tOKUMENTEN VAN HET DAENSISME
N DE STREEK VAN AALST
-■J-
2-11-1973 - 3
door frans-jos verdoodt
EEN BIOGRAFIE VAN
ICTOR PLANCQUAERT
bestaat een gerechtvaar-
(d vermoeden dat Hector
mcquaert "model stond"
hoofdfiguur van Cyriel
sses 'n Leeuw van Vlaan-
iren. Door de titel van zijn
issen 1895 en 1899 geschre-
>n boek alleen al, heeft
Idiuysse éen wel erg profetisch
tn(eeld opgehangen van de fi-
dur van Hector Plancquaert.
^Jancquaert zou tussen 1890
T 1914 inderdaad te keer
jjan als een ontstuimige en
Itergde Vlaamse leeuw, zich
jfnder kompromissen verzet-
e}nd tegen letterlijk alles wat
,afe ontvoogding van Vlaande-
in aktief of passief in de weg
''Sond.
alli het genoemde werk van
iel Buysse zitten heel wat
imenten ingebouwd van de
»k geschiedenis waarin
cquaert een belangrijke
il heeft gespeeld een Chris
telijke Volkspartij, beroerde
jgfl keiharde verkiezingsstrijd,
opvolging en verguizing. En
islotte gegevens die ze uit
biografie van Plancquaert
„■u gegrepen de volkstri-
'lun, de sprekersbond der
inganten, de begaafde en
een rijke loopbaan be-
imde zoon van geachte bur-
•ij, die zijn studiën afbreekt
1 h helemaal opgaat in een
ntyciaal en politiek engage
ment.
Diector Plancquaert werd op
icd december 1863 in Worte-
geboren als jongste zoon
de rijke en zeer geachte
ineesheer-burgemeester van
fortegem, Marcel Plan-
luaert. Het aanzien en het
jj^zag van vader Plancquaert
jaren zeer groot, niet het
Minst omdat de burgemeester
1 Sn machtige liberale familie
in het plaatselijk bestuur
td weggehouden in de woeli-
B periode van de Eerste
"phoolstrijd tussen liberalen
0 katholieken.
Jctor Plancquaert was een
filjant kollege-leerling. Zoals
polf Daens enkele jaren
>ordien, behaalde hij het
juden eremetaal van "Pre
bier de Réthorique". Was hij
rimus te Doornik nadat
^jj de eerste twee jaren van
humaniora te Oudenaar-
e had doorgemaakt nooit
left hij zijn draai kunnen
dejnden op school of aan de
tapiversiteit. Tijdens mijn vier
tste jaren bij de Jezuieten
Doornik heb ik geen gele-
■nheid gehad mij in 't
iams ie bekwamen. Doch
was toen reeds zeer
lamsgezind. Met twee
lere Vlamingen maakte ik
■koord om ieder week een
istel te maken in het
en wij verbeterden
Ier elkaar de fouten die wij
•.gingen. Dat heb ik twee
'lar lang gedaan. Ik studeerde
vee jaar aan de universiteit
Leuven en maakte er deel
it van 't Vlaams genootschap
Met Tijd en Vlijt". Doch
)k daar was, in 't onderwijs,
les Frans wat de klok sloeg,
zns echter buiten de hoge-
hool sprak ik nooit een
oord Frans. Natuurlijk heeft
'.ze gans Franse opvoeding
n blijvende slechte invloed
kilttgeoefend op mijn schrijf-
al. Ik studeerde in de rech-
n en legde de twee examens
tor wijsbegeerte in één jaar
het eerste met grote
iderscheiding, het tweede
et onderscheiding. Doch ik
id een zeer avontuurlijke
'est en wilde naar Iridië ver-
ekken. Mijn zusters en tan-
n brachten mij van dit voor
men af, maar daardoor was
%n ijver voor de studie ver
wenen en voelend dat ik
iets ging vóórtbrengen, bleef
het jaar nadien thuis. (Plan-
'dtjquaert aan Dr. Julius Pée,
üeiding tot de 2e uitgave van
Vleminx) Plancquaert
ok nu naar zijn zuster te
omergem. Pas weduwe ge-
k'vorden, liet deze haar zaak
een fabriek van en handel
chicorei van dat ogenblik
door Hector Plancquaert
idejeheren. Maar cijfers en
n instmarges en kopen en ver
open zaten Hector niet in
et bloed, zodat hij de zaak
!ge erwaarloosde en haast te
et ronde liet gaan. Intussen
D'ng hq helemaal op in de
'laamse Beweging, die hij
ooral politiek beleefde. Toch
ou Hector Plancquaert later
Ün studiën afmaken en te-
enover de Centrale Examen-
ommissie te Brussel promo
eren tot doctor in de rech-
'W Allerlei bronnen vermel
en dat vooral Priester Adolf
'aens hem hiertoe aange-
poord' had, toen beiden
oortdurend met elkaar in
/k
Het geboortehuis van Hector Plancquaert te Wortegem.
