Ill 11V DC 11 Mil'
I
T
'AIS IF U4 I 4 IS NIET UI 11 U VI DCESEN WOT IE ZIEE
IE UCETME IN DE DING ELNNEN DITLEVEN
Ontspannen, en niet getekend door de kamp, blaast De Kerpel even
uit.(R)
top te bereiken.
"U gooit er dus een pak geld
tegenaan Dat vraagje stel
den we de "patroon" "Men
kan het zo stellen, doch ikzelf
bekijk het anders voor mij is
investeren in een bokser een
belegging als een andere. Ik
weet heel goed dat er risiko's
aan verbonden zijn. Ver
onderstel dat Freddy morgen
een ingewikkelde handbreuk
oploopt en moet stoppen,
dan heb ik mijn centen op
een verkeerd paard ingezet.
Als een renner van zijn
sponsor een dik pak poen
krijgt en hij wint geen enkele
koers, dan is het geld ook
"verloren". De sport en het
hele leven zitten zo vol
onvoorspelbare zaken, dat je
niet achter alles vraagtekens
mag plaatsen. Een zekere
dosis optimisme en geloof in
de toekomst houden de mens
overeind".
Waarom pikte manager Noë
uitgerekend Freddy De
Kerpel uit de massa jongeren
op "Ik geloof in hem. Niet
alleen omdat hij als amateur
met de zware hamer zwaaide
en de meesten bedankten om
het een tweede keer tegen
hem op te nemen. Hij biedt
een massa garanties die ande
ren missen vooral zijn men
taliteit spreekt me aan. Ik heb
zelden een jongen ontmoet
die het boksen op dezelfde
manier benadert als mijn
"poulain". Er wordt verteld
dat een pugilist een keihard
mannetje moet zijn dat niet
te veel redeneert of verstande
lijk niet zo hoog reikt. Het
tegendeel is eerder waar al is
het een feit dat de beoefe
naars zelden uit de zogenoem
de "betere middens" komen
of gestudeerd hebben, dan
kan toch onmogelijk ge
loochend dat de intelligent-
sten het gewoonlijk verst
schopten." Voor de vuist
namen citeren van "scher
mers" is niet zo moeilijk.
Ouderen herinneren zich nog
goed mannen als Karei Sijs,
Gustaaf Roth, Jean Sneyers
en een paar andere 'groten"
uit een voorgoed voorbije
periode. Sijs wandelde Vond
zijn tegenstanders met een
"open garde" hij durfde het
zelfs aan totaal "ongedekt"
voor lokaas te gaan spelen.
Het beste zwaargewicht dat
België ooit "produceerde"
deed dat allemaal koelbere-
kend hij verleidde zijn
"prooi" tot ondoordachte
daden om achteraf de "stou-
Roth Een danser, een
meester in de kunst van het
ontwijken en het belachelijk
maken van degene die zich
aan zijn schijnbewegingen liet
vangen. Roth, een Antwerpe
naar die eigenlijk Scillie heet
te, werd later zelfs een
gewaardeerd lesgever in het
sportkot van de KUL als onze
informatie juist is. Dan was er
ook de onvergetelijke Brus
selse "ket" Jean Sneyers; na
een "Europese loopbaan" ver
liet hij ongeschonden het
"strijdperk". En journalist
Louis Ceulemans was vroeger
amateurskamnioen van België
bij de lichtgewichten. Is bok
sen dan een discipline die
alleen "onderontwikkelden"
beroert
REVIVAL
Wat hoopt Freddy De Kerpel
te bereiken in ons afgetakeld
bokserswereldje Het spoor
van Sijs, Roth en Sneyers
volgen De Wetteraar meent
dat het kan. Tot voor een
paar jaren zag de toekomst er
voor de Belgische jongeren
pikdonker uit. De laatste man
met internationale klasse,
Lion Ven, had het laten
afweten en achter hem gaapte
een onoverbrugbare kloof. De
beloften moesten voortijdig
in bikkelharde konfrontaties
met sterke buitenlanders
boven hun krachten gaan. En
wat erger was de rekrutering
was nergens. Het aantal clubs
was mettertijd geslonken
door de krisis die het boksen
in België na het verdwijnen
van de vedetten meemaakte.
Delannoit, Sneyers, Cosse-
mijns, De Keers De enen
werden te oud. de andere
gleed door allerhande omstan
digheden ver weg van de
Europese klasse De orga
nisatoren verloren geld, de
massa bleef weg. De beurzen
van de profs daalden tot
aalmoezen. Men moest een in
deze eeuw verdwaalde idealist
zijn, iemand als Jean Van
Torre, om als een monnik te
leven voor een sport die zijn
mannetje niet meer voed
de
Doch stilaan is wat aan het
veranderen. Hoe het komt dat
in het "niets" plots lichtjes
aan het pinkelen gaan, weet
niemand. Doch de feiten zijn
er. Enkele jonge profs kunnen
al met bescheiden buitenlan
ders in de clinch zonder zich
belachelijk te maken of gena
deloos afgetroefd te worden.
