VOOR ANNE-MARIE VAN NUFFEL, KAMPIOENE VAN BELGIEOP PISTE, IS ATLETIEK GEEN DWANGARBEID 2-11-1973 -15 5sens 1 van titel-: dat arbij r de «Nee, het is geen dwangarbeid. Eerder een leuke boel: vier keer per week trek ik de spikes aan om door het stadspark van Aalst te draven. Een rondje van circa 1750 meter als opwarming en aan het slot een spurtje. Achteraf wat interval en ook snelheidsnummertjes over 100, 200 en 400 meter. Meer gebeurt er niet. Of toch. Nadien begint het pas. U moet weten dat een hele bende jonge mensen naar die door Claude Van Daele en Cyriel De Vuyst geleide trainingen ko men: we stoeien en spelen achteraf nog een uurtje of zo. En dan is het de tijd om huistoe te gaan en aan een lange nachtrust te beginnen. Er is immers altijd een nieuwe morgen. Dat betekent onveranderlijk: schoollopen...» Is het wel nodig je af te jakkeren, iedere dag loodzwaar te oefenen, als een loopmachine ontelbare kilometers af te malen en een massa heerlijke dingen met een zucht van spijt in de lappenmand te gooien om in de sport de top te bereiken? Als men Anne-Marie Van Nuffel, 17 en Belgische senioreskampioene over de 800 meter vlak, hoort praten, mag men geloven dat het ook anders kan. Dat je niet eens moet weten welke betekenis achter het woord «Spartaans» schuilt. Bijna op de grensscheiding met buurstad Aalst staat het huis van de Van Nuffels. In een smalle straat waarover een sliert avondmist hangt, en verscholen achter een bosje eeuwig groen dat vanavond naar herfst en winter geurt. Het snerpen van de deurschel scheurt de stilte aan flarden. De deur gaat open. «Anne-Marie Van Nuffel?». Voor ons staat een slank tienermeisje dat achteraf jongste zus Regina bleek te zijn. Anne-Marie zit met pa en ma in een stemmig- donkere living te kijken naar de filmpjes die tijdens de voor bije zomer voorbij de lens gleden. Allemaal sekwenties waarin het Erembodegemse meisje de hoofdrol vertolkt. Het dekor is steeds hetzelfde: een looppiste. De lampen gaan knipperend aan. En dan vertelt ze. Rustig. Alsof het alledaags is. Zonder de pose waar sommige groten en pseudovedetten zich achter verschuilen... KIP Voor Anne-Marie Van Nuffel is atletiek nog honderd procent pret maken en door het leven gaan zoals alle meisjes van haar leeftijd. Zegt pa: «Vitamines waarover wordt gesproken alsof het mirakelpilletjes zijn, heeft ze nog nooit geslikt. En als een wedstrijd op het namiddagprogramma staat, kniest ze niet over wat op tafel komt. Als dat toevallig kip is of een hors d'oeuvre met een dikke klas mayonnaise over, blijft niets op het bord liggen. Sport bedrijven mag, vooral voor piepjonge mensen geen lastpost worden, je moet het graag blijven doen». Ergens begint het. Ook een piepjonge atletiekkarrière als die van Anne-Marie Van Nuffel. Haar debuut werd gestimu leerd door een interscholencross. Ze won die. Pa was natuurlijk tiet op dat knalresultaat, en omdat hij Cyriel De Vuyst. u weet wel, een man die vroeger op de piste verschillende nationale titels veroverde, goed kent, sprak hij met die trainer van Eendracht Aalst over het talent van zijn dochter. «Je moet ze eens meebrengen,» was de repliek. En zo gebeurde. Dat vader Van Nuffel zijn Anne-Marie aanporde om ermee te beginnen, was niet zo verbazingwekkend: hijzelf deed het «in zijn tijd» niet zo kwaad. Als milicien stelde hij voor de allereerste keer vast dat hij wat kon. Toen het soldatentenuutje voorgoed in de kitbag stak. ging hij door met lopen. Hij was een elfde in een veldloopkampioenschap van België en 25ste in de fameuze cross «Le Soir». Hij stopte op het hoogtepunt van zijn forme en herbegon in zijn 28e levensjaar als... veldrijder. Dat hield hij vol tot hij 32 was. Anne-Marie «erfde» dus een pak kwalitei ten. De kenners wisten