Scheuring onder de
Scheurmakers.
Hoezee I
gen/ij ko-
gruhacke
Ap|»>ltorr<\ die aau De Pelsmackor
l'c Hacker hunne geleerdheid ver
schafte, die ze gemaakt heeft wie ze zijn,
M. Van Laugenhaeke zijn geld
hij hezat slachtofferde, wordt
Vlsmaeker, l)e Hacker en Daens
over Imerd gesmeteu Die heerschappen
1 oopen op den vreemde om non klnchte-
neer en nen heetenkop op te zockeu,
z.ooals zij zeiven zijn, en ze komen op met
don wprlddheroemden (of helacheu) Planc-
ipiaert van Zoinorgem.
Wat zwarte ondankbaarheid
Roolanders van Appelterre on omlig-
reude, wat zult gij nu zeggen V AUa, ge-
■eu beetje gezoud oordeel en
Langenhaeke aan 't hoofd,
geude,
bntikt t'
felle, eerlijke en onbaatzuchtige mannen,
en nu dat M. Van Langenhaeke te laat
zijne kandidatuur hoeft voorgedragen,
komt het grooto katholieke leger verster-
en helpt ons om op 14 October Daens,
Pelstnaeker, De Hacker en dien
mden vogel Plancijuart tot over
kop in 't slijk te stampen dat ze er i
r uit kunnen.
Donderdag avond, kwamen van de
statie advokaat Dt üacAer,fopperscandi-
daat, en een liberale Notaris onzer slad.
Advokaat De Backer zei letterlijk
Bonsoir.notaire.zloe uw beast I-
Men schrijft ons uit KerkxaE*
Meeting der Volksfoppers
te Kerkxken.
Zondag laatst was het kermis in onze
gemeente. De Roelanders haddon dit ge
roken, en Maandag t October kwamen
een tiental dier aardige kwasten naar
Kerkxken a/gezakt. Een zekere Planc
quaert van Sotnergem, alsook een klein
mager heorken die zich voor werkman
uitgaf, Ofschoon hij hoed en jas met
prachtige horlogieketting droeg, en zyne
tljnc magere vingertjes geenzzins door het
werk verhard waren, voerden er het
woord in opene lucht.
In den beginne wareo er met kinderen,
vrouwen en meisjes mede gerekend slechts
een vijftigtal toehoorders aanwezig doch
dit getal groeide langzamerhand aan,
want het was juist het oogenbhk waarop
de inwoners der naburige gemeenten zich
naar de kennis begaven. Nu, van in de
verte het geroep en het getier dier kwak
zalvers hoorende, konden zij er niet aan
weerstaan eens eventjes naar die poesje
nellen te gaan luisteren. Zoodat ik mag
zeggen, geachte lezers, dat er op het ein
de der meeting een honderdtal toehoor
ders rond den tandentrekker, pardon rond
den kandidaat Volksvertegenwoordiger It
geschaard waren. Die aardige ventjes
dachten dat hunne meeting den grootsten
byval genoot, en ge zult zion in hun or
gaan - Klodde Roeland - zullen zij zulks
mot groot rumoer aankondigen maar de
juiste waarheid is, geachte lezer, dat
hunne meeting een volledig fiasco, eene
verpletterende nederlaag voor hen Is go-
weest, want slechts een dertigtal kiezers
der gemeente waren er aanwezig, waar
onder vijf of zes die met de volksfoppers
meohuiien. Het waren dan ook deze laat-
sten met de jachthontljes dio de groots
bollen der volkslopperij volgen, die tel
kenmale op de bres sprongen om toe te
juichen. De overige deftige toehoorden
hieven kalm en onverschillig aan de op
hitsingen der scheurmaker».
