Schepen Van den EedeDirk Martensherdenking heeft blijvende invloed
v.u.
VRIJE TRIBUNE
B.S.P.
C.V.P.
K.P.
P.V.V.
Waarom droeg papa zijn
autogordel met, mama?
De redaktie heeft het recht deze teksten in te korten
VERNEDERLANDSING
BEDRJFSLEVEN
De Nederlandse Kultuurraad
gooide een steen in de
franskiljonse kikkerpoel. Er is
veel gekwaak omdat de Vlaam
se parlementariërs, zonder on
derscheid van partij, het de
kreet stemden op de verneder
landsing van het bedrijfsleven.
Voortaan moet in alle gemeen
ten van het nederlandstalig
gebied onze taal worden ge
bruikt, niet alleen voor alle
akten en bescheiden van de
ondernemingen, maar ook in
de sociale betrekkingen tussen
de werkgevers en de personeels
leden. Hiermede valt het laatste
bolwerk van de taalvervreem-
ding. Het is duidelijk, wie in
Vlaanderen arbeiders, bedien
den en kaders tewerkstelt, moet
ook hun taal gebruiken. Dege
nen die hun arbeid verkopen
aan de bezitters van voort-
brengstmiddelen worden echter
nog op een andere manier
vervreemd, nl. van hun eigen
persoon, in hun eigen waarde.
Want terwijl zij door hun
handen of met hun geest de
goederen en dus de rijkdom
voortbrengen, hebben zij noch
medezeggenschap, noch kon-
trole op het ekonomisch gebeu
ren. Daarom moet men verder
gaan dan het opheffen van de
taalvervreemd ing en moet ook
de arbeiderskontrole en de
demokratie in de ondernemin
gen worden ingesteld. Dit is
een klassenkwestie. De ekono-
misch machtigen verdedigen
hun voorrechten. De socialisti
sche strijd beoogt de afschaf
fing van alle voorrechten en de
instelling van de ekonomische
demokratie. De eerste stap
daartoe is de arbeiderskontrole,
de tweede het zelfbestuur in de
ondernemingen.
Nixon heeft gewaarschuwd voor
petroleumtekort. Vooral Euro
pa dient er rekening mee te
houden. In Engeland heeft men
reeds rantsoenbons gedrukt
voor elke eventualiteit. Zij die
van het Ibramco-projekt een
politiek schandaalwapen tegen
de BSP hebben willen maken,
moeten nu inbinden. Want het
blijkt nu overduidelijk dat de
socialisten gelijk hadden een
openbare Belgisch-Iraanse pe-
troleumraffinaderij te willen tot
stand brengen. De rechtse
partijen en kranten wierpen
zich hals over kop op de vorm
van het beheersorgaan. In feite
mikten zij. op het openbaar
karakter van Ibramco dat nu
eens geen oliemaatschappij in
de handen van de kapitalis
tische monopolies zou zijn. Dit
is niet naar de zin van degenen,
vooral de liberalen, die het
moeten hebben van de kapita
listische ekonomie. Zij zullen er
met handen en voeten voor
wroeten opdat Ibramco er
ofwel niet komt ofwel verplicht
wordt zich uit te leveren aan de
gevestigde oliemagnaten. Wij
zeggen: de gemeenschap neemt
beter zelf een deel van haar
petroleumbevoorrading in han
den, waardoor zij meteen zelf
inzicht krijgt in de prijsvor
ming dan alleen te vertrouwen
op de kapitalistische olie
concerns.
B. VAN HOORICK
V olksvertegen woord iger
C.V.P. KONGRESSEERT
In de loop van oktober wijdt de
CVP een nationaal kongres aan
het buitenlands beleid van ons
land. De drie tema's van dat
kongres vrede en veiligheid,
Europa, ontwikkelingssamen
werking zullen vooraf op de
arrondissementele kongressen
worden besproken. In het
arrondissement Aalst heeft dat
kongres trouwens" plaats op
5 oktober te Burst.