heel vlug dat ze buitengewoon begaafd was. Vorig jaar was ze scholierenkampioene over de 800 meter. Haar allereerstr tricolore schildje, doch niet het laatste... CROSSEN We zijn een volk van dichters, bierdrin kers, frieteters en... crossers. Onze dametjes staan internationaal nog niet zo ver als Gaston Roelants en Miel Puttemans. Dat is verklaarbaar: op piste hebben onze meisjes heel wat achterstand in te halen. Dus... Naar het voorbeeld van zovele anderen crosste Anne-Marie vorige winter. Acht keer om precies te zijn. Éénmaal was ze ziek, een andere keer werd ze door een onbehendige konkurrente tegen het wereld bol let je geholpen. De overige zes wedstrijden won ze, evenals een drietal oefencrossjes en een interscholen- wedstrijd. Prettig vindt ze dat ploeteren door modder en sneeuw echter niet: «de afstanden zijn te lang. Je hebt te veel tijd om na te denken, alles gebeurt te beredeneerd. Op piste kun je meer afwisselen: je loopt eens een 100, 200, 400 of 800 meter. Daarin moet men zich totaal koncentreren. er van start tot finish alles uitpersen. Relaxeren betekent de nederlaag en veldlopen is iets totaal anders. Eerlijk gezegd: gezond is die winterse bedrijvig heid wel, maar me er volledig op toespitsen, zal ik nooit doen». Of de naturaprijzen die je met veldlopen winnen kunt, Anne-Marie niet aanspre ken? «Echt niet,» weet pa, «een koffiemolen of een deken zijn zaken waarvan je na een poosje vergeet waarvan ze komen. De trofeeën in de toonkast zijn blijvertjes, souvenirs die bewijzen wat je allemaal hebt gerealiseerd». Dat Anne-Marie Van Nuffel liever medailles, schildjes en bekers streelt dan de handelswaarde van een gewonnen lampekap of bedsprei omrekent, is een pluspunt: het symboliseert haar ongerepte amateursmentaliteit. TIJDEN Als 17-jarige senioreslandskampioene wor den, is niet alledaags. «Ik ken een konkurrente die elke dag volle twintig kilometer traint. Of die zware inspannin gen zich eens of later niet wreken, dient afgewacht. Anne-Marie heeft voorlopig aan één derde van die afstand genoeg om prima resultaten te boeken. In atletiek wordt de waarde van een adept met cijfers en getallen uitgedrukt. Op wereldniveau staan haar tijden nog niet. Doch er zijn stevige vergelijkingspunten: in 1972 had ze twee minuten en zestien sekonden nodig om 800 meter te overbruggen. Een jaar later won ze het nationaal senioreskam- pioenschap in twee minuten acht sekonden en vijf tienden. Een flinke vooruitgang dus». Dat Anne-Marie Van Nuffel vooralsnog geen paar sekondjes sneller loopt, heeft een voor de hand liggende oorzaak: meestal nam ze het op tegen leeftijdsgenoten, en omdat ze weinig of geen ernstige tegenstand moest fnuiken, diende ze ook zelden haar reservekrachten aan te boren. In de titelren moest ze dat wél: het werd meteen haar persoonlijk rekord. Wat betekent Anne-Marie's beste chrono tegenover de wereldtijden? Dames-juniores halen soms 20 minuten 3 sekonden. Maar aan die leeftijd is zij nog niet toe. Wel hoopt ze het voor Rome vooropgestelde minimum van 2,5 te bereiken. Of dat erin steekt? «Absoluut.» meent pa, die meteen .het middel klaarlegt: «Een beetje harder 'oefenen en de zaak is rond». TITELREN De mooiste belevenis tijdens het afgelopen seizoen was natuurlijk de zege in de titelren. «Het werd vooral oppassen voor Marleen Verheuen, een meisje met veel fond. Ik klampte uitstekend aan bij haar voortdurende ritmeveranderingen. En in de spurt, ja...» Langer is Anne-Marie's verhaal niet. Doch pa weet nog meer: «Ik had haar geleerd zich naar het «lint» te gooien. Dat deed ze, met goed gevolg. Toen ze dat de allereerste keer uitprobeerde tijdens een door Beerschot georganiseerde meeting, hield ze er een valpartij aan over. Doch al smedend wordt men