De redevoeringen dier valache verdedi
gers van het werkvolk bestonden ia
aaneenschnkeltncr van wrlnn.. i
De Standaard, katoliek en vooral anti-roelanders over de
kandidatuur van Plancquaert in 1894 te Aalst.
kontakt kwamen bij de sa
menstelling van de eerste lijst
der daensisten en in mindere
mate voordien, toen de roe
landers gemeenschappelijke
vrienden waren. Alvorens
Plancquaert te Aalst "in de
politieke arena trad", had hij
de beweging voor een autono
me en demokratische Vlaam
se politieke macht reeds inge
leid en gestuwd. Ik volgde olie
Vlaamse landdagen. Dat ge
praat zonder handelen ver
veelde mij en maakte mij
zenuwachtig en op een land
dag te Kortrijk vroeg ik het
woord vermoedelijk op
woensdag 29 of donderdag 30
augustus 1888, toen het Da-
vidsfonds in Algemene Verga
dering te Kortrijk samen
kwam. M>ta steller van deze
bijdrage en zei met groot
geweld dat wij ons moesten
werpen op politiek gebied. Ik
oogstte grote bijval, maar er
kwam natuurlijk niets van in
huis. Alhoewel meest te Zo-
mergem verblijvend, stichtte
ik met Leonce Ducatillon van
Waregem en Camiel van Cae-
neghem van Eine en enige
anderen, wier naam mij niet
meer te binnen valt, een soort
l.At-
i* jt
t. *J,, 4Wf
4 p,c
«y* **-—
p' - 1
->t. d. z
u<£tr c-£m^ óryt&j-,
vZyfo 'u4 ~-&r-
-
*y. y'
A-Z-p c?
S"f
Leonce Ducatillon
Vermoedelijk hebben Plan
cquaert en (vooral) Priester
Daens die uitsluiting bewerk
stelligd. Nota van de steller
van deze bijdrage. Ik vorm
de met Victor De Lille van
Maldegem ook zo een in 't
Meetjesland en begon in vele
plaatsen meetings te geven.
Doch mijn overtuiging was
altijd dat de Vlamingen een
politieke macht moesten wor
den. In 't jaar 1892, geloof ik,
was er verkiezing te Gent. De
katolieke volksvertegenwoor
digers kwamen te Zomergem
meeting houden en toen zij
gedaan hadden met spreken,
vroeg ik 't woord. Dit werd
mij toegestaan omdat ik tot
een katolieke familie behoor
de en iedereen van mening
was dat ik 't volk ging aanzet
ten om voor de katoHeken te
stemmen. Maar toen men
hoorde hoe ik hun plichten
jegens het Vlaamse volk niet
te vervullen, was de ontstelte
nis verschrikkelijk. Heel de
zaal was in beroering. Pries
ters, volksvertegenwoordigers,
de hoofden van de gemeente,
die hevig katoliek waren en
tot mijn familie behoorden,
waren het hart in en de verga
dering, waarvan geen vijftig
aanwezigen iets van de
Vlaamse Kwestie afwisten,
ging in de grootste verwarring
uiteen. Als ge zult weten dat
op dit dorp van zesduizend
inwoners geen vijftig mensen
voor andere partijen dan de
katolieke stemden, zult gij
begrijpen welke indruk mijn
optreden teweegbracht. Maar
aangezien ik goed gezien was,
hield men het meer voor een
onbezonnenheid dan voor
kwaadwilligheid. Doch veer
tien dagen nadien hingen er,
met mijn naam ondertekend,
affiches in de stad van Gent,
waarin ik aan de katolieken
verweet hun plichten jegens
het katoliek volk niet te vol
brengen. Korte tijd daarna
kwam er een plaats open van
provinciaal raadslid te Waar
schoot. Ik liet weten dat ik
mijn kandidatuur zou stellen
indien de kandidaat niet op
zijn eer beloofde Vlaams in
de provincieraad te spreken.