Men kan zich de vraag stellen
of een klein land als België wel
een buitenlandse politiek moet
hebben. Het begrip «klein
land» is vrij relatief. Met zijn
bijna 10 miljoen inwoners
bekleedt België een vrij eervolle
plaats onder de onafhankelijke
staten. Wanneer men echter
het bruto nationaal produkt
per hoofd van de bevolking als
maatstaf neemt, dan prijkt ons
land mede bovenaan. België is
lid van de «club van tien» rijke
landen en heeft dan ook een
stem in dat beperkt cenakel,
waar over de monetaire wereld
problemen wordt gediskus-
sieerd.
België is lid van talrijke
internationale organisaties,
zoals de U.N.O., de N.A.V.O.,
de E.E.G., om ons tot de drie
voornaamste te beperken en op
elk terrein heeft het tot nog toe
een aktieve rol vervuld, o.m. bij
het opstellen van het Verdrag
van Rome dat is gebeurd onder
leiding van P.H. Spaak of bij
het voorstel van zijn opvolger
P. Harmei om in het Atlantisch
Bondgenootschap voortaan
meer de nadruk te leggen op
het element ontspanning.
De evolutie op wereldvlak is de
laatste jaren vrij groot geweest.
Het tijdperk van de «koude
oorlog» is ten einde gelopen. De
betrekkingen tussen de grote
wereldmachten werden genor
maliseerd; naast de Verenigde
Staten en de Sovjetunie zijn er
nieuwe machtecentra bijgeko
men zoals China, Japan en
West-Europa; er is een ernstig
streven aan gang om de
spanning op het Europees
kontinent te milderen zowel
door het ijveren voor een reële
ontwapening in Europa als
voor betere menselijke verhou
dingen in de landen van het
Oostblok; de Westeuropese
landen zijn verenigd in een
ekonomische unie, maar heb
ben nog geen politieke eenheid
gevonden; de kloof tussen
Noord en Zuid, tussen de
relatief rijke industrielanden en
de arm blijvende ontwikke
lingslanden wordt, alle goede
voornemens ten spijt, ieder jaar
groter; de multinationale on
dernemingen worden met de
dag een groter wordend gevaar
voor een normale werking van
de demokratie enz...
«De wereld is tot één groot en
onderling afhankelijk geheel
uitgegroeid. De gebieden waar
het nog mogelijk is om via het
nationaal beleid een reële greep
op het verloop der dingen te
hebben, worden steeds maar
kleiner. We leven in een
tijdperk waarin een stijgend
aantal beleidspunten een inter
nationale dimensie vertonen.
Hubert VAN WAMBEKE
Arrond. Voorzitter
DE LIKWIDATIE VAN DE
BLIECK
Ook een voor ons gewest zo
belangrijke zaak als de opslor
ping van een driekwarteeuw
oude onderneming, verdwijnt
tegenwoordig zeer snel uit de
pers. Wij willen er nochtans
nog eens op terugkomen, ter
gelegenheid van een bijkomen
de verklaring van de h. De
Blieck, omtrent de redenen
waarom zijn bedrijf niet kon
blijven bestaan.
In 1940, zo zegt hij, bestonden
in België 1100 brouwerijen, in
1950 nog 665, en vandaag nog
slechts 187. Oorzaken van deze
evolutie? De h. De Blieck
somde op: dumpingsprijzen in
bepaalde verkoopcentra, on
draaglijk zware last van publi
citeitscampagnes, prijzenstop
die voor de kleine brouwerijen
ongunstig is. Tegenover de
grote produktieprijzen, die veel
hoger liggen (vergelijk een
bottelarij van 16.000 flessen
met een van 40.000 of zelfs
72.000), en de regeringen die aa
de grote ondernemingen be
langrijke financiële hulp geven,
waar de kleine niet moeten op
rekenen.
