DOKUMENTEN VAN HET DAENSISME IN DE STREEK VAN AALST m-' II LARUS DE ZANGER 16-11-1973 '3 ling volk llispi an t rij onnt lg V! iocia el >loni Bra« dt a n vo hec era. •olid t h slrij [1 zl lit zi ing :id Bras »en 'g 1 liet in hi it. 4ME ■gg"l wijk< door frans-jos verdoodt esta; ti :lenu »dra; rpaal terw id angc jgeli. 1111110 IVC 1 krijgt bi gselis pre: radd 22. ALBERT VAN DEN BRUELE In de kringen van het daensisme werd een eerste maal niet nadruk over Albert Van den Bruele gesproken in 1899. Van den Bruele was toen nauwelijks veertien jaar oud en organiseerde op zijn eentje in de schuur van vaders boerderij een meeting, waarop hij zelf de enige spreker was. Maar de vroegrijpe Albert Van den Bruele ontpopte zich meteen toch als een echte volkstribuun, revolutionair en onstuimig in zijn geloof dat de Christen Volkspartij spoedig de algehele ontvoogding van het in verval geraakte Vlaamse volk zou afdwingen. Van den Bruele zou in dit geloof volharden, als daensist hierom fel bekampt worden en als flamingant die niet passief kon blijven tijdens de Eerste Wereldoorlog, zwaar gestraft worden door het Belgisch gerecht. De anti-daensisten grepen de lage leeftijd van de volkstribuun en militant Van den Bruele aan als een dankbaar voorwerp van spot en minachting. Maar intussen konden die toch niet verhinderen dat hij in 1912 reeds als dé voorman der Aalsterse daensisten werd aan gezien en als de vermoedelijke opvolger van Pieter Daens. die kort nadien zijn schoonvader werd. Naar aanleiding van de aanstaande verkiezingen werd toen (door het partijbestuur) een modellijst samengesteld. Van den Bruele fungeerde daarop als vierde kandidaat. De poll-verrichtingen die hierop volgden, brachten Van den ruele echter op de tweede plaats. Het was de eerste keer dat wij hierover een poll hielden. Tot nog toe hadden wij moeten lopen en draven, smeken en bidden «of men alstublieft op onze lijst wou komen», want met zijn naam op onze lijst staan betekende, dat men vrijwillig een leven van broodroof en vervolging tege moet wou gaan. Die tijd was nu voorbij, van alle kanten waren katoliekcn komen aanlopen en dan nog katolieken van naam, zoals baron Karei de Bethune bereid gevechten te leveren om op onze lijst een verkiesbare plaats te veroveren. De tijd was gekomen om de partijleden zélf te laten beslissen, aan wie zij onder al die kandidaten hun vertrouwen wilden schenken. (L.P. Boon. Pieter Daens, uitgave van 1971. blz. 579). Die\spektakulaire opkomst van Van den Bruele bracht de inwendige tegenstellingen onder de daensistische leiders op kookpunt. Alfons Dumont uit Erpe Erpc 27.12.1863/Mere 18.1.32 was zelfstandig schilder: tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij burge meester van Erpe dis sinds jaren het daensisme ten westen van Aalst had gepropageerd en in 1904 eveneens kandidaat was op de kamerlijst. trok zich verbitterd terug omdat Van den Bruele ingevolge de poll zijn tweede plaats op de lijst innam. En met hem verlieten de katolieken de Bethune en Ghysclinck nieuwkomers in de nu beter aanvaarde Christe- ne Volkspartij het daensis me. Het heengaan van Dumont heeft lange tijd de omgeving van Aalst beroerd, omdat Dumont zich plots in een indrukwekken de pamflettencampagne stortte, waarin vooral Pieter Daens werd gekompromitteerd. Wij kunnen hier op de inhoud niet verder ingaan. Toch één punt: Dumont verweet Pieter een belofte tot financiële ondersteu ning van de weduwe De Backer niet gehouden te hebben. Zonder gekonfronteerd te wor den met «de zaak Dumont». heeft respektievelijk de familie De Backer en Van den ruele verklaard dat Pieter Daens weduwe De Backer steunde en haar onder andere een pen sioentje hielp bezorgen (fam. De Backer) en dat Albert Van den Bruele vaak geldelijke steun van Pieter Daens aan weduwe De Backer overmaakte (fam. Van den Bruele). Albert Van den Bruele. pijnlijke incidenten had laten misbruiken door de partij katolieke tegenstanders. In 1914 was Van den Bruele weerom tweede kandidaat. Maar om aan Hector Plan- cquaert de kans te bieden de meningsverschillen van 1911 te laten vergeten door zich achter de verzwakkende Pieter Daens te scharen, ruimde hij zijn plaats in. Het leidde tot een der suksesrijkste verkiezingen die het daensisme ooit