smid. Eén zaak vond ik doodjammer na die voor haar triomfante lijke koers: dat ze niet gefeliciteerd werd door haar felste konkurrente. In de sport moet je immers kunnen winnen en verliezen. Ik meen dat iemand zich groot kan tonen in de nederlaag...». Als kampioene van België werd Van Nuffel geselekteerd voor de Europese juniores- kampioenschappen te Duisburg. Het is een flop geworden. Zegt pa: «Eerst en vooral moest ze het opnemen tegen meisjes die stuk voor stuk ouder waren. Bovendien kwamen heel wat deelneemsters uit het Oostblok waar de trainingen professioneel doorgevoerd worden. Anne-Marie overleef de de schiftingen niet. Doch ze had veel geleerd». In Duisburg moesten de eerste driehonderd meter in banen gelopen worden. Voor de onervaren Van Nuffel was zoiets gloed nieuws. Ze geraakte een stuk achterop. Samen met het andere Belgische meisje Toebinte dichtte ze de kloof, pikte aan bij het pelotonnetje, doch toen men aan de eindspurt toe was, bezat ze gewoon geen veerkracht meer om zich in het debat te mengen... Een drama maakt ze niet van die «mislukking»: ze is een ervaring rijker en weet nu wat moet en mag om ergens te geraken op internationaal niveau. Met haar tijd van 2.8.5 over de 800 meter staat ze zowat op de 14de plaats in de junioresklasse. In 1974 is ze een jaartje ouder en insiders voorspellen dat ze bekwaam is om nog veel vooruitgang te boeken. Anne-Marie en haar omgeving mogen dus optimist zijn. SNELHEID Waaraan schrijft Anne-Marie haar blitzop- gang op nationaal vlak toe? «Ik hou vooral van snelheidsnummers. Langere afstanden en proeven waarin het er in de eerste plaats op aan komt het weerstandsvermogen aan te spreken, liggen me minde goed. Doch precies dat trainen op spurtnummertjes en het betwisten van wedstrijden over 100 en 200 meter laten me toe een hoog tempo te volgen. Omdat ik dat tikje intrinsieke snelheid bezit, wat nodig is om te schitteren op de halve fond, steekt er steeds een dikke winstkans in». Over 100 meter zet ze 12.5 en 200 meter overbrugt ze in 25.5. In 1973 heeft ze zich niet aan een 400 meter gewaagd, doch als zestienjarige stopte de chrono voor haar na 56.8. Wereldrekords zijn het stuk voor stuk niet, doëh een en ander bewijst dat Anne-Marie op snelle benen loopt. Hoe bekijkt ze de onmiddellijke toekomst? Meer dan een vijftal crossen loopt ze niet. Ze wil immers alles toespitsen op volgend jaar. Die twee minuten vijf sekonden obsederen haar niet, maar werden volgende zomer toch haar objektief nummer één. Of die erin zitten: zeker en vast. Ze zal stipt het voorgeschreven trainingsschema vol gen, er desnoods een kilometertje meer uitpersen en wat minder... pret maken. Anne-Marie zal trouwens de klok in het oog moeten houden: ze is laatstejaars aan het Koninklijk Lyceum te Aalst in de Economische afdeling van de Humaniora. «Liefst zag ik op mijn einddiploma een aardig percentage staan. Ik wil immers achteraf naar Leuven om er lichamelijke opvoeding te studeren». Dat de vooralsnog gevolgde studierichting minder in de lijn ligt van haar toekomstplannen, gelooft ze niet: «Het zal wel loslopen». Wellicht zou ze wetenschappelijke hebben aangepakt indien ze vroeger had geweten dat ze talent bezat om in de atletiek wat te bereiken. Gedane zaken hebben geen keer. en ze zal zich totaal inzetten om het aan de universiteit te kunnen rooien. KAARSLICHT Anne-Marie Van Nuffel is een natuurta lent. De meeste toppers begonnen destijds als miniem en klommen voetje voor voerje de ladder op. Er zijn ook beloften die als een meteoor naar steile hoogten flitsen doch achteraf wegdeemsteren en in armoede de spikes aan de wilgen hangen. Meestal wordt in hun prille jeugd van bepaalde would-be sterretjes te veel gevergd. Ze kraken te vroeg. Bij Anne- Marie