tOKUMENTEN VAN HET DAENSISME N DE STREEK VAN AALST -■J- 2-11-1973 - 3 door frans-jos verdoodt EEN BIOGRAFIE VAN ICTOR PLANCQUAERT bestaat een gerechtvaar- (d vermoeden dat Hector mcquaert "model stond" hoofdfiguur van Cyriel sses 'n Leeuw van Vlaan- iren. Door de titel van zijn issen 1895 en 1899 geschre- >n boek alleen al, heeft Idiuysse éen wel erg profetisch tn(eeld opgehangen van de fi- dur van Hector Plancquaert. ^Jancquaert zou tussen 1890 T 1914 inderdaad te keer jjan als een ontstuimige en Itergde Vlaamse leeuw, zich jfnder kompromissen verzet- e}nd tegen letterlijk alles wat ,afe ontvoogding van Vlaande- in aktief of passief in de weg ''Sond. alli het genoemde werk van iel Buysse zitten heel wat imenten ingebouwd van de »k geschiedenis waarin cquaert een belangrijke il heeft gespeeld een Chris telijke Volkspartij, beroerde jgfl keiharde verkiezingsstrijd, opvolging en verguizing. En islotte gegevens die ze uit biografie van Plancquaert „■u gegrepen de volkstri- 'lun, de sprekersbond der inganten, de begaafde en een rijke loopbaan be- imde zoon van geachte bur- •ij, die zijn studiën afbreekt 1 h helemaal opgaat in een ntyciaal en politiek engage ment. Diector Plancquaert werd op icd december 1863 in Worte- geboren als jongste zoon de rijke en zeer geachte ineesheer-burgemeester van fortegem, Marcel Plan- luaert. Het aanzien en het jj^zag van vader Plancquaert jaren zeer groot, niet het Minst omdat de burgemeester 1 Sn machtige liberale familie in het plaatselijk bestuur td weggehouden in de woeli- B periode van de Eerste "phoolstrijd tussen liberalen 0 katholieken. Jctor Plancquaert was een filjant kollege-leerling. Zoals polf Daens enkele jaren >ordien, behaalde hij het juden eremetaal van "Pre bier de Réthorique". Was hij rimus te Doornik nadat ^jj de eerste twee jaren van humaniora te Oudenaar- e had doorgemaakt nooit left hij zijn draai kunnen dejnden op school of aan de tapiversiteit. Tijdens mijn vier tste jaren bij de Jezuieten Doornik heb ik geen gele- ■nheid gehad mij in 't iams ie bekwamen. Doch was toen reeds zeer lamsgezind. Met twee lere Vlamingen maakte ik ■koord om ieder week een istel te maken in het en wij verbeterden Ier elkaar de fouten die wij •.gingen. Dat heb ik twee 'lar lang gedaan. Ik studeerde vee jaar aan de universiteit Leuven en maakte er deel it van 't Vlaams genootschap Met Tijd en Vlijt". Doch )k daar was, in 't onderwijs, les Frans wat de klok sloeg, zns echter buiten de hoge- hool sprak ik nooit een oord Frans. Natuurlijk heeft '.ze gans Franse opvoeding n blijvende slechte invloed kilttgeoefend op mijn schrijf- al. Ik studeerde in de rech- n en legde de twee examens tor wijsbegeerte in één jaar het eerste met grote iderscheiding, het tweede et onderscheiding. Doch ik id een zeer avontuurlijke 'est en wilde naar Iridië ver- ekken. Mijn zusters en tan- n brachten mij van dit voor men af, maar daardoor was %n ijver voor de studie ver wenen en voelend dat ik iets ging vóórtbrengen, bleef het jaar nadien thuis. (Plan- 'dtjquaert aan Dr. Julius Pée, üeiding tot de 2e uitgave van Vleminx) Plancquaert ok nu naar zijn zuster te omergem. Pas weduwe ge- k'vorden, liet deze haar zaak een fabriek van en handel chicorei van dat ogenblik door Hector Plancquaert idejeheren. Maar cijfers en n instmarges en kopen en ver open zaten Hector niet in et bloed, zodat hij de zaak !ge erwaarloosde en haast te et ronde liet gaan. Intussen D'ng hq helemaal op in de 'laamse