Sommige ondernemingen kun
nen inderdaad zeer goed
leefbaar gemaakt worden, en ze
zijn voor het land van groot
belang, maar dan moeten de
maneuvers van grote trusts of
financiële groepen doorkruist
worden. Men denke bijv. aan
de zaak LIP in Frankrijk, die
zo zeer in het nieuws kwam
omdat de werkers bewijzen
brachten dat hun bedrijf
leebaar is, terwijl de regering
laat begaan.
Want dat is juist zo belangrijk
in de staatssteun met gemeen
schapsgelden. Naarmate de
manier waarop men ermee
omspringt, vertraagt men of
versnelt men het proces, geeft
men het privé- of het algemeen
belang de voorrang. En in een
land zoals het onze, met een
flink deel van de regeerders die
zich de onze noemen, hoeft
men niet eens de vraag te
stellen in wiens voordeel dat
afloopt. Want kontrole is er
niet en wanneer een volksverte
genwoordiger of senator vragen
stelt, dan stuurt men hem
wandelen.
Voor de brouwerijen van enig
belang, die over een tiental
jaren in ons land misschien nog
een handvol zullen zijn, wel
licht op hun beurt bedreigd of
gekontroleerd door multinatio
nale ondernemingen, zal het
misschien wel een prettige tijd
zijn geweest, maar voor de
gemeenschap verkwist geld.
Het is daarom dat wij de
gedachte wel kunnen toejui
chen om met staatsgeld een
grote brouwerij voor het Aal-
sterse te redden, maar voor ons
zullen er waarborgen moeten
zijn en kontrole, én omtrent de
tewerkstelling, én omtrent de
tijdspanne tot de volgende
operatie-
Zoniet zou al dat geld tenslotte
flink enkele multinationale
kolossen hebben gediend, en
dan lijkt het ons beter terug te
grijpen naar een programma
punt van de vakbonden en dat
men weer schijnt te vergeten:
wanneer het privé-initiatief
tekort schiet, kunnen de ge
meenschapsgelden beter ge
bruikt worden voor het oprich
ten van bedrijven door de staat
en de arbeidersbeweging ge
kontroleerd.
Wat nog zo dom niet was!
Ray DE SMET
Voorzitter KP-Dender
ONTMOETING MET MID
DENSTAND
De PVV-organisatie van het
voorbije weekend werd te
Leuven bijgewoond door talrij
ke ministers en parlementsle
den evenals door afgevaardig
den van verscheidene midden
standsverenigingen. Zaterdag
werden in vijf werkgroepen
specifieke middenstandspro
blemen onderzocht. Eén van
deze kommissies werd voorge
zeten door volksvertegenwoor
diger Louis D'Haeseleer.
In zijn toespraak wees volksver
tegenwoordiger D'Haeseleer er
op, dat volgens het jaarverslag
er 694.688 aangeslotenen bij
het rijksinstituut voor de
sociale verzekeringen der zelf
standigen waren. Hij konsta-
teerde daarnaast echter dat het
aantal middenstanders die een
hoofdaktiviteit uitoefenen ieder
jaar afneemt. Het aantal
gepensioneerde zelfstandigen
stijgt voortdurend. Op 31
december 1972 maakten
290.177 gepensioneerden aan
spraak op een volledig, gedeel
telijk of gemengde loopbaan.
Rekening houdend met die
toestand heeft de kommissie
van Volksvertegenwoordiger
D'Haeseleer die handelde over
het «Sociaal Statuut» een reeks
ideeën vooropgesteld die moe
ten leiden tot een urgentiepro
gramma.
Het is de bedoeling dat de
oplossingen in de kommissie
voorgesteld, worden bijge
schaafd in het politiek komitee.
Daarna wordt alles omgezet in
wetsontwerpen, wetsvoorstellen,
koninklijke of ministeriële be
sluiten.
