter vooral op aankomt
intuitief te voelen welke richting de
wedstrijd uitgaat. Hij moet voelen hoe
strak hij de teugels moet aanspannen.
Spelers moeten beschermd worden tegen
kerels die alle fair-play opzij gooien
omdat puntenoogst, en de daaraan
verbonden winstpremie, alles domineert.
Bepaalde refs vertolken hun rol uitste
kend. Alles hangt af van hun persoonlijke
opvattingen, hun temperament, refleks,
leiderseigenschappen en talent. Je kan
vooraf zeggen bij dit duo (want in
basket zijn er steeds twee scheidsrechters)
mag je al wat meer doen, of voor die
fluitjesmannen is oppassen geboden.
VREEMDELINGEN
Het Belgische basket is de jongste jaren
een dankbaar afzetgebied voor vreemde
spelers geworden. De meeste inwijkelin
gen komen uit de States en vooral de
inbreng van kleurlingen is belangrijk
geweest. Er doen veel verhaaltjes over die
gelukzoekers de ronde. Gezegd wordt dat
de meesten pierewaaiers zijn, krekels die
de hele zomer zingen en spotten met de
sparende mier. Nachtvlinders die het geld
door de vingers laten glijden en na een
langere of kortere loopbaan berooid op
de keien zullen staan, niettegenstaande
het maandgeld dat ze gooiend en
smashend verdienen, in de duizenden
loopt.
Of het allemaal zo erg is? Ik meen dat je
alles met een korreltje zout moet nemen.
Als in een straat één dronkaard woont,
zijn alle anderen daarom zuiplappen?
Waarschijnlijk verzeilden in ons land ook
zo jongens die hier een aards paradijs
ontdekten. Die pas 's avonds ontwaken en
na een nachtje-uit een lange dag de tijd
hebben om te maffen. Naar de training
gaan en hun wedstrijd spelen, achten ze
voldoende om hun check te wettigen. Ik
geloof dat dit eerder uitzonderingen zijn.
Neem nu de Tchjek Krivy die destijds
voor Okapi baskette. De man was
technisch ingenieur en vergenoegde er
zich niet mee met een bal te gooien. Hij
had overdag zelfs een lonende betrekking.
En Eaton, de blanke Amerikaan die dit
seizoen Sunshine omhoog moet helpen
tillen. Hij blijkt de goeie mentaliteit te
bezitten. Dat konkludeer je trouwens uit
de voorbeeldige fisiek van deze knaap.
Bovendien ként hij niet alleen basket hij
spreekt er ook graag over. Een bewijs dat
hij het ernstig meent.
VERTROUWEN
De meeste Belgische clubs zoeken gestal
te. Die vinden ze bij de "lange"
buitenlanders. Sunshinevoorzitter Walt
niel, perfekte van de tongriem gesneden,
diplomaat en met een goeie kijk op de
situatie, al denkt hij zichzelf graag weg
omdat, zo beweert hij althans, eerder laat
in de ban van de "spektakulairste aller
sporten" geraakte, heeft vertrouwen in
zijn eigen reuzen "Wij zoeken geen grote
buitenlandse centerspeler zoals de andere
Belgische clubs. Wij hebben vertrouwen in
onze hoogopgeschoten jongens. Als we
het lijstje met de achttien Sunshinekern-
spelers overlopen, dan bedoelde hij
daarmee waarschijnlijk Herman Van den
Broeck (2.02 meter), Marcel Van de Keer
(1,95) en de onvergankelijk Herman
Van Keer. Een boom van 2,04 meter.
De Sunshinepresident ziet in Eaton
veeleer een spelmaker. Een spelmaker die,
tussen haakjes, behoorlijk hoog opwipt en
met beide handen de bal door de ring kan
smashen.
Voelt Herman Van Keer zich niet een
beetje de stilaan uitgebluste veteraan in
dat piepjonge Sunshinegezelschap?
Slechts de van Eural overgenome "keizer"
Steveniers en hijzelf zijn ouder dan dertig.
De leeftijd van alle andere schommelt
tussen achttien en tweeëntwintig.