Beweging, die hij ooral politiek beleefde. Toch ou Hector Plancquaert later Ün studiën afmaken en te- enover de Centrale Examen- ommissie te Brussel promo eren tot doctor in de rech- 'W Allerlei bronnen vermel en dat vooral Priester Adolf 'aens hem hiertoe aange- poord' had, toen beiden oortdurend met elkaar in /k Het geboortehuis van Hector Plancquaert te Wortegem. Scheuring onder de Scheurmakers. Hoezee I gen/ij ko- gruhacke Ap|»>ltorr<\ die aau De Pelsmackor l'c Hacker hunne geleerdheid ver schafte, die ze gemaakt heeft wie ze zijn, M. Van Laugenhaeke zijn geld hij hezat slachtofferde, wordt Vlsmaeker, l)e Hacker en Daens over Imerd gesmeteu Die heerschappen 1 oopen op den vreemde om non klnchte- neer en nen heetenkop op te zockeu, z.ooals zij zeiven zijn, en ze komen op met don wprlddheroemden (of helacheu) Planc- ipiaert van Zoinorgem. Wat zwarte ondankbaarheid Roolanders van Appelterre on omlig- reude, wat zult gij nu zeggen V AUa, ge- ■eu beetje gezoud oordeel en Langenhaeke aan 't hoofd, geude, bntikt t' felle, eerlijke en onbaatzuchtige mannen, en nu dat M. Van Langenhaeke te laat zijne kandidatuur hoeft voorgedragen, komt het grooto katholieke leger verster- en helpt ons om op 14 October Daens, Pelstnaeker, De Hacker en dien mden vogel Plancijuart tot over kop in 't slijk te stampen dat ze er i r uit kunnen. Donderdag avond, kwamen van de statie advokaat Dt üacAer,fopperscandi- daat, en een liberale Notaris onzer slad. Advokaat De Backer zei letterlijk Bonsoir.notaire.zloe uw beast I- Men schrijft ons uit KerkxaE* Meeting der Volksfoppers te Kerkxken. Zondag laatst was het kermis in onze gemeente. De Roelanders haddon dit ge roken, en Maandag t October kwamen een tiental dier aardige kwasten naar Kerkxken a/gezakt. Een zekere Planc quaert van Sotnergem, alsook een klein mager heorken die zich voor werkman uitgaf, Ofschoon hij hoed en jas met prachtige horlogieketting droeg, en zyne tljnc magere vingertjes geenzzins door het werk verhard waren, voerden er het woord in opene lucht. In den beginne wareo er met kinderen, vrouwen en meisjes mede gerekend slechts een vijftigtal toehoorders aanwezig doch dit getal groeide langzamerhand aan, want het was juist het oogenbhk waarop de inwoners der naburige gemeenten zich naar de kennis begaven. Nu, van in de verte het geroep en het getier dier kwak zalvers hoorende, konden zij er niet aan weerstaan eens eventjes naar die poesje nellen te gaan luisteren. Zoodat ik mag zeggen, geachte lezers, dat er op het ein de der meeting een honderdtal toehoor ders rond den tandentrekker, pardon rond den kandidaat Volksvertegenwoordiger It geschaard waren. Die aardige ventjes dachten dat hunne meeting den grootsten byval genoot, en ge zult zion in hun or gaan - Klodde Roeland - zullen zij zulks mot groot rumoer aankondigen maar de juiste waarheid is, geachte lezer, dat hunne meeting een volledig fiasco, eene verpletterende nederlaag voor hen Is go- weest, want slechts een dertigtal kiezers der gemeente waren er aanwezig, waar onder vijf of zes die met de volksfoppers meohuiien. Het waren dan ook deze laat- sten met de jachthontljes dio de groots bollen der volkslopperij volgen, die tel kenmale op de bres sprongen om toe te juichen. De overige deftige toehoorden hieven kalm en onverschillig aan de op hitsingen der scheurmaker». De redevoeringen dier valache verdedi gers van het werkvolk bestonden ia aaneenschnkeltncr van wrlnn.. i De Standaard, katoliek