Zondag 23 september hield
PV V-voorzitter Grootjans de
slottoespraak. Hij pleitte voor
het onttrekken van het mid-
denstandsbeleid aan de eng
heid van visie, die het reeds zo
dikwijls heeft geschaad. Hij
verklaarde dat het de hoogste
tijd is voor de hoofden van de
kleine en middelgrote onderne
mingen om te beseffen dat zij,
samen met de handeldrijvende
middenstand en de vrije beroe
pen, op het ekonomisch en
sociaal gebeuren grote invloed
kunnen uitoefenen, op voor
waarde dat zij snel naar een
veel grotere eensgezindheid en
samenhorigheid toegroeien.
De PV V-voorzitter verklaarde
dat de liberale visie op de
middenstandsproblemen uit
gaat van twee beginselen, die
gebouwd zijn op vrijheid en
respekt:
vrijheid voor elkeen, om
progressief de sociale ladder op
te klimmen, zijn eigen persoon
lijkheid tot een maximale
ontwikkeling te brengen en zijn
begaafdheid de grootst moge
lijke armslag te bezorgen;
respekt voor de onderne
mingsgeest, de werkkracht, het
talent, de spaarzin: deze vier
peilers van het privé-initiatief.
PV V-voorzitter Grootjans
kwam tevens op voor nieuwe
pluralistische opleidingscentra.
De namiddagzitting van het
PVV arrondissementeel kon
gres werd gewijd aan de
bespreking van de konkrete
plannen. Tot slot werd dan de
resolutie aangenomen waarin
de plannen voor fusie werden
opgenomen.
De aanwezigen drongen vooral
aan op de hoogstnoodzakelijke
informatie die aan de bevolking
dient te worden verstrekt op
een volstrekt objektieve wijze.
FEDERALISME
Van bij haar ontstaan in 1954
eist de Volksunie de federale
hervorming van de Belgische
staat. Die eis was niet nieuw.
Reeds tijdens de eerste wereld
oorlog, toen de Vlaamse solda
ten in het Frans de dood
ingejaagd werden, zongen de
piotten: «Zelfbestuur en
Vlaamse regimenten!». De
Vlaams-nationale politici heb
ben die eis overgenomen en
vandaag klinkt hij luider dan
ooit: Zelfbestuur! Federalisme!
Die eis is gesteund op veel
gronden. En hij klinkt verba
zend aktueel.
De roep om federalisme is
gesteund op demokratische
gronden. Wanneer de regeer
ders en de geregeerden tot
hetzelfde volk behoren, dezelf
de volksaard hebben, dezelfde
taal spreken, kan de dialoog
tussen beide partijen ook zoveel
beter en gemakkelijker tot
stand komen. Men verstaat
elkaar veel beter, men voelt
hetzelfde, er is een veel grotere
samenhang tussen hoog en
laag. Kortom, er is een betere
demokratie mogelijk binnen
het federaal verband.
Federalisme is ook een sociale
eis. Overal waar taalgroepen
gedwongen zijn samen te leven
in een unitair verband, stelt
men vast dat de ene groep de
andere in een ondergeschikte
positie tracht te houden. In
België is het altijd en overal de
Vlaamse groep geweest die
geminorizeerd werd door de
franssprekenden. Dat is een
on-sociale toestand. De werke
lijk sociaal-voelenden in dit
land staan dan ook radikaal op
het standpunt dat de Vlaams-
Waals-Duitse staat die België
is, dringend op federale basis
moet hervormd worden.
Federalisme is echter ook een
eis van financiële rechtvaardig
heid. De Waalse BSP'ers
bijvoorbeeld weten zeer goed
waarom ze, alle verbalisme ten
spijt, in feite op een unitair
standpunt blijven staan. De
huidige (eentalige) eerste-
minister Leburton kwam er
trouwens recht voor uit op het
Waals BSP-Kongres van Ver-
viers in 1967, waar hij
onomwonden verklaarde:
«Wallonië heeft geld nodig van
de nationale solidariteit. Het
kost de Belgische staat heel wat
miljarden om de Waalse
gepensioneerden te betalen».
