Schepen Van den EedeDirk Martensherdenking heeft blijvende invloed v.u. VRIJE TRIBUNE B.S.P. C.V.P. K.P. P.V.V. Waarom droeg papa zijn autogordel met, mama? De redaktie heeft het recht deze teksten in te korten VERNEDERLANDSING BEDRJFSLEVEN De Nederlandse Kultuurraad gooide een steen in de franskiljonse kikkerpoel. Er is veel gekwaak omdat de Vlaam se parlementariërs, zonder on derscheid van partij, het de kreet stemden op de verneder landsing van het bedrijfsleven. Voortaan moet in alle gemeen ten van het nederlandstalig gebied onze taal worden ge bruikt, niet alleen voor alle akten en bescheiden van de ondernemingen, maar ook in de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en de personeels leden. Hiermede valt het laatste bolwerk van de taalvervreem- ding. Het is duidelijk, wie in Vlaanderen arbeiders, bedien den en kaders tewerkstelt, moet ook hun taal gebruiken. Dege nen die hun arbeid verkopen aan de bezitters van voort- brengstmiddelen worden echter nog op een andere manier vervreemd, nl. van hun eigen persoon, in hun eigen waarde. Want terwijl zij door hun handen of met hun geest de goederen en dus de rijkdom voortbrengen, hebben zij noch medezeggenschap, noch kon- trole op het ekonomisch gebeu ren. Daarom moet men verder gaan dan het opheffen van de taalvervreemd ing en moet ook de arbeiderskontrole en de demokratie in de ondernemin gen worden ingesteld. Dit is een klassenkwestie. De ekono- misch machtigen verdedigen hun voorrechten. De socialisti sche strijd beoogt de afschaf fing van alle voorrechten en de instelling van de ekonomische demokratie. De eerste stap daartoe is de arbeiderskontrole, de tweede het zelfbestuur in de ondernemingen. Nixon heeft gewaarschuwd voor petroleumtekort. Vooral Euro pa dient er rekening mee te houden. In Engeland heeft men reeds rantsoenbons gedrukt voor elke eventualiteit. Zij die van het Ibramco-projekt een politiek schandaalwapen tegen de BSP hebben willen maken, moeten nu inbinden. Want het blijkt nu overduidelijk dat de socialisten gelijk hadden een openbare Belgisch-Iraanse pe- troleumraffinaderij te willen tot stand brengen. De rechtse partijen en kranten wierpen zich hals over kop op de vorm van het beheersorgaan. In feite mikten zij. op het openbaar karakter van Ibramco dat nu eens geen oliemaatschappij in de handen van de kapitalis tische monopolies zou zijn. Dit is niet naar de zin van degenen, vooral de liberalen, die het moeten hebben van de kapita listische ekonomie. Zij zullen er met handen en voeten voor wroeten opdat Ibramco er ofwel niet komt ofwel verplicht wordt zich uit te leveren aan de gevestigde oliemagnaten. Wij zeggen: de gemeenschap neemt beter zelf een deel van haar petroleumbevoorrading in han den, waardoor zij meteen zelf inzicht krijgt in de prijsvor ming dan alleen te vertrouwen op de kapitalistische olie concerns. B. VAN HOORICK V olksvertegen woord iger C.V.P. KONGRESSEERT In de loop van oktober wijdt de CVP een nationaal kongres aan het buitenlands beleid van ons land. De drie tema's van dat kongres vrede en veiligheid, Europa, ontwikkelingssamen werking zullen vooraf op de arrondissementele kongressen worden besproken. In het arrondissement Aalst heeft dat kongres trouwens" plaats op 5 oktober te Burst. Men kan zich de vraag stellen of een klein land als België wel een buitenlandse politiek moet hebben. Het begrip «klein land» is vrij relatief. Met zijn bijna 10 miljoen inwoners bekleedt België een vrij eervolle plaats onder de onafhankelijke staten. Wanneer men echter het bruto nationaal produkt per hoofd van de bevolking als maatstaf neemt, dan prijkt ons land mede bovenaan. België is lid van de «club van tien» rijke landen en heeft dan ook een stem in dat beperkt cenakel, waar over de monetaire wereld problemen wordt gediskus- sieerd. België is lid van talrijke internationale