HET DEBAT IS OPEN AALST AALST y AALST AALST «.v AALST AALST x AALST AALST FUSIEPLANNEN AALST: Hofstade^HerdersemT Moorsel jrmilfnpc geka mdegem 11 vc Dtfer Meldert J^lorugge Mere^-euwerkerky Eremb-0^gem Haaltert 'aaniigem Plan ministerie van Binnenlandse Zaken Aantal inwoners 69.109 Aantal gemeenten 3 i Hofstade^kHerderse Moorsel ardegem Mere^ieuwerkerkef/ Eiemt?odegem Haaltert iu Plan Provinciaal Technische Dienst Aantal inwoners 78,808 Gemeenten 6 Giizeoem N anzele it Hofstade erderse Moorsel Erembout'yem Erpe Meré^ieuwerker Haaltert ;'ij' Plan Provinciaal Ekonomische Dienst I (P.E.D.) - Inwoners 89.374 Gemeenten 9 Giizegem Hofstade [anzele erderse Moorsel aardegenvj J Erpe M^ieuwerkerkèn' Eremb-ode9em Haaltert Plan Provinciaal Ekonomische Dienst II (P.E.D.) Gemeenten 5 Variante op plan I Gijzegem Hofstade XHerderse vanzele Moorsel ardegem Meldert M'er^ieuwerkerke/ Eremb-odeBem Haaltert Plan Belgische Socialistische partij I Gemeenten 5 Inwoners 74.221 Gijzegem Wanzele Smetlede HofstadeXHerderse Moorsel rondegem /léWtem BamlW Mer^NieuwerlW ErBnffotgem Haaltert Wanneer we deze reeks over de fusieplannen te Aalst opzetten, beseffen we zeer goed dat we verre van volledig zijn. Want terwijl wij deze regels uittikken staat er wel al iemand anders klaar met een nieuw plan. Het is momenteel zo dat in het Aalsterse iedere gemeente, iedere politieke partij en zelfs een vooraanstaand lid van die partij met zijn eigen fusieplan op zak loopt. Daarom dat we in deze eerste aflevering slechts een reeks plannen vooropzetten die reeds bestaan en dus een mogelijkheid vormen voor de toekomst. Opzettelijk hebben we dan ook Aalst centraal gesteld en ons alleen bij die plannen gehouden die een eventueel Groot Aalst zouden vormen. Hoe de omliggende gemeenten zullen reageren moeten we afwachten. Alhoewel we uit diverse verslagen van gemeenteraadszittingen weten dat men ofwel pro of kontra is, ofwel het allemaal weer een "Lepe toer van Brussel" is. Feit is de fusies van gemeenten komen er. Er was reeds een eerste golf in 1964 en een tweede in 1971-72. Thans is er sprake van 1974 of 1976. Wij staan nu eenmaal voor de realiteit, kleinere gemeenten moeten fusioneren of samengaan met buurgemeenten of steden. Ons land heeft nu eenmaal een dringende behoefte aan nieuwe, rationele entiteiten. In deze reeks zullen we nagaan wat het allemaal inhoud voor de man in de straat. Zullen we nagaan of de fusies er zijn voor de politiekers of voor de mensen. Momenteel zijn het een boel openstaande .vragen, waarop binnenkort dan toch een antwoord moet komen. En wat zal voor Aalst het beste zijn een kleine of een grote fusie Weldra zal men de knoop moeten doorhakken. Willen wij een moderne maatschappij dan zijn wij dringend aan de fusies toe. Momenteel moet elke gemeente trouwens over een degelijk bestuursapparaat beschikken dat rationeel en efficiënt werkt. Met een gespecializeerd personeelskader, met de modernste hulpmiddelen. Het debat is open Plan BSP II Aantal gemeenten 10 Variante op plan I Het vraagstuk van de fusies van gemeenten in ons land is bepaald niet nieuw. Reeds voor het bestaan van de Belgische staat werd het pro bleem van de kleine gemeente gesteld. Een dekreet tijdens de Franse revolutie in 1793 had immers gesteld dat een gemeente een vereniging van burgers was, verbonden door plaatselijke betrekkingen. Ge volg in Frankrijk waar er ook een paar huizen stonden en een entwat fatsoenlijke weg bestond werd een ge meente gesticht. Een voor beeld dat door België natuur lijk werd overgenomen. Zodanig zelfs dat op 22 augustus 1795 een direktio- nele grondwet moest bepalen dat alleen de gemeenten (in België) met meer dan 5.000 inwoners autonoom of zelf standig zouden zijn. De ge meenten beneden de 5.000 inwoners werden verenigd en bestuurd door een soort kan tonnaal gemeentebestuur, sa mengesteld uit afgevaardigden van de kleine gemeenten van het kanton. Deze toestand bleef behouden tot 1800. Vanaf die datum werd aan de kleine gemeenten een zekere zelfstandigheid verleend. Ge durende het Verenigd Ko ninkrijk der Nederlanden was de autonomie van de platte landsgemeenten onbestaand. Onze Grondwet daarentegen waarborgde vanaf 30 maart 1836 de zelfstandigheid van alle gemeenten, ook van de plattelandsgemeenten. 