en vooral anti-roelanders over de kandidatuur van Plancquaert in 1894 te Aalst. kontakt kwamen bij de sa menstelling van de eerste lijst der daensisten en in mindere mate voordien, toen de roe landers gemeenschappelijke vrienden waren. Alvorens Plancquaert te Aalst "in de politieke arena trad", had hij de beweging voor een autono me en demokratische Vlaam se politieke macht reeds inge leid en gestuwd. Ik volgde olie Vlaamse landdagen. Dat ge praat zonder handelen ver veelde mij en maakte mij zenuwachtig en op een land dag te Kortrijk vroeg ik het woord vermoedelijk op woensdag 29 of donderdag 30 augustus 1888, toen het Da- vidsfonds in Algemene Verga dering te Kortrijk samen kwam. M>ta steller van deze bijdrage en zei met groot geweld dat wij ons moesten werpen op politiek gebied. Ik oogstte grote bijval, maar er kwam natuurlijk niets van in huis. Alhoewel meest te Zo- mergem verblijvend, stichtte ik met Leonce Ducatillon van Waregem en Camiel van Cae- neghem van Eine en enige anderen, wier naam mij niet meer te binnen valt, een soort l.At- i* jt t. *J,, 4Wf 4 p,c «y* **-— p' - 1 ->t. d. z u<£tr c-£m^ óryt&j-, vZyfo 'u4 ~-&r- - *y. y' A-Z-p c? S"f Leonce Ducatillon Vermoedelijk hebben Plan cquaert en (vooral) Priester Daens die uitsluiting bewerk stelligd. Nota van de steller van deze bijdrage. Ik vorm de met Victor De Lille van Maldegem ook zo een in 't Meetjesland en begon in vele plaatsen meetings te geven. Doch mijn overtuiging was altijd dat de Vlamingen een politieke macht moesten wor den. In 't jaar 1892, geloof ik, was er verkiezing te Gent. De katolieke volksvertegenwoor digers kwamen te Zomergem meeting houden en toen zij gedaan hadden met spreken, vroeg ik 't woord. Dit werd mij toegestaan omdat ik tot een katolieke familie behoor de en iedereen van mening was dat ik 't volk ging aanzet ten om voor de katoHeken te stemmen. Maar toen men hoorde hoe ik hun plichten jegens het Vlaamse volk niet te vervullen, was de ontstelte nis verschrikkelijk. Heel de zaal was in beroering. Pries ters, volksvertegenwoordigers, de hoofden van de gemeente, die hevig katoliek waren en tot mijn familie behoorden, waren het hart in en de verga dering, waarvan geen vijftig aanwezigen iets van de Vlaamse Kwestie afwisten, ging in de grootste verwarring uiteen. Als ge zult weten dat op dit dorp van zesduizend inwoners geen vijftig mensen voor andere partijen dan de katolieke stemden, zult gij begrijpen welke indruk mijn optreden teweegbracht. Maar aangezien ik goed gezien was, hield men het meer voor een onbezonnenheid dan voor kwaadwilligheid. Doch veer tien dagen nadien hingen er, met mijn naam ondertekend, affiches in de stad van Gent, waarin ik aan de katolieken verweet hun plichten jegens het katoliek volk niet te vol brengen. Korte tijd daarna kwam er een plaats open van provinciaal raadslid te Waar schoot. Ik liet weten dat ik mijn kandidatuur zou stellen indien de kandidaat niet op zijn eer beloofde Vlaams in de provincieraad te spreken. De kandidaat beloofde het, maar hield geen woord. Nog kort daarop moest een pro vinciaal raadslid te Zomergem gekozen worden. Ik liet nog maals aan de katolieken weten dat ik mij tegen hun kandidaat zou stellen, zo deze zich niet verbond, Vlaams in de provinciale raad te spre ken. De kandidaat beloofde het, maar hield zijn woord niet. Daarop vroeg mij een katoliek, die het meest in de Kommissie te zeggen had en met mijn familie bevriend was, of ik kandidaat