Toch staat men in België i
een heel stuk verwijderd
een echte glansperiode. L
"wederopbouw" zal l£'
duren en wordt moeilj
Doch daar kan de boksba
wat aan doen. De verantwd
delijken moeten streng toej
ken op het toestaan i
vergunningen voor interna
nale matchen. Vooraleer
te zeggen dient een diepga
de studie gemaakt over
échte mogelijkheden i
beide tegenstrevers. Of he
de praktijk allemaal moge
is, en of bij ons de bokssrfQ
niet in de eerste plaats gea
geerd wordt door het een™
gesloten wereldje van somF
ge managers, is een vraagS
we bijna niet zouden durB
beantwoorden
Eén van de talentrijke jori
ren die aan de revival kun*
meehelpen, is Freddy
Kerpel. Vooral omdat hij j
overhaast de "grote zal»
wil veroveren. En omdatl
bovendien kan rekenen i
een raadgever die zo verslj
dig is niet bereid te I
onmiddellijk toe te hapl
als een of andere organis^
vandaag of morgen met j
dik pak geld komt optlaQI
om een "wedstrijd van F
jaar" te ensceneren tegen m
of andere "supercrack",
op één enkele avond I
resultaat van jarenlang IP
wen aan een beloftevL-
loopbaan kan stukslaan.
De begaafdheid om metten
op Europees niveau een rq
spelen, bezit Freddy De I
pel. Of hij al dan niet
doel bereikt, hangt van I
massa onberekenbaarhe*
af. Over een paar jaren hot
hij voldoende routine tel
zitten om "door te duwi
De konfrontaties met!
topfiguren moeten "ingele
worden via matchen t^lj
mindere goden. Als "hetT
van de waarheid" slaat,I
dag waarop Freddy zich fl
moet manifesteren als f
"Belgische Cassius Clay",gp
pas blijken of manager
klaar zag. Intussen geen e»
le reden om te twijfelen!
een grote toekomst vanl
door de bokssport gea
deerde jonge man die r*
ten overvloede bewezen M
dat ons landje niet gedoj
blijft om slechts figuraj
als proefpaarden naar
buitenland te eksporterent
Iq F
Middenin de zaal stond de ring. "Seconds out" ging het door de geluidsversterkers, wat meteen
betekende dat de mannen die bijna geheimzinnig de "laatste instrukties" aan hun poulain aan net
influisteren waren, zich moesten terugtrekken. Toen weerklonk de gongslag twee jonge mannen
stapten op elkaar af, verstopten hun gelaat achter dikke handschoenen en begonnen rond mekaar
te dansen, op de toppen van de tenen, zoekend naar de opening in de "garde" van de
tegenstander om plots verrassend te kunnen toeslaan. Na drie minuten stapte iedereen weer naar
zijn hoekje om op een vliegensvlug over de touwen getild stoeltje wat uit te blazen Eén
minuut later was er datzelfde "seconds out". De kamp herbegon
Zevenhonderd mensen betaalden die avond een entreekaartje om te zien boksen. Sommigen
hadden oog voor de refleksen van de "technisch begaafden" die precies op het gepaste moment
de venijnige stoten van hun "belager" ontweken. Anderen schreeuwden de kelen hees voor een
rake mep, een "knock down" Panem et circenses
iSSBKtti roep koos, doch haar Freddy
opteerde voor de moeilijkste
oplossing zichzelf worden
F tussen de acht ringtouwen en
I boksend zijn broodje verdie-
nen. Of mama er niets op
tegen heeft "Ik geloof het
niet- Ze supportert zelfs voor
mij. Indien vader nog geleefd
-had, zou die misschien ook
niet honderd procent kontra
geweest zijn, durf ik ver
onderstellen."
^^B Freddy is bijna geobsedeerd
door het boksen, weet mana-
^B» ger Noë "Hij stak zelfs de
Atlantische Oceaan over en
^B trainde er gedurende drie
volle
Geen
doch kerels die hier "super-
stars" zouden zijn. Er was
een
nummer twee op de wereld-
ranglijst van zwaargewich-
j ten staat
■LéT'1 v de "grote klasse' stak De
Kerpel heel op. Het vol-
trouwens om hem in
België een heel eind boven de
ÊÊÊÊÊfe' m meeste konkurrenten te
^BMfe JB|ra B tillen."