100 JAAR LATER Omstreeks 1930, dus bijna 100 jaar later, werd het probleem van de kleine ge meenten andermaal opgewor pen bij een rondschrijven van de Minister van Binnenlandse Zaken aan de provinciegoe- verneurs. Sindsdien werden allerlei initiatieven terzake aan de dag gelegd. Zo werd op 14 februari 1961 de wet voor ekonomische ekspansie, sociale vooruitgang en financiëel herstel uitge vaardigd waarbij een aantal bepalingen werden voorzien die tot doel hadden de samenvoeging van aangren zende gemeenten in de hand te werken. Tenslotte werd de wet van 23 juli 1971 aangenomen betref fende de samenvoeging van gemeenten en de wijziging van hun grenzen. Deze wet heeft tot doel de onvolko menheden van de zgn. Een- heidswet op het stuk van de fuzies van gemeenten te ver helpen. WAAROM AKTUEEL Het probleem van de fusies heeft de jongste jaren scher pere vormen aangenomen. Hoe dit verklaren Een kenmerk van onze maat schappij is het snel verande ringsritme. Al wie beleidsver antwoordelijkheid draagt, voelt de nood aan te zoeken naar media en instrumentaria om gelijke tred te houden met de wijzigingen van onze samenleving. De gemeenten ontsnappen niet aan dit ver- nderingsritme voorheen louter bestuursorgaan, hoofd zakelijk belast met het hand haven van de openbare orde, wordt de opdracht van de gemeenten meer en meer stimulerend om de adminis tratieve, ekonomische, kultu- rele en sociale problemen op te lossen. De lokale besturen zien zich geplaatst voor nieuwe taken o.m. de voorziening van drinkwater, gas, elektriciteit, TV-distributie, het bouwen van woningen, het afbreken van ongezonde woningen, de aanleg in versneld tempo van nieuwe wegen of grondige verbeteringen aan de bestaan de, het ontwerpen van alge mene en bijzondere plannen van aanleg, het verbeteren of in leven roepen van een brandweerdienst en een dienst voor huisvuilophaling en -verwerking, de aanleg van speel- en sportterreinen, jeugdklubs, de oprichting van gezondheidsinstellingen en rustoorden voor bejaarden, de kreatie van gelegenheden tot ontspanning, de afvoer en de zuivering van het afvalwater, initiatieven met het oog op de ontwikkeling van bestaande nijverheid of de vestiging van nieuwe industrieën, de op richting van een gemeentelij ke sociale dienst, een aange paste uitrusting voor aangena me en verheffende vrijetijds besteding, de bouw van aan gepaste bestuurslo kalen met een efficiënte kantoororgani- zatie, enz. Voormelde opdrachten 'kun nen door kleine gemeenten niet of minder behoorlijk worden aangepakt. De stijging van het materiële levenspeil dient gelijke tred te houden met een kulturele verheffing en ontplooiing van de ingeze tenen. Deze opdracht kan door kleine gemeenten niet of onvoldoende vervuld worden bij gebrek aan de nodige financiële middelen. De kompleksiteit van de ge meen telijke problematiek vergt de inschakeling van ambtenaren met een uitste kende administratieve scho ling en met een gevoel voor een modern beleid. Alleen voldoende grote gemeenten zijn in de financiële mogelijk heid ambtenaren aan te trek ken die hun taak aankunnen, die genieten van een behoor lijke vergoeding en die zich uitsluitend aan de gemeente lijke problematiek geven. MET ALLEEN BI) ONS De krisis van de gemeentelijke instellingen stelt zich in alle Europese landen. Op 1 janua ri 1972 bleven in hfederland nog 865 gemeenten over voor ongeveer 13 miljoen inwoners en in Groot-Brittanië (50 miljoen inwoners) werd het aantal gemeenten van 1.400 naar 370 teruggebracht. In Zweden (8 miljoen inwo ners) werd in een eerste faze 1946 tot 1952 het aantal rurale gemeenten van 2.281 tot 816 herleid. In de tweede herstruktureringsfaze 1962 tot 1974— wordt een gans nieuwe situatie geschapen. De 