Inderdaad. Het juni-juli-num-
mer van het «Belgisch Tijd
schrift voor Sociale Zekerheid»,
uitgave van het Ministerie van
Sociale Voorzorg, is de bewe
ring van Leburton nog eens
extra komen onderstrepen.
België telt in de privé-sektor
iets meer dan 3 miljoen
aktieven. Deze aktieve bevol
king woont voor ongeveer 30%
in Wallonië. (Cijfers voor 1971).
De pensioentrekkenden wonen
echter voor 36,4% in Wallonië.
En, alsof deze wanverhouding
nog niet groot genoeg was,
gaan 37,4% van de pensioenen
naar bezuiden de taalgrens. De
Waalse bevolking komt voor
ongeveer 30% tussen in de
bijdragen, maar de Waalse
gepensioneerden (werknemers
en zelfstandigen) ontvangen
meer dan 37% van de pensioe
nen! Wanneer men nu weet dat
het hier over een post gaat van
bijna 60 miljard, weet men
onmiddellijk voor hoeveel mil
jarden Wallonië hier aan het
langste eindje trekt.
Dr. R.V. LEEM PUTTEN
Volksvertegenwoordiger
Wij zijn het zowat gewoon geraakt de laatste maanden om zowel
op de baan als op het kleine scherm elk kwartier gekonfronteerd te
worden met pakkende publiciteit voor het dragen van de
autogordels, Met de eerste twee posters uit de kampanje konden
we ons nog een beetje akkoord verklaren. Eerst kregen we een
sympatieke vent te zien wiens aanminnig aanschijn echter aaneen
hing met haken en ogen, het droevig gevolg van het negeren der
autogordels. Elk vrouwmens zag onmiddellijk in het halfduister
van de televisiekamer haar eigen echtgenoot met dergelijke
versiersels en maande hem aan om toch maar de autogordels te
omgorden. Met zo'n vent kan je immers niet voor de dag komen.
Het tweede beeld dat we dan geregeld mochten bewonderen was
een momentopname uit een ongeval. Een verschrikt kijkende man
tracht zyn van angst verkrampte vrouw met zijn arm tegen te
houden om de schok van een botsing te dempen. Onderschrift:
«Wat uw arm niet kan, kan een autogordel wel!». Daar kunnen we
nog inkomen, hoewel die eerste twee posters toch nogal negatief
zijn van aanpak. Sympatiek zijn ze in elk geval niet en is dat niet
tegen de regels van elke publicitaire campagne?
Nu echter worden het scherm en onze wegen beklad met een
schoolvoorbeeld van wansmaak. Iedereen zal reeds de nieuwe
affichen gezien hebben waarop een treurende weduwe, de dag van
de begrafenis haars echtgenoot, een van haar kinderen vol
droefheid in de armen sluit. Het zwarte voiletje vervolledigt het
eerder obscure geheel. Vraagt daar die wakkere knaap niet:
«Waarom droeg papa zijn autogordel niet, mama?». De man die
dergelijke affiche heeft ontworpen en al diegenen die daar hun
goedkeuring aan hebben verleend, moesten beschaamd zijn. Het is
een zeer goedkoop appel van laag allooi op de edelste gevoelens
van een mens, die juist in die situatie sterk worden beproefd. Een
schande is het om op dergelijke laag bij de grondse manier een
al is het een ingebeelde tragische toestand uit te buiten.
Ingebeeld?, misschien. Hoeveel vrouwen z(jn er niet wiens
echtgenoot de jongste maanden door een verkeersongeval om het
leven is gekomen? Moeten zij dan echt op de baan en op TV
steeds aan dat droevig voorval worden herinnerd?
Dergelijke affiche en begeleidende tekst zouden door échte
rekiamemensen zeker niet worden geaksepteerd. Het is trouwens
een zeer gemakkelijk procédé. Om in een ander uiterste te
vervallen zullen wij een voorbeeld geven.
