s Waterschoot taaie tuinier met iet pijpje van plezier WAAR WAS WINTERJKEN De Voorpost - 1-3-74 - 5 IN iviEMORIAM Ondanks het korte leven dat hem hier was beschoren verdiende hij zijn sporen, Aalst-karnaval. Hij was vreugde vol, levenslustig, joviaal en Aalsters. Drie dagen was hij aan de macht en in die tijdsspanne slaagde hij erin het zonnetje te laten schijnen in den hof van iedere Ajuin. Het was dan ook met wat zeer aan het hart dat men hem dinsdagavond in feestkledij ten grave (hier ten markt) droeg. Allen die hem van nabij hebben gekend waren op die laatste afspraak. Woorden hoeven er niet bij dacht prins Antoine en met zo'n stem zou dat ook al niet zo gemakkelijk zijn geweest. Enfin, hij stak er dan maar het vuur aan. Natuurlijk waren er een paar pogingen nodig vooraleer het zover kwam. De pop 'Groeten aan Claesken' werd nochtans veoraf duchtig met olie bewerkt. Met het feestkomitee echter geen problemen en het lukte zijn pijp was uit. Even was er dan weer tijd voor gevoelens als bijvoorbeeld heimwee naar wat voorbij was en onder de indruk komen omdat daar het maandenwerk van een hele stad in de vlammen opging. Kamiel was niet veel van zeggen en Jacky stond er maar wat beteuterd bij. En wij, arme dutsen, waarover moeten wij nu beginnen schrijven na zo'n aktiviteit. Prutsen. Gelukkig was de verkiezing van de Keininck van de Voiljeanetten naar een later uur verzeild geraakt. Of we tevreden waren (AH) bomen snoeien. Sporadisch helpt hij nu nog vrienden en kenissen uit de nood, maar hij heeft behoorlijk zijn handen vol met zijn duiven, zijn wogels, zijn kippen. Planten, snoeien en snijden, 't is allemaal winterwerk en voor dat harde zwoegen in de kou is Fons wat beducht. Tuinie ren is voor hem opnieuw wat het vroeger was een hobby. Want Fons, die altijd wel in de natuur en de planten heeft rondgedoold, heeft zijn lief hebberij pas in de dertiger jaren tot beroep kunnen uit bouwen. Vóór hij naar de tuinbouwschool in Vilvoorde trok was hij magazijnier in de weverij "Het Lammeken". Zomaar je eigen zinnetje doordrijven lukte niet in die tijd. Studeren was een luxe voor mensen van nederige komaf. Zijn pa was zeel draaier en bediende de tap kraan in café "Het Toreken", dat nu nog bestaat. "Met houten blokjes en een bolhoedje van een halve frank uitgedost deed ik mijn kom- munie. Nadien ben ik gaan werken in een koffiebranderij voor de forse beloning van 75 centiemen daags. Stillekens- aan zijn de tijden verbeterd, maar je moest je toch heel wat ontzeggen om een nieuw kostuum te kopen. Wie nu zijn beste pak beu is koopt er een splinternieuw en da's de gewoonste zaak van de wereld". In de eerste oorlog werd Fons opgeëist, hij vermagerde zien derogen, alleman werd in diepe honger en ellende ondergedompeld. Toen het ergste leed geleden was heeft hij door hard werken metter tijd een behoorlijke baan opgebouwd. En naderhand kon zelfs aan 't vertier wor den gedacht. Het vertier nu maakt Fons elke zondag zijn ommetje naar 't café. "Enkel voor 't verzet en 't plezier, niet voor het bier. Hooguit één rondje pik ik mee als ik win, de rest mag de baas hebben. En om mij er enen af te zetten moeten ze verduiveld rap zijn". Hij biljart. Hij kaart. En drinkt met mate. In zijn eigen kroeg, "De Rozenboom", stroomde destijds het volk van heinde en ver samen voor de "pierwedstrijden" tien kegels en een bol en de pret was gewaarborgd. De tonnen bier die hy toen zag stromen doen hem nu heus niet meer watertanden. A A R D B El EN KW EK ER PRIMEUR VOOR BELGIE Grasduinend in een Neder lands groentenvakblad kwam