organisaties, zoals de U.N.O., de N.A.V.O., de E.E.G., om ons tot de drie voornaamste te beperken en op elk terrein heeft het tot nog toe een aktieve rol vervuld, o.m. bij het opstellen van het Verdrag van Rome dat is gebeurd onder leiding van P.H. Spaak of bij het voorstel van zijn opvolger P. Harmei om in het Atlantisch Bondgenootschap voortaan meer de nadruk te leggen op het element ontspanning. De evolutie op wereldvlak is de laatste jaren vrij groot geweest. Het tijdperk van de «koude oorlog» is ten einde gelopen. De betrekkingen tussen de grote wereldmachten werden genor maliseerd; naast de Verenigde Staten en de Sovjetunie zijn er nieuwe machtecentra bijgeko men zoals China, Japan en West-Europa; er is een ernstig streven aan gang om de spanning op het Europees kontinent te milderen zowel door het ijveren voor een reële ontwapening in Europa als voor betere menselijke verhou dingen in de landen van het Oostblok; de Westeuropese landen zijn verenigd in een ekonomische unie, maar heb ben nog geen politieke eenheid gevonden; de kloof tussen Noord en Zuid, tussen de relatief rijke industrielanden en de arm blijvende ontwikke lingslanden wordt, alle goede voornemens ten spijt, ieder jaar groter; de multinationale on dernemingen worden met de dag een groter wordend gevaar voor een normale werking van de demokratie enz... «De wereld is tot één groot en onderling afhankelijk geheel uitgegroeid. De gebieden waar het nog mogelijk is om via het nationaal beleid een reële greep op het verloop der dingen te hebben, worden steeds maar kleiner. We leven in een tijdperk waarin een stijgend aantal beleidspunten een inter nationale dimensie vertonen. Hubert VAN WAMBEKE Arrond. Voorzitter DE LIKWIDATIE VAN DE BLIECK Ook een voor ons gewest zo belangrijke zaak als de opslor ping van een driekwarteeuw oude onderneming, verdwijnt tegenwoordig zeer snel uit de pers. Wij willen er nochtans nog eens op terugkomen, ter gelegenheid van een bijkomen de verklaring van de h. De Blieck, omtrent de redenen waarom zijn bedrijf niet kon blijven bestaan. In 1940, zo zegt hij, bestonden in België 1100 brouwerijen, in 1950 nog 665, en vandaag nog slechts 187. Oorzaken van deze evolutie? De h. De Blieck somde op: dumpingsprijzen in bepaalde verkoopcentra, on draaglijk zware last van publi citeitscampagnes, prijzenstop die voor de kleine brouwerijen ongunstig is. Tegenover de grote produktieprijzen, die veel hoger liggen (vergelijk een bottelarij van 16.000 flessen met een van 40.000 of zelfs 72.000), en de regeringen die aa de grote ondernemingen be langrijke financiële hulp geven, waar de kleine niet moeten op rekenen. Sommige ondernemingen kun nen inderdaad zeer goed leefbaar gemaakt worden, en ze zijn voor het land van groot belang, maar dan moeten de maneuvers van grote trusts of financiële groepen doorkruist worden. Men denke bijv. aan de zaak LIP in Frankrijk, die zo zeer in het nieuws kwam omdat de werkers bewijzen brachten dat hun bedrijf leebaar is, terwijl de regering laat begaan. Want dat is juist zo belangrijk in de staatssteun met gemeen schapsgelden. Naarmate de manier waarop men ermee omspringt, vertraagt men of versnelt men het proces, geeft men het privé- of het algemeen belang de voorrang. En in een land zoals het onze, met een flink deel van de regeerders die zich de onze noemen, hoeft men niet eens de vraag te stellen in wiens voordeel dat afloopt. Want kontrole is er niet en wanneer een volksverte genwoordiger of senator vragen stelt, dan stuurt men hem wandelen. Voor de brouwerijen van enig belang, die over een tiental jaren in ons land misschien nog een handvol zullen zijn, wel licht op hun beurt bedreigd of gekontroleerd door multinatio nale ondernemingen, zal het misschien wel een prettige tijd zijn geweest, maar voor de gemeenschap verkwist geld. Het is daarom dat wij de gedachte wel kunnen