"Nee, uitgeblust helemaal niet. Al wordt
het van jaar tot jaar wat moeilijker om als
een kluizenaar voor de sport te leven. De
rol lossen doe ik niet. Doch zoals vroeger
de drie dode zomermaanden elke dag als
een beginneling trainen, is voltooid
verleden tijd. Ik moet even op adem
kunnen komen, me een poosje kunnen
ontspannen, gewoon niet aan basket
denken om achteraf weer balhongerig te
worden."
Herman Van Keer maakt ieder seizoen
een "kwade periode" door. Hij wordt dan
een beetje apatisch, wat basketmoe
"Alle sportbeoefenaars worden het al
eens beu. Je moet er je gewoon overheen
zetten en dan loopt het weer los. Lang
duurt die inzinking bij mij nooit. Ik heb
trouwens altijd op de tanden moeten
bijten in het leven, waarom zou ik me dan
laten gaan? Een prononstieker is Van
Keer niet. Aan een dertiger mag men
vragen hoelang hij zich op het hoogste
niveau hoopt te handhaven "Ik durf er
gewoon geen jaartal opzetten. Ik hoop er
nog een poosje mee door te gaan. Zolang
ik voel dat het gaat, denk ik gewoon niet
aan stoppen. Als de club meent dat ze me
gebruiken kan, zal ik ze nooit in de steek
laten."
KENSCHETSEND.
Het oordeel van voorzitter Waltniel over
Herman Van Keer, de "ancien" van
Sunshine? "Eerlijk gezegd, vooraleer ik
eerst bestuurslid en later praeses van
Sunshine werd, had ik alleen horen praten
over basket. Een vriend introduceerde
me, en al zijn mijn dagen druk bezet, op
een goeie dag zat ik er tot over het hoofd
in. Tot en met. Beklaagd heb ik het me
niet, ik ben zelfs gelukkig dat het toeval
me een handje toestak. Dat betekent
meteen ook dat ik de evolutie van
Herman Van Keer niet heb meegemaakt.
Ik weet dat hij vooral een doorzetter is.
En een trouwe vriend voor iedereen
waarin hij gelooft. Hij is ook nergens
gekompliceerd zijn spel is helder en
doorzichtig, zonder linke streken, zonder
achterbakse truukjes. Sommigen proberen
de scheidsrechters met geniepige foutjes
om de tuin te leiden. Als Herman de
spelregels overtreedt, gebeurt dat nooit
met opzet het gebeurt eerder onopzette
lijk. En precies daarom is het voor de ref
niet moeilijk om hem in die schaarse
momenten op fouten te betrappen. Van
Keer is als mens iemand die zegt wat hem
op het hart ligt. Hij spreekt nooit in
orakeltaal, je weet wat je aan hem hebt".
Kenschetsend voor die trouw van Herman
Van Keer en voor zijn geloof in anderen is
het feit dat hij er nooit heeft aan gedacht
zijn geluk elders te gaan zoeken. Hij is
vergroeid met zijn club. Sinds zijn debuut
leeft hij ervoor.
OKAPI HEEFT EEN GIRAF.
Het moet in 1960 of 61 geweest zijn.
Herman Van Keer was een leergraag
debutantje. Voor de basketsport te Aalst
was de ontdekking van die jonge Herder
semse reus een heel evenement. Een
fotograaf schoot toen een kiekje van hem.
In zijn krant plaatste hij volgend -onder
schrift bij dat "lichtdrukmaal" "Okapi
heeft nu ook een giraf".
Raker kon dat lokonische zinnetje niet
zijn. Zijn gestalte was op dat ogenblik
Van Keer's enige kwaliteit. Nu, meer dan
een decennium later, is het overduidelijk
dat hij bij het vroegere Okapi en het
huidige Sunshine geschiedenis hielp schrij
ven. Zijn uitstekende defensieve rol, zijn
gevreesde en onhoudbare haakworp, zijn
grenzeloze clubliefde en onvoorwaardelij
ke inzet hebben van hem een "figuur"
gemaakt.
De driehonderste kompetitiematch van
Herman Van Keer zal niet onopgemerkt
voorbij glijden. Ergens in het achterhoofd
van de dirigenten broeden plannen. Wat
het die avond allemaal wordt blijft
voorlopig geheim. Herman zelf hoopt dat
zijn vrienden en hijzelf het feest zullen
inzetten met een denderende zege
M.VAN HAUWERMEIREN.