Jak' B Overwinningen Er staan er
Wk fl heel wat op het lijstje van de
BHHHL H Wetteraar Wattelet ging
fl knock-out. Van Haeverbeke
eveneens. Wel moest Freddy
fl als amateur op punten onder-
^^F fl doen voor De Ruyter, de na-
HB tionale kampioen, evenals
Hb ^BBFjcIShI fPI voor Moreau, die in Frankrijk
de beste "halfzwaar". "Die
De Ruyter wil ik heel graag
nog eens ontmoeten over een
langere afstand dan de drie
keer drie minuten die een
liefhebbersmatch duurt," ver
telt De Kerpel. De heer Noë
"maakte" van Freddy een
prof. "We mogen natuurlijk
niet te snel van stapel lopen
met hem", filosofeert de Gen
tenaar," als je wil kan je een
bokser in een minimum van
tijd "kraken" je speelt hem
tegen tot maturiteit gekomen
buitenlandse klasmannen uit,
en het kan gedaan zijn. Som
mige managers zien vooral
onmiddellijk geldgewin. Dat
is totaal verkeerd mag je een
juniorrenner naar de Tour de
France sturen en hem ver
plichten te fietsen tot hij van
zijn stokje valt Alles moet
zijn tijd hebben. Vooral in de
bokssport is dat zeer belang
rijk. Ik zou namen kunnen
citeren van jongens die be
gaafd waren, doch als het
ware voor de leeuwen werden
gegooid. Ze degradeerden
Frcddv De Kerpel en zijn sponsor, de heer Noël.(R)
WAAROM
Waarom stapt een jonge man
op een goeie dag de bokszaal
binnen Freddy De Kerpel,
24 en door zijn entourage
beschouwd als de coming-
man van de Belgische boks
sport, heeft er geen enkele
verklaring voor. "Ik had een
gemakkelijk leventje kunnen
kiezen", vertelt hij, "ik stu
deerde te Brussel. Bezit een
diploma "Verkoop en Distri
butie" dat mij als zoon van
een fabrikant en handelaar in
caféspelen een toekomst
moest garanderen. Doch ik
kwam al na al thuis niet in de
zaak. Ik wilde boksen, onder
de spots staan, iemand
worden die zichzelf en
anderen bewijst dat hij de
beste is
De zevenhonderd die op die
bepaalde decemberavond
rond de acht touwen samen-
drumden in het Zeiehof
te Zele, hebben De Kerpel
bezig gezien. "Knappe jon
gen", hoorden we een dame
zeggen toen Freddy de ka
merjas over de schouders liet
glijden en zich als een Griekse
god liet bewonderen. In de
andere hoek wachtte de git
zwarte Apolosa op de eerste
gongslag. Een klantje was de
kleurling niet eerder glad als
een aal en met een meer dan
behoorlijke techniek als "te-
gengewicht". Langer dan drie
rounds reikte Apolosa's
ademvoorraad echter niet.
Toen moest de man wijken
onder de steeds maar krachti
ger wordende slagen van de
blanke "Cassius Clay", zoals
vurige supporters hun "favo
riet" (wel een beetje voor
barig) noemen. De strijd was
gestreden. In de naar zweet
geurende kleedkamer zat
Freddy De Kerpel af te
koelen. Op zijn gelaat, vlak
onder het linkeroog, tekende
zich een rode vlek af "Het is
de allereerste keer sedert ik
boks dat iemand me een goeie
tik tegen het aangezicht gaf.
Ik hou ten slotte niet erg veel
van het "oog om oog, tand
om tand". Als men zich laat
verleiden tot een tegen wil en
dank betaald zetten van een
slag door onmiddellijk woest
te replikeren, ontaardt een
r kamp tot een straatgevecht.
Boksen is meer dan kloppen
en slaan je moet het veeleer
bekijken als "schermen met
de vuisten". Een mensen
hoofd is niet gemaakt om er
op te hameren. Meen je dat ik
mijn hersenen wil laten door
mekaar schudden om achteraf
voortdurend in de mist te
moeten lopen Er zijn ouwe
ringratten die voor de rest van
Vinn rlarton ntin/»hflrr»nkPn
ZESTIEN
Freddy De Kerpel was zestien
toen hij te Brussel de "stal"
van Gust Laurent opzocht.
Eerst werd het er keihard
trainen grondoefeningen, de
"dekking" leren verzorgen,
op de zandzak kloppen,
koorddansen, de punchingbal
martelen, de linkerdirekt
laten "trommelen", de tech
niek van de hoekslag, upper
cut en swing onder de knie
krijgen, en ten slotte voor
sparringpartner spelen.