wilde zijn. Ik antwoorde dat mijn doel niet was tot iets te komen op politiek gebied, maar dat ik niet zonder tegen stand mensen zou laten ver kiezen, die ons volk niet eer biedigen. Daarop werd advo caat De Baets kandidaat en beloofde in zijn kiesrede de taal van het Vlaamse volk te spreken, doch eens verkozen, brak hij het gegeven woord. Het toeval wilde nu dat de plaats van Waarschoot op nieuw vrijkwam. Men stelde als kandidaat een franskiljon van het zuiverste water, de heer Dutry, later vrederechter te Gent. Ik stelde mij toen kandidaat tegen hem, gaf meetings, was geweldig in mijn propagandaschriften, doch bekwam, tot ieders ver bazing, veel stemmen. Hier waren Adolf Pauwels van Antwerpen en AloisDe Backer van Denderhoutem mij ter hulp gekomen op een meeting te Waarschoot. Dat geschiedde in 1893. (Plan cquaert aan Julius Peé, zie boven) In die verkiezingsstijd (verkie zing 23.5.1893) bereidde Plancquaert de stichting voor van zijn weekblad Het Recht. Het blad verscheen echter pas in 1894. —Plancquaert heeft later verklaard dat hij zijn blad stichtte tijdens de verkie zingsstrijd te Waarschoot. Dat is niet helemaal juist. Immers, waarom zou hij zijn blad niet meteen ingeschakeld hebben in zijn kiesstrijd Wellicht is de geschiedenis Plancquaert/ Het Recht identiek aan die van Van Langenhaeke/Klokke Roeland Klokke Roeland groeide uit de pamfletten- aktie ter verkiezing van Van Langenhaeke als provinciaal raadslid voor Nnove (24.5.1891). Ook Van Lange- haeke was opgetreden als tegenkandidaat tegen de ka tholieken. Plancquaert, die in 1889 op het Davidsfondskongres te Kortrijk reeds had gevraagd dat men te Aalst een kandi daat tegenover Woeste zou opstellen, kreeg plots wat hij zo vel verlangde. De Christene Volkspartij, in 1893 gesticht in Okegem, ging in 1894 de konfrontétie aan met de kato lieken te Aalst. Te elfder ure kwam Plancquaert op die eerste daensistische lijst fun geren, als vierde kandidaat, na Adolf Daens, Alois De Backer en Prosper De Pelsmaeker. De aanduiding van Hector Plan- Lodewijk-Denis Ceuterick van klub om Vlaamse meetin gen in te richten. De "Zuid- vlaamse Sprekersbond" waar in Leonce Ducatillon het leeuweaandeel heeft geleverd. Ducatillon werd op 8 februari 1902 uit de Christene Volks partij gesloten, nadat hij een betrekking had aanvaard bij het franstalige socialistische blad Le Peuple en later bij het liberale Het Laatste Nieuws. Plan van een redevoering van Plancquaert op een der Vlaamse landdagen vóór 1894. Drukkerij CAMIEL MOEYAERT COUPUREREI. 9-10 - BRUGGE SCHARESTRA AT. 16 Qruggv, -/-v. LrJ |-.j du* t J'.' C-7 f- cquaert gebeurde ten koste van de weifelende Jan-Baptist Van Langenhaeke, die de grote eer verdient de "vader van de roelanders" te zijn, doch in de provincieraad had bewezen dat hij eigenlijk niet de geschikte gekozene en po litiek leider mocht genoemd worden. De tegenstanders van de Christene Volkspartij wer den wellicht verrast door de "komst" van Plancquaert, vermits zij slechts een paar weken vóór de verkiezingen met het nieuws uitpakten. Zij speelden daarbij de kaart uit van een eventuele afzetting van de verdienstelijke Van Langenhaeke. Maar de toon van de openbaarmaking laat vermoeden hoe beducht de katolieken van Aalst wellicht waren voor Hector Plan cquaert. Van die tijd af wordt Plan cquaert een grote troef voor de daensisten, zowel te Aalst als in verscheidene andere ar rondissementen. Hoogtepun ten uit die "Plancquaert- periode" het