Fons Waterschoot eens aan de weet dat er aardbeien beston den die twee keer per jaar droegen. Het heeft hem erg veel moeite gekost om die zeldzame exemplaren ook bij ons te kunnen uitproberen. Hij was de eerste die het experiment hier suksesrijk doorvoerde. Geïnteresseerden kwamen achteraf uit heel het land bij hem aankloppen. Want de tweede oogst van die aardbeien leverde nog groter vruchten dan de eerste op, en zoiets had men bij ons nog nimmer meegemaakt. Nu is deze variëteit al enorm ver spreid, en da's aan de nu gepensioneerde tuinbouwer uit Grembergen te danken. Een baanbreker, zou je in pionierstaai zeggen. Een vak man alleszins. Een man die hard gewerkt heeft om ergens te geraken en die nu, op 77-jarige leeftijd, dat werk nog nodig heeft om, net als de planten, dóór te kunnen bloeien. Een doodgewone vent. Een man die nadenkt en niet ingekapseld zit in een eng botanieken wereldje. Want hij kan ontzettend ver standig keuvelen over Berlijn en Vietnam en stelt je plotse ling voor de keuze "Abortus of oorlog". Hij kiest voor het eerste, want "Het is beter een ongeborene dan een geborene kapot te maken". In een land dat zelf kapot gemaakt wordt door steriele diskussies over geboorteregeling klinkt zo'n standpunt kinderlijk eenvou dig, maar de man die nu al de derde generatie na zich ziet aanmarcheren moet óók ge hoord worden. Het is de zienswijze van een oudere man die pijprokend doorgaat met gezond te zijn, die blij is om de tijd die hij nu beleeft en graag nog jaren tussen ons wil vertoeven. De planten, de vogels en al wat leeft zijn hem lief. Nog maar pas heeft de storm lelijk huisgehouden in zijn volière en enkele kanaries bij hem weggerukt. Het is hem aan te zien dat het hem leed berokkent. Elke maandag gaat Fons naar de markt. Kijken. Kopen. Kaarten. Misschien ontmoet je hem daar nog eens. Met zijn wat scheefgèschoven strookje das om de hals. Met zijn muts op. Een held is hij niet, hij gaat gewoon zijn gangetje. Méér dan driekwart eeuw lang jezelf trachten te zijn en naar de natuur toe leven is al ruimschoots voldoende om aanspraak te kunnen maken op een geschreven portret als dit. Op een druilerige middag in februari mijmerde Fons Waterschoot uit Grembergen wat over zichzelf. Zonder franjes, zpals het een over grootvader betaamt. Wouter Vloebergh Zelf gekweekte tabak dat is 't manneke Ze waren er allemaal, de gebrevetteerde karnavalisten. De een al plezieriger dan de ander, maar ze waren op de jaarlijkse nooit afgesproken afspraak. Hen was er niet. Wij hebben nochtans telkens weer. jaar na jaar. zijn naam weten te vernoemen als van iemand zonder wie het spel niet kompleet was. Dit jaar was het dan niet volledig want Pierre De Winter was niet bij de stoet. Hij was zelfs een heel stuk buiten Aalst. VVi| trollen hem op de vooravond van karnaval thuis aan toen we even een woordje uitleg gingen vragen over zijn «Hof der zotheid- museum». Op onze groet «karnavalist» volgde een op het eerste zicht onbegrijpelijk ant woord. «Die karnavalist bestaat niet meer. voor mij is het gedaan met vastenavond in Aalst». Wij dachten aan een van de vele grollen die Winter anderen aansmeerde en waag den het niet die verklaring ernstig te nemen. Hen woordje uitleg dat nadien lol een weemoedig nadenken over al die schone dingen en dagen die Pierre in Aalst mocht beleven uitgroeide, liet echter niet de minste twijfel. Amen en uit. Eigenlijk raakten we cr niet helemaal wijs uit. want terwijl Winterjken dat wat hij een goed voorbereide' pestkampagne noemde, verklaarde, kon hij het niet laten zijn