De Belgische staat is van oordeel dat het moet gedaan z(jn met al
te jonge renners op de weg te sturen, daar z(j nog geen ervaring
hebben om te koersen in een open circuit. Toch kan zij daartegen
geen wet maken. Wat doet zij: een affiche laten ontwerpen waarop
een oudere vader en moeder, allebei sterk in de rouw, met een
vertrokken gezicht, terwijl de vrouw zegt: «Waarom moest onze
Filemon absoluut gaan koersen?». Gemakkelijk niet? En even
smakeloos.
Over het grondprincipe uitweiden zou waarschijnlijk te lang
duren, maar vindt U het normaal dat men óns verplicht een
autogordel te gebruiken, dat men motorrijders verplicht om een
helm op te zetten? Het niet-gebruiken van die dingen vormt toch
geen gevaar voor de andere weggebruikers en dus zjjn die
verplichtingen er om onszelf te beschermen. Waar hebben we die
woorden nog gehoord? In marxistische landen worden de inwoners
nogal dikwijls tegen zichzelf beschermd. Zij mogen dit niet en dat
niet, hoewel zij er de anderen geen kwaad mee doen. W(j noemen
dit doodgewoon een aanslag op de persoonlijke vrijheden van de
mens.
Laat ze de affiche nog wat bewaren, ze kan nog dikwijls gebruikt
worden. «Waarom moest papa toch zo veel drinken, mama?»,
«Waarom moest papa toch altjjd naar de voetbal rijden, mama?»,
«waarom moest
M. DE BACKER
Je kunt er niet van uit, wanneer je bij schepen van Kuituur,
Gaston Van den Eede, op interview gaat, over een stapel lof- en
dankbrieven afkomstig van de meest diverse Europese steden heen
uitkijkend, hem vragen te stellen over het Dirk Martensjaar. Alles
op zijn bureau aan de Kattestraat ademt er de drukke sfeer van de
Dirk Martensviering uit, affiches, een stapel internationale
korrespondentie, statistieken over tentoonstelltngsbezoek en niet in
het minst de onderhoudende konversatie, met een ondertoon van
fierheid, van de heer Schepen over deze intense kultureie werking
die Aalst momenteel beleeft.
Is het mogelijk nu net midden
de aktiviteitenreeks van de
Dirk Martensviering reeds eni
ge konklusies naar voor te
brengen?
Persoonlijk ben ik ten zeerste
verheugd over de grote belang
stelling die er is voor de
tentoonstellingen. Recente cij
fers spreken voor zichzelf. De
eerste week 2237 bezoekers, de
tweede week 3336 en nu 3829
in de derde week. Woensdag
zal men reeds de tienduizend
bereiken. Dagelijks komen nog
aanvragen voor bezoeken bin
nen en dit zowel ut Vlaanderen
als Wallonië en het buitenland,
zodanig dat er reeds een
wachtlijst aangelegd is, die in
het Oud-Hospitaal door de
konservator wordt gecentrali
seerd. Dit vormt voor mij het
bewijs dat wij het doel bereikt
hebben: interesse opwekken bij
gans de bevolking, en niet
alleen bij enkele wetenschaps
mensen. De tematiek van Dirk
Martens is bijzonder goed
aangeslagen in de scholen.
Aan wat is het sukses te
danken?
De tijd van de 15e en 16e eeuw
én de figuur van Dirk Martens
zijn een dankbaar onderwerp,
doch reeds voor de vakantie
voerde Aalst via alle mogelijke
medtakanalcn propaganda voor
de viering. Zo werden bijvoor
beeld alle scholen aangeschre
ven. Dit voorbereidende werk
heeft duidelijk vruchten afge
worpen.
Er werden bovendien reeds
meer dan 40.000 brochures
verspreid. Nogmaals een bewijs
dat er een ruime belangstelling
Mogen wij gewagen van direkte
gevolgen voor de stad?