heeft gekend. Wij hebben hierover reeds eerder gehandeld. Maar het werd meteen ook de laatste verkiezing waarin de veelbelo vende Van den Bruele een rol zou spelen. Zijn deelname aan het aktivisme was er de oorzaak van. In het hierboven aange haalde verkiezingsjaar 1914 hebben de katolieken vruchte loos gepoogd Van den Bruele te bewegen om naar de katolieken over te stappen. De onderpas toor van Denderhoutem trad hierbij op als bemiddelaar. Albert Van den Bruele werd op 19 februari 1885 geboren te Denderhoutem. op de wijk Anderenbroek, de grensschei ding met Erenibodegem. Hij was de oudste van vier kinderen, maar bleek spoedig niet voorbestemd te zijn om het landbouwbedrijf van zijn vader verder'te zetten. Advokaat De Backer, die sterk geloof en vertrouwen toonde ten opzichte van de jonge demokraat, zette hem tot zelfstudie aan en hielp hem erbij. De dood van De Backer betekende echter het einde van de studievooruit zichten van Van den Bruele. die nu zijn legerdienst ging vervullen en nadien het drukvak aanleerde, samen met Van den Abeele. Toen Van den Abeele en Van den Bruele in 1909 elk hun eigen weg zochten, belandde de laatste bij Pieter Daens. met wiens dochter Anna hij in 1912 zou trouwen. Dank zij de aanmoedigingen van zijn vrouw, legde Van den Bruele zich van 1912 af weerom erg op de zelfstudie toe. In de jaren ervoor had hij zichzelf als politiek redenaar bevestigd. Het bezorgde hem een deel van zijn populariteit. Het andere deel van zijn populariteit verwierf hij als schrijver van volkse toneelstukken die jarenlang in zijn geboortedorp werden opgevoerd als dichter, schrijver van liederen en niet het minst als schrijver van «De Geschiedenis van Denderhou tem». Na zijn huwelijk trok Van den Bruele naar Denderleeuw, liet er een huis bouwen en vestigde zich als drukker. De oorlog zou echter alles grondig in de war sturen. Van den ruele werd wederopgeroepen onder de wapens. Maar na de val van Antwerpen verliet hij het leger, verbleef enkele dagen in Nederland, keerde terug en moest zich drie opeenvolgende nachten schuil houden op een kerkhof in de omgeving van Antwerpen. Ten slotte bereikte hij zijn geboortehuis te Dender houtem en kon daar gedurende 18 maanden zijn zeer onkom- fortabele schuilplaats handha ven dank zij de hulp van een paar buren. Door een toeval slaagde hij erin zich te laten legitimeren bij de rijkswacht te Denderleeuw, zodat hij zich opnieuw vrijelijk kon bewegen. In 1916 trad hij in het aktivisme en werd samen met Plancquaert lid van de Raad van Vlaanderen. Beiden zouden hierom na de oorlog de doodstraf krijgen. Op 3november 1918 verliet Van den Bruele Denderleeuw, sa men met zijn vrouw en één Het geboortehuis van Van den Bruele te Denderhoutem. Albert Van den Bruele. die eveneens aangevallen werd door Alfons Dumont. heeft zich in die dagen getoond als een politiek puncher. Hij deed het via de weekbladen van Pieter Daensx Zijn toon was scherp. Vooral toen de daensisten na korte tijd ontdekten dat LG1 Dumont zich voor die bijzonder AMNESTIE Weer een jaar is voorbij. Weekblad Ons Land van 2° november 1924: Weerom ging een jaar zonder amnestie oor bij. kind. Het tweede kind bleef bij de weduwe van Pipter Daens. De wapenstilstand was nabij en samen met andere aktivisten ging hij in vrijwillige balling schap. Oorspronkelijk wou hij naar Nederland uitwijken, maar de Duitse overheid weigerde dit. U zijt soldaat en eens in Holland is het mogelijk dat gij naar het Belgisch leger terugkeert. (A. Van den Bruele. Vijf jaar zegen, blz. 5). Uiteindelijk overhandigde men hem een paspoort voor Bad Salzuflen. Aan zijn (definitief) afscheid van Vlaanderen heeft Van den Bruele later iri Vijf jaar zegen bijzonder ontroerende bladzij den gewijd. Alvorens naar Duitsland af te reizen, verbleef Van den Bruele nog enkele dagen te Brussel. Hij woonde er de laatste vergade ringen van de Raad van Vlaanderen bij. In de avond van 9 november vertrok hij per trein uit Brussel Enkele uren voordien bombardeerde de Engelse luchtmacht het station van Denderleeuw en doodde hierbij 60 soldaten en 42 burgers Het werd voor het gezin Van den Bruele een zeer zware reis tussen Duitse soldaten die naar hun thuis terugkeerden. Tussen Luik en Keulen reisde ook August Borms met hen