toejui chen om met staatsgeld een grote brouwerij voor het Aal- sterse te redden, maar voor ons zullen er waarborgen moeten zijn en kontrole, én omtrent de tewerkstelling, én omtrent de tijdspanne tot de volgende operatie- Zoniet zou al dat geld tenslotte flink enkele multinationale kolossen hebben gediend, en dan lijkt het ons beter terug te grijpen naar een programma punt van de vakbonden en dat men weer schijnt te vergeten: wanneer het privé-initiatief tekort schiet, kunnen de ge meenschapsgelden beter ge bruikt worden voor het oprich ten van bedrijven door de staat en de arbeidersbeweging ge kontroleerd. Wat nog zo dom niet was! Ray DE SMET Voorzitter KP-Dender ONTMOETING MET MID DENSTAND De PVV-organisatie van het voorbije weekend werd te Leuven bijgewoond door talrij ke ministers en parlementsle den evenals door afgevaardig den van verscheidene midden standsverenigingen. Zaterdag werden in vijf werkgroepen specifieke middenstandspro blemen onderzocht. Eén van deze kommissies werd voorge zeten door volksvertegenwoor diger Louis D'Haeseleer. In zijn toespraak wees volksver tegenwoordiger D'Haeseleer er op, dat volgens het jaarverslag er 694.688 aangeslotenen bij het rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelf standigen waren. Hij konsta- teerde daarnaast echter dat het aantal middenstanders die een hoofdaktiviteit uitoefenen ieder jaar afneemt. Het aantal gepensioneerde zelfstandigen stijgt voortdurend. Op 31 december 1972 maakten 290.177 gepensioneerden aan spraak op een volledig, gedeel telijk of gemengde loopbaan. Rekening houdend met die toestand heeft de kommissie van Volksvertegenwoordiger D'Haeseleer die handelde over het «Sociaal Statuut» een reeks ideeën vooropgesteld die moe ten leiden tot een urgentiepro gramma. Het is de bedoeling dat de oplossingen in de kommissie voorgesteld, worden bijge schaafd in het politiek komitee. Daarna wordt alles omgezet in wetsontwerpen, wetsvoorstellen, koninklijke of ministeriële be sluiten. Zondag 23 september hield PV V-voorzitter Grootjans de slottoespraak. Hij pleitte voor het onttrekken van het mid- denstandsbeleid aan de eng heid van visie, die het reeds zo dikwijls heeft geschaad. Hij verklaarde dat het de hoogste tijd is voor de hoofden van de kleine en middelgrote onderne mingen om te beseffen dat zij, samen met de handeldrijvende middenstand en de vrije beroe pen, op het ekonomisch en sociaal gebeuren grote invloed kunnen uitoefenen, op voor waarde dat zij snel naar een veel grotere eensgezindheid en samenhorigheid toegroeien. De PV V-voorzitter verklaarde dat de liberale visie op de middenstandsproblemen uit gaat van twee beginselen, die gebouwd zijn op vrijheid en respekt: vrijheid voor elkeen, om progressief de sociale ladder op te klimmen, zijn eigen persoon lijkheid tot een maximale ontwikkeling te brengen en zijn begaafdheid de grootst moge lijke armslag te bezorgen; respekt voor de onderne mingsgeest, de werkkracht, het talent, de spaarzin: deze vier peilers van het privé-initiatief. PV V-voorzitter Grootjans kwam tevens op voor nieuwe pluralistische opleidingscentra. De namiddagzitting van het PVV arrondissementeel kon gres werd gewijd aan de bespreking van de konkrete plannen. Tot slot werd dan de resolutie aangenomen waarin de plannen voor fusie werden opgenomen. De aanwezigen drongen vooral aan op de hoogstnoodzakelijke informatie die aan de bevolking dient te worden verstrekt op een volstrekt objektieve wijze. FEDERALISME Van bij haar ontstaan in 1954 eist de Volksunie de federale hervorming van de Belgische staat. Die eis was niet nieuw. Reeds tijdens de eerste wereld oorlog, toen de Vlaamse solda ten in het Frans de dood ingejaagd werden, zongen de piotten: «Zelfbestuur en Vlaamse regimenten!». De Vlaams-nationale politici heb ben die eis overgenomen en vandaag klinkt hij luider dan ooit: Zelfbestuur! Federalisme! Die eis is gesteund op veel gronden. En hij klinkt verba zend aktueel. De roep om federalisme is gesteund op demokratische gronden. Wanneer de regeer ders en de geregeerden tot hetzelfde volk behoren, dezelf de volksaard hebben, dezelfde taal spreken, kan de dialoog tussen beide partijen ook zoveel beter en gemakkelijker tot stand komen. Men verstaat elkaar veel beter, men voelt hetzelfde, er is een veel grotere samenhang tussen hoog en laag. Kortom, er is een betere demokratie mogelijk binnen het federaal verband. Federalisme is ook een sociale eis. Overal waar taalgroepen gedwongen zijn samen te leven in een unitair verband, stelt men vast dat de ene groep de andere in een ondergeschikte positie tracht te houden. In België is het altijd en overal de Vlaamse groep geweest die geminorizeerd werd door de franssprekenden. Dat is een on-sociale toestand. De werke lijk sociaal-voelenden in dit land staan dan ook radikaal op het standpunt dat de Vlaams- Waals-Duitse staat die België is, dringend op federale basis moet hervormd worden. Federalisme is echter ook een eis van financiële rechtvaardig heid. De Waalse BSP'ers bijvoorbeeld weten zeer goed waarom ze, alle verbalisme ten spijt, in feite op een unitair standpunt blijven staan. De huidige (eentalige) eerste- minister Leburton kwam er trouwens recht voor uit op het Waals BSP-Kongres van Ver- viers in 1967, waar hij onomwonden verklaarde: «Wallonië heeft geld nodig van de nationale solidariteit. Het kost de Belgische staat heel wat miljarden om de Waalse gepensioneerden te betalen». Inderdaad. Het juni-juli-num- mer van het «Belgisch Tijd schrift voor Sociale Zekerheid», uitgave van het Ministerie van Sociale Voorzorg, is de bewe ring van Leburton nog eens extra komen onderstrepen. België telt in de privé-sektor iets meer dan 3 miljoen aktieven. Deze aktieve bevol king woont voor ongeveer 30% in Wallonië. (Cijfers voor 1971). De pensioentrekkenden wonen echter voor 36,4% in Wallonië. En, alsof deze wanverhouding nog niet groot genoeg was, gaan 37,4% van de pensioenen naar bezuiden de taalgrens. De Waalse bevolking komt voor ongeveer 30% tussen in de bijdragen, maar de Waalse gepensioneerden (werknemers en zelfstandigen) ontvangen meer dan 37% van de pensioe nen! Wanneer men nu weet dat het hier over een post gaat van bijna 60 miljard, weet men onmiddellijk voor hoeveel mil jarden Wallonië hier aan het langste eindje trekt. Dr. R.V. LEEM PUTTEN Volksvertegenwoordiger Wij zijn het zowat gewoon geraakt de laatste maanden om zowel op de baan als op het kleine scherm elk kwartier gekonfronteerd te worden met pakkende publiciteit voor het dragen van de autogordels, Met de eerste twee posters uit de kampanje konden we ons nog een beetje akkoord verklaren. Eerst kregen we een sympatieke vent te zien wiens aanminnig aanschijn echter aaneen hing met haken en ogen, het droevig gevolg van het negeren der autogordels. Elk vrouwmens zag onmiddellijk in het halfduister van de televisiekamer haar eigen echtgenoot met dergelijke versiersels en maande hem aan om toch maar de autogordels te omgorden. Met zo'n vent kan je immers niet voor de dag komen. Het tweede beeld dat we dan geregeld mochten bewonderen was een momentopname uit een ongeval. Een verschrikt kijkende man tracht zyn van angst verkrampte vrouw met zijn arm tegen te houden om de schok van een botsing te dempen. Onderschrift: «Wat uw arm niet kan, kan een autogordel wel!». Daar kunnen we nog inkomen, hoewel die eerste twee posters toch nogal negatief zijn van aanpak. Sympatiek zijn ze in elk geval niet en is dat niet tegen de regels van elke publicitaire campagne? Nu echter worden het scherm en onze wegen beklad met een schoolvoorbeeld van wansmaak. Iedereen zal reeds de nieuwe affichen gezien hebben waarop een treurende weduwe, de dag van de begrafenis