steeds mis lukken op de valreep; zijn algemeen voorzitterschap van de Christene Volkspartijen in 1907de openlijke breuk met Pieter Daens, omdat deze tij dens de Tweede^ Schoolstrijd (1911) de zijde van de kato lieken had gekozen in het parlement de katolieken waren toen eigenlijk heel wat minder "bewarend" gewor den tenslotte de roemrijke kiesstrijd van 1914 te Aalst, toen Plancquaert Pieter Daens in de Kamer van Volksverte genwoordigers hield. Negentienh onderdzeventien bracht een nieuw element in de politieke loopbaan van Hector Plancquaert. Hij werd schepen te Gent en nam nu volop deel aan het aktivisme. In 1917 verweet ik mijzelf dat ik de anderen gevaar liet lopen, terwijl ik mij in zeker heid hield. Daarom heb ik mij in 1917 bij de aktivisten aan gesloten, alhoewel ik als bijge voegd volksvertegenwoordiger door de dood van Pieter Daens in de Kamer moest komen. (Plancquaert aan J. Pée, zie boven). Op 26 maart 1918 overleed Pieter Daens, hij moest opgevolgd worden door Hector Plancquaert of door Albert Van Bruele, schoonzoon van Pieter Daens. Maar die stonden allebei mid denin in het aktivisme. En de oorlog was nog niet ten einde. Begin november was het einde van de oorlog echter wél nabij. Op de avond van 6 november kwam de Raad van Vlaanderen —waarvan Plan cquaert en Van den Bruele lid waren een laatste maal offi cieel samen te Brussel. Hector Plancquaert was daar niet meer aanwezig, enkele uren vóór de vergadering was hij naar Bad Salzuflen afgereisd om daar de onderbrenging van honderden vluchtende ak tivisten te gaan regelen. Hij zou er blijven, want intussen is de wapenstilstand getekend (11 november 1918) en de jacht op de vlaamsgezinden in het algemeen en de aktivisten in het bijzonder geopend. Plancquaert zou trouwens ter dood veroordeeld wor den Hector Plancquaert bleef niet lang te Bad Salzuflen. Begin december trok hij naar Neder land, waar hij tot december 1919 verbleef. Nidien reisde hij naar Göttingen, tenslotte belandde hij te Tettnang (Boden-See), waar hij verbleef van juli 1920 tot begin maart 1929. Ni de uitvoering van de algemene amnestiemaatrege len, keerde hij op Goede Vrij dag van 1929 naar Vlaande ren terug. In het gezelschap van Van den Berghe, De Neve en Bocqué, kwam hij die dag aan op de hoeve van zijn vriend Denis Ceuterick te Outer. Hij bleef er tot aan zijn dood in 1953. Soms was hij gedurende een korte perio de te Gent of te Wortegem, die woningen had hij zich kunnen aanschaffen met de schadevergoeding die hem was uitgekeerd en die onge veer 50 procent bedroeg van de waarde van de goederen die hem bij de repressie in 1918 waren afgenomen maar meestal verbleef hij toch te Outer, waar hij vruchteloos trachtte de oude daensistische kern (of wat daarvan nog restte) samen te brengen. Hij bleef dus min of meer poli tiek aktief, studeerde en schreef. En gewoontegetrouw maakte hij zijn Europese rei zen. Per fiets. Plancquaerts gastheer Lode- wijk-Denis Ceuterick (Outer 17.9.1867/28.8.1943) werd in 1932 daensistische schepen te Outer, nadat zijn benoe ming tot burgemeester van hogerhand vernietigd was. 17. JAN VLEMINX In een vorig hoofdstuk heb ben wij uitvoerig de politicus, studax en journalist Hector Plancquaert behandeld. Een afzonderlijke bespreking ver dient hier zijn letterkundig werk 10 toneelstukken en 2 romans. Toneelstukken Karei De Goede, Graaf van Vlaanderen, De Dorpsklap- peien, De Werkstaking, De Geldwolf, Ceelken, De Graaf Van Puyenbroeck, Et