plannen in duigen gevallen weliswaar toe te lichten. -Ik vind het spijtig jong. ook al probeer ik hier de harde uit te hangen. Opstappen voor Aalst, voor en met de Aalstenaars ten voordele van onze karnaval, dat was een stuk van mijn leven. Maar ik stop ermee, ik moet. Mijn kostuum hangt hier in de kast. we hadden een wagen klaar en een ontvoering voorbereid, het kinderpeloton «houten soldaa tjes zou voor 'iet eerst mccstappcn. I.iefst was ik met de karnavaldagcn naar Rio getrokken, da's ver genoeg om het niet al te hard te hebben. I it Aalst moet ik morgen alleszins weg." Hn of we alle Aalstenaars een prettig karna val willen wensen. Hr paraderen een reeks schemerige prinsen, teslielprinsessen en blocmcn- feeën voor me uit als ik wat later naar huis trek Wazige beelden over de verbranding van vasten avond en de aankomst van Sint-Maarten. Bi| dal alles staat onherroepelijk duidelijk Win ter De' kantinière zal haar bloementuil missen en de muziekverenigingen hun kop man. Misschien moet hij nog een keer afscheid nemen vooraleerde Aalstenaars zullen nierkeu dal hij er niet langer bijhoórl. Hopelijk zijn die wazige beelden volgende week verdwenen zodat we aan hel scliiijvcu kunnen gaan zonder al te vee vooroordelen. Maar schrijven zullen wc over Winter of dal nu op prijs wordt gesteld ol niet. Wie wil helpen mag rustig aankomen. Er is echter dit politiek heeft hier niets mee te zien. Geen geldpolitiek ol geen politieke politiek. Karnaval is een volksfeest of het heeft geen recht van bestaan. Hel wezc gezegd. Men zegge het voort en handele ernaar. A. HKYVAER I Zonder karnavalisten a la Katsjoeken Bert Verbestel is de Aalsterse karnaval ondenkbaar (Ib) g<i 'lij s fm in ijl ts lat os •cirs. n Ikt doet opa op een druilerige middag in februari Knusjes T^stelt hij zich achter de kachel, mijmelt wat over de antenkoppen heen en soest zachtjes zijn jonge en jolige jaren igemoet. Laat ze maar jachtig rondtuffen buiten, politieke Dgans uitbazuinen en grof geld verdienen, grootvader geniet de gemoedsrust. Van hem hoef je echt geen wereldschok- nde daden meer te verwachten. jns Waterschoot, 77, is een opa als een ander. Hij doet zijn tje op een doordeweekse dag, droomt een episode uit zijn vijftig jaar lange huwelijksleven en schrikt enkel op van de ujordeurbel. Aan hem is niks sensationeels. Of toch hij al bijna een jaar overgrootvader is, voor zo'n prestatie is jzelf maar nauwelijks verantwoordelijk. Dat hij als 't even kan rondhangt in de tuin baart al evenmin opzien. Akkoord, is een kerngezonde vent nog razend vinnig voor zijn ftijd, maar hoeven we daarvoor nou echt een reporter op hem sturen Het zal dus wel zijn pijpje wezen dat hem een netje befaamd maakt in deze streek zijn rookgerei kweekt hij 's mers al jaren zelf. En tuinieren, nou ja, daarover heeft hij "tettige ervaringen. de regen toch over de akkers rimpelt en hem belet aan de g te gaan, wil hij zich graag tot het verhalen van een paar levenissen laten overhalen. Een gezellige taaierd is hij, dat wk je meteen, een man die het leven nog heel erg lief heeft. houden om vier uur plukt hij vaak al volop de dag en de aardbeien. Dat hij er zo'n piekfijne konditie op na houdt zal ook wel aan zijn voeding te wijten zijn. Altijd verse groenten, steevast "légumen" die hij zelf kweekt en waarin dat "gespoten venijn" niet rond spookt. En alleen grof brood. En niet te veel buitensporig heden. Jezelf een beetje aan het leven aanpassen. "De brand voorkomen, dan hoef je niet te blussen", is zijn stelregel. En daarom laat hij verstek gaan als er overmatig