haars echtgenoot, een van haar kinderen vol droefheid in de armen sluit. Het zwarte voiletje vervolledigt het eerder obscure geheel. Vraagt daar die wakkere knaap niet: «Waarom droeg papa zijn autogordel niet, mama?». De man die dergelijke affiche heeft ontworpen en al diegenen die daar hun goedkeuring aan hebben verleend, moesten beschaamd zijn. Het is een zeer goedkoop appel van laag allooi op de edelste gevoelens van een mens, die juist in die situatie sterk worden beproefd. Een schande is het om op dergelijke laag bij de grondse manier een al is het een ingebeelde tragische toestand uit te buiten. Ingebeeld?, misschien. Hoeveel vrouwen z(jn er niet wiens echtgenoot de jongste maanden door een verkeersongeval om het leven is gekomen? Moeten zij dan echt op de baan en op TV steeds aan dat droevig voorval worden herinnerd? Dergelijke affiche en begeleidende tekst zouden door échte rekiamemensen zeker niet worden geaksepteerd. Het is trouwens een zeer gemakkelijk procédé. Om in een ander uiterste te vervallen zullen wij een voorbeeld geven. De Belgische staat is van oordeel dat het moet gedaan z(jn met al te jonge renners op de weg te sturen, daar z(j nog geen ervaring hebben om te koersen in een open circuit. Toch kan zij daartegen geen wet maken. Wat doet zij: een affiche laten ontwerpen waarop een oudere vader en moeder, allebei sterk in de rouw, met een vertrokken gezicht, terwijl de vrouw zegt: «Waarom moest onze Filemon absoluut gaan koersen?». Gemakkelijk niet? En even smakeloos. Over het grondprincipe uitweiden zou waarschijnlijk te lang duren, maar vindt U het normaal dat men óns verplicht een autogordel te gebruiken, dat men motorrijders verplicht om een helm op te zetten? Het niet-gebruiken van die dingen vormt toch geen gevaar voor de andere weggebruikers en dus zjjn die verplichtingen er om onszelf te beschermen. Waar hebben we die woorden nog gehoord? In marxistische landen worden de inwoners nogal dikwijls tegen zichzelf beschermd. Zij mogen dit niet en dat niet, hoewel zij er de anderen geen kwaad mee doen. W(j noemen dit doodgewoon een aanslag op de persoonlijke vrijheden van de mens. Laat ze de affiche nog wat bewaren, ze kan nog dikwijls gebruikt worden. «Waarom moest papa toch zo veel drinken, mama?», «Waarom moest papa toch altjjd naar de voetbal rijden, mama?», «waarom moest M. DE BACKER Je kunt er niet van uit, wanneer je bij schepen van Kuituur, Gaston Van den Eede, op interview gaat, over een stapel lof- en dankbrieven afkomstig van de meest diverse Europese steden heen uitkijkend, hem vragen te stellen over het Dirk Martensjaar. Alles op zijn bureau aan de Kattestraat ademt er de drukke sfeer van de Dirk Martensviering uit, affiches, een stapel internationale korrespondentie, statistieken over tentoonstelltngsbezoek en niet in het minst de onderhoudende konversatie, met een ondertoon van fierheid, van de heer Schepen over deze intense kultureie werking die Aalst momenteel beleeft. Is het mogelijk nu net midden de aktiviteitenreeks van de Dirk Martensviering reeds eni ge konklusies naar voor te brengen? Persoonlijk ben ik ten zeerste verheugd over de grote belang stelling die er is voor de tentoonstellingen. Recente cij fers spreken voor zichzelf. De eerste week 2237 bezoekers, de tweede week 3336 en nu 3829 in de derde week. Woensdag zal men reeds de tienduizend bereiken. Dagelijks komen nog aanvragen voor bezoeken bin nen en dit zowel ut Vlaanderen als Wallonië en het buitenland, zodanig dat er reeds een wachtlijst aangelegd is, die in het Oud-Hospitaal door de konservator wordt gecentrali seerd. Dit vormt voor mij het bewijs dat wij het doel bereikt hebben: interesse opwekken bij gans de bevolking, en niet alleen bij enkele wetenschaps mensen. De tematiek van Dirk Martens is bijzonder goed aangeslagen in de scholen. Aan wat is het sukses te danken? De