bestaat daar minder gevaar voor: sport was voor haar tot vandaag eerder ontspanning. In het bezit van al haar krachten kan ze zich verder vervolmaken, al weet men nooit hoe het menselijk organisme reageert op zwaardere trainings schema's. Totnogtoe was oefenen eerder iets romantisch. Vooral als de avond vroeg over ons aardbolletje valt: het wordt dan lopen en spurten in het donker. Op de piste mochten links en rechts wel een paar palen en lampen staan. Een voorziening waarover binnenkamers wel gepraat wordt door de atleten en bestuursmensen van de klub, maar waarvoor men voorlopig nog steeds wacht op het initiatief van degenen die er wat kunnen aan doen. In het park een avondmeeting organiseren is niet onmogelijk. Maar veel kijkgenot beleven de aanwezigen niet aan zo'n nocturne. Pa Van Nuffel heeft op een bepaalde dag zelf een noodoplossing bedacht: hij liet de schijnwerpers van zijn wagen over het parcours dwalen... Op die manier zag men tenminste een glimp van wat op de piste gebeurde. Omdat de officials in de volslagen duisternis onmogelijk hun werk konden doen, had iemand een... gaslantaarn meegebracht. In ieder geval beter dan een kaarsvlammetje of helemaal niets... kopje stijf. Met een lage kwotering als resultaat voor het «njet»... REGINA Zeventien jaar jong. Twee nationale schildjes, een als scholiere en een tweede bij «de volwassenen», ook al is men lang niet aan die leeftijd toe. Het is heel wat voor iemand die pas een paar jaartjes geleden debuteerde. Zonder tegenslagen moet uit Anne-Marie Van Nuffel iemand groeien waaraan ons landje zich kan optrekken, een atlete die mettertijd internationaal met de besten meekan. Kan ZWEMMEN Anne-Marie Van Nuffel staat voor een zeer belangtrijk jaar. Zich koncentreren op haar studieboeken en pogen als atlete te evolueren zoals van haar verwacht wordt, zijn twee zaken die ze hoopt te kombineren. Vooralsnog klapte ze rond 18 uur de boeken dicht om naar het stadspark te Aalst te kunnen gaan. Na de trainingen en de pretmakerij met de meisjes van haar leeftijd, was het te Iaat om zich opnieuw over al die gelerde dingen te buigen. Daaraan zal ze wat moeten veranderen, wil ze einde juni hoger cijfers halen. Ze maakt zich sterk dat het kan. Ze verwacht zelfs dat er ditmaal geen vijf voor lichamelijke opvoeding op haar rapport komt zoals gebeurde toen ze kampioene van België werd. Hoe zoiets mogelijk was? Heel simpel: daags voor de titelren moest ze met de meisjes van haar klas gaan zwemmen. Men dient geen insider te zijn om te weten dat in het water plonzen en hardlopen niets van mekaar moeten hebben. Kampioen schap of niet: uitzonderingen duldde de lerares niet. Anne-Marie hield echter het ze het waarmaken? Kenners beweren dat het erin zit. Annemie knipt heel zorgvuldig alles uit de krant wat over haar geschreven wordt en plakt de knipsels in een boek waarin vandaag alleen de laatste pagina's wit zijn. Hopelijk wordt het later een hele bibliotheek. Of ze gehuldigd werd na haar zegevierende titelren? «Och ja, dat hoort er allemaal bij, en het betekent zelfs een aanmoediging om verder door te duwen, doch ik weet dat er nog $en heel lange weg moet afgelegd vooraleer ik de top bereik. De behaalde onderscheiding is slechts een «tussensta tionnetje», een mijlpaal waarbij ik niet mag blijven stilstaan». Dat laatste mag niet. Want de konkurren- ten zetten zich evenmin bij de pakken. Misschien schuilt het gevaar zelfs in eigen huis: haar zus loopt eveneens. Regina heet ze. Die is pas dertien, doch heeft reeds drie klubrekords op zak. Regina en Annemie samen aan de top? «Het is te mooi om waar te zijn, doch ik hoop dat het ooit gebeurt...». M. VAN HAUWERMEIREN I

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1973 | | pagina 15