Nunc Erundimini of de Dood van de Tsaar, Turres Ebumea, Der Alte Diener. De laatste twee werken schreef hij oorspron kelijk in het Duits, voor het klassiek historisch drama Karei De Goede ontving hij in 1889 de Driejaarlijkse Staats prijs voor het Toneel. Het Toneelstuk Liesje werd door hem in het Duits vertaald. Het werd echter nooit uitge geven, ook niet in het Neder lands. Van zijn romans Lam- brecht van Loo (historische roman, 1889) en Jan Vleminx is vooral de laatste bekend gebleven. Het werk verscheen eerst in afleveringen in zijn Het Recht en werd in 1910 door de gekende daensistische drukker-uitgever Moeyaert van Brugge in boekvorm ver spreid. Jan Vleminx is een bittere autobiografische schets van de ongelijke strijd tussen de daensisten en de dorpsgeestelijkheid in de streek van Aalst. De roman bevat ook veel biografische stof over De Backer en Lam- brecht. Hij maakte vooral ofhef door de ongemeen scherpe onluistering van enke le priesters op het platteland. Plancquaert laadde met Jan Vleminx definitief het verwijt een anti-klerikaal te zijn op zich. Pater Van Isacker heeft dat verwijt in zijn Het Daen- sisme nog eens ekstra in de verf gezet. Tijdens de tweede wereldoorlog kwam het boek opnieuw sterk in de belang stelling toen het door Pieter Van den Abeele uit dankbaar heid tegenover Plancquaert werd herdrukt. Dat was in 1944. Over de omstandighe den van die heruitgave meer in volgend hoofdstuk. De hoeve van Denis Ceuterick te Outer, later "Plancquaert- hoeve". priesters- Dokters, notaris, kooplieden, winkeliers voelden hoe huh lot in de handen was van de meesters van de levenlooze massa van Vlaanderen. Schijnheiligheid en platheid volgden. Talenten verdienste golden bijna niets meer waren ze verbon den met een onafhankelijkcn geest ze werden hinderpalen voor vooruitgang. Gemaakte en geveinsde godsvruchtigheid werd bij velen rcklaam en een middel tot voorspoed. Gedweeheid en slaafsche onderworpenheid, niet zoozeer uit godsdienstzin als uit vrees of winstbejag, verkleinden de karakters en doodden allengs bij de groote meerderheid alle bewustzijn van burgerlijke vrij heid. Alleen het klein groepje christen demokraten door Jan Vle minx gevormd, hield zonder schroomen het vaandel recht. Zij durfden vrij spreken, vrij handelen godsdienst als rotsvaste grondslag voor zedelijke kracht en liefde voor de ongelukkigen eh misdeelden van de aarde, gepaard met een sterken en onwrik- baren geest van onafhankelijkheid en vrijheid als ware ver- eischte voor deugd en echte zedelijkheid en als onoverwinnelijke hinderpaal tegen misbruiken van macht van geestelijke zoowel als wereldlijke verdrukking, dat bleef hun leus. En sterk door hun vertrouwen op een rechtvaardigen God en door geestdrif tige liefde voor hun volk en hun evenmensch, alhoewel verplet terd onder overmacht en getal, voerden zij den strijd voort, den heiligen strijd voor de heropbeuring van de vroeger zoo krach tige en heerlijke doch nu zoo diep gezonken maagd voor Vlaan deren vol hoop in de naderende ontwaking van ons volk, hoe diep sij het nu nog ingelapen zagen onder de manzanillaboomen van onze pastorijen. (1) (1) De manzanlleboom ten t Slot van de in 1944 herdrukte Jan Vleminx— Briefwisseling tussen uitgever Moeyaert en schrijver Plancquaert Wordt verdergezet. Aanstaande week Pieter Van den Abeele, Frans Sterck, Frans Lambrecht en Lodewijk Van Opdenbosch.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1973 | | pagina 3