tijd van de 15e en 16e eeuw én de figuur van Dirk Martens zijn een dankbaar onderwerp, doch reeds voor de vakantie voerde Aalst via alle mogelijke medtakanalcn propaganda voor de viering. Zo werden bijvoor beeld alle scholen aangeschre ven. Dit voorbereidende werk heeft duidelijk vruchten afge worpen. Er werden bovendien reeds meer dan 40.000 brochures verspreid. Nogmaals een bewijs dat er een ruime belangstelling Mogen wij gewagen van direkte gevolgen voor de stad? Het sukses van de viering is wis en zeker oorzaak van een grote toeristische promotie voor de stad. Niet alleen in ons eigen land, maar bij heel wat instanties in West-Europa ligt de naam van Aalst op de lippen. In dit verband denken we aan het zeer kosmopolisch gezelschap van de incunabilis- ten en aan de kongressisten van Hogere Grafische Scholen, waar een tiental verschillende nationaliteiten vertegenwoor digd waren. Dagelijks komen felicitaties van vreemde bezoe kers aan. Wanneer konserva- tors en bibliothekarissen gewa gen van «ernstige prestaties te Aalst», dan mag men hun woorden zeker au sérieux nemen. Zelfs de wetenschappe lijk opgestelde katalogus ver koopt bijzonder vlot. Ook de begeleiding op de tentoonstel ling verloopt naar iedérs tevre denheid. In dat verband lijkt het mij duidelijk dat het Stadsbestuur er niet alleen een prestigezaak heeft willen van maken. Ik meen, dat gelijk wie er momenteel schepen van kui tuur zou zijn, zich verplicht zou geacht hebben een dergelijk groots opgezette viering uit te bouwen voor de stad. Kan deze viering helpen om een kultuurrefleks op te bou wen te Aalst? Aalst is bijzonder gevoelig voor politieke invloeden en ook het kultuurbeleid heeft daar steeds de nadelige gevolgen van ondervonden en gedragen. Het kultuurbeleid werd verziekt. Het gevolg is dan ook dat traditioneel nog een tien pro cent de oproep voor een kultureie manifestatie beant woordde. Bovendien koester ik de zoete hoop dat er wat meer koördinatie komt tussen alle kuituurverenigingen. Er zijn in dit perspektief reeds een paar goede initiatieven: de V.A.M. of de Vereniging van Aalsterse Muziekmaatschappijen werkt in die richting evenals de Aalsterse toneelverenigingen die toch al tot een gezamenlijke planning gekomen zijn. Men kan moeilijk te Aalst over kultuurplanning spreken zon der het Kultureel Centrum te vernoemen? Na het bezoek van minister Chabert aan de bouwput van het centrum bij de opening van het Dirk Martensjaar, hebben wij aangedrongen om ten spoedigste een oplossing te vinden. Men beloofde ons reeds zoveel toelagen, en uiteindelijk kwam er weinig of niets uit de bus. We blijven er verder op hameren, want het centrum is er broodnodig, daar wij over én onvoldoende zalen en een aantal niet zo erg komfortabele zalen beschikken. Evenwel zal de zaal op de eerste verdieping van het Belfort na de viering ook aangewend worden voor kultureie manifestaties. De St.-Ceciliafeesten zullen in no vember reeds daar plaats vinden. Komt er een bestendiging van het D. Martenskomitee? Vanzelfsprekend is er een hechte vriendschapsband ge groeid tussen de leden van het komitee. Zeker nu men de vreugde van het welslagen smaakt, kunnen deze werkers niet bij de pakken blijven zitten. Spontaan kwamen bij de komiteeleden reeds ideeën over een Picter Coecke manifestatie naar voor. Ook denkt men eraan de invloed van de Aalstenaars op het Antwerpse kultuurleven van de 15-16e eeuw na te gaan. Het ontbreekt helemaal niet aan ideeën. Eveneens mogen wij verwach ten dat koncerten gehouden in het kader van het Festival van Vlaanderen zullen verder voor zien worden. Zonder vooruit te lopen op de komende manifestaties, wens ik toch met het sukses van de herdenking, mijn dank uit te drukken aan alle medewerkers, inzonderheid de komiteeleden. JOHAN VELGHE

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1973 | | pagina 2