De kandidaat beloofde het,
maar hield geen woord. Nog
kort daarop moest een pro
vinciaal raadslid te Zomergem
gekozen worden. Ik liet nog
maals aan de katolieken
weten dat ik mij tegen hun
kandidaat zou stellen, zo deze
zich niet verbond, Vlaams in
de provinciale raad te spre
ken. De kandidaat beloofde
het, maar hield zijn woord
niet. Daarop vroeg mij een
katoliek, die het meest in de
Kommissie te zeggen had en
met mijn familie bevriend
was, of ik kandidaat wilde
zijn. Ik antwoorde dat mijn
doel niet was tot iets te
komen op politiek gebied,
maar dat ik niet zonder tegen
stand mensen zou laten ver
kiezen, die ons volk niet eer
biedigen. Daarop werd advo
caat De Baets kandidaat en
beloofde in zijn kiesrede de
taal van het Vlaamse volk te
spreken, doch eens verkozen,
brak hij het gegeven woord.
Het toeval wilde nu dat de
plaats van Waarschoot op
nieuw vrijkwam. Men stelde
als kandidaat een franskiljon
van het zuiverste water, de
heer Dutry, later vrederechter
te Gent. Ik stelde mij toen
kandidaat tegen hem, gaf
meetings, was geweldig in
mijn propagandaschriften,
doch bekwam, tot ieders ver
bazing, veel stemmen. Hier
waren Adolf Pauwels van
Antwerpen en AloisDe
Backer van Denderhoutem
mij ter hulp gekomen op een
meeting te Waarschoot. Dat
geschiedde in 1893. (Plan
cquaert aan Julius Peé, zie
boven)
In die verkiezingsstijd (verkie
zing 23.5.1893) bereidde
Plancquaert de stichting voor
van zijn weekblad Het Recht.
Het blad verscheen echter pas
in 1894. —Plancquaert heeft
later verklaard dat hij zijn
blad stichtte tijdens de verkie
zingsstrijd te Waarschoot. Dat
is niet helemaal juist. Immers,
waarom zou hij zijn blad niet
meteen ingeschakeld hebben
in zijn kiesstrijd Wellicht is
de geschiedenis Plancquaert/
Het Recht identiek aan die
van Van Langenhaeke/Klokke
Roeland Klokke Roeland
groeide uit de pamfletten-
aktie ter verkiezing van Van
Langenhaeke als provinciaal
raadslid voor Nnove
(24.5.1891). Ook Van Lange-
haeke was opgetreden als
tegenkandidaat tegen de ka
tholieken.
Plancquaert, die in 1889 op
het Davidsfondskongres te
Kortrijk reeds had gevraagd
dat men te Aalst een kandi
daat tegenover Woeste zou
opstellen, kreeg plots wat hij
zo vel verlangde. De Christene
Volkspartij, in 1893 gesticht
in Okegem, ging in 1894 de
konfrontétie aan met de kato
lieken te Aalst. Te elfder ure
kwam Plancquaert op die
eerste daensistische lijst fun
geren, als vierde kandidaat, na
Adolf Daens, Alois De Backer
en Prosper De Pelsmaeker. De
aanduiding van Hector Plan-
Lodewijk-Denis Ceuterick
van klub om Vlaamse meetin
gen in te richten. De "Zuid-
vlaamse Sprekersbond" waar
in Leonce Ducatillon het
leeuweaandeel heeft geleverd.
Ducatillon werd op 8 februari
1902 uit de Christene Volks
partij gesloten, nadat hij een
betrekking had aanvaard bij
het franstalige socialistische
blad Le Peuple en later bij het
liberale Het Laatste Nieuws.
Plan van een redevoering van Plancquaert op een der Vlaamse
landdagen vóór 1894.
Drukkerij CAMIEL MOEYAERT
COUPUREREI. 9-10 - BRUGGE SCHARESTRA AT. 16
Qruggv, -/-v. LrJ
|-.j du* t
J'.' C-7
f-
cquaert gebeurde ten koste
van de weifelende Jan-Baptist
Van Langenhaeke, die de
grote eer verdient de "vader
van de roelanders" te zijn,
doch in de provincieraad had
bewezen dat hij eigenlijk niet
de geschikte gekozene en po
litiek leider mocht genoemd
worden. De tegenstanders van
de Christene Volkspartij wer
den wellicht verrast door de
"komst" van Plancquaert,
vermits zij slechts een paar
weken vóór de verkiezingen
met het nieuws uitpakten. Zij
speelden daarbij de kaart uit
van een eventuele afzetting
van de verdienstelijke Van
Langenhaeke. Maar de toon
van de openbaarmaking laat
vermoeden hoe beducht de
katolieken van Aalst wellicht
waren voor Hector Plan
cquaert.