278 uitgetekende gemeente- blokken werden aanvankelijk slechts verplicht tot samen werking. De fuzie stond open voor die samenwerkingsver banden die zich ertoe rijp achtten. Deze vrijwillige fuzie, geleidelijk doorheen gans het land doorgevoerd, kende wel enig sukses en nu heeft de Zweedse regering besloten de laatste blokken tot samenvoeging te verplich ten. Deze operatie ging echter, in tegenstelling met de huidige belgische situatie, gepaard met reëel lokaal zelfbestuur en voldoende financiële mid delen toegekend door het Rijk, een evenwichtige wel vaartsspreiding, schaalvergro ting tot een entiteit die als planningseenheid kan funge ren in het breed sociaal-ruim telijk en sociaal-ekonomisch domein, soepele en duidelijke spreiding van het takenpakket tussen rijk, provincies en gemeenten. De trend naar decentralizatie is dan ook een van de markante gevolgen van de herstrukturering van de lokale besturen in Zweden, al heb ben ook deze laatsten er zelfs binnenskamers mee af te rekenen. Steeds meer wordt immers aangedrongen op bin nengemeentelijke decentrali zatie, ten einde inspraak en participatie meer kansen te geven. In België liep het aantal gemeenten van 1961 tot 1971 terug van 2.663 tot 2.359; in Oost-Vlaanderen van 295 tot 241. België telt momenteel nog 1.959 ge meenten beneden 5.000 in- AALST En hoe zijn wij het op plaatselijk vlak Hoe moet het met Aalst Het is duide lijk dat het aantal gemeenten op een aanzienlijke manier moet worden verminderd. Enerzijds door de oprichting van polarizatie-eenheden rond centrum-gemeenten zoals Aalst. Een stad die ten slotte toch instaat voor zo'n goeie 100.000 mensen (hospitaal, kliniek, brandweer enz.) en anderzijds door, waar geen centrum-gemeenten zijn, de landelijke gemeenten samen te voegen tot een entiteit van 5.000 a 10.000 inwoners. Als voorlopig richtgetal zou men dan tot een 600 gemeenten komen. Maar hoe ingewikkeld het allemaal zal zijn om tot deze toestanden te komen, hebben we willen aantonen met de voorstellen die alleen al be staan voor een ^Iroot Aalst. En net zoals Aalst reeds zijn respektabel aantal voorstellen heeft (je merkt het wel op deze bladzijde zo bestaan deze voor alle gemeenten. In het begin schreven we het reeds iedereen heeft zowat zijn eigen plannetje. Maar toch komt de dag dat we zullen moeten fusioneren. Na deze korte historiek zullen we volgende weken dan ook de grondige fusie-problematiek aanpakken. Rony Boonen Gijzegem anze e Smetlede Hofstade-XHerderse Moorsel rondegem AALST Meldert d k MerelNieuwerkerker/r BamBVjgge t Erembodegem fem. J Haaltert Aaigem Denderleen erkske Idderaem •^Heldergem ubrechtegenw^enderhoutem flkpnpm f Plan CVP I - Inwoners 137.802 - Gemeenten 21 WaivèTë Smetled Oordegem f Lede Impe Moorsel VlieraleXfi?nllc8e AALST 'lekkem onneqemui' Melder Borsbeke T Burst r^YRessegem. V t A: Haaltert Dénderleeu Herzele •NKerkske tdderqem eldergem Woubrechani! flenderhoutem Plan CVP II Inwoners 120.301 Gemeenten 15 Gijzegem anzele .Smetled Lede y*ofstadeXHerderse Moorsel liertele [ardegem Melden Mtr?^te™e.ke-ke/E,emffoiegm ke t Burst Ressegerr Haaltert Denderleeu •NKerkske ddergerr Helderqem WoubrechtegerrwYOenderboutelr Plan CVP III - Gemeenten 11 - Variante op plan II Gijzegem 'Wanzple metlede Moorsel Erondege AALST BamLge M^ieawerkerke/EfemffodBgem Plan PVV I Inwoners ongev. 100.000 Gemeenten 11 'Wanzele Hofstade^^Herderse lede Moorsel ondegem Melden Mere^i=uwerkerWEremb.od Gnzeqem Plan PVV II Gemeenten 5 Variante op plan Gijzegem ofstadêysHerderse anzele metlede Hofstade/sHerdersem Moorsel 'Wanzele iaardeqem Erondege AALST 4-HfcK Meldert Mere (Nisuwerkerke/ Elemb*odc„em Mnorsel ^^Baardeger Meldert Haaltert rnnnp Mere&ieuwerkerj^/ Erembodegem Aantal inwoners f Wel Ie Denderleeuw Hfterkskjy ->eldergfer S,ddeS jbrecht^m^-^-^|^er',ou,em Plan Sociaal Ekonomische Studiegroep 120.670 Gemeenten 16 Haaltert ^^Twêlle Plan VU - Inwoners 71.222 - Gemeenten 6

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1973 | | pagina 3