Het sukses van de viering is wis
en zeker oorzaak van een grote
toeristische promotie voor de
stad. Niet alleen in ons eigen
land, maar bij heel wat
instanties in West-Europa ligt
de naam van Aalst op de
lippen. In dit verband denken
we aan het zeer kosmopolisch
gezelschap van de incunabilis-
ten en aan de kongressisten van
Hogere Grafische Scholen,
waar een tiental verschillende
nationaliteiten vertegenwoor
digd waren. Dagelijks komen
felicitaties van vreemde bezoe
kers aan. Wanneer konserva-
tors en bibliothekarissen gewa
gen van «ernstige prestaties te
Aalst», dan mag men hun
woorden zeker au sérieux
nemen. Zelfs de wetenschappe
lijk opgestelde katalogus ver
koopt bijzonder vlot. Ook de
begeleiding op de tentoonstel
ling verloopt naar iedérs tevre
denheid.
In dat verband lijkt het mij
duidelijk dat het Stadsbestuur
er niet alleen een prestigezaak
heeft willen van maken. Ik
meen, dat gelijk wie er
momenteel schepen van kui
tuur zou zijn, zich verplicht zou
geacht hebben een dergelijk
groots opgezette viering uit te
bouwen voor de stad.
Kan deze viering helpen om
een kultuurrefleks op te bou
wen te Aalst?
Aalst is bijzonder gevoelig voor
politieke invloeden en ook het
kultuurbeleid heeft daar steeds
de nadelige gevolgen van
ondervonden en gedragen. Het
kultuurbeleid werd verziekt.
Het gevolg is dan ook dat
traditioneel nog een tien pro
cent de oproep voor een
kultureie manifestatie beant
woordde. Bovendien koester ik
de zoete hoop dat er wat meer
koördinatie komt tussen alle
kuituurverenigingen. Er zijn in
dit perspektief reeds een paar
goede initiatieven: de V.A.M.
of de Vereniging van Aalsterse
Muziekmaatschappijen werkt
in die richting evenals de
Aalsterse toneelverenigingen
die toch al tot een gezamenlijke
planning gekomen zijn.
Men kan moeilijk te Aalst over
kultuurplanning spreken zon
der het Kultureel Centrum te
vernoemen?
Na het bezoek van minister
Chabert aan de bouwput van
het centrum bij de opening van
het Dirk Martensjaar, hebben
wij aangedrongen om ten
spoedigste een oplossing te
vinden. Men beloofde ons reeds
zoveel toelagen, en uiteindelijk
kwam er weinig of niets uit de
bus. We blijven er verder op
hameren, want het centrum is
er broodnodig, daar wij over én
onvoldoende zalen en een
aantal niet zo erg komfortabele
zalen beschikken. Evenwel zal
de zaal op de eerste verdieping
van het Belfort na de viering
ook aangewend worden voor
kultureie manifestaties. De
St.-Ceciliafeesten zullen in no
vember reeds daar plaats
vinden.
Komt er een bestendiging van
het D. Martenskomitee?
Vanzelfsprekend is er een
hechte vriendschapsband ge
groeid tussen de leden van het
komitee. Zeker nu men de
vreugde van het welslagen
smaakt, kunnen deze werkers
niet bij de pakken blijven
zitten. Spontaan kwamen bij de
komiteeleden reeds ideeën over
een Picter Coecke manifestatie
naar voor. Ook denkt men
eraan de invloed van de
Aalstenaars op het Antwerpse
kultuurleven van de 15-16e
eeuw na te gaan. Het ontbreekt
helemaal niet aan ideeën.
Eveneens mogen wij verwach
ten dat koncerten gehouden in
het kader van het Festival van
Vlaanderen zullen verder voor
zien worden.
Zonder vooruit te lopen op de
komende manifestaties, wens ik
toch met het sukses van de
herdenking, mijn dank uit te
drukken aan alle medewerkers,
inzonderheid de komiteeleden.
JOHAN VELGHE