Van die tijd af wordt Plan
cquaert een grote troef voor
de daensisten, zowel te Aalst
als in verscheidene andere ar
rondissementen. Hoogtepun
ten uit die "Plancquaert-
periode" het steeds mis
lukken op de valreep; zijn
algemeen voorzitterschap van
de Christene Volkspartijen in
1907de openlijke breuk met
Pieter Daens, omdat deze tij
dens de Tweede^ Schoolstrijd
(1911) de zijde van de kato
lieken had gekozen in het
parlement de katolieken
waren toen eigenlijk heel wat
minder "bewarend" gewor
den tenslotte de roemrijke
kiesstrijd van 1914 te Aalst,
toen Plancquaert Pieter Daens
in de Kamer van Volksverte
genwoordigers hield.
Negentienh onderdzeventien
bracht een nieuw element in
de politieke loopbaan van
Hector Plancquaert. Hij werd
schepen te Gent en nam nu
volop deel aan het aktivisme.
In 1917 verweet ik mijzelf
dat ik de anderen gevaar liet
lopen, terwijl ik mij in zeker
heid hield. Daarom heb ik mij
in 1917 bij de aktivisten aan
gesloten, alhoewel ik als bijge
voegd volksvertegenwoordiger
door de dood van Pieter
Daens in de Kamer moest
komen. (Plancquaert aan J.
Pée, zie boven). Op 26 maart
1918 overleed Pieter Daens,
hij moest opgevolgd worden
door Hector Plancquaert of
door Albert Van Bruele,
schoonzoon van Pieter Daens.
Maar die stonden allebei mid
denin in het aktivisme. En de
oorlog was nog niet ten einde.
Begin november was het
einde van de oorlog echter
wél nabij. Op de avond van 6
november kwam de Raad van
Vlaanderen —waarvan Plan
cquaert en Van den Bruele lid
waren een laatste maal offi
cieel samen te Brussel. Hector
Plancquaert was daar niet
meer aanwezig, enkele uren
vóór de vergadering was hij
naar Bad Salzuflen afgereisd
om daar de onderbrenging
van honderden vluchtende ak
tivisten te gaan regelen. Hij
zou er blijven, want intussen
is de wapenstilstand getekend
(11 november 1918) en de
jacht op de vlaamsgezinden in
het algemeen en de aktivisten
in het bijzonder geopend.
Plancquaert zou trouwens
ter dood veroordeeld wor
den
Hector Plancquaert bleef niet
lang te Bad Salzuflen. Begin
december trok hij naar Neder
land, waar hij tot december
1919 verbleef. Nidien reisde
hij naar Göttingen, tenslotte
belandde hij te Tettnang
(Boden-See), waar hij verbleef
van juli 1920 tot begin maart
1929. Ni de uitvoering van de
algemene amnestiemaatrege
len, keerde hij op Goede Vrij
dag van 1929 naar Vlaande
ren terug. In het gezelschap
van Van den Berghe, De Neve
en Bocqué, kwam hij die dag
aan op de hoeve van zijn
vriend Denis Ceuterick te
Outer. Hij bleef er tot aan
zijn dood in 1953. Soms was
hij gedurende een korte perio
de te Gent of te Wortegem,
die woningen had hij zich
kunnen aanschaffen met de
schadevergoeding die hem
was uitgekeerd en die onge
veer 50 procent bedroeg van
de waarde van de goederen
die hem bij de repressie in
1918 waren afgenomen
maar meestal verbleef hij toch
te Outer, waar hij vruchteloos
trachtte de oude daensistische
kern (of wat daarvan nog
restte) samen te brengen. Hij
bleef dus min of meer poli
tiek aktief, studeerde en
schreef. En gewoontegetrouw
maakte hij zijn Europese rei
zen. Per fiets.
Plancquaerts gastheer Lode-
wijk-Denis Ceuterick (Outer
17.9.1867/28.8.1943) werd
in 1932 daensistische schepen
te Outer, nadat zijn benoe
ming tot burgemeester van
hogerhand vernietigd was.