en toen zij vijf dagen na het vertrek uit Brussel te Bad Salzuflen aankwamen, ontmoetten zij Plancquaert. die reeds op 6 november afgereisd was om in Duitsland het onthaal der vluchtelingen te helpen organiseren. Albert Van den Bruele bleef tot 1933 in Bad Salzuflen. Hij heeft er erge materiële ellende gekend, maar zijn in 1935 aangevangen autobiografische geschriften bewezen dat hij geestelijk ongebroken was. In 1933 trok hij naar Terneuzen, opende daar een handel van kousen en wol en deed er flinke zaken. In 1939 begon de lijdensweg van zijn ziekte die hem eigenlijk reeds sinds 1936 van elke geestelijke aktiviteit deed afzien. Op 4 oktober 1943 overleed hij in Terneuzen. na een ononderbroken balling schap van vijfentwintig jaar. Toch had hij tweemaal dicht bij de terugkeer naar Vlaanderen gestaan. In 1925 werd hij verwacht in Denderhoutem. waar de daensisten over de absolute meerderheid in de gemeenteraad beschikten. Het moest een triomfantelijke ont vangst worden, met optochten en volksfeesten. Maar het uitblijycn van algemene amnes tiemaatregelen hield hem bui ten de grenzen van het land. Tijdens de Tweede Wereldoor log bereidde men een tweede maal zijn terugkomst voor. Albert Van den Bruele zou burgemeester worden. Maar hij was toen reeds erg ziek en weigerde. 23. KAREL-LEOPOLD VAN OPDENBOSCH Karel-Leopold Van Opden- bosch is de laatste leider van het daensisme over wie wij hier zullen schrijven. Van Opdcn- bosch was niet alleen de laatste daensistische volksvertegen woordiger. op het nationaal plan is hij ook de laatste leider van het daensisme geweest, sanien met Hector Plancquaert. Men zegt over Van Opdenbosch wel eens dat hij na de dood van Pieter Daens plots op het toneel verschenen is en verder, dat hij een te zwakke figuur was om het daensisme als nationale politieke organisatie te beli chamen. Een en ander berust deels op misvattingen over de tijdsgeest, deels op het gebrek aan studie over zijn parlementair werk en zijn leidersfunktie. Van Opdenbosch was geen «nieuwe» in het daensisme. Toen hij voor de verkiezingen van 1919 naar Aalst geroepen werd de omstandigheden zijn gekend: Plancquaert en Van den Bruele konden niet meer in aanmerking komen was hij hoofdonderwijzer te Berchem- Oudenaarde. was daar militant daensist en werkte reeds jarenlang mee aan de bladen van Pieter Daens. met wie hij innig bevriend was. Zijn leiderschap en zijn aktiviteit als parlementslid blijven vandaag nog steeds onverkend gebied voor de historici. Het is dus voorbarig zich nu reeds over zijn waarde als politicus uit te spreken. Daarenboven moet men met Daensistische brood- en lec- tuurverkopers... drie belangrijke gegevens reke ning houden: 1. Karakterieel was Van Op denbosch een kenmerkend demokraat, niet het type van dé leider; hij was eerder koördina- tor en organisator van de groep leiders en werkte in omstandig heden die niet meer vergelijk baar waren met de opwindende strijd van de eerste periode 1893-1907) van het daensisme. 2. Hij was niet alleen officieel de opvolger van Pieter Daens, hij was het in letterlijke betekenis: hootüredakteur en uitgever van de daensistische pers en als enig parlementslid geroepen om zowel te Brussel als te Aalst zijn man te staan in het wetgevend werk, in het dienstbetoon en in alles wat tussen beide ligt. Zoiets was niet alleen te veel voor één man, het eiste een te zeer verschillende instelling en benaderingswijze. 3. Van Opdenbosch stond aan het hoofd van een partij die nationaal zeer verzwakt was, maar op lokaal vlak haar hoogtepunt aan het bereiken was: meer dan honderd gemeenteraadsleden, een tiental burgemeesters, bloeiende so ciale organisaties, een koöpera- tieve uitbouw, van de sektor voeding tot het geldwezen. Nationaal werd de partij volledig de wind uit de zeilen genomen. De socialisten en de inmiddels tot Rerum Novarym (1891...) «bekeerde» partij-kato- lieken hadden een duidelijk sociaal programma dat zij stuksgewijs konden realiseren. De vlaamsnationalisten, bitter gestemd en diep ontgoocheld over het niet nakomen van de Koninklijke belofte tot Vlaams rechtsherstel. Hier ons bloed, wanneer ons recht begrepen dat zij voortaan alleen op zichzelf zouden kunnen reke nen. m.a.w. dat zij een autonome politieke macht