Of die oefenklopppartijtjes
niet gevaarlijk en pijnlijk
zijn "Toch niet, je krijgt
een helm op het hoofd en er
wordt gebokst met zware
handschoenen. In die hand
schoenen steekt een dik pak
paardehaar dat de kracht van
de slag breekt. Als die 16
ounces pardoes tegen je neus
of op het puntje van je kin
terechtkomen, trek je wel een
vieze snuit, maar echt pijn
doet het niet. Als je wil leren
boksen, moet je tegen zo'n
plaagstootje kunnen."
Freddy bleef bij Gust Laurent
niet. Hij stopte na een poosje.
Zomaar, omdat hij het beu
was. "Doch ik zat met de
mikroob opgescheept. Ik kon
gewoon niet meer zonder dat
door sommigen verguisde en
als een sport voor onderont
wikkelden gedoodverfde
bokser. Mijn tweede thuis
vond ik bij Victor Dhaes,
eveneens ihet Brusselse. Die
Dhaens is een gewezen kam
pioen. Iemand die destijds
nog tegen de wereldberoemde
Engelsman Turpin in de ring
stond. Als je die vijftiger van
daag bekijkt, kun je hem als
levend voorbeeld stellen van
de "ongeschonden atleet"
hij was zowat overal in
Europa een graaggeziene pugi
list. Een techniek om van te
snoepen en bovendien be
gaafd met een keiharde slag
die wel eens stukken maakte.
Een man die zijn leerlingen
werkelijk de "noble art of
selfdefense" wil bijbrengen.
Hij verfoeit het rudimentaire
vechten en de brutale kracht
patserij." Twee jaar lang bleef
hij bij Dhaens. Nadien nam
manager Noë, een Gentenaar,
hem onder de arm. Op dat
moment begon zijn échte car
rière
NAAR DE STATES
Freddv De Kerpel is êigenliik
een Wetteraar. Vandaag loopt
hij er de straten met meer
stuk. Hij leeft en woont in de
"Stropstad", en als hij naar
de Wetterse wijk Overbeke
komt, dan is het vooral
omdat hij zijn moeder niet
ifnmonl 7" haH heel trrnwf
nadien tot proefpaarden die
zich lieten aftroeven voor
enkele bankjes van duizend."
Vijf keer klom Freddy De
Kerpel voor een profkamp
tussen de touwen. Evenveel
malen verliet hij zegevierend
de "arena". "Men mag nu
ook niet denken dat ik
Freddy minderwaardige
klantjes voorschotelde," zegt
de h. Noë, "vergeet niet dat
hij tweemaal Monteyne klop
te, en die is toch kampioen
van België".
Heeft De Kerpel dan zoveel
meer talent dan degenen die
hij vooralsnog bekampte
"Misschien wel en misschien
ook niet", was het antwoord,
"maar iedere kenner heeft
vanavond het verschil tussen
hem en zijn tegenstander
Apolosa kunnen onderken
nen gedurende drie rounds
"deed" de neger goed mee.
Nadien deemsterde hij weg en
zat volledig in Freddy's greep.
De bokssport is zo veeleisend
dat het minste foutje genade
loos afgestraft wordt de
beoefenaar kan zich geen
enkel slippertje veroorloven.
Vooral de levenswijze en de
training spelen een hoofdrol.
Fisisch moet de bokser hon
derd procent in orde zijn. Om
dat te bereiken moet men
zich zelf totaal kunnen ver
geten alkohol, tabak en
nachtelijke uitstapjes naar
amusementsgelegenheden
tasten het weerstandsvermo
gen van een bokser aan.
Freddy laat die dingen totaal
links liggen. Bovendien is hij
een maniak voor wat het
oefenen betreft."
Toen we die uitleg hoorden,
dachten we onmiddellijk aan
Eddy Merckx. En aan Rik
Van Looy. Twee supercracks.
De éne vandaag, de andere
gisteren. Doch die door hun
teamgenoten "beulen" wer
den of worden genoemd
omdat ze voor zichzelf zo
hard, zo lijdensbereid en zo
eerzuchtig zijn of waren, dat
ze door die totale inzet
willens nillens boven de kon
kurrenten MOETEN uittore
nen. Konkurrenten die al eens
durven spijbelen als het te fel
regent of te koud is om
"buiten te komen", en zich
niet alleen tijdens het "dooie
seizoen" laten verleiden tot
slappere koncentratie op hun
beroep.
KONTRAKT
Kan een profbokser in België
van zijn "matchen" leven
"Absoluut niet", verklaart de
heer Noë, "en toch moet De
Kerpel niet, zoals de meesten,
van het kantoorkrukje of de
fabriek naar de oefenzaal hij
is een man die full-time met
zijn beroep bezig is." Hoe dat
kan De heer Noë bood
Freddy een kontrakt aan hij
ontvangt een vaste maand-
wedde en in ruil daarvoor
doet hij alles wat mogelijk is
om langzaam maar zeker de
Freddv De Kerpel groei hel publiek de legenslandcr is