gefeest en gefuifd wordt. Zijn erg flinke vrouw, Ernestine De Concinck, zit trouwens met de nasleep van een hartinfarkt geplaagd en dat werkt die afzijdigheid bij het feestvieren in de hand DE TUINMAN EN DE PINT Twaalf jaar geleden kreeg Wee attributen kun je niet ïgdenken als je het portret n Fons Waterschoot uitte- int de lichtjes platgedrukte uts en het pijpje met de ote "dodde" op. Aan de its dankt hij hier en daar jn bijnaam "Montgomme- de pijp herbergt het mbool van zijn leven, ibak van eigen makelij. Een melsbreed verschil met de ijes die je koopt, lelfs de duurste tabak uit de cj nkel deugt niet. De mijne boft niet uit, die blijft aangeroerd nog een half r nasmeulen, da's kwaliteit i<6i eneer". Je moet hem wel loven als je hem zo ziet ten. Oersterk lijkt hij. achtige ogen, zelfzekere km. Rookt al van zijn faalfde jaar. Maar nooit sigaretten en slechts iendoor een sigaar. In den nne moest hij braken van pijpke. Nu nipt hij er met lige teugen van. ibak kweekt hij al sedert de jjieede wereldoorlog. Hier, in J Grembergse Lomeerstraat, jandt hij niet goed. De st(«nd is te zwaar. Op 't Groot ^ijlnd waar hij vroeger woon- ie was de bodem stukken ter "Daar, in die magere v(ndgrond, groeide de beste )ak van het land". \t GEHEIM VAN DE ■UZEPLANT 'abak moet je in mei mten", zegt Fons Water- toot. "Half juli is hij goed 1 afgestoken te worden. Je it één zaaddrager staan en Vs het zaad rijp is mag je ib steken. Dan heb je degelijke it klinkt simpel, maar doe t hem maar eens na. Pro maar eens een liefst eeënhalvemeter hoge ta- ktelg uit de grond te doen E rijzen. Het lukt je niet, dj ïzij je het recept van Fons iterschoot en zijn vriend el Claus navolgt "Je moet ivere varkensmest en zwa- >u Izure potas gebruiken, dat mjeft een verbazend effekt, brandt hij heel hevig", zal beslist ook wel een n !ugje geluk en een heleboel nde bij te pas komen om ™'n tabakskanjer te fabrice- t. In Grembergen brachten die krachttoer toch maar or mekaar. Mevrouw Waterschoot "Wat valt er nu over ons te schrijven De vak man-tabaksplanter rookt in ketting, maar het kan hem niet deren. "Vroeger heb ik me eens een tijdlang duizelig gevoeld en 'k ben bij drie specialisten te rade ge gaan. Je rookt teveel, zei een internist. Als ik rook ben ik optimist, dokter, als ik het laat voel ik me onbehaaglijk, antwoordde ik. De man heeft me laten betijen". Vlakbij de watertoren in de Dendermondse randgemeen te, vlakbij een veevoederfa briek die enkel 's morgens lawaaierig doet, vlakbij een nieuwe wijk boordevol villa's, slijt de altijd bezige Fons zijn lieve leventje. Laat onder de wol en vroeg, vreselijk vroeg soms, uit de veren. De televi sie perst hij uit tot de laatste snik, want "die verzet alle zinnen en zorgen". En in de zomer is hij 's morgens niet te mevrouw Waterschoot die in zinking en toen zijn ze naar dit fraaie huis in de rustige buurt verhuisd. Ze konden het niet meer bolwerken met "De Rozenboom", het café waar de bloemengeur uit de pinten moet zijn opgedwar reld. Zoon Robert hield toen met zijn vrouw net naast de deur een kruidenierszaak open, en ook die winkel heeft de familie in de steek gelaten. Nu is Robert kok bij het leger, hij heeft de voetsporen van zijn tuinierende vader helemaal niet gevolgd. Fons Waterschoot, de tuin man in hoogsteigen persoon, de bejaarde blijerd die nog in bomen kruipt om krieken te plukken, genoot een beste reputatie als vakman. Tot heel ver in 't Land van Waas ging hij boomgaarden aanleg gen, planten opsmukken,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1974 | | pagina 5