moesten vormen. Daar het daensisme in de eerste plaats gegroeid was uit de reflex van het Vlaams bevrijdingsnationa- lisme. maar zich door de heersende sociale wantoestan den steeds en vooral diende vast te bijten in de strijd om de materiële ontvoogding, lag het nu voor de hand dat de partij zou opgaan in het zich over heel Vlaanderen snel organiserende vlaamsnationalisme. Op 16 november 1919. bij de eerste na-oorlogse wetgevende verkiezing, werd de daensist Van Opdenbosch te Aalst verkozen, samen met de fronter Rik Borginon. In 1921 werd dit kartel niet meer hernieuwd, maar van 1925 tot 1932 werd het opnieuw ingevoerd. Van Opdenbosch bleef het enige daensistische parlementslid: bij de fronters werden Adiel De Beuckelaere (Kamer. 1929) en dokter Hilaire Gravez (Senaat. 1929) verkozen. Bleef het daensisme een viaamsnationale partij-, in 1936 voerde Van Opdenbosch de Vlaams-Natio nale Demokratische Partij aan en werkte naast die van de inmiddels in het VNV gegroe peerde vlaamsnationalisten. Hector Plancquaert steunde Van Opdenbosch. De scheiding was eigenlijk al een feit sinds 1933. Plancquaert. Ceuterick. Van Hoorick en Van Opden bosch verschenen toen al samen als sprekers op Vlaamse meetings. De verkiezing van 1936 bracht echter de grote ontgoocheling, Ontmoedigd verliet Karel-Leopold Van Opdenbosch Aalst, ging bij een familielid tc Oostakker lichte lichamelijke arbeid verrichten om uit zijn depressieve toestand bevrijd te geraken en betrok nu met zijn gezin een woning te VI»amsch-Naiion»le DEMOKRATISCHE PARTIJ .ATKS ONTVA! I v.d oH"-1 UESOII1KSTK IHTIIMS OP Uï 1>A Van Opdenbosch en Plancquaert werken naèst het VNV. Gent. Hij overleed daar op 1 mei 1940. Vóór hij volksvertegenwoordi ger voor Aalst werd. fungeerde Karel-Leopold Van Opden bosch (geboren te Meerbeke op 6 oktober 1867) als onderwijzer te Baardegem en als hoofdon derwijzer te Neigem en te Berchem-Oudenaarde. Hij was van 1919 tot 1936 volksverte genwoordiger. In 1925 werd hij ook voorgedragen voor het ambt van burgemeester van de stad Aalst, maar het laten uitsteken van de leeuwevlag op het stadhuis ter viering van Guldensporen kostte hem zijn benoeming. Zoals andere daensistische leiders vóór hem, was Van Opdenbosch een vaardig jour nalist en een volks schrijver. Eerst werkte hij mee aan de bladen van Pieter Daens en later nam hij de hoofdredaktie ervan waar. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schreef hij zijn eerste roman: De Roofvogels. Toen de uitgave ervan werd aangekondigd, kreeg hij omwil le van de titel van het werk last met de Duitse overheid, zonder verder gevolg overigens. Na De Roofvogels, schreef Van Op denbosch nog tientallen korte en volkse romans die op een populaire manier aan de man werden gebracht: de daensisti sche broodverkopers namen ze mee op hun ronde... Net als Pieter Daens geloofde Van Opdenbosch zeer sterk in de taak die voor een kleine groep ontwikkelden t.o.v. de massa niet-ontwikkelde arbeidersklas se was weggelegd. Bezorgen van stichtende lektuur gold voor hen als een onderdeel van het dienstbetoon. Toen Van Opdenbosch mee werkte aan de daensistische bladen of toen hij de redaktie ervan waarnam, schreef hij onder het pseudonoem Stijn Storms. En ook bij het uitgeven van zjn biografie over Pieter Daens gebruikte hij die deknaam. De grote bewonde ring voor zijn voorganger loopt als een sterke draad doorheen dit werk. dat door de leerling aan zijn meester is opgedragen. Pieter Daens en Karel-Leopold Van Opdenbosch roepen el- kaars beeld op. Maar elk van beiden heeft een «andere» daenspartij geleid en vertegen woordigd. En vooral: haar verdedigd tegen andere tegen standers. (wordt verdergezet) Vlaams studentenleider Bert Van Hoorick. (Uit «Zelfbestuur in Vlaanderen», brochure van Vrije Jeugd- en Kampeerveree- niging Wunihild, waarin talrij ke bijdragen van Van Hoorick. In dit huis woonde Van Opdenbosch tot in 1936. Hier ligi als het ware het eindpunt van het daensisme als nationale partij. Oorspronkelijke Roman door L. VAN OPDENBOSCH Excelsiors' Volksromans Zandstr. Sint Andrics Brugge De eerste volksroman van Karel-Leopold Van Opdenbosch. Aanstaande week: de antagonisten van het daensisme.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1973 | | pagina 3