17. JAN VLEMINX
In een vorig hoofdstuk heb
ben wij uitvoerig de politicus,
studax en journalist Hector
Plancquaert behandeld. Een
afzonderlijke bespreking ver
dient hier zijn letterkundig
werk 10 toneelstukken en 2
romans. Toneelstukken
Karei De Goede, Graaf van
Vlaanderen, De Dorpsklap-
peien, De Werkstaking, De
Geldwolf, Ceelken, De Graaf
Van Puyenbroeck, Et Nunc
Erundimini of de Dood van
de Tsaar, Turres Ebumea, Der
Alte Diener. De laatste twee
werken schreef hij oorspron
kelijk in het Duits, voor het
klassiek historisch drama
Karei De Goede ontving hij in
1889 de Driejaarlijkse Staats
prijs voor het Toneel. Het
Toneelstuk Liesje werd door
hem in het Duits vertaald.
Het werd echter nooit uitge
geven, ook niet in het Neder
lands. Van zijn romans Lam-
brecht van Loo (historische
roman, 1889) en Jan Vleminx
is vooral de laatste bekend
gebleven. Het werk verscheen
eerst in afleveringen in zijn
Het Recht en werd in 1910
door de gekende daensistische
drukker-uitgever Moeyaert
van Brugge in boekvorm ver
spreid. Jan Vleminx is een
bittere autobiografische
schets van de ongelijke strijd
tussen de daensisten en de
dorpsgeestelijkheid in de
streek van Aalst. De roman
bevat ook veel biografische
stof over De Backer en Lam-
brecht. Hij maakte vooral
ofhef door de ongemeen
scherpe onluistering van enke
le priesters op het platteland.
Plancquaert laadde met Jan
Vleminx definitief het verwijt
een anti-klerikaal te zijn op
zich. Pater Van Isacker heeft
dat verwijt in zijn Het Daen-
sisme nog eens ekstra in de
verf gezet. Tijdens de tweede
wereldoorlog kwam het boek
opnieuw sterk in de belang
stelling toen het door Pieter
Van den Abeele uit dankbaar
heid tegenover Plancquaert
werd herdrukt. Dat was in
1944. Over de omstandighe
den van die heruitgave meer
in volgend hoofdstuk.
De hoeve van Denis Ceuterick te Outer, later "Plancquaert-
hoeve".
priesters- Dokters, notaris, kooplieden, winkeliers voelden hoe
huh lot in de handen was van de meesters van de levenlooze
massa van Vlaanderen. Schijnheiligheid en platheid volgden.
Talenten verdienste golden bijna niets meer waren ze verbon
den met een onafhankelijkcn geest ze werden hinderpalen voor
vooruitgang. Gemaakte en geveinsde godsvruchtigheid werd bij
velen rcklaam en een middel tot voorspoed. Gedweeheid en
slaafsche onderworpenheid, niet zoozeer uit godsdienstzin als uit
vrees of winstbejag, verkleinden de karakters en doodden allengs
bij de groote meerderheid alle bewustzijn van burgerlijke vrij
heid. Alleen het klein groepje christen demokraten door Jan Vle
minx gevormd, hield zonder schroomen het vaandel recht. Zij
durfden vrij spreken, vrij handelen godsdienst als rotsvaste
grondslag voor zedelijke kracht en liefde voor de ongelukkigen
eh misdeelden van de aarde, gepaard met een sterken en onwrik-
baren geest van onafhankelijkheid en vrijheid als ware ver-
eischte voor deugd en echte zedelijkheid en als onoverwinnelijke
hinderpaal tegen misbruiken van macht van geestelijke zoowel
als wereldlijke verdrukking, dat bleef hun leus. En sterk door
hun vertrouwen op een rechtvaardigen God en door geestdrif
tige liefde voor hun volk en hun evenmensch, alhoewel verplet
terd onder overmacht en getal, voerden zij den strijd voort, den
heiligen strijd voor de heropbeuring van de vroeger zoo krach
tige en heerlijke doch nu zoo diep gezonken maagd voor Vlaan
deren vol hoop in de naderende ontwaking van ons volk, hoe
diep sij het nu nog ingelapen zagen onder de manzanillaboomen
van onze pastorijen. (1)
(1) De manzanlleboom ten t
Slot van de in 1944 herdrukte Jan Vleminx—
Briefwisseling tussen uitgever Moeyaert en schrijver Plancquaert
Wordt verdergezet. Aanstaande week Pieter Van den
Abeele, Frans Sterck, Frans Lambrecht en Lodewijk Van
Opdenbosch.